Gebruikershandleiding
© Copyright 2017 HP Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Pentium en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Lync, Office 365, Skype en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Welkom ........................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 2 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
HP MAC Address Manager gebruiken om uw computer in een netwerk te identificeren (alleen bepaalde producten) ........................................................................................................................................................... 24 Het MAC-systeemadres inschakelen en aanpassen ......................................................................... 24 4 Navigeren op het scherm ................................................................................................
Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken .......................................................................................... 38 Werkt op accuvoeding ......................................................................................................................................... 38 HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 38 Acculading weergeven ...............................................................
Vingerafdruklezer zoeken ................................................................................................................. 52 8 Onderhoud .................................................................................................................................................. 53 Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 53 Schijfdefragmentatie gebruiken .............
Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ...................................................................................... 68 HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ......................................................... 69 12 Specificaties .............................................................................................................................................. 70 Ingangsvermogen ..............................................................
xii
1 Welkom Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Informatie zoeken Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies HP ondersteuning ● Online chatten met een technicus van HP Voor HP ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/ support.
Bron Inhoud BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn met internet. *U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd of dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen.
2 Onderdelen Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken. Hardware zoeken Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd: ▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die in uw computer zijn geïnstalleerd.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) Volumeknop Hiermee wordt het geluidsvolume van de computer geregeld. (2) Acculampje Wanneer de netvoeding is aangesloten: ● Wit: de acculading is groter dan 90 procent. ● Oranje: de acculading ligt tussen 0 en 90 procent. ● Uit: de accu wordt niet opgeladen. Wanneer de netvoeding is losgekoppeld (accu laadt niet op): (3) USB Type-C-netvoedingsconnectorpoort en Thunderbolt-poort met HP Sleep and Charge ● Knipperend oranje: de accu is bijna leeg.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/ audio-in (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Onderdeel Beschrijving Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen. ▲ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens Energie- opties.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WLAN's (Wireless Local Area Networks). (2) Cameralampjes Aan: Een of meer camera's worden gebruikt. (3) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op. (4) Camera's Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's nemen. Zie Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 30 voor het gebruik van de camera.
Onderdeel 2. Beschrijving Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen. Toetsenbordzone Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te activeren. (2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel Beschrijving (1) Caps Lock-lampje Aan: Caps lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters. (2) Fn Lock-lampje Aan: De fn-toets is vergrendeld. Zie Hotkeys (alleen bepaalde producten) op pagina 15 voor meer informatie. (3) Lampje Geluid uit ● Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld. ● Aan: Microfoon is uitgeschakeld. ● Uit: Microfoon is ingeschakeld.
Vingerafdruklezer Onderdeel Beschrijving Vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Speciale toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Dergelijke toetscombinaties worden sneltoetsen genoemd. Zie Hotkeys (alleen bepaalde producten) op pagina 15. (3) Windows-toets Opent het Startmenu. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, wordt het Startmenu afgesloten.
Actietoetsen Een actietoets voert de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram op de toets. Om te bepalen welke toetsen uw product heeft, raadpleegt u Speciale toetsen op pagina 12. ▲ Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt. Symbool Beschrijving Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd. Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Symbool Beschrijving ● Beëindigt het delen van een scherm. OPMERKING: 365 servers. Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Office OPMERKING: De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen door fn-toets en de linker shift-toets ingedrukt te houden. Het fn-Lock-lampje gaat branden.
Hotkeys (alleen bepaalde producten) Een sneltoets is een combinatie van de fn-toets en een andere toets. U gebruikt een sneltoets als volgt: ▲ Druk op de fn-toets en druk vervolgens op een van de toetsen die in de volgende tabel worden vermeld. Toets Beschrijving C Hiermee schakelt u Scroll-lock in. E Hiermee schakelt u de functie Insert in. R Hiermee onderbreekt u de bewerking. S Hiermee verzendt u een programmeringsquery. W Hiermee onderbreekt u de bewerking.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Ventilatieopeningen Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (2) 16 Hoofdstuk 2 Onderdelen Luidsprekers Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van de computer, de onderkant van de tabletstandaard, de binnenkant van de accuruimte, de onderkant van de onderhoudsklep of de achterkant van het beeldscherm.
