HP DesignJet T100 / T500 Printer-serie Gebruikershandleiding
© Copyright 2019 HP Development Company, L.P. Uitgave 1 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat® en Adobe Photoshop® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor producten en diensten van HP worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Veiligheidsmaatregelen ........................................................................................................................................................... 2 Over deze handleiding .................................................................................
Instelling slaapstand wijzigen .............................................................................................................................................. 21 De instelling voor automatisch uitschakelen wijzigen ..................................................................................................... 21 De helderheid van het scherm van het frontpanel wijzigen ...........................................................................................
De buitenkant van de printer reinigen ................................................................................................................................ 68 Diagnoserapport afdrukkwaliteit ......................................................................................................................................... 68 De printkop reinigen ....................................................................................................................................................
Inktvlekken op het papier ..................................................................................................................................................... 99 Er wordt zwarte inkt afgegeven wanneer u de afdruk aanraakt ................................................................................. 100 Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp ............................................................................................................
Specificaties Mobile Printing .............................................................................................................................................. 126 Fysieke specificaties ............................................................................................................................................................ 127 Geheugenspecificaties ..................................................................................................................................
viii NLWW
1 NLWW Inleiding ● Veiligheidsmaatregelen ● Over deze handleiding ● Printermodellen ● Hoofdfuncties ● Belangrijkste onderdelen ● Frontpanel ● Printersoftware ● Mobile Printing ● De printer in- en uitschakelen ● De interne afdrukken van de printer 1
Veiligheidsmaatregelen Met de volgende voorzorgsmaatregelen kunt u ervoor zorgen dat de printer op de juiste manier wordt gebruikt en niet beschadigd raakt. Neem deze maatregelen altijd in acht: ● Gebruik de voedingsspanning die op het label staat vermeld. Voorkom dat het stopcontact van de printer overbelast raakt door meerdere apparaten. ● Demonteer of repareer de printer niet zelf. Neem contact op met uw plaatselijke servicevertegenwoordiger van HP, zie Neem contact op met HP Support op pagina 122.
● Omgaan met inktcartridges en printkop op pagina 63 ● De printer onderhouden op pagina 67 Probleemoplossing Deze hoofdstukken helpen u bij het oplossen van problemen die kunnen optreden tijdens het afdrukken.
Volledige naam Korte naam HP DesignJet T525 24-inch printer T525-24 HP DesignJet T530 24-inch printer T530-24 HP DesignJet T525 36-inch printer T525-36 HP DesignJet T530 36-inch printer T530-36 OPMERKING: hebt. De afbeeldingen in deze installatiehandleiding komen mogelijk niet overeen met de printer die u Hoofdfuncties Uw printer is een inkjetkleurenprinter die is ontworpen voor het afdrukken van afbeeldingen van hoge kwaliteit op papier met een maximumbreedte van 610 mm of 914 mm.
Belangrijkste onderdelen Vooraanzicht (T500-printerserie) 1. Ladeverlengers voor meerdere vellen 2. Bovenklep 3. Verlengstuk uitvoerlade 4. Opvangbak 5. Uitvoerplaat 6. inktcartridges 7. Klep van inktcartridge 8. Frontpanel 9. Printkopwagen 10.
Achteraanzicht (T500-printerserie) 1. Papierrol 2. Communicatiepoorten 3. Stroomaansluiting 4. Lade voor meerdere vellen Achteraanzicht (T100-printerserie) 6 1. Blauwe stop 2. As 3.
Communicatiepoorten 1. Hi-Speed USB-aansluiting voor verbinding met een computer 2. Fast Ethernet-aansluiting voor verbinding met een netwerk Frontpanel Het frontpanel is een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface; het bevindt zich links op de voorzijde van de printer. Het geeft u volledige controle over uw printer: via het frontpanel kunt u afdrukken, informatie bekijken over de printer, printerinstellingen wijzigen, kalibraties en tests uitvoeren, enzovoort.
● Tik op om de hulpfunctie voor het huidige scherm weer te geven. ● Tik op om naar het vorige item te gaan. ● Tik op om naar het volgende item te gaan. ● Tik op om naar het vorige scherm terug te gaan. ● Tik op om het huidige proces te annuleren. Dynamische pictogrammen startscherm De volgende items worden alleen op het startscherm weergegeven: ● Aan de bovenkant van het startscherm wordt een bericht getoond waarin wordt gemeld welke papierbron actief is.
● De printer beheren vanaf een externe computer ● De status van de inktcartridges, de printkop en het papier bekijken ● Toegang krijgen tot het HP Support Center, zie HP Support Center op pagina 121 ● De printerfirmware bijwerken, zie Firmware-update op pagina 76 ● Uitlijnen en problemen oplossen ● Verschillende printerinstellingen wijzigen ● E-mailmeldingen beheren Zie Geïntegreerde webserver openen op pagina 20.
Als u echter van plan bent om de printer voor langere tijd op te bergen of als de aan/uit-toets niet werkt, dan raden we u aan de stroomkabel te verwijderen. Steek de stekker weer in het stopcontact om deze weer in te schakelen. Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de printkop ongeveer drie minuten. Het gereedmaken van de printkop duurt ongeveer 75 seconden.
Als u een interne afdruk wilt afdrukken, tikt u op , vervolgens bladert u omlaag naar Internal prints (Interne afdrukken) en tikt u hierop. Selecteer vervolgens de gewenste interne afdruk.
2 12 De printer verbinden ● Kies welke verbindingsmethode u wilt gebruiken ● De printer met het netwerk verbinden ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows) ● Een computer verbinden met een printer via een USB-kabel (Windows) ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X) Hoofdstuk 2 De printer verbinden NLWW
Kies welke verbindingsmethode u wilt gebruiken U kunt de printer op de volgende manieren verbinden. Verbindingstype Snelheid Kabellengte Andere factoren Draadloos Gematigd; afhankelijk van omstandigheden (afstand tot router, storing, aantal draadloze clients, netwerktopologie, enz.) N.v.t.
Controleer de apparatuur voordat u begint: ● De printer moet zijn geconfigureerd en ingeschakeld. ● De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken. ● De printer en de computer moeten verbonden zijn met het netwerk (zie De printer met het netwerk verbinden op pagina 13). De printer kan worden verbonden via Ethernet of Wi-Fi. U kunt nu de printersoftware installeren en verbinding met de printer maken. Installatie van printersoftware 1.
4. Wanneer u een lijst ziet met netwerkprinters, selecteert u Help me find my printer (including network and USB connected printers) (Help me mijn printer te vinden (inclusief printers met netwerk- en USBverbinding)). 5. Klik op USB Cable (USB-kabel). OPMERKING: U kunt uw printer verbinden en de installatie later desgewenst vervolgen. Hiertoe markeert u het vakje I want to connect my printer after completing the setup wizard (Ik wil mijn printer verbinden na het voltooien van de installatiewizard). 6.
3 16 De printer instellen ● Inleiding ● Automatische firmware-updates ● E-mailmeldingen in- en uitschakelen ● Meldingen in- en uitschakelen ● Toegang tot de geïntegreerde webserver beheren ● Windows-drivervoorkeuren instellen ● Mobile Printing Hoofdstuk 3 De printer instellen NLWW
Inleiding In dit hoofdstuk worden verschillende printerinstellingen beschreven die de printerbeheerder kan beheren zodra de printer is gemonteerd en klaar is voor gebruik. Automatische firmware-updates De printer kan op gezette tijden automatisch controleren op firmware-updates (zie Firmware-update op pagina 76). E-mailmeldingen in- en uitschakelen Om e-mailmeldingen te ontvangen van de printer, moet de e-mailserver zijn geconfigureerd.
