Hardware reference guide

3. Open beide vergrendelingen (1) van het geheugenvoetje en plaats de geheugenmodule in het voetje (2).
Druk de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de
uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket.
Bevolk de zwarte DIMM-voetjes voor de witte DIMM-voetjes.
Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig
mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
4. Herhaal stap 3 als u extra modules wilt installeren.
5. Plaats het toegangspaneel terug.
6. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
De computer herkent automatisch het extra geheugen.
7. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen
De computer heeft drie PCI Express ×1-uitbreidingssleuven en één PCI Express ×16-uitbreidingssleuf.
OPMERKING: In de PCI Express ×16-sleuf kunt u een PCI Express ×1-, ×8- of ×16-uitbreidingskaart
installeren.
Voor conguraties met twee grasche kaarten, moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI
Express ×16-sleuf.
Ga als volgt te werk om een uitbreidingskaart te verwijderen, vervangen of te plaatsen:
14 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades