Operation Manual
Matrices 13-7
3. De gecreëerde matrices
toevoegen.
M1
M2
Vermenigvuldigen
met of delen door
een scalair
Voor het delen door een scalair, dient u eerst de matrix
in te voeren, daarna de operator en daarna de scalair.
Voor vermenigvuldiging is de volgorde van de
operanden niet belangrijk.
De matrices en de scalair kunnen reëel of complex zijn.
Druk op de volgende toetsen om bijvoorbeeld het
resultaat van het vorige voorbeeld te delen door 2:
2
Twee matrices
vermenigvuldigen
Om de twee matrices M1 en M2, die u voor het
voorgaande voorbeeld hebt gecreëerd, te
vermenigvuldigen, dient u op de volgende toetsen te
drukken:
M1
M2
Om een matrix met een vector te vermenigvuldigen, dient
u eerst de matrix in te voeren en daarna de vector. Het
aantal elementen in de vector dienen gelijk te zijn aan het
aantal kolommen in de matrix.
Door een vierkante
matrix delen
Om een matrix of vector door een vierkante matrix te
delen, dienen het aantal rijen van het deeltal (of het
aantal elementen, als het een vector is) gelijk te zijn aan
het aantal rijen in de deler.
Deze bewerking is geen wiskundige deling: het is een
linker-vermenigvuldiging met de inverse van de deler.
M1/M2 is equivalent met M2
–1
* M1.