U kunt ook aangeven wanneer, als u dat wilt, cruciale of niet-cruciale meldingen moeten worden weergegeven. Toegang tot de geïntegreerde webserver beheren Om te voorkomen dat gebruikers belangrijke apparaatinstellingen wijzigen, kunt u wachtwoorden instellen in de geïntegreerde webserver, zodat gebruikers zonder wachtwoord alleen de informatietabbladen kunnen zien. Zodra dit is ingesteld, is het wachtwoord nodig om parameters op de andere tabbladen te zien of te wijzigen.
4 NLWW De printer personaliseren ● De taal van het frontpanel wijzigen ● Geïntegreerde webserver openen ● De taal voor de geïntegreerde webserver wijzigen ● Toegang tot HP Utility (alleen Windows) ● De taal voor de HP Utility wijzigen ● Instelling slaapstand wijzigen ● De instelling voor automatisch uitschakelen wijzigen ● De helderheid van het scherm van het frontpanel wijzigen ● Netwerkinstellingen configureren ● Beveiligingsinstellingen Embedded Web Server 19
De taal van het frontpanel wijzigen U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het frontpanel selecteren. ● Als u de huidige taal op het frontpanel begrijpt, tikt u op en vervolgens op Printer preferences (Printervoorkeuren) > Select language (Taal selecteren). ● Als u de huidige taal op het frontpanel niet begrijpt, zet u de printer eerst uit. Druk op de aan/uit-knop om hem in te schakelen.
● In Windows start u de HP Utility vanaf de snelkoppeling op uw bureaublad, of vanaf Start > All Programs (Alle programma's) > HP > HP DesignJet Utility > HP DesignJet Utility. Hierdoor wordt de HP DesignJet Utility gestart en ziet u de HP DesignJet-printers die zijn geïnstalleerd op uw computer. ● Wanneer u uw printer selecteert in het linker deelvenster, is alles in het rechter deelvenster specifiek voor die printer.
De volgende opties zijn beschikbaar: ● Via Enable/Disable wireless (Draadloos in-/uitschakelen) wordt de draadloze verbinding in- of uitgeschakeld. ● Met de Wireless setup wizard (Wizard voor draadloze instellingen) kunt u eenvoudig verbinding maken met een draadloos netwerk. ● Met Wi-Fi protected setup (Beveiligde instelling via Wi-Fi) kunt u een verbinding instellen met een draadloos netwerk met behulp van WPS-versleuteling (drukknop of pincode).
OPMERKING: Nadat u hebt geklikt op Apply (Toepassen) kan de verbinding met de geïntegreerde webserver voor een korte periode worden onderbroken. Als het IP-adres niet is gewijzigd, wordt de geïntegreerde webserver weer ingeschakeld. Als het IP-adres wel is gewijzigd, gebruik dan het nieuwe IP-adres om de geïntegreerde webserver te openen. Wijzig de prioriteit van firewall-regels 1. Open de geïntegreerde webserver. 2.
Netwerkinstellingen herstellen Om het beheerderswachtwoord en de netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, gaat u naar het frontpanel en tikt u op en vervolgens op Connectivity (Connectiviteit) > Restore network defaults (Standaardnetwerkinstellingen herstellen). OPMERKING: Druk de netwerkconfiguratiepagina af en controleer of de netwerkinstellingen zijn hersteld. OPMERKING: hersteld.
5 NLWW Papiertoevoer ● Algemeen advies bij papier laden ● Een rol op de as plaatsen ● Een rol in de printer laden ● Een papierrol verwijderen ● Eén vel laden ● Eén vel verwijderen ● De lade voor meerdere vellen gebruiken ● Informatie over het papier bekijken ● Onderhoud van papier ● De droogtijd wijzigen ● De automatische snijder aan- en uitzetten ● Papierdoorvoer met of zonder snijden 25
Algemeen advies bij papier laden U kunt op drie verschillende manieren papier in de printer laden: van een rol, als een enkel vel of als een stapel losse vellen via de invoerlade voor meerdere vellen. U kunt slechts één van deze methodes tegelijk gebruiken en de overschakeling naar een andere methode vindt handmatig plaats: dit gebeurt niet automatisch. VOORZICHTIG: Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt.
2. Aan elk uiteinde van de as bevindt zich een stop om de rol op zijn plaats te houden. De blauwe stop kan worden verwijderd om een nieuwe rol te plaatsen; de stop schuift over de as om rollen van verschillende breedten te kunnen vasthouden. Verwijder de blauwe papierstop van de as. 3. Als de rol lang is, leg de as dan horizontaal op een tafel en laad de rol op de tafel. 4. Schuif de nieuwe rol op de as. Zorg ervoor dat u het papier zoals op de afbeelding houdt.
5. Plaats de blauwe papierstop op het open uiteinde van de as en duw de stop naar het uiteinde van de rol. 6. Zorg ervoor dat de blauwe papierstop zo ver mogelijk wordt ingedrukt. Controleer of er geen ruimte is tussen de rol en de stoppen aan beide uiteinden. Als u de papiersoort regelmatig verandert, kunt u de rollen sneller vervangen door verschillende typen rollen vooraf op verschillende assen te plaatsen. Extra assen kunnen afzonderlijk worden aangeschaft, zie Accessoires op pagina 78.
4. Plaats de rand van het papier in de printer. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. 5. Rol het papier de printer in totdat u weerstand voelt en het papier iets buigt. Wanneer de printer het papier detecteert, klinkt er een geluidssignaal en wordt het papier automatisch ingevoerd. 6. Op het frontpanel kunt u de papiercategorie en het type kiezen. Als u de papiersoort niet ziet op het frontpanel, tik dan op More paper types (Meer papiersoorten).
Als het uiteinde van het papier niet meer aan de kern is gehecht, dan vraagt het frontpanel u om de rol handmatig te verwijderen. Na het verwijderen is de invoerlade voor meerdere vellen de standaard actieve papierbron. Eén vel laden OPMERKING: Voor rollen en losse vellen wordt dezelfde invoeropening in de printer gebruikt. OPMERKING: vellen. Vellen van 329 mm breed of minder moeten worden geladen via de invoerlade voor meerdere 1. Druk op het frontpanel op 2.
OPMERKING: Als u bij het laden van papier onverwachte problemen ondervindt, gaat u naar Het lukt niet om het papier te laden op pagina 84. Eén vel verwijderen Om een vel te verwijderen, gaat u naar het frontpanel en tikt u op en daarna op Load single sheet (Eén vel laden). Het vel wordt uit de voorzijde van de printer gevoerd; u kunt dit handmatig pakken of in de bak laten vallen. Na het verwijderen is de invoerlade voor meerdere vellen de standaard actieve papierbron.
4. Plaats vellen papier in de lade met de afgedrukte zijde naar buiten. Zorg ervoor dat alle vellen van hetzelfde formaat zijn. 5. Pas de lade aan de breedte van het papier aan. Informatie over het papier bekijken Tik op het pictogram van de actieve papierbron om informatie over het geladen papier te bekijken.
De droogtijd wijzigen U kunt de droogtijd aanpassen aan uw specifieke afdrukvoorwaarden, zoals meerdere afdrukken waarbij tijd belangrijker is of wanneer u ervoor moet zorgen dat de inkt droog is voordat u het papier behandelt. Druk op en vervolgens op Printer preferences (Printervoorkeuren) > Print retrieval (Afdruk ophalen) > Select drying time (Droogtijd selecteren).
OPMERKING: Met fotopapier en gecoat papier moet zorgvuldig worden omgegaan, zie De afdruk heeft veegvlekken of krassen op pagina 99. Om het papier door te voeren zonder te snijden, gaat u naar het frontpanel en drukt u op gevolgd door Form feed (Papierdoorvoer).
6 Afdrukken ● Mobile Printing – NLWW Afdrukken vanaf mobiele apparaten ● Afdrukken met HP Click ● Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver (alleen Windows) – Geavanceerde afdrukinstellingen – Kleurbeheer 35
Mobile Printing U kunt afdrukken op uw printer vanaf een groot aantal mobiele apparaten door direct af te drukken via een verbinding met hetzelfde netwerk. Afdrukken vanaf mobiele apparaten Zie http://www.hp.com/go/designjetmobility voor informatie. Afdrukken vanuit Android Voor afdrukken met Android installeert u de HP Print Service-app via Google Play (https://play.google.com/store/ apps/details?id=com.hp.android.
Afdrukken vanaf een computer met een printerdriver (alleen Windows) Dit is de traditionele manier van afdrukken vanaf een computer. De juiste printerdriver moet zijn geïnstalleerd op de computer (zie De printer verbinden op pagina 12) en de computer moet via het netwerk of een USB-kabel met de printer zijn verbonden.
Windows-driver V3 Windows-driver V4 OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit vanuit uw computer wordt ingesteld, wordt de afdrukkwaliteitsinstelling in het front panel overschreven. OPMERKING: De afdrukkwaliteit van pagina's die door de printer zijn of worden ontvangen, kan niet meer worden aangepast, zelfs als het afdrukken nog niet is gestart.
De Windows-printer driver (versie 3) gebruiken 1. Klik op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit). 2. Klik op Custom (Aangepast). 3. Voer de naam en afmetingen van uw nieuwe papierformaat in. 4. Klik op OK. Het nieuwe papierformaat wordt automatisch geselecteerd. De Windows-printer driver (versie 4) gebruiken 1. Klik op het tabblad Paper (Papier). 2. Klik op Document size (Documentformaat). 3.
● Het papierformaat is gekoppeld aan de computer. Het is te zien in alle wachtrijen die zijn gemaakt op de computer en die ondersteuning bieden voor het betreffende papierformaat. ● Als er een afdrukwachtrij wordt gedeeld, wordt dit papierformaat getoond in alle clientcomputers. ● Als er een afdrukwachtrij wordt gedeeld vanaf een andere computer, dan verschijnt het papierformaat niet in de documentformatenlijst van de driver.
Een afdruk opnieuw schalen U kunt een afbeelding met een bepaalde grootte naar de printer verzenden maar de printer de opdracht geven deze te schalen (doorgaans om de afbeelding groter te maken). Deze functie kan nuttig zijn: ● Als uw software geen grote formaten ondersteunt ● Als het bestand te groot is voor het geheugen van de printer. In dat geval kunt u het papierformaat in de software verkleinen en vervolgens via het frontpanel weer vergroten.
– Gebruik de afdrukvoorbeeldoptie van uw toepassing. – Er is geen Preview-knop (Voorbeeld) onder aan het afdrukdialoogvenster in de meest recente versies van macOS. Een afdrukvoorbeeld wordt altijd weergegeven linksboven het afdrukdialoogvenster voor de meeste toepassingen. – Kies de optie HP Print Preview (HP-afdrukvoorbeeld) in het menu PDF onder aan het afdrukdialoogvenster. Het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven door de afzonderlijke toepassing HP Print Preview.
Zuinig omgaan met inkt Hier volgen een aantal adviezen om zuinig om te gaan met inkt: ● Als u het afdrukvoorbeeld op uw computer controleert voordat u afdrukt, kunt u soms voorkomen dat u papier verspilt aan afdrukken met duidelijke fouten. Zie Een afdrukvoorbeeld weergeven op pagina 41. ● Gebruik voor conceptafdrukken normaal papier en verplaats de schuifbalk voor afdrukkwaliteit helemaal naar links ('Snel').
Afdrukken met grijstinten of in zwart-wit U kunt alle kleuren in uw afbeelding op de volgende manieren converteren naar grijstinten: 44 ● In uw toepassing: Veel toepassingen bieden deze optie. ● In het dialoogvenster van de Windows-driver: klik op het tabblad Color (Kleur) en kijk naar het gedeelte Kleuropties. Selecteer Print in Grayscale (Afdrukken in grijswaarden). Alleen zwarte inkt wordt gebruikt voor het afdrukken, tenzij er wordt afgedrukt op glanzend papier.
7 NLWW Praktische afdrukvoorbeelden ● Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal ● Een PDF-taak met meerdere pagina's afdrukken vanuit Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro ● Een bestand afdrukken met de juiste kleuren ● Een project afdrukken ● Een presentatie afdrukken ● Afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office 45
Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal Dit gedeelte toont hoe u een proefontwerp kunt afdrukken voor revisie met de juiste schaal via Adobe Acrobat. Adobe Acrobat gebruiken 1. Verplaats in het Acrobat-venster de muiscursor naar linksonder in het documentendeelvenster om het pagina-formaat te controleren. 2. Selecteer File (Bestand) > Print (Afdrukken) en zorg ervoor dat Page Sizing & Handling (Paginaformaat en paginaverwerking) is ingesteld op Actual size (Ware grootte).
Een PDF-taak met meerdere pagina's afdrukken vanuit Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro Een rasterstuurprogramma gebruiken 1. Open een taak van meerdere pagina's in Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro (HP raadt aan altijd de meest recente versie te gebruiken). 2. Klik op File (Bestand) > Print (Afdrukken). 3. Selecteer de printer en het stuurprogramma. 4. Schakel het selectievakje Choose paper source by PDF page size (Kies papierbron op PDF-paginaformaat) in. 5.
Het afdrukproces is zeer eenvoudig. 48 1. Klik op File (Bestand) > Print (Afdrukken). 2. Selecteer de printer en de driver in het vervolgkeuzemenu Printer van het dialoogvenster Print (Afdrukken). U kunt driverinstellingen aanpassen door op de knop Properties (Eigenschappen) te klikken. 3. Wijzig de kleurinstellingen in het eigenschappenvenster van het stuurprogramma.
4. Als u een V3-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de knop Advanced (Geavanceerd) in het dialoogvenster Print (Afdrukken) om de kleurbeheeropties in te stellen. Schakel het selectievakje Let printer determine colors (Printer bepaalt de kleuren) in. OPMERKING: 5. Als u de pdf-driver gebruikt, kunt u deze stap overslaan. Als het document verschillende kleurprofielen bevat en u niet zeker weet wat het resultaat wordt, kunt u eerst weergeven op het scherm.
