User Manual

Table Of Contents
Een dunne optischeschijfeenheid van 9,5 mm installeren
1.
Bereid het demonteren voor. Zie De demontage voorbereiden op pagina 9.
2. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Zie Het toegangspaneel van de computer verwijderen
op pagina 9.
3. Als u een dunne optischeschijfeenheid installeert in een schijfruimte die wordt afgedekt door een
afdekplaatje, moet u eerst het voorpaneel verwijderen en daarna het afdekplaatje verwijderen. Zie Een
afdekplaatje van een optischeschijfeenheid verwjderen op pagina 10 voor aanvullende informatie.
4. Lijn de kleine pin op de ontgrendelingsbeugel uit met het kleine gat aan de zijkant van de schijfeenheid
en druk de vergrendeling stevig op de schijfeenheid.
5. Schuif de optischeschijfeenheid helemaal naar binnen door het voorpaneel (1), zodat de groene
vergrendeling achterop de eenheid in de behuizing vastklikt. Sluit de voedingskabel (2) en de
gegevenskabel (3) aan op de achterzijde van de schijfeenheid.
6. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector met de aanduiding
SATA1 op de systeemkaart.
OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaartaansluitingen op pagina 14 voor een illustratie van de
schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart.
7. Plaats het voorpaneel terug als het verwijderd is.
Schijfeenheden verwijderen en installeren 23