Onderdeel 18 (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. ● Labels met certificering voor draadloze communicatie: deze labels bevatten informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken voor de landen of regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
3 Netwerkverbindingen U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice. Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk: 1.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart. Een SIM-kaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identificatienummer (PIN), en over het netwerk. Op sommige computers is een SIM-kaart vooraf geïnstalleerd. Als de SIM-kaart niet vooraf is geïnstalleerd, wordt deze mogelijk meegeleverd bij de informatie over HP Mobiele breedband die bij uw computer is verstrekt.
OPMERKING: Als het apparaat verificatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg bij het apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg de met het apparaat meegeleverde documentatie voor meer informatie. OPMERKING: Zorg dat Bluetooth op het apparaat is ingeschakeld als uw apparaat niet wordt weergegeven in de lijst. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Bij bepaalde producten zijn bekabelde verbindingen mogelijk: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LAN-verbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
HP LAN-WLAN Protection gebruiken (alleen bepaalde producten) In een LAN-omgeving kunt u HP LAN-WLAN Protection instellen om uw LAN-netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde draadloze toegang. Als HP LAN-WLAN Protection is ingeschakeld, wordt de WLAN-verbinding (Wi-Fi) uitgeschakeld wanneer de computer rechtstreeks verbonden is met een LAN. HP LAN-WLAN Protection inschakelen en aanpassen 1. Sluit een netwerkkabel aan op de netwerkconnector van de computer of een optioneel dockingapparaat of -product. 2.
▲ Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt totdat het opstartmenu wordt weergegeven. Tik op f10 om Computer Setup te openen. 3. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en vervolgens Host Based MAC Address (Hostgebaseerd MAC-adres). 4.
4 Navigeren op het scherm U kunt op een of meer van de volgende manieren door het computerscherm navigeren: ● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken ● Met aanraakbewegingen op het touchpad ● Een optionele muis of een optioneel toetsenbord gebruiken (moet apart worden aangeschaft) ● Een schermtoetsenbord gebruiken ● EasyPoint-muisbesturing gebruiken Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het com
Zoomen door met twee vingers te knijpen Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of op het aanraakscherm en ze vervolgens naar elkaar toe te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of op het aanraakscherm en ze vervolgens van elkaar af te bewegen.
Tikken met vier vingers (alleen touchpad) Gebruik tikken met vier vingers om het actiecentrum te openen. ● Tik met vier vingers op het touchpad om het actiecentrum te openen en huidige instellingen en de meldingen te bekijken. Vegen met drie vingers (alleen touchpad) Gebruik vegen met drie vingers om geopende vensters te bekijken en om te schakelen tussen geopende vensters en het bureaublad. 28 ● Veeg drie vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen. ● Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin u wilt bewegen. ● Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het object te verplaatsen.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer voor zaken of plezier. U kunt bijvoorbeeld met anderen praten via de camera, audio en video mixen of externe apparaten aansluiten, zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers. Zie Onderdelen op pagina 4 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten) Uw computer heeft een camera (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt.
Een headset aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid. Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document: 1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. 2.
Videoapparaten aansluiten met een USB Type-C-kabel (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een USB Type-C Thunderbolt®-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. Om video of beeldschermuitvoer met een hoge resolutie te bekijken op een extern Thunderbolt-apparaat, sluit u het Thunderbolt-apparaat aan volgens de onderstaande instructies: 1. Sluit het ene uiteinde van de USB Type-C-kabel aan op de USB Type-C Thunderbolt-poort van de computer.
Als u het beeld van het computerscherm op een high-definition-televisie of -monitor wilt weergeven, sluit u het high-definition-apparaat aan de hand van de volgende instructies aan: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition televisie of monitor. 3.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
Ga als volgt te werk voor het configureren van meerdere weergaveapparaten: 1. Sluit de externe weergaveapparaten aan op de VGA-poort of DisplayPorts (DP) op de basis van de computer of het dockingstation. 2. Als Windows een beeldscherm detecteert dat op de DP-hub is aangesloten, wordt het dialoogvenster DisplayPort Topology Notification weergegeven. Klik op de juiste opties om uw beeldschermen te configureren.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw computer.
