Operation Manual
11-18 Wiskundige functies gebruiken
XPON Exponent van waarde.
XPON(waarde)
Voorbeeld
XPON(123,4) retourneert 2
Statistieken van twee variabelen
Dit zijn functies voor het gebruik met statistieken van twee
variabelen. Zie “Twee variabelen” op pagina 8-16.
Symbolische functies
De symbolische functies worden voor symbolische
manipulaties van uitdrukkingen gebruikt. De variabelen
kunnen formeel of numeriek zijn, maar het resultaat is
over het algemeen in symbolische vorm (niet een getal).
De symbolen voor de symbolische functies = en | (waar)
vindt u in het menu CHARS (
CHARS ) en in het
menu MATH.
= (
gelijk aan
) Stelt een gelijkheid voor een vergelijking in. Dit is geen
logische operator, hij slaat geen waarden op (Zie
“Testfuncties” op pagina 11-20.)
uitdrukking1=uitdrukking2
ISOLATE Isoleert de eerste verschijning van variabele in
uitdrukking=0 en retourneert een nieuwe uitdrukking
waarbij variabele=nieuweuitdrukking. Het resultaat is
een algemene oplossing die meervoudige oplossingen
vertegenwoordigt door de (formele) variabelen S1 op te
nemen om zo elk symbool en n1 weer te geven, om elk
willekeurig geheel getal te kunnen weergeven.
ISOLATE(uitdrukking, variabele)
Voorbeelden
ISOLATE(2*X+8,X) retourneert -4
ISOLATE(A+B*X/C,X) retourneert -(A*C/B)
LINEAR? Test of uitdrukking lineair is voor de aangegeven
variabele. Retourneert 0 (onwaar) of 1 (waar).
LINEAR?(uitdrukking, variabele)
Voorbeeld
LINEAR?((X^2-1)/(X+1),X) retourneert 0










