Operation Manual

Blz. 16-1
Hoofdstuk 16
Statistische Toepassingen
De rekenmachine geeft de volgende voorgeprogrammeerde statistische
functies weer met de toetsencombinatie ‚Ù (de toets 5) :
Gegevens invoeren
Toepassingen nummer 1, 2 en 4 van de lijst hierboven vereisen dat de
gegevens beschikbaar zijn als kolommen van de matrix ΣDAT. Dit kan bereikt
worden door de gegevens in te voeren in kolommen met de Matrixschrijver,
„², en vervolgens de functie STOΣ te gebruiken om de matrix op te
slaan in ΣDAT.
Voer bijvoorbeeld de volgende gegevens in met de Matrixschrijver (zie
hoofdstuk 8 en 9 in deze handleiding) en sla de gegevens op in ΣDAT:
2.1 1.2 3.1 4.5 2.3 1.1 2.3 1.5 1.6 2.2 1.2 2.5.
Het beeldscherm kan als volgt worden weergegeven:
Let op: de variabele @£DAT is opgenomen in de lijst met softmenutoetsen.