50 2. In het dialoogvenster met voorkeuren kunt u kiezen uit de RGB-, CMYK- en grijstint-werkkleurruimten. 3. PDF-bestanden kunnen elementen met verschillende kleurprofielen bevatten. Sommige PDF-bestanden hebben kleurprofielen, andere misschien niet. De kleurruimte wordt alleen toegepast op bestanden zonder kleurprofiel. Als u een bepaald kleurprofiel aan het document wilt koppelen, moet u de inhoud van het document als volgt converteren.
4. Selecteer de elementen die u wilt converteren door criteria voor objectsoort en/of kleurtype en vervolgens conversiekenmerken op te geven. Als u het ingesloten kleurprofiel wilt wijzigen, kunt u Any Object (Willekeurig object) en Any Colorspace (Willekeurige kleurruimte) selecteren in de sectie met criteria. In de sectie met conversiekenmerken kunt u bijvoorbeeld aangeven dat u een Adobe RGB (1998)-profiel wilt insluiten.
6. Als u de V3-driver gebruikt, klik dan op de knop Advanced (Geavanceerd) in het dialoogvenster Print (Afdrukken), stel Color Handling (Kleurverwerking) in op Printer Color Management (Kleurbeheer van de printer) en klik op OK. OPMERKING: 7. Als u de pdf-driver gebruikt, kunt u deze stap overslaan. Klik in het afdrukdialoogvenster op de knop Print (Afdrukken) om het document af te drukken. Adobe Photoshop gebruiken 1.
2. In het gedeelte Color Management (Kleurbeheer) stelt u de optie Color Handling (Kleurverwerking) in op Printer Manages Colors (Printer beheert kleuren). 3. Op het tabblad Color (Kleur) van de driver zorgt u ervoor dat de optie kleurbeheer op Printer managed colors (Door de printer beheerde kleuren) is ingesteld. Dit is de juiste optie omdat u Printer Manages Colors (Printer beheert kleuren) al hebt geselecteerd in Photoshop.
2. Klik op het pictogram Plot boven in het venster. 3. Het Plot-venster wordt geopend. 4. U kunt meerdere opties bekijken door te klikken op de ronde knop rechtsonder in het venster. OPMERKING: De kwaliteitsoptie hier verwijst niet naar de uiteindelijke afdrukkwaliteit maar naar de kwaliteit van AutoCAD-viewportobjecten die worden verzonden om af te drukken. 5. 54 Selecteer de printer en klik op de knop Properties (Eigenschappen).
6. Selecteer het tabblad Device and Document Settings (Apparaat- en documentinstellingen) en druk op de knop Custom Properties (Aangepaste eigenschappen). 7. Selecteer in het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit) of Paper (Papier) (afhankelijk van de versie van de driver) de papiersoort die u wilt gebruiken. OPMERKING: Als u geen papierbron en geen papiersoort selecteert, drukt de printer niet af op een beveiligde rol. NLWW 8.
10. Selecteer het tabblad Layout/Output (Layout/uitvoer) en selecteer de optie Autorotate (Automatisch draaien). Automatisch draaien kan helpen om papierverspilling te voorkomen. 11. Klik op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand. 12. Nadat u hebt geklikt op de knop OK in het venster Plot, stelt de printer een afdrukvoorbeeld samen. Een presentatie afdrukken Dit gedeelte toont hoe u een presentatie van AutoCAD en van Photoshop kunt afdrukken. Autodesk AutoCAD gebruiken 56 1.
4. Selecteer het tabblad Device and Document Settings (Apparaat- en documentinstellingen) en druk op de knop Custom Properties (Aangepaste eigenschappen). 5. Selecteer op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit) de papiersoort die u wilt gebruiken. OPMERKING: Als u geen papierbron en geen papiersoort selecteert, drukt de printer niet af op een beveiligde rol. NLWW 6. Selecteer de afdrukkwaliteit (uw eigen keuze tussen snelheid en afdrukkwaliteit). 7.
8. Selecteer het tabblad Layout/Output (Layout/uitvoer) en selecteer de optie Autorotate (Automatisch draaien). Automatisch draaien kan helpen om papierverspilling te voorkomen. 9. Klik op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand. 10. Nadat u hebt geklikt op de knop OK in het venster Plot, stelt de printer een afdrukvoorbeeld samen. Adobe Photoshop gebruiken 1. Klik in Photoshop op File (Bestand) > Print (Afdrukken) en selecteer vervolgens uw printer. 2.
4. Selecteer Show preview before printing (Voorbeeld weergeven vóór afdrukken). U kunt de standaardinstellingen voor papierbron, papiertype en afdrukkwaliteit wijzigen. 5. Op het tabblad Color (Kleur) is de standaardkleurbeheeroptie Printer managed colors (Kleuren beheerd door printer) en dit is de juiste optie want u hebt Printer Manages Colors (Kleuren beheerd door printer) al geselecteerd in Photoshop.
Microsoft Project gebruiken 60 1. Klik op File (Bestand) > Print (Afdrukken). 2. Selecteer de naam van uw printer. 3. In het gedeelte Instellingen kunt u de pagina's die moeten worden afgedrukt, de afdrukstand en het papierformaat kiezen.
4. Klik op Page Setup (Pagina-instelling) om de gewenste opties voor Paper Size (Papierformaat) te kiezen. 5. Selecteer Options (Opties) om naar de printer driver te gaan. De standaardopties op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit) zijn waarschijnlijk geschikt: Paper source (Papierbron): Use printer settings (Printerinstellingen gebruiken) en Paper Type (Papiersoort): Use Printer Settings (Printerinstellingen gebruiken). 6.
62 2. Selecteer het tabblad Page Layout (Pagina-layout), vervolgens Size (Formaat) en kies het gewenste papierformaat. 3. Klik op File (Bestand) > Print (Afdrukken) > Printer properties (Printereigenschappen) om naar de printer driver te gaan. Selecteer het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit), vervolgens Paper source (Papierbron), Paper Type (Papiersoort) en Print Quality (Afdrukkwaliteit). 4.
8 NLWW Omgaan met inktcartridges en printkop ● Over de inktcartridges ● Opslag van anonieme gebruiksinformatie ● De status van de inktcartridge controleren ● Een inktcartridge vervangen ● Over de printkop 63
Over de inktcartridges Inktcartridges bevatten inkt en zijn verbonden met de printkoppen waaruit de inkt op het papier wordt afgezet. Zie Accessoires op pagina 78 om extra cartridges aan te schaffen. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met inktcartridges werkt omdat de cartridges gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 129). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit.
Een inktcartridge vervangen Er zijn twee omstandigheden waarin u een inktcartridge moet vervangen: ● De inktcartridge is bijna leeg en u wilt deze vervangen door een nieuwe cartridge voor onbeheerd afdrukken (u kunt de resterende inkt in de eerste cartridge later opgebruiken). ● De inktcartridge is leeg of defect en u moet deze vervangen om verder te kunnen afdrukken. VOORZICHTIG: Verwijder geen inktcartridges tijdens het afdrukken.
6. Verwijder de inktcartridge. 7. Plaats de nieuwe inktcartridge. Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde gekleurde letter en kleur als de inktcartridge die u installeert. 8. Sluit de klep van de inktcartridge. Over de printkop De printkop is bij levering geïnstalleerd in de printer. De kop is verbonden met de inktcartridges en spuit inkt op het papier.
9 NLWW De printer onderhouden ● Printerstatus controleren ● Zorg dragen voor de printer ● De buitenkant van de printer reinigen ● Diagnoserapport afdrukkwaliteit ● De printkop reinigen ● De printkop uitlijnen ● Vervang de printkop ● Codeerstrook reinigen ● De papierdoorvoer opnieuw kalibreren ● De printer verplaatsen of opslaan ● Firmware-update ● Software-update ● Printeronderhoudspakketten 67
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op verschillende manieren controleren: ● Als u HP Utility (alleen Windows) start en uw printer selecteert, ziet u een pagina met informatie waarin de status van de printer en de papier- en inktbenodigdheden daarvan worden beschreven. ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Toebehoren in het tabblad Main beschrijft de status van het papier en de inkt.
Corrigerende acties 1. Als de lijnen in testpatroon 1 niet recht en verbonden zijn, lijn dan de printkop uit (zieDe printkop uitlijnen op pagina 70). 2. Als er witte strepen te zien zijn in de gekleurde blokken in testpatroon 2, of als ze flets of volledig onzichtbaar zijn, reinig dan de printkop (zie De printkop reinigen op pagina 69). Volg de aanwijzingen op het frontpanel en voer alle drie de reinigingsniveaus uit indien nodig. 3. Als het probleem niet is opgelost, reinig de printkop dan opnieuw.
De printkop reinigen vanaf de geïntegreerde webserver 1. Zorg dat er voldoende papier is in de invoerlade en dat er een papierrol is geladen. 2. Klik op het tabblad Tools (Extra) van de geïntegreerde webserver op Print Quality Toolbox (Werkset afdrukkwaliteit) > Clean printhead (Printkop reinigen) en volg de instructies op het scherm. De printkop reinigen vanuit HP Utility (alleen Windows) 1. Zorg dat er voldoende papier is in de invoerlade en dat er een papierrol is geladen. 2.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld. 2. Als de printer op een standaard staat, zorg dan dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt. 3. Tik op het frontpanel op en vervolgens op Image Quality Maintenance (Onderhoud afdrukkwaliteit) > Replace printhead (Printkop vervangen). NLWW 4. Open de klep van de inktcartridges. 5. Wacht tot het printmechanisme niet meer beweegt. 6. Druk op elke inktcartridge om deze te ontgrendelen.
8. Sluit de klep van de inktcartridge. 9. Tik op Next (Volgende) op het frontpanel. 10. Open de bovenklep. 11. Til de wagenhendel op.
12. Verwijder de printkop en houd deze verticaal om te voorkomen dat er inkt op de verbindingen komt. 13. Plaats de nieuwe printkop. 14. Zet de wagenhendel omlaag. 15. Sluit de bovenklep.
16. Tik op Next (Volgende) op het frontpanel. 17. Open de klep van de inktcartridges. 18. Plaats de inktcartridges. Zorg ervoor dat u elke inktcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde gekleurde letter als de inktcartridge die u installeert. BELANGRIJK: Als de printkop nieuw is, installeer dan nieuwe inktcartridges. Nieuwe inktcartridges zijn nodig voor juiste plaatsing van de printkop. 19. Sluit de klep van de inktcartridge. 20. Tik op Done (Gereed) op het frontpanel.
3. Open het printervenster. 4. Houdt de doek in de vorm van een omgekeerde U om de codeerstrook en veeg deze voorzichtig schoon totdat er geen inkt meer op de doek blijft zitten. Wees voorzichtig dat u de codeerstrook niet beschadigt met uw vingernagels of een ander voorwerp. Zorg dat u de doek op de juiste manier vasthoudt. OPMERKING: Beweeg de wagen niet bij het servicestation weg. 5. Sluit het printervenster. 6.
Terug naar standaard kalibratie Bij terugkeer naar de standaard kalibratie worden alle correcties die zijn aangebracht door de doorvoerkalibratie op nul gezet. Om terug te gaan naar de doorvoerkalibratiewaarde, moet u de kalibratie opnieuw instellen. 1. Tik op het frontpanel op en vervolgens op Image Quality Maintenance (Onderhoud afdrukkwaliteit) > Paper advance calibration (Kalibratie papierdoorvoer) > Reset ready paper calibration (Kalibratie gereed papier opnieuw instellen) 2.
De volgende opties zijn beschikbaar wanneer u handmatige firmware-updates selecteert: ● Tik op het front panel op en vervolgens op Product update. Tik op Check for updates now (Nu controleren op updates) om te zien of er nieuwe firmware beschikbaar is. Als er nieuwe firmware beschikbaar is, kunt u deze downloaden en installeren. ● Klik op Tools (Extra) > Firmware Update in de Embedded Web Server.
10 Accessoires ● ● 78 Benodigdheden en accessoires bestellen – Inktbenodigdheden bestellen – Papier bestellen – Accessoires bestellen Inleiding tot de accessoires – Standaard – As Hoofdstuk 10 Accessoires NLWW
Benodigdheden en accessoires bestellen U kunt op twee manieren accessoires voor uw printer bestellen: ● Ga naar http://www.hplfmedia.com op internet. ● Neem contact op met HP Support (zie Neem contact op met HP Support op pagina 122). In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare toebehoren en accessoires, en de onderdeelnummers. Inktbenodigdheden bestellen U kunt de volgende inktbenodigdheden bestellen voor uw printer.
● (L) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Latijns-Amerika ● (N) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Noord-Amerika Het papier is in alle regio's verkrijgbaar wanneer het onderdeelnummer niet wordt gevolgd door haakjes.
Tabel 10-3 Rol papier (vervolg) Papiersoort g/m² Lengte Breedte Onderdeelnummers HP Vellum papier 75 45,7 m 610 mm C3862A (N) 914 mm C3861A (LN) 610 mm C3876A (AEJN) 914 mm C3875A 610 mm 51642A (AEJN) 914 mm 51642B 15,2 m 610 mm CZ984A 22,9 m 914 mm Q8806A 15,2 m 610 mm CZ987A 22,9 m 914 mm Q8808A 30,5 m 610 mm Q1426A (AEJN) 914 mm Q1427A (AEJN) 610 mm Q1420A (AEJN) 914 mm Q1421A (AEJN) 610 mm Q6574A 914 mm Q6575A 610 mm Q6579A 914 mm Q6580A HP film (technisc
Tabel 10-4 Vellen papier (vervolg) Papiersoort HP Premium Plus fotopapier, zijdeglans g/m² 240 Lengte Breedte Onderdeelnummers 610 mm 457 mm CZ986A 483 mm 330 mm CZ988A 610 mm 457 mm CZ989A Accessoires bestellen U kunt de volgende accessoires bestellen voor uw printer.
11 Problemen met papier oplossen NLWW ● Het lukt niet om het papier te laden ● Papiersoort niet aanwezig in driver ● Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ● Papierconflict ● Rol is vastgelopen ● Invoerlade voor meerdere vellen is vastgelopen ● Er is nog een strook aanwezig in de uitvoerlade die een papierstoring veroorzaakt ● De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ● Afdrukken vallen niet netjes in de bak ● Het vel blijft in de printe
Het lukt niet om het papier te laden ● Controleer of er geen papier al geladen is. ● Controleer of het papier ver genoeg in de printer ziet. U moet kunnen voelen dat de printer het papier pakt. ● Probeer het papier niet recht te trekken tijdens het uitlijningsproces, tenzij hiertoe geïnstrueerd op het frontpanel. De printer zal automatisch proberen het papier recht te trekken. ● Mogelijk is het papier verfrommeld of scheefgetrokken, of heeft het onregelmatige randen.
Laden via lade voor meerdere vellen mislukt ● Controleer of de lade niet te veel vellen bevat. Het maximumaantal vallen hangt af van de dikte van het papier: ongeveer 50 vellen egaal standaard papier. ● Controleer of het papier op de juiste manier in de invoerlade is geplaatst. ● Controleer of het papier op de juiste manier in de invoerlade is afgesteld en gecentreerd.
frontpanelmelding Aanbevolen actie Menu Paper load (Papier laden) Het papier is kleiner dan wordt ondersteund voor de geselecteerde papierbron. Gesneden vellen die kleiner zijn dan ISO A3 moeten worden geladen met de invoerlade voor meerdere vellen. Vel te groot Tijdens het laden van het papier heeft de printer vastgesteld dat het papier te breed of te lang is om correct te worden geladen. Tik op om het laadproces te stoppen. Zie Functionele specificaties op pagina 125.
Zwarte inkt is gemakkelijk te verwijderen wanneer het wordt aangeraakt Dit gebeurt wanneer het papier niet compatibel is met matte zwarte inkt. Selecteer om een geoptimaliseerde inktcombinatie te gebruiken de papiersoort Photo Paper (Fotopapier) > Photo Gloss Paper (Fotopapier, glanzend). Na het afdrukken is het papier verkreukeld of is er te veel inkt Dit gebeurt wanneer er teveel inkt wordt gebruikt. Selecteer een dunnere categorie om minder inkt te gebruiken.
Rol is vastgelopen Wanneer er een papierstoring optreedt, ziet u normaal gesproken een bericht hierover op het frontpanel. 1. Open de bovenklep. 2. Probeer de printkopwagen opzij te schuiven. 3. Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier dat u via de bovenkant van de printer kunt lostrekken. VOORZICHTIG: 88 Verwijder het papier niet zijwaarts, aangezien de printer hierdoor beschadigd kan raken.
4. Sluit de bovenklep. 5. Open de klep van de rol en rol het papier op. U kunt hierbij weerstand bemerken indien het papier vast zit; trek stevig. 6. Laad de rol opnieuw of plaats een nieuw vel. zie Papiertoevoer op pagina 25. OPMERKING: Als er papier is achtergebleven waardoor er een belemmering in de printer ontstaat, voer de procedure dan opnieuw uit en verwijder alle stukken papier zorgvuldig.
90 3. Ontgrendel de lade met de draaischakelaar die zich erachter bevindt. 4. Trek de lade naar buiten. 5. Verwijder al het papier uit de lade. 6. Verwijder al het papier uit de printer.
7. Plaats de invoerlade terug. 8. Vergrendel de lade. Er is nog een strook aanwezig in de uitvoerlade die een papierstoring veroorzaakt Als een klein stuk papier is gesneden, bijvoorbeeld bij het afdrukken op een nieuwe rol of na het gebruik van de optie Form feed and cut (Papierdoorvoer en snijden) op het frontpanel, dan kan de gesneden strook achterblijven in de uitvoerlade. Verwijder de strook uit de binnenzijde van de lade. Doe dit alleen wanneer de printer niet afdrukt.
Afdrukken vallen niet netjes in de bak ● Controleer of de bak goed is geïnstalleerd. ● Controleer of de bak open is. ● Controleer of de bak niet vol is. ● Papier op het einde van de rol kan makkelijk gaan krullen en zo problemen met de uitvoer veroorzaken. Plaats een nieuwe rol, of verwijder elke afdruk handmatig zodra deze is voltooid.
12 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen NLWW ● Algemeen advies bij afdrukken ● Horizontale strepen over de afbeelding (banding) ● Strepen zijn te dik, te dun of ontbreken ● Lijnen zijn getrapt of gekarteld ● De lijnen worden dubbel of niet in de juiste kleur afgedrukt ● De lijnen zijn onderbroken ● De lijnen zijn wazig ● Lengte van lijnen is onjuist ● De hele afbeelding is wazig of korrelig ● Papier is niet vlak ● De afdruk heeft veegvlekken of krassen ● Inktvlekken op het papi
Algemeen advies bij afdrukken Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie Papier bestellen op pagina 79 voor informatie over aanbevolen papiersoorten.
Strepen zijn te dik, te dun of ontbreken 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 32. 2. Controleer of u geschikte kwaliteitsinstellingen voor uw toepassing gebruikt (zie Afdrukken op pagina 35). Selecteer het dialoogvenster voor aangepaste afdrukkwaliteitsopties en schakel de optie Maximum detail (Maximumdetail) in indien beschikbaar. 3.
De lijnen worden dubbel of niet in de juiste kleur afgedrukt Dit probleem kan verschillende zichtbare symptomen hebben: ● Gekleurde lijnen worden dubbel, in verschillende kleuren afgedrukt. ● De randen van gekleurde blokken hebben niet de juiste kleur. Om dit type probleem op te lossen, drukt u een diagnoserapport voor afdrukkwaliteit uit en lijnt u de printkop uit indien dit wordt geadviseerd in het rapport. Zie Diagnoserapport afdrukkwaliteit op pagina 68.
De lijnen zijn wazig Bij vochtigheid kan inkt in het papier worden gezogen zodat de lijnen wazig en vaag worden. Probeer het probleem als volgt op te lossen: 1. Controleer of de omgevingsvoorwaarden (temperatuur en vochtigheidsgraad) geschikt zijn voor afdrukken met hoge kwaliteit. Zie Milieuspecificaties op pagina 127. 2. Controleer of het papiersoort dat u via het frontpanel hebt geselecteerd, overeenkomt met het papier dat u gebruikt. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 32. 3.
De hele afbeelding is wazig of korrelig 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 32. 2. Controleer of u de correcte zijde van het papier bedrukt. 3. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt (zie Afdrukken op pagina 35). In sommige gevallen kunt u kwaliteitsproblemen oplossen door een hoger kwaliteitsniveau te selecteren.
3. Kies een lagere afdrukkwaliteit (zoals Speed); de printer gebruikt dan minder inkt. 4. Kies een papiersoort die iets dunner is dan het papier dat u hebt geladen; hierdoor zal de printer minder inkt gebruiken. Hieronder volgen enkele voorbeelden van papiersoorten in oplopende volgorde van dikte: Gewoon papier, papier met coating, zwaar papier met coating.
3. Als u vellen papier gebruikt, draai het vel dan 90 graden. De afdrukstand van de papiervezels kan de kwaliteit beïnvloeden. 4. Probeer een dikkere papiersoort te gebruiken, zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating). 5. Kies een papiersoort die iets dunner is dan het papier dat u hebt geladen; hierdoor zal de printer minder inkt gebruiken.
Verticale lijnen van andere kleuren Als de afdruk verticale banden met verschillende kleuren erlangs heeft: 1. Probeer dikker papier te gebruiken en kies uit aanbevolen papiersoorten zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating). Zie Papier bestellen op pagina 79. 2. Probeer een hogere instelling voor afdrukkwaliteit (zie Afdrukken op pagina 35).
