HP Laser MFP 130 Printer series - Guide providing warranty and legal information
Wettelijke kennisgevingen
Bericht voor de Europese Unie
Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing
zijn: Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU, EMC-richtlijn 2014/30/EU, Eco Design-richtlijn 2009/125/EC, RED
2014/53/EU, RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
Conformiteit met deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised
Standards (Geharmoniseerde Europese Normen). Ook is de volledige Conformiteitsverklaring beschikbaar op
de volgende website: www.hp.com/go/certicates (zoeken op naam van productmodel of het Regulatory
Model Number (RMN), dit bevindt zich op het certiceringsetiket.)
Contactpunt voor regulatoire informatie:
HP Deutschland GmbH, HP HQ-TRE, 71025
Boeblingen, Duitsland
Voorgeschreven identicatienummers van het model
Om het product te kunnen identiceren, is aan het product een voorgeschreven modelnummer toegewezen.
Wettelijke modelnummers moeten niet worden verward met de marketingnamen of productnummers.
Productmodelnummer Voorgeschreven modelnummer
HP Laser MFP 131a, HP Laser MFP 135a, HP Laser MFP 135ag, HP
Laser MFP 135r, HP Laser MFP 136a
SEOLA-1802-02
HP Laser MFP 135w, HP Laser MFP 135wg, HP Laser MFP 136w,
HP Laser MFP 136nw
SEOLA-1802-03
HP Laser MFP 137fnw, HP Laser MFP 137fwg, HP Laser MFP
138fnw
SEOLA-1802-05
HP Laser MFP 133pn, HP Laser MFP 138p, HP Laser MFP 138pn SEOLA-1802-06
HP Laser MFP 138pnw SEOLA-1802-07
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch
apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving
een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het
radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd
en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in
bepaalde situaties geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisie-
ontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de
gebruiker proberen deze storing op te heen op een of meer van de volgende manieren:
40 Hoofdstuk 3 Informatie over voorschriften NLWW










