Aan de slag HP notebookcomputer
© Copyright 2011 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4 Bovenkant ....................
Toetsenblokken gebruiken ................................................................................................. 26 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken ................................................. 26 Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken ............................................ 27 Cursorbesturing gebruiken ................................................................................................................. 27 Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen .......
Dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) ........................................................................................................... 59 Windows Vista .................................................................................................................................... 61 Back-up maken van uw gegevens ..................................................................................... 61 Herstelactie uitvoeren ............................
viii
1 Welkom ● Informatie zoeken Nadat u de computer gebruiksklaar hebt gemaakt en hebt geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Raadpleeg Netwerk op pagina 18 voor meer informatie. ● Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Informatie zoeken De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor het uitvoeren van uiteenlopende taken. Hulpmiddelen Informatie over Poster Instructies voor configuratie ● De computer gebruiksklaar maken ● Onderdelen van de computer herkennen Aan de slag ● Computervoorzieningen U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding: ● Verbinding maken met een draadloos netwerk Selecteer Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen.
Hulpmiddelen Informatie over Handleiding voor veiligheid en comfort ● Aanwijzingen voor een optimale werkplek, een goede houding en gezonde werkgewoonten ● Informatie over elektrische en mechanische veiligheid U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen. – of – Selecteer Start >Alle programma’s > HP > HP documentatie. – of – Ga naar http://www.hp.com/ergo.
2 Vertrouwd raken met de computer ● Bovenkant ● Voorkant ● Rechterkant ● Linkerkant ● Beeldscherm ● Achterkant ● Onderkant Bovenkant Touchpad Onderdeel (1) 4 Beschrijving Linkerknop van de muisbesturing Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer Kan worden gebruikt met de muisbesturing en werkt hetzelfde als de linkerknop van een externe muis.
Onderdeel Beschrijving (2) Middenknop van de muisbesturing Kan worden gebruikt met de muisbesturing en werkt hetzelfde als de middenknop van een externe muis. (3) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (4) Rechterknop van de muisbesturing Kan worden gebruikt met de muisbesturing en werkt hetzelfde als de rechterknop van een externe muis.
Onderdeel (5) (6) (7) Beschrijving Lampje voor draadloze communicatie Lampje Geluid uit QuickWeb-lampje ● Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkmodule en/ of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: alle apparatuur voor draadloze communicatie is uitgeschakeld. ● Oranje: de geluidsweergave van de computer is uitgeschakeld. ● Wit: de geluidsweergave van de computer is ingeschakeld. ● Aan: de computer is ingeschakeld.
Knoppen en vingerafdruklezer Onderdeel Beschrijving (1) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit. (2) Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel (5) Beschrijving QuickWeb-knop ● Als de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op deze knop om HP QuickWeb te openen. ● Als de computer zich in Microsoft Windows bevindt, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen. ● Als de computer zich in HP QuickWeb bevindt, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen. OPMERKING: raadpleeg voor meer informatie "HP QuickWeb" in deze handleiding en de Helpfunctie van HP QuickWeb.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fntoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (4) Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer.
Voorkant Onderdeel Beschrijving (1) Ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: ● Secure Digital-kaart (SD-kaart) ● Secure Digital HC-kaart (SDHC-kaart) ● Secure Digital XC-kaart (SDXC-kaart) ● MultiMediaCard (MMC) ● MultiMediaCardplus (MMC+) (2) Beeldschermontgrendeling Hiermee opent u de computer. (3) Lampje voor draadloze communicatie ● Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkadapter en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld.
Onderdeel Beschrijving (6) ● Knipperend wit: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf of een optischeschijfeenheid. ● Oranje: HP 3D DriveGuard heeft tijdelijk de vaste schijf geparkeerd. (7) Schijfeenheidlampje Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. OPMERKING: om de SRS Premium Sound-software te gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > SRS Premium Sound.
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een optionele beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: van de beveiligingskabel moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. (2) USB 2.0-poorten (2) Hierop sluit u optionele USB-apparatuur aan.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) Als u het beeldscherm dichtdoet terwijl de computer is ingeschakeld, wordt het beeldscherm uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd. Interne beeldschermschakelaar OPMERKING: de beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. (2) WLAN-antennes (3)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze lokale netwerken (WLAN's, wireless local area networks).
Achterkant Onderdeel Beschrijving (1) RJ-11-(modem)connector (alleen bepaalde modellen) Hierop kunt u een modemkabel aansluiten. (2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (2) SIM-slot Hierin bevindt zich een draadloze SIM-module (Subscriber Identity Module). Het SIM-slot bevindt zich in de accuruimte. (3) Accuvergrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. (4) Connector voor een optionele extra accu Hierop sluit u een optionele extra accu aan. (5) Dockingconnector Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan.
Onderdeel (9) Beschrijving Luidsprekers (2) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. OPMERKING: om de SRS Premium Sound-software te gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > SRS Premium Sound. (10) Compartimenten voor draadloze communicatie en geheugenmodules, en vasteschijfruimte Hierin bevinden zich de HP module voor mobiel breedband, de HP WLAN modules, de geheugenmodules en de vaste schijf.
3 Netwerk ● Gebruikmaken van een internetprovider ● Verbinding maken met een draadloos netwerk OPMERKING: de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het computermodel en uw locatie. Uw computer kan een van de volgende of beide onderstaande typen internettoegang ondersteunen: 18 ● Draadloos: voor mobiele internettoegang kunt u een draadloze verbinding gebruiken. Raadpleeg Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 20 of Nieuw WLAN instellen op pagina 20.
Gebruikmaken van een internetprovider Om toegang te krijgen tot internet, moet u een account bij een internetprovider openen. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Voor meer informatie over draadloze technologie en verbinding maken met een draadloos netwerk raadpleegt u de Naslaggids voor HP notebookcomputer en informatie en koppelingen naar relevante websites in Help en ondersteuning. Verbinding maken met een bestaand WLAN 1. Schakel de computer in. 2. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld. 3. Klik op het netwerkpictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. 4. Selecteer een netwerk waarmee u verbinding wilt maken. 5.
Draadloze router configureren Als u hulp nodig hebt bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt. Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen bij het installeren van een draadloos netwerk.
4 HP QuickWeb Aan de slag HP QuickWeb vormt een leuke en stimulerende omgeving om veel van uw favoriete activiteiten uit te voeren. De computer is binnen een paar seconden na het starten van QuickWeb klaar voor snelle toegang tot internet, widgets en communicatieprogramma's. Druk op de QuickWeb-knop op de computer en begin met surfen op internet, communicatie met Skype en het verkennen van andere HP QuickWeb-programma's.
HP QuickWeb starten ● Om HP QuickWeb te starten, drukt u op de QuickWeb-knop als de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat. In de volgende tabel worden de verschillende functies van de QuickWeb-knop beschreven. Knop Functie QuickWeb-knop ● Als de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op deze knop om HP QuickWeb te openen. ● Als de computer zich in Microsoft Windows bevindt, opent u met deze knop de standaardwebbrowser.
5 24 Toetsenbord en cursorbesturing ● Toetsenbord gebruiken ● Cursorbesturing gebruiken Hoofdstuk 5 Toetsenbord en cursorbesturing
Toetsenbord gebruiken Hotkeys herkennen Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeycombinatie. Hotkeycombinatie Beschrijving fn+esc Hiermee geeft u systeeminformatie weer. fn+f3 Hiermee activeert u de slaapstand, waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen.
Hotkeycombinatie Beschrijving fn+f7 Hiermee verhoogt u het geluidsvolume. fn+f8 Hiermee geeft u de oplaadgegevens weer voor alle geïnstalleerde accu's. Op het scherm wordt zowel weergegeven welke accu's er worden opgeladen, als de resterende lading van elke accu. fn+f9 Hiermee verlaagt u de helderheid van het beeldscherm. fn+f10 Hiermee verhoogt u de helderheid van het beeldscherm. fn+f11 Hiermee activeert en deactiveert u de omgevingslichtsensor.
(1) Onderdeel Beschrijving Num lk-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok. OPMERKING: de toetsenblokfunctie die actief is op het moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld. (2) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Deze toetsen kunt u laten werken als een extern numeriek toetsenblok. (3) Num Lock-lampje ● Aan: de toetsenblokfunctie is een numerieke functie.
EasyPoint-muisbesturing gebruiken Druk de EasyPoint-muisbesturing in de richting waarin u de cursor op het scherm wilt bewegen. Gebruik de linker- en rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing net zoals u de linker- en rechterknop op een externe muis gebruikt. Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen.
