Operation Manual
16-8 Programmeren
Een programma
kopiëren
U kunt de volgende procedure gebruiken als u een kopie
wilt maken van uw werk, voordat u het bewerkt - of als u
een programma als sjabloon voor een ander wilt
gebruiken.
1. Druk op
PROGRM om de Programmacatalogus
te openen.
2. Druk op .
3. Typ een nieuwe bestandsnaam en kies daarna voor
.
De Programma-editor opent met een nieuw
programma.
4. Druk op om het variabelenmenu te openen.
5. Druk op om snel naar Programmeren te rollen.
6. Druk op en markeer het programma dat u wilt
kopiëren.
7. Druk op en druk daarna op .
De inhoud van het gemarkeerde programma wordt
gekopieerd in het huidige programma, op de
cursorlocatie.
TIP
Als u een programmeerroutine vaak gebruikt, kunt u de
routine onder een andere programmanaam opslaan en
daarna de bovenstaande methode gebruiken om deze in
uw programma’s te kopiëren.
Een programma
verzenden
U kunt programma’s verzenden naar en ontvangen van
andere rekenmachines, net zoals u dat kunt met aplets,
matrices, lijsten en opmerkingen.
Open de Programmacatalogus op beide rekenmachines,
nadat u de infraroodpoorten van de rekenmachines hebt
uitgelijnd. Markeer het te verzenden programma en druk
op bij de verzendende rekenmachine en op
bij de ontvangende rekenmachine.
U kunt programma’s ook verzenden naar en ontvangen
van een extern opslagapparaat (aplet-schijfstation of
computer). Dit gebeurt via een kabelverbinding en vereist
een aplet-schijfstation of speciale software op een
computer (zoals een Connectivity Kit).










