Operation Manual
11-26 Wiskundige functies gebruiken
U kunt aldus bij het vervangen van X door S1 zien
dat:
Dit resultaat is afgeleid door X=S1 en X=0 te substitueren
in de originele uitdrukking, gevonden in stap 1. Het
vervangen van X=0 zal echter niet altijd naar nul
evalueren en kan tot een ongewenste constante leiden.
Om dit te zien, bekijkt u:
De ‘extra’ constante van
6,4 resulteert uit het
substitueren van in
(x –2)
5
/5, en dient te
worden genegeerd als
een onbepaalde integraal
nodig is.
3x
2
5– x 5x–3
x
3
3
-----
X∂
∂
X()
---------------
+=d
∫
x 2–()
4
x
x( 2 )
5
–
5
-------------------
=d
∫
x 0=










