Gebruikershandleiding
© Copyright 2019 HP Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door HP Inc. onder licentie gebruikt. Intel, Celeron en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation of zijn dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen. Lync, Office 365, Skype en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Miracast® is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico op brandwonden of oververhitting van de computer beperken door de computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1 Informatie zoeken .................................................................................................................................................. 1 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
HP MAC Address Pass Through gebruiken om uw computer in een netwerk te identificeren (alleen bepaalde producten) ........................................................................................................................................... 21 MAC Address Pass Through aanpassen ............................................................................................ 21 4 Navigeren op het scherm ...................................................................................................
Acculading weergeven ...................................................................................................................... 35 Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 35 Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 35 Lage acculading herkennen ...............................................................................................
8 Onderhoud .................................................................................................................................................. 50 Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 50 Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 50 Schijfopruiming gebruiken ......................
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden ............... 62 HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden (alleen bepaalde producten) ........................................................................................... 62 HP PC Hardware Diagnostics Windows installeren ........................................................................... 62 HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ............................................................
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 73 Index .............................................................................................................................................................
1 Aan de slag Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering: TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u opnieuw op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Tabel 1-1 Aanvullende informatie (vervolg) Bron Inhoud – of – ▲ Ga naar http://www.hp.com/ergo. BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn met internet.
2 Onderdelen Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken. Hardware zoeken Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd: ▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.
Rechts Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en hun beschrijvingen Onderdeel (1) Beschrijving Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/ audio-in (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en hun beschrijvingen (vervolg) Onderdeel Beschrijving ● (6) Netvoedingsconnector Uit: de accu wordt niet opgeladen. Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. Linkerkant Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en hun beschrijvingen Onderdeel (1) Beschrijving Geheugenkaartlezer Leest optionele geheugenkaarten die informatie opslaan, beheren, delen of openen. Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen: 1.
Beeldscherm Tabel 2-3 Onderdelen van het beeldscherm en hun beschrijvingen Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes* (alleen bepaalde producten) Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (2) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op. (3) Cameralampje Aan: de camera is in gebruik. (4) Camera Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's nemen.
Toetsenbordzone Touchpad Instellingen voor het touchpad Ga als volgt te werk om de instellingen en bewegingen voor het touchpad te wijzigen of het touchpad in of uit te schakelen: 1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter. 2. Kies een instelling. Het touchpad inschakelen: 1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter. 2. Als u een externe muis gebruikt, klikt u op de knop Touchpad.
Lampjes Tabel 2-5 Lampjes en hun beschrijvingen Onderdeel 8 Beschrijving (1) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters. (2) Lampje Geluid uit ● Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
Knoppen, ventilatieopening, luidsprekers en vingerafdruklezer Tabel 2-6 Knop, ventilatieopening, luidsprekers, vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uitknop om de slaapstand te activeren.
Tabel 2-6 Knop, ventilatieopening, luidsprekers, vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg) Onderdeel Beschrijving OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (4) Vingerafdruklezer Hiermee kunt u zich bij Windows aanmelden met een vingerafdruk in plaats van een wachtwoord.
Actietoetsen Een actietoets voert de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram op de toets. Om te bepalen welke toetsen uw product heeft, raadpleegt u Speciale toetsen op pagina 10. ▲ Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt. Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen Symbool Beschrijving Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de helderheid in een goed verlichte of donkere omgeving.
Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen (vervolg) Symbool Beschrijving Hiermee stopt u het afspelen van audio of video op een cd, dvd of bd. Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd. Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd. Hiermee dempt u het geluid van de microfoon. Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen (vervolg) Symbool Beschrijving OPMERKING: 365 servers. Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Office ● Een gesprek beëindigen. ● Een inkomende oproep weigeren. ● Het delen van het scherm beëindigen. OPMERKING: 365 servers. Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Office OPMERKING: De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. Labels kunnen van papier zijn of gedrukt zijn op het product. BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep, op de achterkant van het scherm of aan de onderkant van een tabletstandaard.
