Officejet Enterprise Color MFP X585/X585 Flow Gebruikershandleiding caps lock A shift Z @ S X alt D C F V G B H N J K M alt , L : ; . / ? www.hp.
HP Officejet Enterprise Color MFP X585 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ....................................................................................................................................................... 1 Apparaatvergelijking ............................................................................................................................................. 2 Productweergaven ................................................................................................................................................
De papiersoort selecteren (Windows) .............................................................................................. 32 Overige afdruktaken ......................................................................................................................... 32 Afdruktaken (Mac OS X) ....................................................................................................................................... 33 Afdrukken (Mac OS X) ..................................................
Voeg netwerkmappad toe: bewaar in een standaard gedeelde netwerkmap .............. 57 Voeg netwerkmappad toe: opslaan op een FTP-server ................................................ 58 Zend alleen naar mappen met lees- en schrijftoegang ................................................. 59 Sta alleen verzending naar mappen met schrijftoegang toe ........................................ 59 Opslaan naar USB instellen ...........................................................................................
Tabblad Netwerk ............................................................................................................. 93 Lijst Overige koppelingen ............................................................................................... 95 HP Utility voor Mac OS X ...................................................................................................................................... 96 HP Utility openen .............................................................................
Storingen verhelpen in de documentinvoer ................................................................................... 124 De afdrukkwaliteit verbeteren .......................................................................................................................... 130 Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma ........................................................................ 130 De papiersoort voor de afdruktaak controleren ..........................................................
Beeldkwaliteit fax verbeteren ........................................................................................................................... 149 Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ............................. 149 Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren ............................................... 150 De instellingen voor beeldaanpassing controleren .......................................................................
Het volume voor geluiden van de faxmodule is te hoog of te laag ............................. 160 Index ...........................................................................................................................................................
x NLWW
1 Inleiding ● Apparaatvergelijking ● Productweergaven ● Apparaathardware en -software installeren Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Apparaatvergelijking Modelnaam Modelnummer Papierverwerking Model X585dn Model X585f Model X585z B5L04A B5L05A B5L06A Lade 1 (50 vel) Lade 2 (capaciteit voor 500 vellen) Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) Connectiviteit 10/100/1000 Ethernet LAN-aansluiting met IPv4 en IPv6 USB-poort voor direct afdrukken en scannen zonder computer en voor het bijwerken van de firmware Wireless Direct-accessoire om met één druk op de knop af te drukken vanaf mobiele apparaten (optioneel op sommige printers)
Modelnaam Modelnummer Model X585dn Model X585f Model X585z B5L04A B5L05A B5L06A Mobile Printing maakt gebruik van het volgende: ● HP ePrint via email ● HP ePrint-app ● HP ePrint-software1 ● HP ePrint Enterprise ● HP ePrint Home & Biz-app ● Google Cloud Print ● AirPrint OPMERKING: Krijg meer gegevens over mobiele oplossingen met de volgende koppelingen: www.hp.com/go/ mobileprinting; www.hpconnected.com; www.hp.
Modelnaam Modelnummer Model X585dn Model X585f Model X585z B5L04A B5L05A B5L06A Windows 7, SP1 of hoger, 32-bits en 64-bits Windows 8, 32-bits en 64-bits Windows 8,1, 32-bits en 64-bits Windows Server 2003 SP2 of hoger, 32-bits en 64-bits OPMERKING: Het softwareinstallatieprogramma ondersteunt de 64-bits versie niet, maar de printerdriver ondersteunt deze wel. OPMERKING: Sinds juli 2010 biedt Microsoft geen ondersteuning meer voor Windows Server 2003.
Productweergaven ● Vooraanzicht van apparaat ● Achteraanzicht van apparaat ● Interfacepoorten ● Overzicht van het bedieningspaneel Vooraanzicht van apparaat 2 1 3 12 11 caps lock A shift 10 Z @ S X alt D C F V G B H N 4 J K M alt , L : ; .
6 11 Aansluitmogelijkheid (HIP) voor accessoires en apparatuur van derden 12 Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm (kan worden gekanteld voor betere weergave) Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
Achteraanzicht van apparaat 1 9 8 7 2 6 5 4 NLWW 3 1 Deksel van documentinvoer (toegang voor het verhelpen van blokkades of reinigen van rollen) 2 Linkerklep (toegang voor het verhelpen van blokkades en de inktverzameleenheid) 3 Lade 1 (multifunctionele lade) 4 Faxpoort (alleen faxmodellen) 5 Kabelslotsleuf 6 Sticker met model- en serienummer 7 Interfacepoorten 8 Formatter (bevat de interfacepoorten) 9 Netsnoeraansluiting Productweergaven 7
Interfacepoorten 1 2 3 4 8 5 1 USB-apparaatpoort accepteert een USB-kabel van een pc (alternatief voor draadloze en netwerkverbindingen).
Overzicht van het bedieningspaneel Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer. U kunt altijd terugkeren naar het beginscherm door links op het bedieningspaneel van het apparaat de knop Beginscherm aan te raken. U kunt ook de knop Beginscherm in de linker bovenhoek van de meeste schermen aanraken. OPMERKING: De functies die in het beginscherm worden weergegeven zijn afhankelijk van de configuratie van het apparaat.
14 Functies Afhankelijk van de configuratie van het apparaat kunnen de volgende functies hier worden weergegeven: ● Snelinstellingen ● Kopiëren ● Email ● Faxen ● Opslaan op USB ● Oslaan in netwerkmap ● Opslaan in apparaatgeheugen ● Ophalen van USB ● Ophalen uit apparaatgeheugen ● Opslaan op SharePoint® ● Taakstatus ● Benodigdheden ● Laden ● Administration (Beheer) ● Apparaatonderhoud 15 Toetsenbord (alleen modellen X585z) Het model X585z bevat een fysiek toetsenbord.
Apparaathardware en -software installeren Raadpleeg de handleiding voor de hardware-installatie die u bij het apparaat hebt ontvangen voor eenvoudige installatie-instructies. Ga naar de HP-ondersteuningspagina voor aanvullende instructies. In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585 voor de uitgebreide Help van HP voor uw apparaat. Buiten de VS volgt u deze stappen: 1. Ga naar www.hp.com/support. 2. Selecteer uw land/regio. 3. Klik op Probleemoplossing. 4.
12 Hoofdstuk 1 Inleiding NLWW
2 Papierladen ● Papiergebruik begrijpen ● Laden configureren voor papiersoort- en formaat ● Lade 1 vullen (multifunctionele lade aan de linkerkant van het product) ● Lade 2 of de optionele lade 3 vullen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Papiergebruik begrijpen HP Officejet-inkten voor bedrijven zijn specifiek ontworpen voor gebruik met printkoppen van HP. Dankzij een unieke samenstelling van de inkt wordt de levensduur van de printkoppen verlengd en de betrouwbaarheid verhoogd. Deze printers hebben een laserachtige kleurenuitvoer wanneer ze worden gebruikt met ColorLok®-papier. Dit apparaat ondersteunt verschillende soorten papier en afdrukmaterialen.
NLWW Materiaalsoort Doen Niet doen Briefpapier of voorbedrukte formulieren ● Gebruik uitsluitend briefpapier of formulieren die zijn goedgekeurd voor gebruik in inkjetprinters. ● Gebruik geen briefpapier met reliëf of metaalachtig briefpapier. Zwaar papier ● Gebruik alleen dik papier dat is goedgekeurd voor inkjetprinters en voldoet aan de gewichtsspecificaties voor dit product.
Laden configureren voor papiersoort- en formaat Het apparaat haalt standaard papier uit lade 2. Als lade 2 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade 1 of lade 3 indien deze is geplaatst. Wanneer u een lade van dit apparaat configureert, worden de snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten met de gebruikte papiersoort. Als u speciaal papier voor alle of bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig dan deze instelling voor de standaardlade.
4. Raak de knop OK aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of raak de knop Wijzigen aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen. 5. Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop OK aan. Een lade configureren via het bedieningspaneel U kunt de soort en het formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt op het product. NLWW 1.
Lade 1 vullen (multifunctionele lade aan de linkerkant van het product) 1. Open lade 1. 2. Trek het verlengstuk van de lade uit. 3. Schuif de papiergeleiders volledig naar buiten en plaats de papierstapel in lade 1. Stel de papiergeleiders in op het papierformaat. OPMERKING: Plaats het papier in lade 1 met de te bedrukken zijde omlaag en de bovenzijde van de pagina aan de zijde van de lade die het meest nabij het product is.
