Aan de slag HP Notebook
©© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende houder. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4 Bovenkant .....................
Touchpadbewegingen gebruiken ...................................................................... 25 Schuiven ........................................................................................... 26 Drukken/inzoomen ............................................................................ 26 Draaien ............................................................................................. 26 Snelle bewegingen ...........................................................................
Klantenondersteuning .................................................................................................................................. 52 Contact opnemen met de klantenondersteuning ................................................................................ 52 Labels ................................................................................................................................................. 53 8 Specificaties .......................................................
viii
1 Welkom Nadat u de computer hebt geïnstalleerd en geregistreerd, moet u een aantal stappen uitvoeren: ● Verbinding maken met internet—Configureer het bekabelde of draadloze netwerk zodanig dat u verbinding met internet kunt maken. Raadpleeg Netwerk op pagina 17 voor meer informatie. ● Werk uw antivirussoftware bij—Met antivirussoftware kunt u de computer beschermen tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Informatie zoeken De computer beschikt over verschillende hulpmiddelen waarmee u verscheidene taken kunt uitvoeren.
Hulpmiddelen Zie voor meer informatie over de Beperkte garantie* Garantie-informatie Recht op de garantie: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen > Garantie-informatie weergeven. – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *U vindt de beperkte garantie die van toepassing is op uw HP-product in de gebruikershandleidingen op uw computer en/of op de cd/dvd in de verpakking.
2 Vertrouwd raken met de computer Bovenkant Touchpad Onderdeel 4 Beschrijving (1) Linkerknop EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (2) EasyPoint-muisbesturing middenknop Deze knop heeft dezelfde functie als de middenknop op een externe muis. (3) Muisbesturing Hiermee kunt u de cursor verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
Lampjes Onderdeel (1) Beschrijving Touchpadlampje ● Oranje: Het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: Het touchpad is ingeschakeld. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. (3) Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: De computer staat in de slaapstand. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. (4) Num Lock-lampje Aan: Num lock is ingeschakeld.
Knoppen en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel Beschrijving (4) Webbrowser, knop Wanneer Windows is gestart, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen. (5) Rekenmachineknop De rekenmachinefunctie wordt ingeschakeld. (6) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord. (7) Aan/uit-knop van het touchpad Als u het touchpad wilt in- of uitschakelen, tikt u hier snel tweemaal op.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Raadpleeg Toetsenbord en aanwijsapparaten op pagina 21 voor meer informatie. OPMERKING: fn12 is alleen voor modellen met verlichte toetsenborden.
Voorkant Onderdeel Beschrijving (1) Lampje voor draadloze communicatie Hiermee kunt u de voorziening voor draadloze communicatie in- en uitschakelen, maar geen draadloze verbinding tot stand brengen. (2) Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: De computer staat in de slaapstand. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. ● Oranje: De computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is 0 tot 90% opgeladen.
Onderdeel (6) (7) Beschrijving Mediakaartlezer Luidsprekers (2) Ondersteunt de volgende types digitale kaarten: ● MultiMediaCard ● MultiMediaCardplus (MMC+) ● SD-geheugenkaart (Secure Digital) ● Secure Digital HC-geheugenkaart (SDHC) ● Secure Digital XC-geheugenkaart (SDXC) Produceren eersteklas SRS-geluid (alleen bepaalde modellen). OPMERKING: Als u de SRS Premium Soundsoftware wilt gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > SRS Premium Sound.
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: Een beveiligingskabel moet mogelijke dieven afschrikken, maar kan niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. (2) RJ-45-netwerkconnector Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten. (3) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
Achterkant Onderdeel Beschrijving (1) RJ-11-modemconnector Hierop kunt u een modemkabel aansluiten. (2) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld of wordt de slaapstand geactiveerd. Interne beeldschermschakelaar OPMERKING: De beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. (2) WLAN-antennes (3)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN).
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (2) SIM-slot Ondersteunt een SIM-kaart (subscriber identity module) voor draadloze communicatie. Het SIM-slot bevindt zich in de accuruimte. (3) Accu-ontgrendeling Hiermee kunt u de accu ontgrendelen. (4) Connector voor een optionele extra accu Hierop kunt u een optionele extra accu aansluiten. (5) Dockingconnector Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan.
Onderdeel Beschrijving (8) Bluetooth-compartiment Bevat een Bluetooth-apparaat (alleen bepaalde modellen) (9) Onderhoudsklep Hiermee krijgt u toegang tot de vaste schijf, het slot voor de WLAN-module, het slot voor de WWANmodule en de slots voor de geheugenmodule.