Tabel 2-11 Onderdelen van het servicelabel (vervolg) Onderdeel (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Label(s) met kennisgevingen—Deze labels bevatten kennisgevingen betreffende de computer. ● Label(s) met keurmerk voor draadloze communicatie—Deze labels bevatten informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
3 Netwerkverbindingen U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
– of – ▲ Selecteer op de taakbalk het netwerkstatuspictogram en selecteer vervolgens Netwerk- en internetinstellingen. Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem.
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om de dienst voor mobiel breedband te activeren. U kunt dit nummer vinden op een label aan de onderkant van de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm. – of – 1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk. 2. Selecteer Netwerk- en internetinstellingen. 3.
3. Selecteer Bluetooth- of ander apparaat toevoegen en selecteer Bluetooth in het dialoogvenster Een apparaat toevoegen. 4. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm. OPMERKING: Als het apparaat verificatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg bij het apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat overeenkomt met de koppelingscode.
OPMERKING: De functie HP LAN-Wireless Protection is mogelijk ingeschakeld op uw computer. Hiermee wordt uw draadloze verbinding (Wi-Fi) of WWAN-verbinding afgesloten wanneer u rechtstreeks met een LAN verbonden bent. Raadpleeg HP LAN-Wireless Protection gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 20 voor meer informatie over HP LAN-Wireless Protection.
▲ Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt totdat het opstartmenu wordt weergegeven. Tik op f10 om Computer Setup te openen. 3. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en vervolgens Built-in Device Options (Ingebouwde apparaatopties). 4. Schakel het selectievakje Automatisch schakelen tussen LAN/WLAN en/of Automatisch schakelen tussen LAN/WLAN in om geen WLAN/WWAN-verbindingen toe te staan indien verbonden met een LANnetwerk. 5.
4 Navigeren op het scherm U kunt afhankelijk van uw computermodel een of meerdere van de volgende methoden gebruiken om door het computerscherm navigeren: ● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken. ● Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken. ● Een optionele muis of een optioneel toetsenbord gebruiken (moet apart worden aangeschaft). ● Een schermtoetsenbord gebruiken. ● EasyPoint-muisbesturing gebruiken.
● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze vervolgens naar elkaar toe te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze vervolgens van elkaar af te bewegen. Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om omhoog, omlaag of opzij te gaan op een pagina of in een afbeelding.
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) Door met drie vingers te tikken, wordt standaard Cortana, een spraakgestuurde virtuele assistent, geopend. Tik met drie vingers op de touchpadzone om de beweging uit te voeren. Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en vervolgens Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in Tikken onder Bewegingen met drie vingers.
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad) Door met vier vingers te vegen kunt u standaard schakelen tussen open bureaubladen. ● Veeg vier vingers van u af om alle geopende vensters te zien. ● Veeg vier vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven. ● Veeg vier vingers naar links of rechts om te schakelen tussen bureaubladen. Om de functie van deze beweging te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en vervolgens Touchpad.
OPMERKING: Actietoetsen en hotkeys worden niet weergegeven of werken niet op het toetsenbord op het scherm.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer voor zaken of plezier. U kunt bijvoorbeeld met anderen praten via de camera, audio en video mixen of externe apparaten aansluiten, zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers. Zie Onderdelen op pagina 3 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. De camera gebruiken (alleen bepaalde producten) Uw computer heeft een camera (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt.
Een headset aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid. U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding: ▲ Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie. Hoofdtelefoons die zijn gecombineerd met een microfoon worden headsets genoemd.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. Als u het beeld van het computerscherm op een HD-televisie of -monitor wilt weergeven, volgt u de onderstaande instructies om het HD-apparaat aan te sluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2.
HDMI-audio configureren HDMI is de enige video-interface die HD-video en -audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om HDMI-audio in te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer hebt aangesloten: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten. 2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat. 3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer OK.
