Operation Manual
12-8 Variabelen en geheugenbeheer
Aplet-
variabelen
Apletvariabelen slaan waarden op die voor een
bepaalde aplet uniek zijn. Deze bevatten symbolische
uitdrukkingen en vergelijkingen (zie hieronder),
instellingen voor Curve- en Numerieke weergave en de
resultaten van sommige berekeningen zoals wortels en
snijpunten.
Zie het hoofdstuk Referentie-informatie voor meer
informatie over apletvariabelen.
Kladblok Kladblokvariabelen slaan
opmerkingen op.
Programma Programmavariabelen slaan
programma’s op.
Reëel A tot en met Z en θ.
Bijvoorbeeld, 7,45 A.
Categorie Beschikbare naam (Vervolg)
Categorie Beschikbare namen
Functie F0 tot F9 (Symbolische weergave).
Zie “Functie-apletvariabelen” op
pagina R-13.
Parametrisch X0, Y0 tot X9, Y9 (Symbolische
weergave). Zie “Parametrische
apletvariabelen” op pagina R-14.
Polair R0 tot R9 (Symbolische weergave).
Zie “Polaire apletvariabelen” op
pagina R-15.
Reeks U0 tot U9 (Symbolische weergave).
Zie “Reeks-apletvariabelen” op
pagina R-19.
Oplossen E0 tot E9 (Symbolische weergave).
Zie “Oplossings-apletvariabelen” op
pagina R-12.
Statistieken C0 tot C9 (Numerieke weergave).
Zie “Statistische apletvariabelen” op
pagina R-13.










