Operation Manual

Blz. 5-10
welke de polynoom X
6
-X
5
-5X
4
+5X
3
+4X
2
-4X weergeeft.
De functie PROOT
Bij een reeks met de coëfficiënten van een polynoom, in aflopende volgorde,
zal de functie PROOT de wortels van de polynoom geven. Voorbeeld van
X
2
+5X+6 =0, PROOT([1, –5, 6]) = [2. 3.].
De functies QUOT en REMAINDER
De functies QUOT en REMAINDER geven respectievelijk het quotiënt Q(X) en
de rest R(X), het resultaat van de deling van twee polynomen, P
1
(X) en P
2
(X).
Ze leveren met andere woorden de waarden Q(X) en R(X) van P
1
(X)/P
2
(X) =
Q(X) + R(X)/P
2
(X). Bijvoorbeeld:
QUOT(‘X^3-2*X+2’, ‘X-1’) = ‘X^2+X-1’
REMAINDER(‘X^3-2*X+2’, ‘X-1’) = 1.
Dat kunnen we als volgt schrijven: (X
3
-2X+2)/(X-1) = X
2
+X-1 + 1/(X-1).
N.B.: u kunt het laatste resultaat krijgen met PARTFRAC:
PARTFRAC(‘(X^3-2*X+2)/(X-1)’) = ‘X^2+X-1 + 1/(X-1)’.
De functie PEVAL
De functie PEVAL (Polynome EVALuatie) kan worden gebruikt om een
polynoom te evalueren
p(x) = a
n
x
n
+a
n-1
x
n-1
+ …+ a
2
x
2
+a
1
x+ a
0
,
met een reeks coëfficiënten [a
n
, a
n-1
, … a
2
, a
1
, a
0
] en een waarde van x
0
. Het
resultaat is de evaluatie p(x
0
). De functie PEVAL is niet beschikbaar in het
menu ARITHMETIC, gebruik in plaats daarvan het CALC/DERIV&INTEG-Menu.
Voorbeeld: PEVAL([1,5,6,1],5) = 281.
Raadpleeg hoofdstuk 5 in de gebruikshandleiding van de rekenmachine voor
aanvullende toepassingen van polynome functies.