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Als u een USB Type-C-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel nodig die u apart moet aanschaffen. 1. Sluit het ene uiteinde van de USB Type-C-kabel aan op de USB Type-C-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het externe apparaat.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw computer.
● Druk op een toets op het toetsenbord (alleen bepaalde producten). ● Tik op het touchpad (alleen bepaalde producten). Als de slaapstand van de computer wordt beëindigd, wordt uw werk weer weergegeven op het scherm. BELANGRIJK: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
De aanbevolen procedure is de opdracht Afsluiten in Windows. OPMERKING: Als de computer in de slaap- of hibernationstand staat, moet u eerst de slaap- of hibernationstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken. 1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af. 2. Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten.
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) Met de functie HP Fast Charge kunt u snel de accu van uw computer opladen. De oplaadtijd kan ±10% verschillen. Als de resterende acculading tussen nul en 50% ligt, wordt de accu afhankelijk van het computermodel in minder dan 30 tot 45 minuten opgeladen tot 50% van de volledige capaciteit. Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u uw computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan op uw computer en op een externe voeding.
● Het pictogram Energie geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Raadpleeg Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken op pagina 34 voor meer informatie over het pictogram Energie. Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Als de hibernationstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan.
Externe voeding gebruiken Zie de poster Installatie-instructies die in de doos van de computer is meegeleverd voor informatie over het aansluiten van de computer op een externe voeding. De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voeding via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat of dockingproduct.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het op Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS, dat op elk besturingssysteem werkt) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● De wachtwoorden voor de BIOS-beheerder, inschakelen en DriveLock worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Tabel 7-3 Soorten Computer Setup-wachtwoorden en hun functies (vervolg) Wachtwoord Functie OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. Opstartwachtwoord ● Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart.
● Computers of tablets met een toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Zet de tablet uit. Druk op de aan-uitknop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op f10 om Computer Setup te openen. 2. Voer uw huidige BIOS-beheerderswachtwoord in. 3.
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Typ bij de prompt BIOS administrator password (BIOS-beheerderswachtwoord) uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen). Druk vervolgens op enter. Na twee mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen. DriveLock-beveiligingsopties gebruiken Met DriveLock voorkomt u ongeoorloofde toegang tot de inhoud van een vaste schijf.
4. Gebruik de toets enter, klik met de linkermuisknop of gebruik het aanraakscherm om het selectievakje Automatic DriveLock te selecteren. 5. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, selecteert u achtereenvolgens Main (Hoofd), Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en Yes (Ja). OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken. Automatic DriveLock uitschakelen Volg deze stappen om Automatic DriveLock uit te schakelen: 1.
Handmatige DriveLock selecteren BELANGRIJK: Noteer het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord voor DriveLock zorgvuldig en bewaar dit uit de buurt van de computer om te voorkomen dat een met DriveLock beschermde vaste schijf permanent onbruikbaar wordt. Als u beide DriveLock-wachtwoorden vergeet, is de vaste schijf permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt.
DriveLock inschakelen en een DriveLock-gebruikerswachtwoord instellen Ga als volgt te werk om DriveLock in te schakelen en een DriveLock-hoofdwachtwoord in te stellen: 1. Start Computer Setup. ● ● Computers of tablets met een toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan-uitknop en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Zet de tablet uit. 2.
5. Volg de instructies op het scherm om DriveLock uit te schakelen. 6. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, selecteert u achtereenvolgens Main (Hoofd), Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en Yes (Ja). OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken. DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de harde schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay).
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen ondervindt met het aanmelden met uw vingerafdruk, moet u er tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor zorgen dat alle zijden van uw vinger door de vingerafdruklezer worden geregistreerd. OPMERKING: Er gelden geen lengterestricties voor de pincode. De standaardinstelling is alleen cijfers. Als u alfabetische of speciale tekens wilt opnemen, vinkt u het selectievakje inclusief letters en symbolen aan.
U kunt deze updates automatisch installeren. Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen: 1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging. 2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm. 3. Als u een tijdstip wilt opgeven voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en volgt u de instructies op het scherm.
