User manual
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om de dienst 
voor mobiel breedband te activeren. U kunt dit nummer vinden op een label aan de onderkant van de 
computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.
– of –
1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.
2. Selecteer Netwerk- en internetinstellingen.
3. Selecteer in het gedeelte Netwerk en Internet de optie Mobiel en selecteer vervolgens Geavanceerde 
opties.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart. Een SIM-kaart 
bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identicatienummer (PIN), en over het netwerk. Op 
sommige computers is een SIM-kaart vooraf geïnstalleerd. Als de SIM-kaart niet vooraf is geïnstalleerd, wordt 
deze mogelijk meegeleverd bij de informatie over HP Mobiele breedband die bij uw computer is verstrekt. De 
aanbieder van mobiele netwerkdiensten kan ook los van de computer een afzonderlijke SIM-kaart 
verstrekken.
Informatie over HP Mobiele breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van 
mobiele netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP Mobiele breedband dat bij de 
computer is geleverd.
GPS gebruiken (alleen bepaalde producten)
De computer kan zijn voorzien van een GPS-apparaat (Global Positioning System). GPS-satellieten geven 
locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met GPS zijn uitgerust.
Zorg er bij het inschakelen van gps voor dat de locatie is ingeschakeld bij de privacy-instellingen van 
Windows.
1. Typ locatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Privacyinstellingen voor locatie.
2. Volg de instructies op het scherm voor het gebruik van de locatie-instellingen.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde 
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke 
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten. Voorbeelden van 
dergelijke apparaten zijn:
● Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
● Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
● Weergaveapparaten (printer, camera)
● Audioapparaten (headset, luidsprekers)
● Muis
● Extern toetsenbord
22 Hoofdstuk 3 Netwerkverbindingen