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) U kunt gebruikers als volgt de sluimerstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en timeouts laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer. 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energie en selecteer vervolgens Energiebeheer. 2. Selecteer in het linkerdeelvenster Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen (aanduiding kan verschillen per product). 3.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde: ● Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten. ● Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt. Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken Het pictogram Energie bevindt zich op de taakbalk van Windows.
Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u uw computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan op uw computer en op een externe voeding. Acculading weergeven Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energie om het percentage resterende acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's: 1.
Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Als de sluimerstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij nietopgeslagen werk verloren gaat. ● Als de sluimerstand is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, wordt de sluimerstand geactiveerd.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. WAARSCHUWING! Laad de computeraccu niet op aan boord van een vliegtuig. Sluit in de volgende gevallen de computer aan op een externe voedingsbron: ● Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het op Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS, dat op elk besturingssysteem werkt) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● De wachtwoorden voor de BIOS-beheerder, inschakelen en DriveLock worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup Wachtwoord Functie BIOS-beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot Computer Setup. OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. Opstartwachtwoord ● Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart.
Een BIOS-beheerderswachtwoord wijzigen 1. Start Computer Setup. ● Computers of tablets met een toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op F10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Zet de tablet uit. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op f10 om Computer Setup te openen. 2. Voer uw huidige BIOS-beheerderswachtwoord in. 3.
De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Typ bij de prompt BIOS administrator password (BIOS-beheerderswachtwoord) uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen). Druk vervolgens op enter. Na twee mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
4. Gebruik de toets enter, klik met de linkermuisknop of gebruik het aanraakscherm om het selectievakje Automatic DriveLock te selecteren. 5. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u het pictogram Opslaan en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer Hoofdmenu, selecteer Wijzigingen opslaan en afsluiten en druk vervolgens op enter. Automatic DriveLock uitschakelen Volg deze stappen om Automatic DriveLock uit te schakelen: 1. Start Computer Setup.
Handmatige DriveLock selecteren VOORZICHTIG: Noteer het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord voor DriveLock zorgvuldig en bewaar dit uit de buurt van de computer om te voorkomen dat een met DriveLock beschermde vaste schijf permanent onbruikbaar wordt. Als u beide DriveLock-wachtwoorden vergeet, is de vaste schijf permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
● ● Computers of tablets met een toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan-uitknop en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Zet de tablet uit. 2. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op f10 om Computer Setup te openen. 2.
Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het DriveLockgebruikerswachtwoord of -hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord hebt ingesteld). Druk daarna op enter. Als u drie keer het verkeerde wachtwoord hebt ingevoerd, moet u de computer uitschakelen en het opnieuw proberen. DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan-uitknop. 3.
Windows Defender is vooraf geïnstalleerd op de computer. Wij raden u aan om een antivirusprogramma te blijven gebruiken om uw computer volledig te beveiligen. Open HP Support Assistant voor meer informatie over computervirussen. Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten) HP Touchpoint Manager is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op effectieve wijze kunnen beheren en beveiligen. Met HP Touchpoint Manager bent u beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van het apparaat gecontroleerd en zijn klanten minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en beveiligingsproblemen van de eindgebruiker. Klanten kunnen de software snel downloaden en installeren.
8 Onderhoud Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie. De status van HP 3D DriveGuard herkennen Het vasteschijflampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is geparkeerd.
Reinigingsprocedures Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer. WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3. Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten.
– Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. – Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer. ● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
9 Back-ups maken, herstellen en terugzetten Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit standaardprocedures. ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie. ▲ Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm. U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en backups van persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 59. ● Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om herstelmedia te maken nadat u de computer hebt geconfigureerd.
Hulpprogramma's van Windows gebruiken Met hulpprogramma's van Windows kunt u herstelmedia, systeemherstelpunten en back-ups maken van persoonlijke gegevens. OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld. Zie de app Hulp zoeken voor meer informatie en stappen. ▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Hulp zoeken. OPMERKING: U moet voor toegang tot de app Hulp zoeken verbonden zijn met internet.