● Aan de rechterbovenzijde van het beeldscherm ● Links van het beeldscherm ● Op de achterkant van het scherm Al naargelang uw product kan de lezer horizontaal of verticaal zijn geplaatst.
8 Onderhoud Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. In dit hoofdstuk worden ook instructies gegeven voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en worden tips gegeven voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. De status van HP 3D DriveGuard herkennen Het vasteschijflampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is geparkeerd.
WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3. Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten. Als er vloeistoffen op het oppervlak terecht komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
9 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten Dit hoofdstuk biedt informatie over de volgende processen, die voor de meeste producten standaardprocedures zijn: ● Back-up maken van uw persoonlijke gegevens: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een back-up van uw persoonlijke gegevens te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 54). ● Herstelpunt maken: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een herstelpunt te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 54).
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde producten) U kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om HP herstelmedia op een USBflashstation te zetten waarmee kan worden opgestart. Het hulpprogramma downloaden: ▲ Ga naar de Microsoft Store en zoek naar HP Cloud Recovery. Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/support, zoek naar HP Cloud Recovery en selecteer vervolgens 'HP pc's – Cloud Recovery gebruiken (Windows 10, 7)'.
▲ Schakel de computer of tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de opstartopties weer te geven. Voor tablets zonder toetsenbord: ▲ Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid harder ingedrukt en selecteer vervolgens f9. – of – Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid zachter ingedrukt en selecteer vervolgens f9. 3.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken. OPMERKING: Op bepaalde producten geven de selecties mogelijk Restore Defaults (Standaardinstellingen herstellen) weer in plaats van Apply Factory Defaults and Exit (Fabrieksinstellingen toepassen en afsluiten). De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. 2. Selecteer Updates en selecteer vervolgens Check for updates and messages (Controleren op updates en berichten). 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit: a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is geïnstalleerd en vergelijk ze. Noteer de datum, naam of andere informatie waaraan u de update kunt herkennen.
TPM BIOS-instellingen (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Voordat u de TMP-functionaliteit (Trusted Platform Module) op dit systeem inschakelt, moet u ervoor zorgen dat uw beoogde gebruik van TPM aan de relevante lokale wetgeving, de regelgeving en het beleid voldoet en moeten er goedkeuringen of licenties worden verkregen, indien van toepassing.
11 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken HP PC Hardware Diagnostics Windows gebruiken (alleen bepaalde producten) HP PC Hardware Diagnostics Windows is een hulpprogramma voor Windows waarmee u diagnosetests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt uitgevoerd in het besturingssysteem Windows om hardwareproblemen te diagnosticeren. Als HP PC Hardware Diagnostics Windows niet op uw computer is geïnstalleerd, moet u dit eerst downloaden en installeren.
HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden ● De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics Windows zijn alleen beschikbaar in het Engels. ● U moet een Windows-computer gebruiken om dit hulpprogramma te downloaden omdat er alleen .exebestanden worden verstrekt. De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics Windows downloaden Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics Windows te downloaden: 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags.
Als uw pc niet in Windows wordt opgestart, kunt u HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken om hardwareproblemen te diagnosticeren. Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden, wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Voor hulp bij de probleemoplossing: ▲ Selecteer Ondersteuning vragen en scan vervolgens met een mobiel apparaat de QR-code die op het volgende scherm wordt weergegeven.
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-flashstation te downloaden: 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven. 2. Selecteer Download HP Diagnostics UEFI en selecteer vervolgens Uitvoeren.
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer OPMERKING: Voor bepaalde producten is het mogelijk nodig om de software te downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer. Volg deze stappen om Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te downloaden aan de hand van de productnaam of het productnummer: 1. Ga naar http://www.hp.com/support. 2.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
Omgevingsvereisten Tabel 12-2 Omgevingsvereisten, specificaties Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP en toegankelijkheid Diversiteit, integratie en werk/leven zit in het DNA van HP en wordt weerspiegeld in alles wat HP maakt. HP streeft naar een inclusieve omgeving gericht op het verbinden mensen met de kracht van technologie over de hele wereld. De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren.