De afbeelding is onvolledig (afgesneden aan de onderkant) ● Hebt u getikt op voordat alle gegevens waren ontvangen door de printer? Als dat het geval is, hebt u de gegevensoverdracht afgebroken en moet u de pagina opnieuw afdrukken. ● Mogelijk is de waarde voor I/O timeout te klein. Deze instelling bepaalt hoe lang de printer wacht op de ontvangst van meer gegevens voordat de opdracht wordt beschouwd als voltooid. Stel via het frontpanel een hogere waarde in voor I/O timeout en verzend de afdruk opnieuw.
● Verlaag de resolutie van bitmapafbeeldingen in uw toepassingssoftware. ● Kies een lagere afdrukkwaliteit om de resolutie van de afgedrukte afbeelding te verlagen. OPMERKING: Als u Adobe-toepassingen gebruikt, zorg er dan voor dat de laatste versie is geïnstalleerd. We adviseren om ten minste de DC-versies te gebruiken.
13 Problemen met inktcartridge en printkop oplossen ● Kan inktcartridge niet plaatsen ● Statusberichten voor inktcartridges ● De printkop kan niet worden geplaatst 104 Hoofdstuk 13 Problemen met inktcartridge en printkop oplossen NLWW
Kan inktcartridge niet plaatsen 1. Controleer of u het juiste type cartridge hebt (modelnummer). 2. Controleer of de kleur van het etiket op de cartridge overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf. 3. Controleer of de cartridge goed is georiënteerd en of de letters zich aan de rechterkant bevinden en goed leesbaar zijn. VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktcartridgesleuven schoon.
14 Problemen oplossen met datacommunicatie ● Communicatieproblemen tussen de computer en de printer ● Problemen met kabelnetwerk – ● De gecreëerde netwerkpoort komt niet overeen met het IP-adres van de printer (Windows) Problemen met draadloze netwerken – Geavanceerde oplossing van draadloze problemen – Hardwareadressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen ● Problemen met Mobile Printing ● Netwerkconfiguratiepagina 106 Hoofdstuk 14 Problemen oplossen met datacommunicatie NLWW
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer Dit kan onder andere de volgende symptomen hebben: ● De melding Printing (Bezig met afdrukken) verschijnt niet op het frontpanel wanneer u een afbeelding naar de printer hebt verzonden. ● Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken. ● De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl communicatie plaatsvindt.
De hostnaam gebruiken in plaats van het numerieke IP-adres: 1. Ga naar het frontpanel en tik op of . 2. Noteer het IP-adres en de hostnaam (HPXXXXXX-formaat). 3. Als uw Windows op uw computer draait, gaat u naar Control Panel (Configuratiescherm) > Printers, klikt u met de rechtermuisknop op Properties (Eigenschappen) > Ports (Poorten) > Configure Port (Poort configureren) en voert u in het veld Printernaam of IP-adres de hostnaam in.
Problemen met draadloze netwerken 1. Controleer of het draadloos-lampje (802.11) linksboven op het frontpanel brandt . Als het blauwe lampje niet brandt, zijn de draadloze functies mogelijk niet ingeschakeld. Om draadloos in te schakelen, tikt u op en vervolgens op Settings (Instellingen) > Wireless (Draadloos) > On (Aan). 2. Zorg ervoor dat er geen ethernet-kabel op de printer is aangesloten.
TIP: Voor meer informatie over uw AirPort-verbinding, klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Dock, en vervolgens op Network (Netwerk). Als de draadloze verbinding goed werkt, verschijnt een groene stip naast AirPort in de lijst met verbindingen. Klik op de knop Help in het venster voor meer informatie.
Mac OS X 7. a. Start de HP Click-software (zie http://www.hp.com/go/designjetclick). b. Controleer de status van de printer. Als u de HP-software opnieuw installeert, maakt de installer mogelijk een tweede versie van de printerdriver in uw map Printers of Printers en faxen aan. Als u problemen hebt met het afdrukken of aansluiten op de HP-printer, controleer dan of de juiste versie van de Windows-printerdriver als de standaardinstelling is ingesteld. a.
Problemen met Mobile Printing Ga voor problemen naar HP Connected: http://www.hp.com/go/designjetmobility (beschikbaarheid is afhankelijk van product, land en regio). Netwerkconfiguratiepagina Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te lossen.
netwerkbronnen zoals printers, webservers, faxen, videocamera's, bestandssystemen, backupapparaten (tapedrives), databases, directory's, mailservers en agenda's. ● Web Services van Microsoft: Schakel de protocollen Microsoft Web Services Dynamic Discovery (WS Discovery) of Microsoft Web Services for Devices (WSD)-afdrukservices die door de printer worden ondersteund in of uit. Schakel ongebruikte afdrukservices uit om te voorkomen dat deze services kunnen worden opgevraagd.
15 Algemene problemen met de printer oplossen ● Printer start niet ● Printer drukt niet af ● De printer lijkt langzaam ● Het frontpanel is vastgelopen ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● Meldingen 114 Hoofdstuk 15 Algemene problemen met de printer oplossen NLWW
Printer start niet Als de printer niet kan worden opgestart (het frontpanel blijft leeg), uit dan de Power (Aan/uit)-toets enkele seconden ingedrukt en kijk of het aan-/uitlampje oranje wordt terwijl de toets is ingedrukt. ● Als u geen oranje licht ziet, dan ontvangt de printer geen stroom. Controleer of de stekker op de juiste manier is aangesloten. Neem contact op met HP Support als het probleem aanhoudt (zie HP Klantenondersteuning op pagina 120) en leg uit dat u een probleem met de voeding hebt.
● Hebt u via het frontpanel een langere droogtijd (Extended) ingesteld? Probeer het probleem op te lossen door de droogtijd op Optimized (Optimaal) in te stellen. ● Als u gedurende langere tijd (ongeveer 30 minuten) doorlopend afdrukt, kan de wagenbeweging langzamer worden vanwege een ingebouwd beveiligingssysteem dat schade aan interne onderdelen voorkomt. Als dit het geval is, laat u de printer afkoelen, waarna de wagensnelheid weer normaal is.
● Driver: De driver toont meldingen. De driver waarschuwt over instellingen in de taakconfiguratie waardoor er een probleem kan ontstaan in de uitvoer. Als de printer niet gereed is voor afdrukken, wordt hier een waarschuwing getoond. ● HP Utility: Als HP Utility is geïnstalleerd, kunnen automatisch waarschuwingen worden weergegeven in Windows: er wordt een nieuw venster op het scherm met een lijst met waarschuwingen voor elke printer.
16 Foutmeldingen op het frontpanel De volgende meldingen kunnen verschijnen op het frontpanel. Volg in dat geval het advies in de kolom Recommendation (Aanbeveling) op. Als u een foutmelding ziet die hier niet verschijnt en u twijfelt over de juiste actie, of als de aanbevolen actie het probleem niet oplost, neem dan contact op met HP Support. Zie Neem contact op met HP Support op pagina 122.
Tabel 16-1 Tekstberichten (vervolg) Bericht Aanbeveling Het papier in de invoerlade voor meerdere vellen is op. Laad papier in de invoerlade voor meerdere vellen en druk op OK om het afdrukken te vervolgen of de taak te annuleren. Laad het papier in de invoerlade voor meerdere vellen Einde van rol is bereikt. De rol kan niet worden geladen. Laad een nieuwe rol. Printkop ontbreekt of is defect. Verwijder de printkop en plaats deze opnieuw of reinig de elektrische contactpunten.
