Operation Manual

Bewerkingen met complexe getallen 9–1
9
Bewerkingen met complexe
getallen
De HP 33s kan werken met complexe getallen van de vorm
x + iy.
Er zijn bewerkingen voor complexe berekeningen (+, –,
×
,
÷
), complexe
trigonometrie (sin, cos, tan) en de wiskundige functies –z, 1/z,
2
1
z
z
,
ln z, en e
z
. (waarin z
1
en z
2
complexe getallen zijn).
Een complex getal invoeren:
1. Typ het imaginaire deel in.
2. Druk op
.
3. Typ het reële deel in.
Complexe getallen worden door de HP 33s verwerkt door de twee delen
(imaginair en reëel) als gescheiden getallen te beschouwen. Om twee complexe
getallen in te voeren, moet u vier getallen intoetsen. Om een complexe
berekening uit te voeren, drukt u op
{G
vóór de operator.
Bijvoorbeeld, voor de berekening
(2 + i 4) + (3 + i 5),
drukt u op 4
2
5
3
{G
.
Het resultaat is 5 + i 9. (De eerste regel is het imaginaire deel en de tweede
regel is het reële deel.)