Operation Manual

2–2 RPN: De automatische geheugenstapel
T
Z
Y
X
0,0000
0,0000
0,0000
0,0000
Het meest "recente" getal bevindt zich in het X–register: dit is het getal dat u in
de tweede regel van het scherm ziet.
Bij het programmeren, wordt de stapel gebruikt om berekeningen uit te voeren,
om tijdelijke resultaten op te slaan, om opgeslagen gegevens (variabelen) tussen
programma’s en subroutines uit te wisselen, om invoer te accepteren en om
uitvoer te geven.
De registers X en Y staan op het scherm
U ziet steeds het X– en Y–register, tenzij er een menu, een bericht of een
programmaregel wordt weergegeven. U zult wel hebben opgemerkt dat veel
functienamen een x of y bevatten.
Dat is geen toeval, deze letters verwijzen naar het X– en Y–register. Bijvoorbeeld,
{
verheft tien in de macht van het getal dat in het X–register staat (het
weergegeven getal).
Het Xregister wissen
Drukt u op
{c
{
º
} dan wordt het X–register altijd nul. Het wordt ook
gebruikt om deze instructie te programmeren. De toets
, daarentegen, is
afhankelijk van de context. Hij maakt het beeld leeg of annuleert het, afhankelijk
van de situatie: Deze werkt alleen als
{c
{
º
} wanneer het X–register
wordt weergegeven.
b
werkt ook als
{c
{
º
} wanneer het X–register
wordt weergegeven en de getalinvoer voltooid is (geen cursor op het scherm).
Hij annuleert andere weergaven: menu’s, getallen met labels, berichten, invoer
van vergelijkingen en programmainvoer.