Reference guide to the hardware HP Thin Client
6. Leg het apparaat plat op een stabiel oppervlak met de rechterzijde omhoog.
7. Verwijder het toegangspaneel van de thin client. Zie Het toegangspaneel verwijderen en vervangen
op pagina 17.
WAARSCHUWING! Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, om het risico
op brandwonden te beperken.
8. Zoek de geheugenmodule op de systeemkaart. Zie Interne componenten lokaliseren op pagina 20.
9. Verwijder een geheugenmodule door de twee vergrendelingen aan de uiteinden van de
geheugenmodule naar buiten te drukken (1), de geheugenmodule naar boven te draaien en de
geheugenmodule uit het voetje te trekken (2).
10. Schuif de nieuwe geheugenmodule (1) onder een hoek van ongeveer 30° in de socket en druk de
geheugenmodule omlaag (2) zodat de vergrendelingen hem op zijn plaats zetten.
OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de
uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket.
11. Plaats het toegangspaneel weer terug. Zie Het toegangspaneel verwijderen en vervangen op pagina 17.
12. Zet de standaard van de thin client terug.
13. Sluit externe apparaten opnieuw aan, steek de stekker opnieuw in het stopcontact en vervolgens
schakelt u de thin client in.
14. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u hebt ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel van de thin client.
Het nieuwe geheugen wordt automatisch herkend wanneer u de thin client weer inschakelt.
Het systeemgeheugen upgraden 27










