Multimedia - Windows Vista
Table Of Contents
- Multimediavoorzieningen
- Multimediasoftware
- Audio
- Video
- Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen)
- Geïnstalleerde optischeschijfeenheid herkennen
- Optische schijven (cd's en dvd's) gebruiken
- Cd of dvd afspelen
- Automatisch afspelen configureren
- Regio-instelling voor dvd's wijzigen
- Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht
- Cd of dvd kopiëren
- Cd of dvd maken (‘branden')
- Optische schijf verwijderen (cd of dvd)
- Webcam (alleen bepaalde modellen)
- Problemen oplossen
- De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd of dvd
- Een schijf wordt niet afgespeeld
- Een schijf wordt niet automatisch afgespeeld
- Een dvd-film stopt, slaat stukken over of wordt niet naar behoren afgespeeld
- Een dvd-film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm
- Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is
- De computer herkent de optischeschijfeenheid niet
- Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd
- Index
De computer herkent de optischeschijfeenheid niet
Als de computer de optischeschijfeenheid niet detecteert, gebruikt u Apparaatbeheer om het probleem
met het apparaat op te lossen en vervolgens het apparaatstuurprogramma bij te werken, te verwijderen
of uit te schakelen.
1. Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid.
2. Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Apparaatbeheer. Klik op
Doorgaan als u door Gebruikersaccountbeheer wordt verzocht dat te doen.
3. Klik in het venster Apparaatbeheer op het plusteken (+) naast Dvd-/cd-rom-stations, tenzij er al
een minteken (-) voor staat. Zoek naar de vermelding van een optischeschijfeenheid.
4. Klik met de rechtermuisknop op de optischeschijfeenheid om de volgende taken uit te voeren:
●
Stuurprogramma bijwerken.
●
Apparaat uitschakelen.
●
Zoeken naar gewijzigde apparaten. Windows scant het systeem op geïnstalleerde hardware
en installeert de benodigde stuurprogramma's.
●
Klik op Eigenschappen om te controleren of het apparaat correct werkt.
◦
Klik op Probleem oplossen om problemen op te lossen.
◦
Klik op het tabblad Stuurprogramma om de stuurprogramma's voor dit apparaat bij te
werken, uit te schakelen of te verwijderen.
36 Hoofdstuk 7 Problemen oplossen










