Operation Manual

11-2 Wiskundige functies gebruiken
Een functie
selecteren
1. Om het MATH-menu te openen drukt u op .
De categorieën verschijnen in alfabetische volgorde.
Druk op of om door de categorieën te rollen.
Om rechtstreeks naar een categorie te springen, drukt
u op de eerste letter van de categorienaam.
Opmerking: U hoeft niet eerst op te drukken.
2. De functielijst (rechts) heeft betrekking op de huidige
gemarkeerde categorie (links). Gebruik en
om tussen de categorielijst en de functielijst te
schakelen.
3. Markeer de naam van de gewenste functie en druk
op . Hierdoor wordt de functienaam (en een
haakje, indien van toepassing) naar de
bewerkingsregel gekopieerd.
Functiecategorieën
Wiskundige functies volgens categorie
Syntaxis Elke definitie van een functie bevat zijn eigen syntaxis.
Dat wil zeggen, de exacte volgorde en spelling van een
functienaam, de scheidingstekens (interpunctietekens) en
de argumenten. Merk op dat de syntaxis voor een functie
geen spaties vereist.
Calculus
Complexe
getallen
Constante
Hyperbolische
trigonometrie
(Hyperb.)
Lijsten
Loop (lus)
Matrices
(Matrices)
Veelterm
(Veelterm)
Waarschijnlijkhei
d
(Waarsch.)
Reële getallen
(Reëel)
Statistieken met
twee
variabelen
(Stat-Twee)
Symbolisch
Tests
Trigonometrie
(Trig)