Lade 2 of de optionele lade 3 vullen 1. Trek de lade uit het apparaat. 2. Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders naar de zijden van de lade toe. 3. Plaats het papier in de lade en zorg ervoor dat de vellen in alle vier de hoeken plat liggen. Schuif de papierbreedtegeleiders aan de zijkant tegen de markeringen voor de papiergrootte aan de onderkant van de lade. Schuif de papierlengtegeleider aan de voorzijde tegen de papierstapel, zodat de stapel tegen de achterkant van de lade wordt gedrukt.
4. Duw het papier naar beneden om ervoor te zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan de zijkanten van de lade) bevindt die de maximale hoogte aangeven. 5. Schuif de lade terug in het product. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant.
3 Onderdelen, benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden ● De inktcartridges vervangen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Onderdelen, accessoires en benodigdheden Bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
De inktcartridges vervangen Het product gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een afzonderlijke inktcartridge: geel (Y), cyaan (C), magenta (M) en zwart (K). 1. Open de klep van de inktcartridges. 2. Druk de oude inktcartridge naar binnen om deze te ontgrendelen. 3. Pak de rand van de oude inktcartridge vast en trek de cartridge er recht uit.
4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking. C 0 98 5. Raak de goudkleurige metalen contactpunten op de inktpatroon niet aan. Vingerafdrukken op de contactpunten kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. C 980 6. 24 Plaats de nieuwe inktcartridge in het product. Druk de patroon totdat deze op de bestemde plaats 'klikt'.
7. Sluit de klep van de inktcartridges. 8. Plaats de oude inktpatroon in de doos en raadpleeg de informatie over het recyclen van gebruikte inktpatronen op de doos van de inktpatroon.
26 Hoofdstuk 3 Onderdelen, benodigdheden en accessoires NLWW
4 Afdrukken ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (Mac OS X) ● Afdruktaken opslaan op het apparaat om later af te drukken ● Afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Afdrukken vanaf de USB-poort Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Afdruktaken (Windows) Afdrukken (Windows) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Windows. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt of tikt u op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. 28 3. Klik of tik op de tabbladen in de printerdriver om de beschikbare opties te configureren.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) Gebruik deze procedure voor apparaten met een automatische duplexeenheid. Als er op het apparaat geen automatische duplexeenheid is geïnstalleerd of als u op papiersoorten wilt afdrukken die de duplexeenheid niet ondersteunt, kunt u handmatig dubbelzijdig afdrukken. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows) Gebruik deze procedure voor apparaten waar geen automatische duplexeenheid op is geïnstalleerd, of om af te drukken op papier dat de duplexeenheid niet ondersteunt. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. 30 3.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. NLWW 3. Klik of tik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5.
De papiersoort selecteren (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer het apparaat in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. 3. Klik of tik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer.... 5. Vouw de lijst Type is:-opties uit. 6.
Afdruktaken (Mac OS X) Afdrukken (Mac OS X) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Mac OS X. 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Open de vervolgkeuzelijst van het menu of klik op Details weergeven en selecteer andere menu's om de afdrukinstellingen aan te passen. 4. Klik op de knop Afdrukken.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Mac OS X) 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Open de vervolgkeuzelijst van het menu of klik op Details weergeven en klik vervolgens op het menu Lay-out. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel wilt afdrukken. 5. Selecteer in het gedeelte Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6.
Afdruktaken opslaan op het apparaat om later af te drukken ● Een opgeslagen taak maken (Windows) ● Een opgeslagen taak maken (MAC OS X) ● Een opgeslagen taak afdrukken ● Een opgeslagen taak verwijderen Een opgeslagen taak maken (Windows) U kunt taken op het apparaat opslaan, zodat u ze kunt afdrukken wanneer het u uitkomt. OPMERKING: Uw printerdriver kan er anders uitzien dan deze printerdriver, maar de stappen zijn dezelfde. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
dit kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. 5. ● Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van het apparaat. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het bedieningspaneel opgeven. Als u de taak beveiligt, moet u de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
4. 5. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Modus het type opgeslagen taak. ● Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. ● Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van het apparaat. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het bedieningspaneel opgeven.
