Hardware reference guide

Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen
De computer bevat twee PCI Express ×1-uitbreidingssleuven, een PCI Express ×16-uitbreidingssleuf en een
PCI Express ×16-uitbreidingssleuf die is teruggebracht naar een ×4-sleuf.
OPMERKING: De PCI Express-uitbreidingssleuven ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag
proel.
In de PCI Express ×16-sleuf kunt u een PCI Express ×1-, ×4-, ×8- of ×16-uitbreidingskaart installeren.
Voor conguraties met dubbele grasche kaarten moet de eerste (primaire) kaart geïnstalleerd worden in de
PCI Express ×16-uitbreidingssleuf die NIET is teruggebracht naar ×4.
Ga als volgt te werk om een uitbreidingskaart te verwijderen, vervangen of plaatsen:
1. Bereid de computer voor op het demonteren. Raadpleeg Het demonteren voorbereiden op pagina 5.
2. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard.
3. Verwijder het toegangspaneel van de computer. Raadpleeg Het toegangspaneel van de computer
verwijderen op pagina 6.
4. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk
uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort.
5. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de PCI-slots zijn beveiligd door het lipje op de
beugel op te tillen en de beugel open te draaien.
6. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de
geïnstalleerde uitbreidingskaart.
OPMERKING: voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van
de kaart.
a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis
het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en
vervolgens van de binnenkant van de behuizing af.
18 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades