Operation Manual

Blz. 10-3
Druk op ` om terug te keren naar het PLOT-FUNCTION-scherm. De
uitdrukking ‘Y1(X) = EXP(-X^2/2)/(2*π)’ wordt gemarkeerd. Druk op
L@@@OK@@@ om naar het normale scherm van de rekenmachine terug te
keren.
Ga naar de PLOT WINDOW-omgeving door op „ò te drukken
(tegelijkertijd indrukken in de RPN-modus). Gebruik een bereik van –4
tot 4 voor de H-VIEW en druk dan op @AUTO om automatisch de V-
VIEW te genereren. Het PLOT WINDOW-scherm ziet er als volgt uit:
Plot de grafiek: @ERASE @DRAW (wacht tot de rekenmachine klaar is met
de grafieken)
Om labels te bekijken: @EDIT L @LABEL @MENU
Om terug te keren naar het eerste grafiekenmenu: LL@)PICT
Om de curve te traceren: @TRACE @@X,Y@@ . Gebruik de rechter- en
linkerpijltoetsen (š™) om de curve te verplaatsen. De coördinaten
van de punten die u traceert worden onderaan in het scherm
weergegeven. Controleer dat voor x = 1.05 , y = 0.0231. Controleer
dat ook voor x = -1.48 , y = 0.134. Hier ziet u de afbeelding van
de grafiek in de traceermodus: