Quick Setup and Getting Started Guide
7. Zet de computer aan. De computer wordt opgestart vanaf de cd.
OPMERKING: Als het systeem niet wordt opgestart vanaf de cd in de
optische-schijfeenheid, moet u mogelijk de opstartvolgorde in het
hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) zodanig aanpassen
dat de optische-schijfeenheid in de opstartvolgorde vóór de vaste schijf wordt
genoemd. Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer
informatie over Computer Setup (Computerinstellingen).
8. Selecteer de gewenste taal en klik op Continue (Doorgaan).
OPMERKING: U wordt aangeraden akkoord te gaan met de
standaardwaarde voor het toetsenbord van uw taal, tenzij u tests wilt uitvoeren
met een specifiek toetsenbord.
9. Klik op de pagina met de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op
Agree (Akkoord) om aan te geven dat u instemt met de voorwaarden. Het
hulpprogramma HP Insight Diagnostics wordt gestart. In eerste instantie wordt
het tabblad Survey (Verkenning) weergegeven.
Tabblad Survey (Verkenning)
Het tabblad Survey (Verkenning) bevat belangrijke informatie over de
systeemconfiguratie.
In het veld View level (Weergaveniveau) kunt u kiezen tussen de weergave
Summary (Samenvatting) voor een beknopt overzicht van de
configuratiegegevens en de weergave Advanced (Geavanceerd) voor de
weergave van alle gegevens in de geselecteerde categorie.
In het veld Category (Categorie) kunt u de volgende informatiecategorieën
selecteren voor weergave:
All (Alle): een overzicht van alle categorieën van informatie over de computer.
Overview (Overzicht): een overzicht van algemene informatie over het
computersysteem.
Architecture (Architectuur): informatie over het systeem-BIOS en de PCI-
apparaten.
Asset Control (Inventarisbeheer): informatie over de productnaam,
inventariscode, serienummer en processor.
Communication (Communicatie): informatie over de instellingen voor de parallelle
(LPT) en seriële (COM) poorten en gegevens over USB-poorten en
netwerkadapters.
Graphics (Beeldscherm): informatie over de grafische kaart in de computer.
Input Devices (Invoerapparatuur): gegevens over het toetsenbord, de muis en
andere invoerapparaten die op de computer zijn aangesloten.
Memory (Geheugen): gegevens over al het geheugen in de computer. Dit betreft
zowel de geheugenslots op de systeemkaart als de geïnstalleerde
geheugenmodules.
NLWW
HP Insight Diagnostics
5