38 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Ophalen uit apparaatgeheugen en raak deze knop aan. 2. Selecteer de naam van de map waar de opdracht is opgeslagen. 3. Selecteer de naam van de taak en raak vervolgens de knop Verwijderen aan. 4. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op en raakt u vervolgens de knop Verwijderen aan.
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat HP biedt diverse Mobile- en ePrint-oplossingen voor draadloos afdrukken naar een HP-printer vanaf een laptop, tablet, smartphone of ander mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/go/LaserJetMobilePrinting (alleen in het Engels) om te bepalen wat de beste keuze is.
● Netwerkinstellingen ● Menu Draadloos ● Wireless Direct ● SSID 3. Raak het gedeelte SSID-naam aan. 4. Gebruik het toetsenbord om de naam te wijzigen. 5. Raak OK aan. HP ePrint via e-mail Gebruik HP ePrint om documenten af te drukken door ze als e-mailbijlage vanaf een willekeurig apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het apparaat te sturen. OPMERKING: Mogelijk moet u de firmware van het apparaat bijwerken om deze functie te kunnen gebruiken.
● Windows: Nadat u de software hebt geïnstalleerd, kiest u in de toepassing die u op dat moment gebruikt de optie Afdrukken en selecteert u vervolgens HP ePrint in de lijst met geïnstalleerde printers. Klik op de knop Eigenschappen als u de afdrukopties wilt configureren. ● Mac: Na de installatie van de software, selecteert u Bestand, Afdrukken. Selecteer vervolgens de pijl naast PDF (in de linkerbenedenhoek van het driverscherm). Selecteer HP ePrint.
Afdrukken vanaf de USB-poort Met dit product heeft USB met eenvoudige toegang. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. De USB-poort aan de voorzijde van het apparaat is geschikt voor standaard USB-flashdrives. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: ● .pdf ● .prn ● .pcl ● .ps ● .cht De USB-poort inschakelen voor het afdrukken Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de USB-poort activeren.
5 Kopie ● Een kopie maken ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Een kopie maken 44 1. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. U kunt het aantal exemplaren aanpassen door het veld Exemplaren aan te raken om een toetsenblok te openen.
4. Voer het aantal exemplaren in en raak vervolgens de knop OK aan. 5. Raak de knop Starten NLWW aan.
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) Automatisch dubbelzijdig kopiëren 1. Leg de originele documenten in de documentinvoer met de tekst naar boven en met bovenkant van de pagina eerst. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. Raak de knop Zijden aan. 4. Raak de knop Enkelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan om een dubbelzijdige kopie van een enkelzijdig origineel te maken.
Kopieerkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Optimaliseer de kopieertaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's. 1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 2. Raak de knop Meer opties aan en raak vervolgens de knop Tekst/afb optimaliseren aan. 3. Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop Handmatig aanpassen aan en beweeg de schuifregelaar in het gedeelte Optimaliseren voor. Raak de knop OK aan. 4.
48 Hoofdstuk 5 Kopie NLWW
6 Scannen/verzenden ● Scannen naar e-mail instellen ● Opslaan in netwerkmap instellen ● Opslaan naar USB instellen ● Opslaan in SharePoint® instellen (alleen flowmodellen) ● Een Quick Set maken ● Een gescand document naar een of meer e-mailadressen verzenden ● Een gescand document verzenden naar een netwerkmap ● HP Flow CM-oplossing gebruiken (alleen flowmodellen) Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support.
Scannen naar e-mail instellen Het apparaat kan een bestand scannen en het zenden naar een of meer e-mailadressen. Gebruik de volgende informatie om de functie Scannen naar e-mail in te stellen.
8. Klik in het linkerdeelvenster op de link E-mail Setup (Instellen e-mail). 9. Selecteer in het dialoogvenster E-mail Setup (Instellen e-mail) het vakje Enable Send to E-mail (Zenden naar e-mail mogelijk maken). Klik onder Outgoing E-mail Servers (SMTP) (Uitgaande emailservers (SMTP)) op Add (Toevoegen). 10.
● Alle contacten: Toont alle contactpersonen die voor u beschikbaar zijn. ● Persoonlijke contacten: Toont alle contactpersonen die met uw gebruikersnaam worden geassocieerd. Deze contactpersonen zijn niet zichtbaar voor andere personen die het apparaat gebruiken. OPMERKING: U moet zijn aangemeld op het apparaat om de lijst Persoonlijke contacten te kunnen zien. ● Lokale contacten: Toont alle contactpersonen die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen.
1. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. 2. Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek te openen. 3. Raak linksonder in het scherm de knop Toevoegen aan.
4. Geef in het veld Naam de naam van de contactpersoon op. 5. Selecteer in de menulijst de optie E-mailadres en geef vervolgens het e-mailadres van de contactpersoon op. Raak de knop OK aan om de contactpersoon toe te voegen aan de lijst. Configureer Microsoft Outlook met Google Gmail Als u Google™ Gmail e-maildiensten gebruikt en u gebruikt tevens Microsoft® Outlook als uw e-mailinterface, dan is aanvullende configuratie noodzakelijk om de functie Scannen naar e-mail te gebruiken.
Gebruik een versleutelde verbinding van de volgende soort: SSL ● Outgoing server (Uitgaande server, SMTP): 587 Gebruik een versleutelde verbinding van de volgende soort: TLS NLWW 7. Klik op OK. 8. Klik in het scherm Account Settings (Accountinstellingen) op Next (Volgende). 9. Klik in het scherm Change Email Account (Wijzig e-mailaccount) op Finish (Voltooien) om het instellen te voltooien.
Opslaan in netwerkmap instellen Gebruik de volgende informatie om de snelinstelling voor Opslaan in netwerkmap te configureren. ● Gebruik de wizard van de Snelinstelling voor opslaan in netwerkmap ● Stel Opslaan naar netwerkmap in middels de HP geïntegreerde webserver ● Voltooi de instellingen van de bestemmingsmap Gebruik de wizard van de Snelinstelling voor opslaan in netwerkmap Sommige HP producten bevatten installatie van het stuurprogramma vanaf een software-cd.
7. Klik in het dialoogvenster Folder Settings (Mapinstellingen) op Add (Toevoegen) om een bestemmingsmap te creëren. Stel de gewenste opties in en klik op Next (Volgende). OPMERKING: Voor meer hulp met mapinstellingen, zie Voltooi de instellingen van de bestemmingsmap op pagina 57. 8. In het dialoogvenster Notification Settings (Meldingsinstellingen) kiest u uw voorkeur voor scanstatusmelding. Klik op Volgende. 9.
● De volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) ● Het IP-adres van de server De FQDN is mogelijkerwijs betrouwbaarder dan het IP-adres. Als de server het IP-adres via DHCP verkrijgt, dan kan het IP-adres veranderen. Met een IP-adres hoeft het product geen DNS te gebruiken om de bestemmingsserver te vinden en daarom is de verbinding mogelijkerwijs sneller. Voorbeelden: ● FQDN: \\servername.us.companyname.net\scans ● IP-adres: \\16.88.20.20\scans Aangepaste submap: deze optie creëert automatisch een s
● FTP-servernaam ● Poort ● FTP-mappad ● Aangepaste submap (benoemingsconventie voor submap) ● FTP-overdrachtsmodus ● Gebruikersnaam en wachtwoord Klik op Verify Access (Controleer toegang) om na te gaan of de bestemming toegankelijk is. Klik op OK. OPMERKING: Als een FTP-site buiten de firewall is, dan moet een proxyserver worden gespecificeerd onder de netwerkinstellingen. Deze instellingen zijn aanwezig in het tabblad EWS Networking, onder de opties Advanced (Geavanceerd).
Opslaan naar USB instellen 1. 60 Open de HP Embedded Web Server (EWS, geïntegreerde webserver): a. Raak de knop Network (Netwerk) aan vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van het product om het IP-adres of de hostnaam weer te geven. b. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het product. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend. 2.
