Operation Manual
1-20 Aan de slag
Symbolische
instelling
Dit beeld is alleen in het
Statistische aplet in de
modus beschikbaar.
Het speelt een belangrijke
rol bij het kiezen van
datamodellen.
Druk op
SETUP-SYMB.
weergaven
wijzigen
Elke weergave is een afzonderlijke omgeving. Om een
weergave te wijzigen, selecteert u een andere weergave
door te drukken op de toetsen , , of
door vanuit het menu VIEWS een weergave te selecteren.
Om naar HOME te gaan, drukt u op . De huidige
weergave wordt niet echt gesloten, u gaat gewoon naar
een andere – net als wanneer u in huis van de ene kamer
naar de andere gaat. Gegevens die worden ingevoerd,
worden automatisch tijdens het invoeren opgeslagen.
Apletconfiguratie
opslaan
U kunt een apletconfiguratie die u hebt gebruikt, opslaan
en het aplet naar andere hp 39g+ rekenmachines
verzenden. Zie “Aplets verzenden en ontvangen” op
pagina 17-5.
Wiskundige berekeningen
De meest algemene wiskundige handelingen zijn vanaf
het toetsenbord beschikbaar. Via het menu
MATH( ) hebt u toegang tot de rest van de
wiskundige functies.
Voor toegang tot programmeeropdrachten drukt u op
CMDS. Raadpleeg “Programmeeropdrachten” op
pagina 16-14 voor meer informatie.
Waar te
beginnen?
De thuisbasis van de rekenmachine is het beeld HOME
( ). Hier voert u alle berekeningen uit en hebt u
toegang tot alle bewerkingen.
Uitdrukkingen
invoeren
• U voert een uitdrukking in de hp 39g+ in dezelfde
links-naar-rechts-volgorde zoals u de uitdrukking zou
schrijven. Dit heet algebraïsche invoer.
• Om functies in te voeren, selecteert u de toets of het
MATH-menuitem voor die functie. U kunt een functie
ook met behulp van de lettertoetsen invoeren door de
naam uit te spellen.










