Operation Manual

16-40 Programmeren
Yzoom
All aplets
Stelt de verticale zoomfactor in.
Vanuit Curve-ZOOM-instellingsfactoren voert u de
waarde in voor YZOOM.
of
In een programma, typ:
n
X YZOOM
Variabelen Symbolische weergave
Angle
All aplets
Stelt de hoekmodus in.
Vanuit Symbolische instellingen, kiest u Degrees,
Radians of Grads voor hoekmetingen.
of
In een programma, typ
1
X Angle —voor Graden.
2
X Angle —voor Radianten.
3
X Angle —voor Graden.
F1...F9, F0
Function
Kan elke uitdrukking bevatten. Onafhankelijke variabele
is X.
Voorbeeld
'SIN(X)'
X F1(X)
U moet enkele aanhalingstekens plaatsen rond een
uitdrukking, zodat deze niet wordt geëvalueerd voordat
hij wordt opgeslagen. Gebruik
CHARS om het
enkele aanhalingsteken te typen.
X1, Y1...X9,Y9
X0,Y0
Parametric
Kan elke uitdrukking bevatten. Onafhankelijke variabele
is T.
Voorbeeld
'SIN(4*T)'
X Y1(T):'2*SIN(6*T)' X
X1(T)
R1...R9, R0
Polar
Kan elke uitdrukking bevatten. Onafhankelijke variabele
is θ.
Voorbeeld
'2*SIN(2*θ)'
X R1(θ)