Operation Manual

Blz. 3-4
6.3` 8.5-
4.2` 2.5*
2.3` 4.5/
In de RPN-modus daarentegen, kunt u de operanden van elkaar scheiden met
een spatie (#), alvorens op de operator te drukken. Voorbeelden:
3.7#5.2 +
6.3#8.5 -
4.2#2.5 *
2.3#4.5 /
Het gebruik van de haakjes
Haakjes kunnen gebruikt worden om groepsbewerkingen uit te voeren en om
argumenten van functies samen te voegen. U krijgt de haakjes met de volgende
toetsencombinatie „Ü. Haakjes moeten altijd als paar worden ingevoerd.
Bijvoorbeeld, om (5+3.2)/(7-2.2) te berekenen:
In de ALG-modus:
„Ü5+3.2™/„Ü7-2.2`
In de RPN-modus zijn de haakjes niet nodig. De bewerkingen worden
rechtstreeks in het stapelgeheugen uitgevoerd:
5`3.2+7`2.2-/
In de RPN-modus kunt u de uitdrukking tussen aanhalingstekens invoeren zoals
in de algebraïsche modus:
³„Ü5+3.2™/
„Ü7-2.2`μ
In zowel de ALG- als de RPN-modus kunt u de Vergelijkingenschrijver
gebruiken:
‚O5+3.2™/7-2.2
De uitdrukking kan geëvalueerd worden binnen de Vergelijkingenschrijver,
door middel van de volgende formule:
————@EVAL@ of ‚—@EVAL@
Absolute waardefunctie
De absolute waardefunctie, ABS, wordt verkregen met de volgende
toetsencombinatie: „Ê. Indien u in het stapelgeheugen werkt in de ALG-