Wat u moet weten voordat u begint ● Met HP Recovery Manager wordt alleen software hersteld die standaard is geïnstalleerd. Voor software die niet bij deze computer is meegeleverd, moet de software worden gedownload van de website van de fabrikant of moet de software opnieuw worden geïnstalleerd vanaf het installatiemedium dat door de fabrikant is geleverd. BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van problemen met uw computer.
Voor tablets zonder toetsenbord: ● Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11. – of – ● Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11. 2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties. 3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm.
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) Met de software van HP Recovery Manager kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken. BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie verwijdert. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 57.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Gebruik een van de volgende methoden om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Selecteer het pictogram Exit (Afsluiten) rechtsonder in het scherm en volg de instructies op het scherm. – of – Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
BIOS-versie vaststellen Om te bepalen of u Computer Setup (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer is geïnstalleerd. Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS genoemd) kunt u weergeven door op fn +esc te drukken (als Windows al is gestart) of door Computer Setup te gebruiken. 1. Start Computer Setup. Zie Computer Setup starten op pagina 63. 2. Selecteer Main (Hoofdmenu) en selecteer vervolgens System Information (Systeeminformatie). 3.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk: 1. Typ verkenner in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens File Explorer (Bestandsverkenner). 2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale schijf (C:). 3.
HP Sure Start is geconfigureerd en al ingeschakeld zodat de meeste gebruikers de standaardconfiguratie van HP Sure Start kunnen gebruiken. De standaardconfiguratie kan worden aangepast door ervaren gebruikers. Voor de meest recente documentatie over HP Sure Start gaat u naar http://www.hp.com/support. Selecteer Zoek uw product en volg de instructies op het scherm.
11 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen beschikbaar in het Engels en u moet een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van de HP UEFI-ondersteuningsomgeving omdat alleen .exe-bestanden worden aangeboden. Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat. Download de nieuwste UEFI-versie 1. Ga naar http://www.hp.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen kunnen worden gebruikt, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan zijn op basis van een autonoom systeem of met behulp van de juiste assistieve apparaten. Voor de meest recente informatie over HP toegankelijkheid gaat u naar http://www.hp.com/accessibility.
Index A aan/uit-knop herkennen 6 accu in de fabriek verzegeld 40 informatie zoeken 39 lage acculading 39 ontladen 39 problemen met een laag accuniveau verhelpen 40 stroom besparen 39 Accu-informatie zoeken 39 accu laden 39 Acculampje 5 accuvoeding 38 Actietoetsen gebruiken 13 actietoetsen, herkennen 12 activeren, slaap- en sluimerstand 36 afsluiten 37 Antivirussoftware 50 antwoordlampje 10 Audio 31 Automatic DriveLock 46 inschakelen 46 uitschakelen 47 Automatic DriveLock-wachtwoord invoeren 47 B back-ups 57
herstellen HP Recovery Manager 59 Ondersteunde schijven 58 opties 59 schijven 58 starten 60 systeem 59 herstelmedia maken 57 maken met HP Recovery Manager 58 herstelpartitie verwijderen 62 het toetsenbord en de optionele muis gebruiken 29 Hibernationstand activeren 37 beëindigen 37 geactiveerd bij kritiek lage acculading 40 high-definition-apparatuur, aansluiten 32, 35 hoofdtelefoon aansluiten 30 hotkeys microfoon uitschakelen 13 HP 3D DriveGuard 53 HP-bronnen 2 HP Client Security 51 HP Fast Charge 38 HP he
poorten HDMI 5, 32 Miracast 35 USB Type-Cnetvoedingsconnectorpoort en Thunderbolt-poort met HP Sleep and Charge 5 USB Type-C Thunderbolt 32 productnaam en productnummer, van computer 17 programma's en stuurprogramma's bijwerken 54 R reizen met de computer 18, 55 S Schijfdefragmentatie, software 53 Schijfopruiming, software 53 schuiven met één vinger op aanraakscherm 29 schuiven met twee vingers, touchpadbeweging 27 serienummer 17 serienummer, van computer 17 servicelabels zoeken 17 Setupprogramma fabrieksin