Naslaggids voor de hardware HP ProDesk 400 G4 SFF Business PC
© Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van de HP ProDesk Business-pc. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
vi Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van het product ....................................................................................................................... 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................................. 2 Onderdelen op het achterpaneel .....
Aardingsmethoden .............................................................................................................................................. 45 Bijlage C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport ................................. 46 Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ............................................................................................ 46 Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid ...................................
1 Voorzieningen van het product Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Open het hulpprogramma HP Support Assistant voor ondersteuning voor en meer informatie over de op de computer geïnstalleerde hardware en software. OPMERKING: Dit model computer kan rechtopstaand en liggend worden gebruikt.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor de dunne optischeschijfeenheid afgedekt door een afdekplaatje. 1 Dun optisch station (optioneel) 5 Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audioin (microfoon) 2 Geheugenkaartlezer 6 Lampje van de vaste schijf 3 USB 2.0-poort 7 Aan/uit-knop dual-state 4 USB 2.0-poort met HP opladen in slaapstand* *Deze poort sluit een USB-apparaat aan.
Onderdelen op het achterpaneel 1 Audio-ingang 5 VGA-monitorconnector 2 RJ-45-netwerkconnector 6 USB 2.0-poorten (2) 3 Audio-uitgang voor audioapparaten met netvoeding 7 USB 3.x-poorten (4) 4 DisplayPort monitorconnector 8 Netsnoerconnector OPMERKING: Wanneer een apparaat is aangesloten op de audio-ingang, wordt een dialoogvenster geopend waarin wordt gevraagd of u de connector wilt gebruiken voor een microfooningangsapparaat of voor een hoofdtelefoon.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Voor sommige installatieprocedures is een T15 Torx of een gewone schroevendraaier nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Plaats het paneel op de computer (1) schuif het naar de voorkant (2) en draai de schroef vast (3) om het paneel vast te zetten.
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Het afdekplaatje van een slanke optischeschijfeenheid verwijderen Bij sommige modellen wordt de schijfruimte voor de slanke optischeschijfeenheid bedekt door een afdekplaatje. Verwijder dit voordat u een optischeschijfeenheid installeert. Ga als volgt te werk om het afdekplaatje te verwijderen: 8 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel van de computer. Zie Het toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 5 en Het voorpaneel verwijderen op pagina 7. 2.
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai vervolgens de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt.
Van bureau- naar tower-configuratie overgaan De Small Form Factor computer kan worden gebruikt in staande positie met een optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Systeemkaartconnectoren In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. Nr. Connector voor systeemkaart Label op systeemkaart Kleur Onderdeel 1 PCI Express x16 X16PCIEXP Zwart Uitbreidingskaart 2 PCI Express x4 X4PCIEXP Zwart Uitbreidingskaart 3 Batterij BAT Zwart Geheugenmodule 4 DIMM2 DIMM2 Wit Geheugenmodule 5 DIMM1 DIMM1 Wit Geheugenmodule 6 SATA 3.0 SATA0 Donkerblauw Primaire vaste schijf 7 SATA 3.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR4-SDRAM (Double Data Rate 4 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugensockets voor maximaal twee DIMM's die voldoen aan de industrienormen. In deze geheugensockets bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 32 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle dubbel-kanaalmodus.
wordt toegewezen aan de enkelkanaalmodus. Als één kanaal meer geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid worden toegewezen aan kanaal A. ● In elke modus wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem. DIMM's installeren VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert.
14 6. Koppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optischeschijfeenheid los. 7. Druk de ontgrendelingshendel achterop de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid door het voorpaneel (2).
8. Ontkoppel de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf. 9. Druk de ontgrendelingshendel van de schijfhouder naar binnen (1), kantel de schijfhouder omhoog (2) en schuif vervolgens de lipjes aan de zijkant van de schijfhouder uit de behuizing (3).
10. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn (3). OPMERKING: een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
12. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 13. Duw de optische schijfeenheid helemaal naar binnen (1) totdat deze vastklikt (2).
14. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. 15. Plaats het toegangspaneel terug. 16. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. De computer herkent automatisch het extra geheugen. 17. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer heeft één PCI Express x1-uitbreidingssleuf en één PCI Express x16-uitbreidingssleuf. OPMERKING: profiel. De PCI Express-uitbreidingssleuven ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag In de PCI Express x16-sleuf kunt u een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren. Voor configuraties met twee grafische kaarten, moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI Express x16-sleuf.
20 a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg PCI Express x1-voetje installeert, plaatst u een platte schroevendraaier in de sleuven op de achterzijde van het afdekplaatje van het uitbreidingsslot (1). Vervolgens beweegt u de schroevendraaier heen en weer om het afdekplaatje los te maken van de behuizing (2). b. Als u een PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer totdat de connectors loskomen uit het voetje.
c. 9. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterzijde van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 10. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken.
11. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van de behuizing (1), zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van de behuizing. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is. Schijfposities 1 Vaste-schijfruimte 2 Ruimte voor slanke optischeschijfeenheid van 9,5 mm OPMERKING: De schijfeenheidconfiguratie van uw computer verschilt mogelijk van de weergegeven schijfeenheidconfiguratie. Start Computer Setup (Computerinstellingen) om het type en de grootte van de geïnstalleerde schijfeenheden te controleren.
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om gegevensverlies en schade aan de computer of de schijfeenheid te voorkomen: Wanneer u een schijfeenheid wilt plaatsen of verwijderen, sluit u het besturingssysteem op de juiste manier af, schakelt u de computer uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder nooit een schijfeenheid terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd.
Een slanke optischeschijfeenheid van 9,5 mm verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
7. 26 Druk de ontgrendelingshendel achterop de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid door het voorpaneel (2).
Een slanke optischeschijfeenheid van 9,5 mm installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
8. Duw de optische schijfeenheid helemaal naar binnen (1) totdat deze vastklikt (2). 9. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. 10. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector met de aanduiding SATA1 op de systeemkaart. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaartconnectoren op pagina 11 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 11. Vervang het voorpaneel als dat verwijderd is. 12.
Een vaste schijf verwijderen en vervangen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3.
30 7. Druk de ontgrendelingshendel achterop de schijfeenheid in (1) en schuif de schijfeenheid door het voorpaneel (2). 8. Ontkoppel de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf.
9. Druk de ontgrendelingshendel van de schijfhouder naar binnen (1), kantel de schijfhouder omhoog (2) en schuif vervolgens de lipjes aan de zijkant van de schijfhouder uit de behuizing (3). 10. De vaste schijf uit de schijfhouder verwijderen ● Als u een 3,5-inch vaste schijf verwijdert, verwijder dan eerst de vier schroeven waarmee de schijf op de schijfhouder vastzit (1) en schuif vervolgens de schijf uit de schijfhouder (2).
● Als u een 2,5-inch vaste schijf verwijdert, verwijder dan eerst de vier schroeven waarmee de schijf op de schijfhouder vastzit (1) en ontgrendel daarna de schijfeenheid (2). 11. Installeer de nieuwe schijfeenheid in de schijfhouder. ● Als u een 3,5-inch vaste schijf installeert, schuift u eerst de schijfeenheid in de schijfhouder (1) en zet u deze daarna met vier 6-32 standaardschroeven vast.
● Als u een 2,5-inch vaste schijf installeert, schuift u de schijf in de schijfhouder (1) en zet u deze daarna met vier M3 metrische schroeven vast. OPMERKING: De vier schroefgaten voor de 2,5-inch vaste schijf zijn gemarkeerd met "B" aan de bovenkant van de schijfhouder. 12. Houd de schijfhouder onder een hoek en steek de lipjes aan de zijkant van de schijfhouder in de sleuven op de behuizing (1).
13. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 14. Duw de optische schijfeenheid helemaal naar binnen (1) totdat deze vastklikt (2).
15. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de schijfeenheid. 16. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 17. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Een veiligheidsslot installeren De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Beveiligingsslot V2 voor HP zakelijke pc 1. Leg de beveiligingskabel om een vast voorwerp heen. 2. Bevestig de sluiting voor de beveiligingskabel aan een computer met behulp van de juiste schroeven voor uw omgeving (schroeven niet meegeleverd) (1) en plaats vervolgens het afdekplaatje op de onderkant van de kabelsluiting (2). OPMERKING: Deze stap is niet nodig als u de beveiligingskabel door een stationair object heeft gelust, zoals weergegeven in stap 1.
3. Schuif de beveiligingskabel door de sluiting. OPMERKING: Deze stap is niet nodig als u de beveiligingskabel door een stationair object heeft gelust, zoals weergegeven in stap 1. 4. 38 Als de configuratie van uw werkstation is voorzien van een monitor die u wilt beveiligen, doe dan het volgende: Trek de twee ijzeren plaatjes van de monitorvergrendeling uit elkaar en steek het slot in de veiligheidssleuf op de achterzijde van de monitor (1).
5. Schuif de beveiligingskabel door de ring die aan de monitor vast is geïnstalleerd. 6. Bevestig de sluiting voor de accessoirekabels aan een computer met behulp van de juiste schroef voor uw omgeving (schroef niet meegeleverd) (1) en plaats vervolgens de accessoirekabels op de onderkant van de kabelsluiting (2).
40 7. Schuif de beveiligingskabel door de gaten in de sluiting voor de accessoirekabels. 8. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
9. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. 10. Wanneer u alle stappen hebt uitgevoerd, worden alle apparaten op uw werkstation bevestigd.
A Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
8. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. OPMERKING: voltooien. 9. Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te Plaats het toegangspaneel terug. 10. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 11. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). 12.
B Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 46 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
D Toegankelijkheid HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt, inclusief personen met een handicap, zowel op zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten. Ondersteunde technologie die wordt ondersteund HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en kunnen worden geconfigureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën.
Index A achterpaneel, onderdelen 3 B Batterij vervangen 42 beveiliging beveiligingsslot voor HP zakelijke pc 37 hangslot 36 kabelslot 36 beveiligingssloten beveiligingsslot voor HP zakelijke pc 37 bevestigen kabels van schijfeenheden 23 optische schijfeenheid 27 D DIMM's.