Touchpad in- of uitschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op het aan/uit-lampje (de aan/uit-knop) van het touchpad. OPMERKING: het aan/uit-lampje van het touchpad is uit wanneer het touchpad is ingeschakeld. Navigeren Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen.
Selecteren Gebruik de linker- en rechterknoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een externe muis zou gebruiken. Touchpadbewegingen gebruiken Het touchpad ondersteunt een aantal bewegingen. Om touchpadbewegingen te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het touchpad. OPMERKING: sommige touchpadbewegingen worden niet in alle programma's ondersteund. U geeft als volgt de demonstratie van een beweging weer: 1.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. Doe het volgende om te schuiven: plaats twee vingers enigszins uit elkaar op het touchpad en sleep deze over het touchpad. Beweeg hierbij omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van uw vingers. OPMERKING: schuiven met twee vingers is standaard ingeschakeld.
Draaien Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien. U draait als volgt: Plaats uw linkerwijsvinger in de touchpadzone. Beweeg uw rechterwijsvinger in een veegbeweging rond de linkervinger, waarbij u van twaalf uur naar drie uur beweegt. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur. OPMERKING: het draaien moet binnen de touchpadzone gebeuren. OPMERKING: draaien is standaard uitgeschakeld.
6 Onderhoud ● Accu plaatsen of verwijderen ● Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen ● Vaste schijf vervangen of upgraden ● Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen ● Geheugenmodules toevoegen of vervangen ● DreamColor beeldscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen) ● Programma's en stuurprogramma's bijwerken Accu plaatsen of verwijderen OPMERKING: raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor aanvullende informatie over het gebruik van de accu. U plaatst de accu als volgt: 1.
2. Plaats de accu (1) in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit (2). De accuvergrendeling vergrendelt de accu automatisch. U verwijdert de accu als volgt: VOORZICHTIG: bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op, activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. 34 1.
Onderpaneel verwijderen of terugplaatsen VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat er gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf toevoegt of vervangt. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
Onderpaneel terugplaatsen Plaats het onderpaneel terug nadat u toegang heeft gehad tot het geheugenmoduleslot, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere componenten. Plaats het onderpaneel als volgt terug: 1. Kantel het onderpaneel omlaag, zodat de voorrand van het onderpaneel zich vlak bij de voorrand van de computer bevindt (1). 2. Plaats de uitlijningslipjes (2) op de achterrand van het onderpaneel in de uitsparingen op de computer. 3.
Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
10. Pak het plastic lipje vast en til de vaste schijf (3) uit de computer. Secundaire vaste schijf verwijderen Ga als volgt te werk om de secundaire vaste schijf te verwijderen: 38 1. Sla uw werk op en sluit de computer af. 2. Ontkoppel de netvoeding en externe apparaten die op de computer zijn aangesloten. 3. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond neer, met de secundaire vasteschijfruimte naar u toe. 4. Verwijder de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 5.
8. Pak het plastic lipje vast en til de vaste schijf (3) uit de computer. Primaire vaste schijf installeren U installeert de primaire vaste schijf als volgt: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de primaire vasteschijfruimte naar u toe. 2. Plaats de vaste schijf schuin in de vasteschijfruimte en leg de vaste schijf hier vervolgens plat in (1). 3. Trek het plastic lipje (2) naar het midden van de computer om de vaste schijf vast te maken aan de connector. 4.
5. Sluit het afdekplaatje van de Smart Card-houder (1). 6. Draai de schroef van de Smart Card-houder vast (2). 7. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 9. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 10. Schakel de computer in. Secundaire vaste schijf installeren Ga als volgt te werk om de secundaire vaste schijf te installeren: 40 1.
4. Draai de schroeven van de vaste schijf vast (3). 5. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 6. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 7. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 8. Schakel de computer in. Schijfeenheid in de upgraderuimte vervangen De upgraderuimte kan een vaste schijf of een optischeschijfeenheid bevatten.
7. Verwijder het onderpaneel (zie Onderpaneel verwijderen op pagina 35). 8. Verwijder de schroeven van de vaste schijf uit de upgraderuimte. 9. Draai de schroef van de upgraderuimte los (1). 10. Duw met een platte schroevendraaier voorzichtig tegen het lipje om de vaste schijf te ontgrendelen (2). 11. Verwijder de vaste schijf uit de upgraderuimte (3). U plaatst als volgt een vaste schijf in de upgraderuimte: 1.
