Quick Setup and Getting Started Guide
De computer kan niet worden ingeschakeld en de lampjes aan de voorkant van de computer
branden niet.
Oorzaak
Oplossing
3. Controleer of beide voedingskabels goed op
de systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje 5V_aux op de
systeemkaart brandt. Als dit lampje brandt,
vervangt u de eenheid met de aan/uit-knop.
5. Als het lampje 5V_aux op de systeemkaart
niet brandt, vervangt u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
Problemen bij de installatie van hardware oplossen
Wanneer u een extra schijfeenheid, een uitbreidingskaart of andere hardware
toevoegt of verwijdert, kan het nodig zijn de computer opnieuw te configureren.
Wanneer u een Plug and Play-apparaat installeert, wordt het apparaat automatisch
door Windows herkend en wordt de configuratie van de computer automatisch
aangepast. Als u een apparaat installeert dat niet compatibel is met Plug and Play,
moet u de computer opnieuw configureren nadat de installatie van de nieuwe
hardware is voltooid. In Windows gebruikt u hiervoor de Wizard Hardware
toevoegen. Volg de instructies van de wizard die op het scherm worden
weergegeven.
WAARSCHUWING! Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact,
wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk
letsel ten gevolge van elektrische schokken of hete oppervlakken, door de stekker
van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne onderdelen van het
systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Tabel 2 Problemen bij de installatie van hardware oplossen
Nieuwe apparatuur wordt niet herkend als onderdeel van het systeem.
Oorzaak
Oplossing
Een apparaat is niet goed geïnstalleerd of
aangesloten.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten en
of de pinnen van de connector niet verbogen zijn.
Kabels van nieuwe externe apparatuur zitten los of
netsnoeren zijn niet aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten en
of de pinnen van de kabel of de connector niet
verbogen zijn.
Het nieuwe apparaat is niet ingeschakeld. Schakel de computer uit, schakel het externe
apparaat in en schakel vervolgens de computer
weer in om het apparaat in het systeem te
integreren.
Tabel 1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
NLWW
Problemen oplossen
19