17 HP Klantenondersteuning ● Inleiding ● HP Professional Services ● Reparatie door klant ● Neem contact op met HP Support 120 Hoofdstuk 17 HP Klantenondersteuning NLWW
Inleiding HP Customer Care biedt bekroonde ondersteuning zodat u optimaal kunt gebruikmaken van uw HP DesignJet. Hiervoor heeft HP Customer Care uitgebreide, bewezen ervaring op het gebied van ondersteuning en worden nieuwe technologieën toegepast om de klant unieke eind-tot-eindondersteuning te bieden.
HP Care Packs en garantie-uitbreidingen Met HP Care Packs en garantieuitbreidingen kunt u de garantie van de printer verlengen tot na de standaardperiode. Ze bieden ook ondersteuning op afstand. Service ter plaatse wordt ook geboden wanneer nodig, met twee alternatieve opties voor responstijden: ● Volgende werkdag ● Dezelfde werkdag binnen vier uur (mogelijk niet in alle landen beschikbaar) Meer informatie over HP Care Packs is beschikbaar op http://www.hp.com/go/printservices.
● Eventuele speciale apparatuur of software die u gebruikt (zoals spoolers, netwerken, switchboxes, modems of speciale softwaredrivers) ● De kabel die u gebruikt (onderdeelnummer) en de plaats van aankoop van de kabel ● Het type interface dat u voor het product gebruikt (USB, netwerk of Wi-Fi) ● De naam van de software en de versie die u momenteel gebruikt ● Druk indien mogelijk de volgende rapporten af; u kunt worden gevraagd deze te verzenden naar het support center dat u helpt: Configuration (Co
18 Printerspecificaties ● Functionele specificaties ● Specificaties Mobile Printing ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties 124 Hoofdstuk 18 Printerspecificaties NLWW
Functionele specificaties Tabel 18-1 HP 72 inktbenodigdheden Printkop Eén printkop inktcartridges Inktcartridges met 29 ml inkt: geel, magenta en cyaan Inktcartridges met 38 ml inkt: zwart Inktcartridges met 80 ml inkt: zwart Tabel 18-2 Papierformaten Rolbreedte Minimaal Maximaal 279 mm 610 mm of 914 mm Rollengte 46 m Roldiameter 100 mm 610 mm gewicht rol 4,1 kg 914 mm gewicht rol 6,2 kg Velbreedte 210 mm 610 mm of 914 mm Vellengte 279 mm 1676 mm Papierdikte 0,3 mm Gewicht papier
Tabel 18-4 Afdrukresoluties (T500) (vervolg) Afdrukkwaliteit Maximale details Renderingsresolutie (ppi) Afdrukresolutie (dpi) Snel Uit 600 × 600 1200 × 1200 Econofast Uit 600 × 600 1200 × 1200 * Zie Papier bestellen op pagina 79 voor een lijst met ondersteunde glanzende papiersoorten.
Fysieke specificaties Tabel 18-10 Fysieke specificaties van de printer HP DesignJet T100-printerserie HP DesignJet T500 24-inch HP DesignJet T500 36-inch Gewicht 25,5 kg 35 kg 39 kg Breedte 987,2 mm 987,2 mm 1287 mm Diepte Minimum: 527 mm Minimum: 527 mm Minimum: 527 mm Maximum: 896 mm Maximum: 896 mm Maximum: 896 mm Minimum: 275 mm Minimum: 936 mm met standaard Minimum: 936 mm met standaard Maximum: 502 mm Maximum: 1155 mm met standaard en uitgeschoven invoerlade voor meerdere vellen
Akoestische specificaties Vastgestelde geluidsniveaus voor de HP DesignJet T100/T500-printerserie. Niveaus voor geluidsdruk voor omstanders en geluidsvermogen gemeten volgens ISO 7779.
Woordenlijst As Een staaf die een rol van een substraat ondersteunt wanneer deze voor het afdrukken wordt gebruikt. Bonjour De handelsnaam van Apple Computer voor de implementatie van het IETF Zeroconf-specificatieframework. Dit is de computernetwerktechnologie die werd gebruikt in Apple's Mac OS X vanaf versie 10.2. Dit wordt gebruikt om services te ontdekken die beschikbaar zijn op een LAN (local area network). Het werd oorspronkelijk Rendezvous genoemd.
Inktcartridge Een verwijderbaar printeronderdeel waarin een bepaalde inktkleur is opgeslagen die wordt doorgegeven naar de printkop. IP-adres Is hoogstwaarschijnlijk een IPv4-adres of misschien een IPv6-adres. IPSec Een verfijnd mechanisme voor netwerkbeveiliging dat werkt door middel van verificatie en codering van IP-pakketten die tussen knooppunten van het netwerk heen en weer worden gestuurd. Elk netwerkknooppunt (computer of toestel) heeft een IPSec-configuratie.
Printkop Een verwisselbaar printeronderdeel dat inkt van een of meer kleuren opneemt van de bijbehorende inktcartridges en dit op het substraat afzet door een groep spuitstukken. Snijder Een printercomponent dat heen en weer over de plaat schuift om het substraat te snijden. Spectrum Het kleurenbereik en dichtheidswaarden die op een uitvoerapparaat kunnen worden gereproduceerd, zoals een printer of monitor. Spuitstuk Een van de vele kleine gaatjes in een printkop waardoor inkt op het papier wordt afgezet.
Index A accessoires bestellen 82 achteraanzicht T100 6 achteraanzicht T500 6 Acrobat, afdrukken 46 Acrobat, meerdere pagina's afdrukken 47 Acrobat Pro, afdrukken 49 Acrobat Reader, afdrukken 47 afdrukken 35 afdrukken met veegvlekken 99 afdrukken vanaf mobiel 36 afdrukken vanuit printerdriver 37 afdrukkwaliteit selecteren 37 afdrukresoluties 125 afdrukvoorbeeld 41 afdrukvoorbeeld weergeven 41 afgesneden aan onderkant 102 afgesneden afbeelding 102 akoestische specificaties 128 as 82 rol laden 26 AutoCAD, pre
IP-adres 20 hostnaam gebruiken Statisch 107 J juistheid van lijnlengte 108 97 K Klantenondersteuning 121 kleur onnauwkeurig 101 vervagen 101 korreligheid 98 kwaliteit, hoog 42 L langzaam afdrukken lijndikte 95 115 M marges 40 specificatie 126 mechanische nauwkeurigheid 126 meldingen fouten 116 in- en uitschakelen 17 waarschuwingen 116 Microsoft Office, afdrukken 59 milieuspecificaties 127 mobile printing 36 inleiding 9 installatie 18 probleemoplossing 112 mobile specificaties 126 modellen, printer 3 N
onjuist uitgelijnde kleuren 96 papier niet vlak 98 randen donkerder dan verwacht 100 randen getrapt of niet scherp 100 streepvorming 94 veegvlekken 99 verticale lijnen van andere kleuren 101 wazige lijnen 97 witte plekken 101 problemen met plaatsen van papier 84 R Reparatie door klant 122 rol papier laden 28 laden op as 26 verwijderen 29 S snijder aan/uit 33 software 8 software-update 77 specificaties afdrukresoluties 125 akoestische 128 functioneel 125 fysieke 127 geheugen 127 grafische talen 126 inktbenod