3 Netwerk OPMERKING: De voorzieningen van internethardware en -software variëren afhankelijk van het computermodel en uw locatie. De computer ondersteunt één of meerdere van de volgende types internettoegang: ● Draadloos— Voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Raadpleeg Verbinding maken met een bestaande WLAN op pagina 18 of Een nieuw WLAN-netwerk instellen op pagina 18 voor meer informatie.
Om toegang te krijgen tot de wizard Verbinding met internet maken van Windows en instructies voor het gebruik daarvan, selecteert u Start > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Netwerkcentrum. OPMERKING: Als u in de wizard wordt gevraagd om te kiezen tussen het inschakelen of uitschakelen van Windows Firewall, kiest u voor het inschakelen van de firewall.
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van een WLAN-netwerkinstallatie die is aangesloten op internet. Naarmate uw netwerk groter wordt, kunnen extra draadloze en bekabelde computers op het netwerk worden aangesloten voor toegang tot internet.
Een draadloze router instellen Als u hulp nodig hebt bij het installeren van een WLAN-netwerk, raadpleegt u de informatie die de routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt. Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen als u voor het eerst een draadloos netwerk instelt.
4 Toetsenbord en aanwijsapparaten Toetsenbord gebruiken Sneltoetsen herkennen Sneltoetsen zijn combinaties van de fn-toets (3) met de esc-toets (1) of met een van de functietoetsen (2). Ga als volgt te werk om een sneltoets te gebruiken: ▲ Druk kort op fn en druk vervolgens kort op de tweede toets van de sneltoetscombinatie. Sneltoetscombinatie Beschrijving fn+esc Hiermee geeft u systeeminformatie weer. fn+f3 Activeert de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen.
Sneltoetscombinatie fn+f4 Beschrijving Hiermee schakelt u tussen de beeldschermen als er meerdere weergaveapparaten op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op fn+f4 drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
Onde rdeel (1) Beschrijving num lock-toets Num Lock-lampje Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok. OPMERKING: De toetsenblokfunctie die actief is op het moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld. (2) Geïntegreerd numeriek toetsenblok ● Aan: De numerieke functie van het toetsenblok is ingeschakeld. ● Uit: De navigatiefunctie van het toetsenblok is ingeschakeld.
Touchpad in- en uitschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan/uit-knop van het touchpad. Het touchpadlampje en en de pictogrammen op het scherm geven de status van het touchpad aan. In de volgende tabel worden de touchpadpictogrammen afgebeeld en beschreven. Touchpadlampje Pictogram Beschrijving Oranje Geeft aan dat het touchpad is uitgeschakeld. Uit Geeft aan dat het touchpad is ingeschakeld.
Selecteren Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de betreffende knoppen op een externe muis zou gebruiken. Touchpadbewegingen gebruiken Het touchpad ondersteunt een aantal touchpadbewegingen. Om de touchpadbewegingen uit te voeren, plaatst u twee vingers tegelijkertijd op het touchpad. OPMERKING: Touchpadbewegingen worden niet in alle programma's ondersteund. Doe het volgende voor een demonstratie van een touchpadbeweging: 1.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of zijwaarts te bewegen. U schuift als volgt: plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpad en schuif ze vervolgens over het touchpad in een beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: De schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de vingerbeweging. Drukken/inzoomen Door te knijpen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst.
Snelle bewegingen Met een snelle beweging kunt u door schermen navigeren of snel door documenten bladeren. U schuift als volgt: plaats drie vingers op het touchpad en schuif ze in een snelle beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: Schuiven met drie vingers is standaard uitgeschakeld.
5 Onderhoud Accu plaatsen of verwijderen OPMERKING: Raadpleeg de HP Notebook Referentiehandleiding voor meer informatie over de accu. U plaatst de accu als volgt: 1. Breng de tabs op de accu (1) op één lijn met de uitsparingen in de computer en plaats de accu in de accuruimte. 2. Plaats de accu (2) in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit. De accu wordt automatisch vergrendeld.
▲ Verschuif de accu-ontgrendeling (1) en kantel de accu (2) omhoog. Verwijder de accu (3). De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf plaatst of vervangt. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
3. Schuif de onderhoudsklep naar voren (4) en til de klep (5) vervolgens omhoog om de onderhoudsklep te verwijderen. De onderhoudsklep terugplaatsen Plaats de onderhoudsklep terug nadat u het geheugenmoduleslot, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere onderdelen hebt bekeken. Plaats de onderhoudsklep als volgt terug: 30 1. Leg de onderhoudsklep neer en lijn de voorste rand van de onderhoudsklep uit met de voorste rand van de computer (1). 2.
