Operation Manual

Matrices 13-9
3. Ga terug naar de
Matrixcatalogus.
MATRIX
In dit voorbeeld wordt
de vector die u hebt
gemaakt, weergegeven als M1.
4. Creëer een nieuwe
matrix.
Selecteer Real
matrix
5. Voer de vergelijkings-
coëfficiënten in.
23
4
11
1 4
12
In dit voorbeeld wordt de matrix die u hebt gemaakt,
weergegeven als M2.
6. Ga terug naar HOME en vul de berekening in om de
constantenvector links- te vermenigvuldigen met de
inverse van de coëfficiëntenmatrix.
M2
x
–1
M1