User Manual

Table Of Contents
CAS-latentie 17 DDR4 2400/2666 MHz (17-17-17 timing)
Voorgeschreven JEDEC SPD-informatie
De computer ondersteunt het volgende:
512 Mb, 1 Gb, 2 Gb en 4 Gb niet-ECC-geheugentechnologieën
Enkelzijdige en dubbelzijdige geheugenmodules
Geheugenmodules samengesteld met ×8 en ×16 DDR-apparaten; geheugenmodules samengesteld met
×4 SDRAM worden niet ondersteund
OPMERKING: Het systeem functioneert niet goed wanneer niet-ondersteunde geheugenmodules zijn
geïnstalleerd.
Een geheugenmodule installeren
De systeemkaart bevat twee geheugenvoetjes met twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid
met DIMM1 en DIMM2. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal B.
Het systeem werkt automatisch in de eenkanaalmodus, tweekanaalmodus of exmodus, afhankelijk van de
wijze waarop de DIMM's zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: Geheugenconguraties met een enkel kanaal en ongebalanceerde dubbele kanalen leiden tot
slechtere videoprestaties.
Het systeem werkt in de eenkanaalmodus als de DIMM-voetjes in slechts één kanaal zijn gevuld.
Het systeem werkt in de snellere tweekanaalmodus als de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in
kanaal A gelijk is aan de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal B. De gebruikte technologie
en de breedte van de DIMM's hoeft niet voor beide kanalen hetzelfde te zijn. Wanneer kanaal A
bijvoorbeeld twee DIMM's van 1 GB bevat en er in kanaal B één DIMM van 2 GB is geplaatst, zal het
systeem in tweekanaalmodus werken.
Het systeem werkt in exmodus als de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal A niet gelijk is
aan de totale geheugencapaciteit van de DIMM's in kanaal B. In de exmodus bepaalt het kanaal met de
kleinste hoeveelheid geheugen hoeveel geheugen wordt toegewezen aan de tweekanaalmodus. De rest
wordt toegewezen aan de enkelkanaalmodus. Voor een optimale snelheid moeten de kanalen zodanig
worden uitgebalanceerd dat de grootste hoeveelheid geheugen evenredig wordt verdeeld over de twee
kanalen. Als één kanaal meer geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid
worden toegewezen aan kanaal A. Als u bijvoorbeeld een DIMM van 2 GB en drie DIMM's van 1 GB in de
voetjes plaatst, moet in kanaal A de DIMM van 2 GB en een DIMM van 1 GB worden geplaatst en in kanaal
B de twee andere DIMM's van 1 GB. In deze conguratie wordt 4 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 1
GB in enkelkanaalmodus.
De maximale bewerkingssnelheid wordt in elke modus bepaald door de traagste DIMM in het systeem.
Systeemgeheugen upgraden 15