Operation Manual

Blz. 16-10
Raadpleeg hoofdstuk 18 in de gebruikshandleiding van de rekenmachine
voor aanvullende voorbeelden van berekeningen met
betrouwbaarheidsintervallen.
Hypotheses testen
Een hypothese is een verklaring omtrent een populatie (bijvoorbeeld met
betrekking tot het gemiddelde). Acceptatie van de hypothese is gebaseerd op
een statistische tets op een steekproef van de populatie. De daaruit
voortvloeiende actie en het maken van beslissingen worden hypothesetesten
genoemd.
De rekenmachine geeft procedures voor hypothesetesten onder toepassing 5.
Hypoth. tests is toegankelijk met ‚Ù—— @@@OK@@@.
Net als met de eerder besproken berekening van betrouwbaarheidsintervallen
biedt dit programma de volgende 6 opties:
Deze opties hebben dezelfde betekenis als bij de toepassingen voor
betrouwbaarheidsintervallen:
1. Z-Test: 1 µ.: hypothesetesten van een steekproef voor het
populatiegemiddelde µ met een bekende populatievariantie of voor grote
steekproeven met een onbekende populatievariantie.
2. Z-Test: µ1−µ2.: hypothesetesten voor het verschil van het
populatiegemiddelde µ
1
- µ
2
met bekende populatievarianten of voor grote
steekproeven met onbekende populatievarianten.
3. Z-Test: 1 p.: hypothesetesten van een steekproef voor de proportie p voor
grote steekproeven met een onbekende populatievariantie.
4. Z-Test: p1− p2.: hypothesetesten voor het verschil van twee proporties p
1
-
p
2
voor grote steekproeven met onbekende populatievarianties.