Operation Manual
Aplets en hun weergaven 2-7
Deze items met ruimte voor een vinkje zijn instellingen die
u aan of uit kunt schakelen. Druk op om de
tweede pagina weer te geven.
Curve-
instellingen
opnieuw
instellen
Om de standaardwaarden van alle curve-instellingen
opnieuw in te stellen, drukt u op
CLEAR in de
weergave Curve-instellingen. Om de standaardwaarden
voor een veld opnieuw in te stellen, markeert u dit veld en
drukt u op .
XTICK Horizontale spatiëring voor
vinkjes.
YTICK Verticale spatiëring voor vinkjes.
Veld Betekenis (Vervolg)
Veld Betekenis
SIMULT Als er meer dan één relatie in een
curve wordt verwerkt, dient u dit
gelijktijdig (en anders
opeenvolgend) te doen.
INV. CROSS De dradenkruis van de cursor
keert de status om van de pixels
die het bedekken.
CONNECT Verbindt de curvepunten. (De
Reeks-aplet verbindt ze altijd.)
LABELS De assen met XRNG en YRNG
waarden labelen.
AXES Teken de assen.
GRID Teken de rasterpunten met behulp
van XTICK en YTICK spatiëring.










