Computer Setup (F10) Utility Guide

Computer Setup: Storage (Opslag)
OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk
van de hardwareconfiguratie.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag)
Optie Beschrijving
Device Configuration
(Apparaatconfiguratie)
Hiermee geeft u alle geïnstalleerde en door het BIOS bestuurde opslagapparaten weer.
Wanneer u een apparaat selecteert, worden gedetailleerde gegevens en opties weergegeven. De
volgende opties kunnen worden weergegeven:
Diskette Type (Legacy Diskettes only) (Type diskette (alleen oudere diskettes))
Het type opslagmedium met de hoogste capaciteit die nog door de diskettedrive wordt geaccepteerd.
De mogelijkheden zijn 3,5 inch (1,44 MB) en 5,25 inch (1,2 MB).
Drive Emulation (Schijfemulatie)
Hiermee kunt u een type schijfemulatie voor een bepaald opslagapparaat selecteren. (U kunt
bijvoorbeeld een Zip-drive als opstartschijf gebruiken door diskette-emulatie in te stellen.)
Emulation Type (Type emulatie)
ATAPI Zip-drive:
Geen (wordt beschouwd als Overige).
Diskette (wordt beschouwd als diskettedrive).
Legacy Diskette (Oudere diskette): geen emulatieopties beschikbaar.
Cd-rom: geen emulatieopties beschikbaar.
ATAPI LS-120:
Geen (wordt beschouwd als Overige).
Diskette (wordt beschouwd als diskettedrive).
Hard Disk (Vaste schijf)
Geen (voorkomt gegevenstoegang voor BIOS en schakelt de schijf uit als opstartapparaat).
Hard Disk (Vaste schijf, wordt beschouwd als vaste schijf).
Multisector Transfers (Multisectoroverdracht) (alleen ATA-schijven)
Hiermee geeft u aan hoeveel sectoren worden verzonden per multisector-PIO-actie. De mogelijke
waarden (afhankelijk van de schijfeenheid) zijn Disabled (Uitgeschakeld), 8 en 16.
Translation Mode (Conversiestand) (alleen ATA-schijfeenheden))
Hiermee selecteert u de conversiestand voor het apparaat. Op deze manier krijgt het BIOS toegang
tot schijfeenheden die op andere systemen zijn gepartitioneerd en geformatteerd. Dit is van belang
voor gebruikers van oudere versies van UNIX (bijvoorbeeld SCO UNIX versie 3.2). De mogelijke
waarden zijn Automatic (Automatisch), Bit-Shift (Bitverschuiving), LBA Assisted (LBA-geassisteerd),
User (Gebruiker) en None (Geen).
VOORZICHTIG: In de meeste gevallen is het niet nodig om de conversiestand die automatisch
door het BIOS wordt geselecteerd, te wijzigen. Als de ingestelde conversiestand niet compatibel is
met de stand die actief was toen de schijfeenheid werd gepartitioneerd en geformatteerd, is de
informatie op de schijfeenheid niet toegankelijk.
Translation Parameters (Conversieparameters) (alleen ATA-schijven)
6 Computer Setup NLWW