Operation Manual

11-20 Wiskundige functies gebruiken
QUOTE Sluit een uitdrukking uit die niet numeriek geëvalueerd
mag worden.
QUOTE(uitdrukking)
Voorbeelden
QUOTE(SIN(45)) F1(X) slaat eerder de
uitdrukking SIN(45) op dan de waarde van SIN(45).
Een andere methode is het afzonderen van de
uitdrukking tussen enkelvoudige aanhalingstekens.
Bijvoorbeeld, X^3+2*X F1(X) plaatst de
uitdrukking X^3+2*X in F1(X) in het Functie-aplet.
| (
waar
) Evalueert uitdrukking waarbij elke gegeven variabele op
de gegeven waarde is ingesteld. Definieert numerieke
evaluatie van een symbolische uitdrukking.
uitdrukking|(variabele1=waarde1,
variabele2=waarde2,...)
Voorbeeld
3*(X+1)|(X=3) retourneert 12.
Testfuncties
De testfuncties zijn logische operators die altijd een 1
(true) of een 0 (false) retourneren.
< Minder dan. Retourneert 1 indien true, 0 indien false.
waarde1<waarde2
Minder dan of gelijk aan Retourneert 1 indien true, 0
indien false.
waarde1waarde2
= = Gelijk aan (logische test). Retourneert 1 indien true, 0
indien false.
waarde1==waarde2
Niet gelijk aan. Retourneert 1 indien true, 0 indien false.
waarde1waarde2