Computerinstellingen – dc5850 modellen Zakelijke personal computers
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 1 Werken met Computer Setup .............................................................................................. 2 Computer Setup: File (Bestand) .......................................................................................... 4 Computer Setup: Storage (Opslag) ..................................................................
vi NLWW
Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: NLWW ● Standaardinstellingen van het systeem wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
● Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder de seriële poorten, USB-poorten en parallelle poorten, audio en ingebouwde netwerkadapter, zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven. ● De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. ● Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund).
VOORZICHTIG: Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup (Computerinstellingen) worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup (Computerinstellingen) heeft afgesloten.
Computer Setup: File (Bestand) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 2 Computer Setup: File (Bestand) (vervolg) NLWW Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) Hiermee sluit u Computer Setup (Computerinstellingen) af zonder wijzigingen toe te passen of op te slaan. Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) Hiermee slaat u wijzigingen in de systeemconfiguratie of standaardinstellingen op en sluit u Computer Setup (Computerinstellingen) af.
Computer Setup: Storage (Opslag) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) Optie Beschrijving Device Configuration (Apparaatconfiguratie) Hiermee geeft u alle geïnstalleerde en door het BIOS bestuurde opslagapparaten weer. Wanneer u een apparaat selecteert, worden gedetailleerde gegevens en opties weergegeven.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) OPMERKING: Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer de conversiestand User (Gebruiker) is geselecteerd. Hiermee geeft u de parameters op (logische cilinders, koppen en sectoren per track) die door het BIOS worden gebruikt om de I/O-verzoeken van het besturingssysteem of een applicatie te vertalen in termen die de vaste schijf kan interpreteren. Het aantal logische cilinders is maximaal 1024. Het aantal koppen is maximaal 256.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) DPS Self-Test (Zelftest DPS) Hiermee kunt u zelftests uitvoeren op een ATA-schijf die de DPS-zelftests (Drive Protection System) kan uitvoeren. OPMERKING: Deze optie verschijnt alleen als ten minste één schijfeenheid is aangesloten op het systeem die DPS-zelftests uit kan voeren.
Computer Setup: Security (Beveiliging) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) Optie Beschrijving Setup Password (Instelwachtwoord) Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) definiëren en inschakelen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) ● SATA1 ● SATA2 ● SATA3 Network Service Boot (Opstarten via netwerkservice) Hiermee schakelt u de mogelijkheid in of uit om de computer op te starten vanaf een besturingssysteem dat op een netwerkserver is geïnstalleerd. (Deze optie is alleen beschikbaar voor modellen met een netwerkadapter. De netwerkkaart moet in dit geval een PCI-uitbreidingskaart zijn of in de systeemkaart zijn geïntegreerd.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) OPMERKING: Voor het configureren van een geïntegreerd beveiligingsapparaat moet een instelwachtwoord worden ingesteld. ● Reset to Factory Settings (Do not reset/Reset) (Fabrieksinstellingen herstellen) (niet herstellen/ herstellen) (bepaalde modellen): wanneer u de standaard fabrieksinstellingen herstelt, worden alle beveiligingssleutels gewist. Nadat deze instelling is gewijzigd moet de computer worden uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Computer Setup: Power (Voeding) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie. Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) NLWW Optie Hoofdmenu Power-On Options (Opstartopties) Hiermee kunt u het volgende instellen: ● POST mode (POST-modus) (QuickBoot, FullBoot of FullBoot iedere 1–30 dagen). ● POST messages (POST-meldingen, in- of uitschakelen).
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) ● Remote wakeup boot source (Bron voor Remote Wakeup, vanaf een externe server of vanaf de lokale vaste schijf). ● After Power Loss (Na stroomonderbreking): off/on/previous state (uit/aan/vorige staat): Kies een van de volgende instellingen: ◦ Off (Uit): de computer blijft uitgeschakeld wanneer de netvoeding is herseld. ◦ On (Aan): de computer wordt automatisch ingeschakeld zodra deze weer netvoeding krijgt.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) ● S5 Wake on LAN (S5 Activeren bij LAN) (in-/uitschakelen). ◦ Als u Wake on LAN (Activeren bij LAN) wilt uitschakelen waneer de computer is uitgeschakeld (S5), gebruikt u de linker- en rechterpijltoetsen om het menu Advanced (Geavanceerd) > Device Options (Apparaatopties) te selecteren en selecteert u voor de optie S5 Wake on LAN de instelling Disable (Uitschakelen).
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) ● HPET (enable/disable) (HPET-meldingen (inschakelen/uitschakelen)). U kunt de HPET (high precision event timer) uitschakelen als deze een conflict met systeembronnen veroorzaakt in het besturingssysteem. ● Surround View (in- of uitschakelen).