Cursor Controls and Keyboard - Windows 7
Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4)
Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de beeldschermen waarover het systeem beschikt. Als
bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt iedere keer dat u op fn+f4 drukt,
geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige
weergave op het computerscherm en de monitor.
De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens
van de computer te ontvangen. De hotkey fn+f4 kan ook de weergave overschakelen van en naar tussen
andere apparaten die van de computer weergavegegevens ontvangen.
De volgende video-overdrachtstypen (inclusief voorbeelden van de apparaten die deze gebruiken)
worden ondersteund door de hotkey fn+f4:
●
LCD (beeldscherm van de computer);
●
Externe VGA (de meeste externe monitoren);
●
S-video (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een S-
video-ingang);
●
HDMI (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een
HDMI-poort);
●
Samengestelde video (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-
opnamekaarten met een samengestelde-video-ingang).
OPMERKING: Samengestelde apparaten en S-Video-apparaten kunnen alleen op het systeem
worden aangesloten via een optioneel dockingapparaat.
Oplaadinformatie accu weergeven (fn+f8)
Druk op fn+f8 om oplaadinformatie weer te geven over alle geïnstalleerde accu’s. Op het scherm wordt
zowel weergegeven welke accu’s worden opgeladen als de resterende lading van elke accu.
Helderheid van het scherm verlagen (fn+f9)
Druk op fn+f9 om de helderheid van het scherm te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de
helderheid steeds verder te verlagen.
Helderheid van het scherm verhogen (fn+f10)
Druk op fn+f10 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de
helderheid steeds verder te verhogen.
Omgevingslichtsensor activeren (fn+f11)
Druk op fn+f11 om de omgevingslichtsensor te activeren of deactiveren.
Hotkeys gebruiken 5