User manual

Speciale toetsen
Tabel 2-7 Speciale toetsen en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om
bepaalde systeemfuncties uit te voeren.
(3) Windows-toets Hiermee opent u het startmenu.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit zoals
gedenieerd door de pictogramsymbolen op de functietoetsen
f1 tot en met f12. Zie Actietoetsen op pagina 11.
(5) num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke
functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
(6) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.
Wanneer num lock wordt ingedrukt, kan het toetsenblok worden
gebruikt als extern numeriek toetsenblok.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt deze
functie opnieuw actief wanneer de computer opnieuw wordt
ingeschakeld.
Actietoetsen
De actietoetsen voeren veelgebruikte systeemfuncties uit zoals gedenieerd door de pictogramsymbolen op
de functietoetsen f1 tot en met f12. De actietoetsen verschillen per computer.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
OPMERKING: Op sommige producten moet u mogelijk de fn-toets indrukken in combinatie met de
gewenste actietoets.
Toetsenbordzone 11