User manual
Table Of Contents
- Aan de slag
- Belangrijke veiligheidsinformatie
- Eigenschappen en onderdelen van het product
- De monitor installeren
- De monitor gebruiken
- Ondersteuning en problemen oplossen
- De monitor onderhouden
- Technische specificaties
- Toegankelijkheid

● Installeren van de monitor
● Fabrieksinstellingen herstellen van de computer
● Resolutie van de monitor wijzigen
U kunt handmatig de schermweergave optimaliseren voor de VGA (analoge) invoer met behulp van
Automatisch aanpassen in het schermmenu. U kunt ook de software met het patroon voor automatische
aanpassing downloaden van http://www.hp.com/support.
Voer deze procedure niet uit als de monitor is aangesloten op een andere ingang dan VGA. Als de monitor een
analoge ingang (VGA) gebruikt, kan deze procedure de volgende beeldkwaliteitsvoorwaarden corrigeren:
● Wazige of onduidelijke focus
● Nalichten, strepen of schaduweecten
● Vage verticale balken
● Dunne horizontale rollende lijnen
● Beeld niet in het midden
De functie Automatisch aanpassen gebruiken:
1. Laat de monitor 20 minuten opwarmen voor u aanpassingen doet.
2. Druk op de knop Menu om het schermmenu te openen, selecteer Beeld en vervolgens Automatisch
aanpassen. Als het resultaat niet bevredigend is, gaat u verder met de procedure.
3. Open het hulpprogramma voor automatische patroonaanpassing. (U kunt dit hulpprogramma
downloaden van http://www.hp.com/support.) Er wordt een testpatroon weergegeven.
4. Druk op het toetsenbord op Esc of op een andere toets om het testpatroon af te sluiten.
Beeldprestaties optimaliseren (analoge invoer)
De beeldkwaliteit kan worden geoptimaliseerd met behulp van twee opties in het schermmenu: Kloksnelheid
en faseverschuiving (beschikbaar in het schermmenu). Gebruik deze functies alleen wanneer de functie
Automatisch aanpassen geen bevredigende beeldkwaliteit oplevert.
20 Hoofdstuk 3 Ondersteuning en problemen oplossen