2. Plaats de vaste schijf (1) in de upgraderuimte en draai de schroef van de upgraderuimte vast (2). 3. Breng de schroeven van de vaste schijf weer aan. 4. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 5. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 6. Keer de computer weer om en sluit de netvoeding en de externe apparaten weer aan op de computer. 7. Schakel de computer in.
Optischeschijfeenheid vervangen VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat er gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de optischeschijfeenheid uit de upgraderuimte verwijdert. Verwijder de optischeschijfeenheid niet wanneer de computer is ingeschakeld of in de slaapstand of hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
3. Draai de schroef van de upgraderuimte vast (2). 4. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 5. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 6. Keer de computer weer om en sluit de netvoeding en de externe apparaten weer aan op de computer. 7. Schakel de computer in.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft twee geheugenmodulecompartimenten. Het ene geheugenmodulecompartiment (voor het primaire geheugen) bevindt zich onder het toetsenbord, het andere (voor uitbreidingsgeheugen) onder het onderpaneel.
4. Verwijder de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 5. Verwijder het onderpaneel (zie Onderpaneel verwijderen op pagina 35). 6. Als u een geheugenmodule vervangt, verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule komt omhoog. b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het geheugenmoduleslot.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg ervoor dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 8. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 9. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 10. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 11.
5. Verwijder het onderpaneel (zie Onderpaneel verwijderen op pagina 35). 6. Ga als volgt te werk om het toetsenbord te verwijderen: a. Leg de computer ondersteboven, open het beeldscherm en draai de toetsenbordschroeven (1) aan de onderkant van de computer los. b. Maak het toetsenbord los door in de buurt van de ventilator op de achterzijde van het toetsenbord te drukken (2). VOORZICHTIG: druk niet te krachtig op het toetsenbord en raak de bladen van de ventilator niet aan.
c. Draai de computer weer om, til de bovenrand van het toetsenbord op en leg het toetsenbord op het touchpad. OPMERKING: maak de toetsenbordkabel niet los. Zorg ervoor dat de toetsenbordkabel niet loskomt. Trek daarom het toetsenbord niet weg van de computer. 7. Als u een geheugenmodule vervangt, verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule komt omhoog.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule bij de randen vast, om te voorkomen dat de geheugenmodule wordt beschadigd. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. VOORZICHTIG: Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 8.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg ervoor dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 9. 52 Ga als volgt te werk om het toetsenbord terug te plaatsen: a. Kantel het toetsenbord omhoog en draai het om (1), waarbij u het op de computerbehuizing laat rusten. b.
c. Druk voorzichtig op het toetsenbord (3), zodat het vastklikt. d. Leg de computer ondersteboven, open het beeldscherm en draai de toetsenbordschroeven vast (4) om het toetsenbord te bevestigen. 10. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 36). 11. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 33). 12. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 13. Schakel de computer in.
DreamColor beeldscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op modellen die zijn uitgerust met een HP DreamColor beeldscherm, is vooraf de HP Mobile Display Assistant software geïnstalleerd. Met dit programma kunt u de kleurinstellingen van het beeldscherm aanpassen, zoals de vooraf ingestelde kleurruimte, de kleurtemperatuur en de helderheid.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
7 Back-up en herstel Windows 7 ● Back-up maken van uw gegevens ● Systeemherstelactie uitvoeren Ter bescherming van uw informatie gebruikt u Back-up en terugzetten van Windows om back-ups te maken van afzonderlijke bestanden en mappen, om back-ups te maken van de volledige vaste schijf (alleen bepaalde modellen), om systeemherstelschijven te maken (alleen bepaalde modellen) met behulp van de geïnstalleerde optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optischeschijfeenheid,
Back-up maken van uw gegevens In het geval van een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up. Maak systeemherstelschijven (alleen bepaalde modellen) met behulp van de geïnstalleerde optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optischeschijfeenheid, en uw eerste back-up meteen nadat de software is geïnstalleerd.
Systeemherstelactie uitvoeren Als het systeem niet meer werkt of instabiel is geworden, biedt de computer de volgende hulpmiddelen om uw bestanden te herstellen: ● Windows-herstelprogramma's: U kunt Back-up maken en terugzetten van Windows gebruiken om informatie te herstellen waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt. U kunt ook gebruikmaken van Windows Opstartherstel om problemen te verhelpen die voorkomen dat Windows correct opstart.
