Troubleshooting Guide

Table Of Contents
2 Problemen oplossen zonder gebruik
van diagnosevoorzieningen
Dit hoofdstuk bevat informatie over het herkennen en oplossen van kleine problemen, bijvoorbeeld met
diskettedrives, vaste schijven, optische-schijfeenheden, het beeldscherm, het geluid, het geheugen en
de software. Bij problemen met de computer kunt u de tabellen in dit hoofdstuk raadplegen voor
mogelijke oorzaken en aanbevolen oplossingen.
OPMERKING: Informatie over specifieke foutberichten die na het opstarten op het scherm worden
weergegeven tijdens de POST (Power-On Self-Test) vindt u in bijlage A,
POST-foutberichten
op pagina 55.
Veiligheid en comfort
WAARSCHUWING! Verkeerd gebruik van de computer of een onveilig en oncomfortabel ingerichte
werkomgeving kunnen leiden tot ongemakken of ernstig letsel. Raadpleeg de Handleiding voor
veiligheid en comfort op
http://www.hp.com/ergo voor meer informatie over de keuze van een werkplek
en het creëren van een veilige en comfortabele werkomgeving. Dit apparaat is getest en voldoet aan
de normen voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens Part 15 van de FCC Rules. Raadpleeg voor
meer informatie de handleiding Veiligheid en voorschriften.
Voordat u belt voor technische ondersteuning
Als er een probleem met de computer is, probeert u aan de hand van de onderstaande maatregelen de
oorzaak van het probleem te achterhalen vóórdat u belt om technische ondersteuning te vragen.
Voer het diagnoseprogramma uit. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk 1,
Diagnosevoorzieningen voor de computer op pagina 1.
Voer de DPS-zelftest (Drive Protection System) uit vanuit het hulpprogramma Computer Setup
(Computerinstellingen). Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer informatie
over Computer Setup (Computerinstellingen).
Controleer of het aan/uitlampje aan de voorkant van de computer rood knippert. Deze knipperende
lampjes geven foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt stellen. Raadpleeg
voor meer informatie bijlage A,
POST-foutberichten op pagina 55.
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, sluit u de monitor aan op een andere
monitorconnector op de computer (indien aanwezig). Of sluit tijdelijk een andere monitor aan
waarvan u weet dat deze goed functioneert.
NLWW Veiligheid en comfort 9