User guide

Gedrag lampje Oorzaak en oplossing
inktcartridge. Zie
Inktcartridges vervangen
op pagina 41 voor meer informatie.
Controleer welke inktcartridge defect is. Zie
Een
defecte inktcartridge lokaliseren op pagina 70
voor meer informatie.
Als de inktcartridge nep is, moet u de
overeenkomstige inktcartridge vervangen door een
originele HP-inktcartridge of een willekeurige knop,
behalve Annuleren, indrukken om het afdrukken te
hervatten.
Het lampje van knop Aan, het statuslampje Draadloos,
Statuslampje Draadloos, de letter “E”, het foutlampje media,
de signaalsterkte-indicator, Waarschuwingslampje en beide
cartridgelampjes knipperen.
De printer bevindt zich in een foutstatus.
Reset de printer om de foutstatus af te sluiten.
1. Zet de printer uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Wacht een minuut en steek de stekker terug in het
stopcontact.
4. Schakel de printer in.
Neem contact op met HP als het probleem hiermee niet is
verholpen.
Het statuslampje Draadloos knippert en de signaalbalk draait
rond.
De printer maakt verbinding met een draadloos
netwerk.
Automatisch aanpassen wordt uitgevoerd.
Het statuslampje Draadloos knippert en signaalsterkte-
indicator blijft zichtbaar.
Er is geen draadloos signaal.
Controleer of uw draadloze router of toegangspunt is
ingeschakeld.
Plaats de printer dichter bij de draadloze router.
Het statuslampje Draadloos en de signaalsterkte-indicator
knipperen.
De printer ondervindt problemen bij het vaststellen van het
draadloos netwerk, er is een fout opgetreden of er werd een
overlappende sessie ontdekt bij het gebruik van WPS.
Schakel draadloos uit door op de knop Draadloos te drukken
om de fout op te lossen.
NLWW Statuslampjes 9