International Association of Accessibility Professionals (IAAP) IAAP is een vereniging zonder winstoogmerk die zich richt op bevordering van het vak van toegankelijkheid via netwerken, onderwijs en certificering. Het doel is professionals op het gebied van toegankelijkheid te helpen bij het ontwikkelen en stimuleren van hun carrière en organisaties beter in staat te stellen toegankelijkheid te integreren in hun producten en infrastructuur.
● HP Chromebook pc's – Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP Chromebook of Chromebox (Chrome OS) ● HP Shopping–randapparatuur voor HP producten Zie Contact opnemen met ondersteuning op pagina 73 als u extra ondersteuning nodig hebt met de toegankelijkheidsfuncties van uw HP product.
● Begrijpelijk (door leesbaarheid, voorspelbaarheid en hulp bij invoer) ● Robuust (bijvoorbeeld door compatibiliteit met ondersteunende technologieën) Wet- en regelgeving Toegankelijkheid van IT en informatie is een gebied dat qua wetgeving steeds belangrijker is geworden. Dit gedeelte bevat koppelingen naar informatie over belangrijke wetgeving, regelgeving en normen.
Andere bronnen voor gehandicapten ● Technisch assistentieprogramma ADA (Americans with Disabilities Act) ● ILO Global Business and Disability network ● EnableMart ● European Disability Forum ● Job Accommodation Network ● Microsoft Enable Koppelingen van HP Ons contactformulier HP gids voor comfort en veiligheid HP sales publieke sector Contact opnemen met ondersteuning OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
Index A aan/uit-knop herkennen 9 aan-uitlampjes 5 accu in de fabriek verzegeld 36 informatie zoeken 35 lage acculading 35 lampje 4 ontladen 35 opladen 35 problemen met een laag accuniveau verhelpen 36 stroom besparen 35 voeding 34 Accu-informatie zoeken 35 actietoets afspelen 11 actietoets afspelen onderbreken 11 actietoets draadloze communicatie 12 actietoetsen 11 afspelen 11 afspelen onderbreken 11 draadloze communicatie 12 gebruiken 11 geluid uit 12 helderheid van het beeldscherm 11 help 11 herkennen 11
DriveLock-wachtwoord instellen 44 invoeren 46 wijzigen 46 E Elektrostatische ontlading 68 energiebeheer 32 energie-instellingen gebruiken 34 Esc-toets herkennen 10 evaluatie toegankelijkheidsbehoeften 70 externe voeding gebruiken 37 F firewallsoftware 47 Fn-toets, herkennen 10 G Gebruikerswachtwoord 39 gegevens overbrengen 30 gegevensoverdracht 30 geheugenkaartlezer, herkennen 5 Geïnstalleerde software, zoeken 3 geluid.
Onderdelen aan de rechterkant 4 onderhoud programma's en stuurprogramma's bijwerken 51 Onderhoud Schijfdefragmentatie 50 Schijfopruiming 50 Onderhoud van computer 51 Onderkant 15 ondersteunende technologie doel 69 vinden 70 Openbaar WLAN, verbinding 17 Opstartvolgorde wijzigen met de f9-prompt 59 opstartvolgorde, wijzigen 55 P pictogram energie, gebruiken 34 poorten HDMI 4, 29 USB SuperSpeed 4 USB Type-C 4, 31 precisie-touchpad gebruiken 22 precisie-touchpadbewegingen schuiven met twee vingers 23 tikken met
Windows-hulpprogramma's, gebruiken 54 Windows-toets, herkennen 10 WLAN-antennes, herkennen 6 WLAN-apparaat 15 WLAN label 15 WWAN-apparaat 16, 17 Z zoomen door met twee vingers te knijpen, beweging op het touchpad en aanraakscherm 22 Index 77