4. Wanneer de accuruimte naar u toe wijst, schuift u de ontgrendeling van de onderhoudsklep (3) naar links en draait u de optionele schroef (4) vast om de onderhoudsklep te bevestigen. Schuif de vergrendeling naar rechts om de onderhoudsklep vast te zetten (5). OPMERKING: Als u de optionele schroef wilt gebruiken, kunt u deze aan de binnenkant van de onderhoudsklep vinden. 5. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 28).
Als u een vaste schijf toevoegt of vervangt, en van plan bent om een RAID-volume in te stellen, moet u SRT tijdelijk uitschakelen, het RAID-volume instellen en SRT vervolgens weer inschakelen. U schakelt SRT als volgt uit: 1. Selecteer Start > Alle programma's > Intel > Rapid Storage Technology. 2. Klik op Disable acceleration (Versnelling uitschakelen) op het tabblad Accelerate (Versnelling). 3. Wacht tot de versnellingsmodus is voltooid.
9. Draai de schroef van de vaste schijf los (1). Trek het lipje van de vaste schijf (2) naar rechts om de vaste schijf los te koppelen. 10. Trek het lipje van de vaste schijf omhoog en til de vaste schijf (3) uit de vasteschijfruimte. 11. Verwijder de vier schroeven (1) uit de beugel van de vaste schijf en verwijder de beugel van de vaste schijf (2). OPMERKING: Op de nieuwe vaste schijf zit mogelijk een beugel.
Een vaste schijf installeren U installeert een vaste schijf als volgt: 34 1. Laat de vaste schijf (1) in de vasteschijfruimte zakken. 2. Trek het lipje van de vaste schijf ((2) naar links totdat de vaste schijf vastklikt. 3. Draai de schroef (3) vast om de vaste schijf te bevestigen. 4. Sluit de smartcardhouder (1). 5. Draai de drie schroeven van de smartcardhouder vast (2). 6. Draai de schroeven van het afdekplaatje van de vaste schijf vast (3). 7.
8. Plaats de accu terug (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 28). 9. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de externe voedingsbron en de externe apparaten weer aan. 10. Zet de computer aan. Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen In the upgraderuimte kunt u een vaste schijf of een optischeschijfeenheid plaatsen.
10. Verwijder de vaste schijf uit de upgraderuimte (3). Ga als volgt te werk om een vaste schijf in de upgraderuimte te plaatsen: 36 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de upgraderuimte naar u toe. 2. Plaats de vaste schijf (1) in in de upgraderuimte en draai vervolgens de schroef van de upgraderuimte vast (2). 3. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 29). 4.
Optischeschijfeenheid vervangen VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de optischeschijfeenheid uit de upgraderuimte verwijdert. Verwijder de optischeschijfeenheid niet wanneer de computer aan staat, of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
3. Draai de schroef van de upgraderuimte vast (2). 4. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 29). 5. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 28). 6. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de netvoedingsbron en de externe apparaten weer aan. 7. Zet de computer aan. Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft twee of vier geheugenmoduleslots, afhankelijk van de processorconfiguratie.
VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u geheugenmodules plaatst of vervangt. Verwijder geheugenmodules niet wanneer de computer aan staat, of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem. 1.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. OPMERKING: Het aantal geheugenmodules kan per computer verschillen. 8. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 29). 9.
6. Verwijder de vaste schijf of de optische schijf uit de upgraderuimte (zie Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen op pagina 35). 7. Verwijder het toetsenbord: a. Leg de computer ondersteboven en draai de drie bevestigingsschroeven (1) aan de onderkant van de computer los. b. Ontgrendel het toetsenbord door op de ontgrendeling te duwen (2). c. Leg de computer met de beeldschermkant naar boven en duw tegen de nokjes aan de bovenste rand van het toetsenbord (3).
8. Bij het vervangen van een geheugenmodule verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule kantelt naar boven. b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen.
10. Het toetsenbord terugplaatsen: a. Til het toetsenbord op en draai het om (1), zodat het op de behuizing rust. b. Schuif de toetsenbordnokjes (2) in de sleuven van de behuizing. c. Druk het toetsenbord voorzichtig omlaag (3) totdat het vastklikt. OPMERKING: Duw voorzichtig op de bovenste rand van het toetsenbord om te zorgen dat alle nokjes op de juiste plek zitten.
d. Draai de computer om en draai vervolgens de drie bevestigingsschroeven (4) vast om het toetsenbord te bevestigen. 11. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 29). 12. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 28). 13. Plaats de vaste schijf of de optische schijf in de upgraderuimte. (Zie Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen op pagina 35.) 14. Zet de computer aan.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
Zijkanten en deksel reinigen Gebruik voor het reinigen en desinfecteren van de zijkanten en het deksel een zachte microvezeldoek of een zeemlap die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen, of gebruik een aanvaardbaar bacteriedodend wegwerpdoekje. OPMERKING: Verwijder wanneer u het deksel van de computer reinigt, het vuil door ronddraaiende bewegingen te maken.
