Getting Started Notebook - Windows Vista and Windows 7
U kunt een back-up maken van uw gegevens op een optionele externe vaste schijf, op een
netwerkschijfeenheid of op schijven.
Houd bij het maken van back-ups rekening met het volgende:
●
Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak hiervan periodiek een
back-up.
●
Maak een back-up van sjablonen die zijn opgeslagen bij de bijbehorende programma's.
●
Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermafdruk
van uw instellingen te maken. Een schermopname kan veel tijd besparen als u voorkeuren
opnieuw moet instellen.
●
Gebruik bij het maken van back-ups op schijf een van de volgende schijftypes (afzonderlijk aan
te schaffen): cd-r, cd-rw, dvd+r, dvd+r dl, dvd-r, dvd-r dl of dvd±rw. Welke schijven u gebruikt,
hangt af van het type optischeschijfeenheid dat in de computer is geïnstalleerd of van het type
externe optischeschijfeenheid dat u gebruikt.
OPMERKING: op dvd's of dubbellaags dvd's (DL) kunnen meer gegevens worden opgeslagen
dan op cd's, zodat u minder schijven nodig heeft voor het maken van back-ups.
●
Als u back-ups maakt op schijven, nummert u elke schijf voordat u de schijf in de
optischeschijfeenheid van de computer plaatst.
U maakt als volgt een back-up met behulp van Back-up en terugzetten:
OPMERKING: zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het
back-upproces start.
OPMERKING: het maken van de back-up kan afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid
van de computer meer dan een uur tijd in beslag nemen.
1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm om de back-up in te stellen, een systeemimage te maken
(alleen bepaalde modellen) of een systeemherstelschijf te maken (alleen bepaalde modellen).
Systeemherstelactie uitvoeren
Als het systeem niet meer werkt of instabiel is geworden, biedt de computer de volgende
hulpmiddelen om uw bestanden te herstellen:
● Windows-herstelprogramma's: u kunt ‘Back-up maken en terugzetten' van Windows gebruiken
om informatie te herstellen waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt. U kunt ook
gebruikmaken van Windows Opstartherstel om problemen te verhelpen die voorkomen dat
Windows correct opstart.
●
f11-herstelprogramma's: met de f11-herstelprogramma's kunt u de oorspronkelijke image van de
vaste schijf herstellen. De image bevat het besturingssysteem Windows en programma's die in
de fabriek zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: als u de computer niet kunt opstarten en de eerder gemaakte
systeemherstelschijven (alleen bepaalde modellen) niet kunt gebruiken, moet u een dvd met het
besturingssysteem Windows 7 aanschaffen om de computer opnieuw op te starten en het
besturingssysteem te herstellen. Raadpleeg
Dvd met het besturingssysteem Windows 7 gebruiken
(afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 43 voor meer informatie.
Windows 7 41