Operation Manual
Aan de slag 1-25
Het laatste resultaat kunt u als de eerste uitdrukking in de
bewerkingsregel gebruiken, zonder te drukken op
ANS. Druk op , , , of , (of andere
handelingen die een voorgaand argument vereisen) om
ANS automatisch voor de operator in te voeren.
U kunt een andere uitdrukking of waarde in het HOME-
display opnieuw gebruiken, door de uitdrukking (met
behulp van de pijltoetsen) te markeren en daarna op
te drukken. Zie “Voorgaande resultaten gebruiken”
op pagina 1-24 voor meer details.
De variabele
ANS verschilt van de getallen in de
geschiedenis van de HOME-display. Een waarde in ANS
wordt intern opgeslagen met de volledige precisie van de
berekende uitkomst. De weergegeven getallen komen
hierbij overeen met de schermmodus.
TIP
Als u een getal van ANS ophaalt, krijgt u het resultaat met
de volledige precisie. Als u een getal van de
geschiedenis van de HOME-display ophaalt, krijgt u
precies wat er wordt weergegeven.
Door op te drukken wordt de laatste invoer
geëvalueerd (of opnieuw geëvalueerd), terwijl het
drukken op
ANS het laatste (als ANS) in de
bewerkingsregel kopieert.
Een waarde in
een variabele
opslaan
U kunt een antwoord in een variabele opslaan en deze
variabele in latere berekeningen gebruiken. Er zijn 27
variabelen beschikbaar voor het opslaan van reële
waarden. Deze zijn A tot en met Z en θ. Zie Hoofdstuk
12, “Variabelen- en geheugenbeheer” voor meer
informatie over variabelen. Bijvoorbeeld:
1. Voer een berekening uit.
45 8 3