6 Back-up en herstel Ga als volgt te werk om uw informatie te beschermen: gebruik Windows Back-up maken en terugzetten om een back-up te maken van uw individuele bestanden en mappen en uw volledige vaste schijf (alleen bepaalde modellen), systeemherstelschijven te creëren (alleen bepaalde modellen), of systeemherstelpunten te creëren. In het geval van een systeemfout kunt u de backupbestanden gebruiken om de inhoud van de computer terug te zetten.
Herstelschijven maken OPMERKING: U kunt slechts één set herstelschijven voor het besturingssysteem maken. Hierna is de mogelijkheid om herstelschijven te maken niet meer beschikbaar. 1. Selecteer Start > Alle programma's > Productivity and Tools (Productiviteit en hulpprogramma's) > HP Recovery Disc Creator. 2. Selecteer Driver DVD of Windows DVD. 3. Selecteer het station waarmee u herstelschijven wilt maken in het vervolgkeuzemenu. 4. Klik op de knop Burn (Branden) om de brandprocedure te starten.
OPMERKING: Het back-upproces kan meer dan een uur in beslag nemen, afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid van de computer. 1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Backup and Restore (Back-up maken en terugzetten). 2. Volg de instructies op het scherm om de back-up in te stellen, een systeemimage te maken (alleen bepaalde modellen) of een systeemherstelschijf te maken (alleen bepaalde modellen).
VOORZICHTIG: Met Windows Opstartherstel wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Wanneer het herformatteren is voltooid, herstelt de herstelprocedure het besturingssysteem en de stuurprogramma’s, software en hulpprogramma’s vanaf de back-up die voor herstel is gebruikt. 1.
De dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) Als u de dvd met het besturingssysteem Windows 7 wilt bestellen, gaat u naar de HP-website. Ga voor ondersteuning in de VS naar http://www.hp.com/go/contactHP. Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. U kunt de dvd ook telefonisch bestellen bij onze Klantenondersteuning.
7 Klantenondersteuning Contact opnemen met de klantenondersteuning Als de informatie in de gebruikershandleiding, de HP Notebook Referentiehandleiding of in Help en ondersteuning niet toereikend is, kunt u contact opnemen met HP Klantenondersteuning. Ga voor ondersteuning in de VS naar http://www.hp.com/go/contactHP. Ga voor wereldwijde ondersteuning naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. Hier kunt u: ● online chatten met een HP-technicus.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt: ● Servicelabel—biedt belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (s/n) (3) Onderdeel-/productnummer (p/n) (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving (alleen bepaalde modellen) Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
8 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet zijn ingesteld op 100–240 V en 50–60 Hz.
Index Symbolen en getallen 1394-poort, herkennen 12 A Aan/uit-knop, herkennen 6 aan/uit-lampjes 5, 9 aansluitingen netwerk 12 RJ-11 (modem) 13 RJ-45 (netwerk) 12 aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 23 accu, vervangen 28 acculampje 9 accu-ontgrendeling 15 accuruimte 53 Accuruimte, herkennen 15 antennes voor draadloze communicatie, herkennen 14 audio-ingang (microfooningang), herkennen 11 audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) herkennen 11 B Backup and Restore (Back-up en herstel) 48 beeldscherm, schakelen 2
kennisgevingen 53 service 53 SIM 53 Labels Bluetooth 53 keurmerk voor draadloze communicatie 53 WLAN 53 lampjes accu 9 vaste schijf 9 webcam 14 Lampjes aan/uit 5, 9 Caps Lock 5 draadloze communicatie 5 Num Lock 5 rekenmachine 5 Touchpad 5 M Mediakaartlezer, herkennen 10 microfooningang (audio-ingang), herkennen 11 muis, externe voorkeuren instellen 23 muisbesturing 4 N netvoedingsconnector, herkennen 13 netwerkconnector, herkennen 12 num lock-lampje 5 num lock-toets, herkennen 23 O omgevingsvereisten 54 ond
Windows 7, dvd met besturingssysteem 51 Windows-applicatietoets, herkennen 8 Windows Back-up en herstel 47 Windows-logotoets, herkennen 8 WLAN aansluiten 18 beveiligen 20 WLAN (wireless local area network), benodigde apparatuur 18 WLAN-antennes, herkennen 14 WLAN-apparaat 53 WLAN-label 53 WLAN-netwerk instellen 18 WWAN-antennes, herkennen 14 Z zoomende touchpadbeweging 26 Index 57