OPMERKING: voor aanvullende informatie over het herstellen van gegevens met de hulpprogramma's van Windows zoekt u deze onderwerpen op in Help en ondersteuning. f11-herstelprogramma's gebruiken VOORZICHTIG: met f11 wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd.
60 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Klik op Volgende. 6. Selecteer Uw computer herstellen. 7. Volg de instructies op het scherm.
Windows Vista Ter bescherming van uw informatie gebruikt u Back-upcentrum om back-ups te maken van afzonderlijke bestanden en mappen, of van de volledige vaste schijf (alleen bepaalde modellen), of om systeemherstelpunten te maken. Bij een systeemfout kunt u de back-upbestanden gebruiken om de inhoud van de computer terug te zetten.
OPMERKING: op dvd's of dubbellaags dvd's (DL) kunnen meer gegevens worden opgeslagen dan op cd's, zodat u minder schijven nodig heeft voor het maken van back-ups. ● Als u back-ups maakt op schijven, nummert u elke schijf voordat u de schijf in de optischeschijfeenheid van de computer plaatst. U maakt als volgt een back-up met behulp van Back-upcentrum: OPMERKING: zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back-upproces start.
VOORZICHTIG: met Opstartherstel wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Wanneer het formatteren gereed is, worden het besturingssysteem, de stuurprogramma's, de software en de hulpprogramma's hersteld middels de back-up. 1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden. 2.
4. Druk op f11 terwijl "Press for recovery" (Druk op F11 voor herstel) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm. Dvd met het besturingssysteem Windows Vista gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) Om een dvd met het besturingssysteem Windows Vista te bestellen, gaat u naar http://www.hp.com/ support. Selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm. U kunt de dvd ook telefonisch bestellen bij onze klantenondersteuning.
8 Klantenondersteuning ● Contact opnemen met de klantenondersteuning ● Labels 65
Contact opnemen met de klantenondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding, in de Naslaggids voor HP notebookcomputer of in Help en ondersteuning geen antwoord geeft op uw vragen, kunt u contact opnemen met de klantenondersteuning van HP op: http://www.hp.com/go/contactHP OPMERKING: klik voor wereldwijde ondersteuning op Neem contact op met HP wereldwijd aan de linkerkant van de pagina of ga naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Het serienummerlabel biedt belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (s/n) (3) Artikelnummer/productnummer (p/n) (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
9 68 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Hoofdstuk 9 Specificaties
Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
Index Symbolen en getallen 1394-poort, herkennen 13 A Aan/uit-knop herkennen 7 Aan/uit-lampje 5, 10 Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 27 Acculampje 10 Accuruimte 16, 67 Accuvergrendeling 16 Accu vervangen 33 Achtergrondverlichting toetsenbord, hotkey 26 Antennes voor draadloze communicatie, herkennen 14 Audio-ingang (microfoon) 12 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 12 B Back-upcentrum 61, 62 Back-up en terugzetten 57 Beeldschermen, schakelen tussen 25 Beeldschermontgrendeling 10 Besturingssysteem label met
I In-/uitgangen audio-ingang (microfooningang) 12 audio-uitgang (hoofdtelefoon) 12 netwerk 13 RJ-11-(modem)connector 15 RJ-45 (netwerk) 13 In-/uitzoomen, touchpadbeweging 31 Ingangsvermogen 69 Installatie van draadloos netwerk 20 Interne beeldschermschakelaar 14 Interne microfoons herkennen 14 Internetprovider, gebruikmaken van 19 Internetverbinding instellen 20 K Kennisgevingen label met kennisgevingen 67 labels met keurmerken voor draadloze communicatie 67 Knijpen, touchpadbeweging 31 Knoppen aan/uit 7 dr
Systeemherstelpunten 56 Systeemherstelschijf 56 T Toetsen esc 9 fn 9 functie 9 num lk 9 Windows-applicaties 9 Windows-logo 9 Toetsenblok, extern gebruiken 27 num lock 27 Toetsenblok, geïntegreerd numeriek 9 Toetsenblokken, herkennen 26 Toetsenbordhotkeys herkennen 25 Toetsen voor beeldschermhelderheid 26 Touchpad gebruiken 28 knoppen 5 Touchpad, aan/uit-knop herkennen 5, 7 Touchpad, aan/uit-lampje herkennen 5 Touchpad, herkennen 5 Touchpadbewegingen draaien 32 in-/uitzoomen 31 knijpen 31 schuiven 31 snelle