User manual

d. Plaats de papierbaankap terug. Let erop dat deze weer vastklikt.
e. Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
f. Tik op op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak.
2. Als het probleem niet is opgelost, controleer dan de zone van de wagen met inktcartridges in de printer.
VOORZICHTIG: Vermijd tijdens het proces alle contact met de kabel aan de wagen met inktcartridges.
a. Open de toegangsklep van de printcartridges.
NLWW Hulp in deze handleiding 85