Opslaan in SharePoint® instellen (alleen flowmodellen) OPMERKING: Voordat u deze procedure kunt voltooien moet de bestemmingsmap waarin u gescande bestanden wilt opslaan bestaan op de SharePoint®-site en u moet schrijftoegang hebben tot de bestemmingsmap. 1. Open de HP Embedded Web Server (EWS, geïntegreerde webserver): a. Raak de knop Network (Netwerk) aan vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van het product om het IP-adres of de hostnaam weer te geven. b.
a. Open nog een browserscherm en ga naar de scanbestemmingsmap van SharePoint®. Kopieer het bestemmingspad en plak het pad in het veld SharePoint® Path (SharePoint®-pad) in het dialoogvenster Add SharePoint® Path (SharePoint®-pad toevoegen). b. Klik op de knop Generate Short URL (Genereer korte URL) om een verkorte versie van de URL te creëren die getoond wordt op het bedieningspaneel van het product. Deze stap is vereist. c.
Een Quick Set maken Gebruik de functie Quick Sets om snel toegang te krijgen tot vooringestelde taakopties. De beheerder van het apparaat kan gebruikmaken van de geïntegreerde webserver van HP om Quick Sets te maken. Deze zijn vervolgens beschikbaar in het menu Quick Sets in het beginscherm van het bedieningspaneel.
7.
Een gescand document naar een of meer e-mailadressen verzenden ● E-mail verzenden door handmatige invoer van e-mailadressen ● E-mail verzenden met het adresboek E-mail verzenden door handmatige invoer van e-mailadressen 1. Leg het document met de bedrukte zijde omlaag op het scannerglas, of leg het met de bedrukte zijde omhoog in de documenttoevoer en pas de papiergeleiders aan voor het formaat van het document. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan.
66 4. Voer het e-mailadres in. Om naar meerdere adressen te verzenden, scheidt u de adressen met een puntkomma of raakt u de toets Enter aan op het bedieningspaneel na elk adres dat u hebt ingevoerd. 5. Vul de velden CC:, Onderwerp:, en Bestandsnaam: in door het veld aan te raken en gegevens in te voeren met het toetsenbord op het aanraakscherm. Raak de knop OK aan zodra u de velden hebt ingevuld. 6. Raak de knop Meer opties aan als u de instellingen voor het document wilt wijzigen. 7.
8. Raak de knop Starten verzenden. aan om het document te OPMERKING: Het apparaat kan u vragen om uw e-mailadres aan het adresboek toe te voegen. OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken. Voor meer informatie over deze functie raakt u in het voorbeeldscherm de knop Help aan. 9. Als u nog een e-mailtaak wilt instellen, raakt u de knop OK aan in het statusscherm.
2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop E-mail aan. OPMERKING: Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in wanneer u hierom wordt gevraagd. 68 3. Raak de knop Adresboek aan naast het veld Aan: om het scherm Adresboek te openen. 4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst het adresboekoverzicht dat u wilt gebruiken.
5. Selecteer een naam uit de lijst met contactpersonen en raak vervolgens de knop pijltje naar rechts aan om de naam toe te voegen aan de ontvangerslijst. Herhaal deze stap voor elke ontvanger en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak de knop Starten verzenden. aan om het document te OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
Een gescand document verzenden naar een netwerkmap Het apparaat kan een bestand scannen en dit in een map op het netwerk opslaan. Deze functie wordt door de volgende besturingssystemen ondersteund: ● Windows Server 2003, 64-bits ● Windows Server 2008, 64-bits ● Windows XP, 64-bits ● Windows Vista, 64-bits ● Windows 7, 64-bits ● Novell v5.1 en hoger (biedt alleen toegang tot de Quick Sets-mappen) OPMERKING: U kunt deze functie gebruiken voor Mac OS X versie 10.
3. Om een van de vooraf ingestelde opdrachtinstellingen te gebruiken, selecteert u een van deze items uit de lijst Quick Sets. 4. Raak voor het instellen van een nieuwe taak het tekstveld Bestandsnaam aan om een toetsenbord te openen en typ een naam voor het bestand. Raak de knop OK aan. 5. Raak indien nodig het vervolgkeuzemenu Bestandsnaam aan om een ander uitvoerformaat voor het bestand te selecteren.
6. Raak de knop Toevoegen onder het veld Pad naar map aan om een toetsenbord te openen, en voer vervolgens het pad naar de netwerkmap in. Gebruik deze structuur voor het pad: \\pad\pad Raak de knop OK aan. 7. Raak de knop Meer opties aan om instellingen voor het document te configureren. 8. Raak de knop Starten te slaan. aan om het bestand op OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken.
HP Flow CM-oplossing gebruiken (alleen flowmodellen) HP Flow CM Professional is een gebruiksvriendelijke, cloudgebaseerde oplossing waarmee bedrijven optimaal kunnen samenwerken door veilige opslag van en toegang tot gegevens. Via een webbrowser hebt u vanuit vrijwel elke locatie toegang tot een volledige set beproefde hulpmiddelen voor documentbeheer. Hiermee kunt u gegevens onder meer vastleggen, opslaan, zoeken, ophalen en delen.
74 Hoofdstuk 6 Scannen/verzenden NLWW
7 Faxen ● Fax instellen ● Faxconfiguratie wijzigen ● Een fax versturen Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
Fax instellen De stappen voor het instellen van de faxfunctie op het apparaat zijn afhankelijk van of u de producthardware nog moet installeren of al hebt geïnstalleerd. OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver van HP.
Faxconfiguratie wijzigen OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver van HP. ● Kiesinstellingen voor fax ● Algemene instellingen faxverzending ● Instellingen faxontvangst Kiesinstellingen voor fax 1. Blader in het beginscherm van het product naar Beheer en raak dit aan 2.
Menuoptie Omschrijving Opnieuw kiezen bij geen antwoord Met de instelling Opnieuw kiezen bij geen antwoord geeft u op hoe vaak de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen als er niet wordt opgenomen. Afhankelijk van de land/regio-instelling is het aantal herkiespogingen 0 tot 1 of 0 tot 2. Het interval tussen de herkiespogingen wordt bepaald door de instelling Interval opnieuw kiezen.
Menuoptie Omschrijving Foutcorrectiemodus Normaal gesproken worden de signalen op de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd door de faxmodule. Als de faxmodule tijdens de verzending een fout vaststelt en de instelling Foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan de faxmodule een verzoek verzenden om het foutieve gedeelte van de fax nogmaals te verzenden. De functie Foutcorrectiemodus is standaard ingeschakeld.
80 Menuoptie Omschrijving Snelheid faxontvangst Raak de vervolgkeuzelijst Snelheid faxontvangst aan en selecteer een van de volgende opties: ● Snel (standaard) — v.34/max. 33.600 bps ● Gemiddeld — v.17/max. 14.400 bps ● Langzaam — v.29/max. 9.600 bps Beltooninterval Raak het vak onder de kop Beltooninterval aan om het toetsenblok weer te geven. Voer met het toetsenblok een waarde voor het beltooninterval in en raak vervolgens op de knop OK aan.
Een fax versturen 1. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Fax aan. Mogelijk moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. 3. Raak de knop Meer opties aan. Controleer of de instellingen overeenkomen met die van het origineel.
5. Voer een telefoonnummer in en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak de knop Starten verzenden. aan om de fax te OPMERKING: U kunt altijd een voorbeeld van de afbeelding bekijken door in de rechterbovenhoek van het scherm de knop Voorbeeld aan te raken. Voor meer informatie over deze functie raakt u in het voorbeeldscherm de knop Help aan.
8 Het apparaat beheren ● IP-netwerkinstellingen configureren ● Geïntegreerde webserver van HP ● HP Utility voor Mac OS X ● HP Web Jetadmin ● Besparingsinstellingen ● Functies voor productbeveiliging ● Software- en firmware-updates Voor meer informatie: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Ga buiten de VS naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Probleemoplossing. Voer de productnaam in en selecteer Zoeken.
IP-netwerkinstellingen configureren ● Disclaimer voor printer delen ● Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ● De naam van het apparaat in het netwerk wijzigen ● IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ● IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP.
3. Op de pagina Apparaatgegevens wordt de standaardproductnaam weergegeven in het veld Apparaatnaam. U kunt deze naam wijzigen zodat u het apparaat kunt identificeren. OPMERKING: Het invullen van de andere velden op deze pagina is optioneel. 4. Klik op de knop Toepassen om de wijzigingen toe te passen. IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Gebruik het menu Beheer op het bedieningspaneel om handmatig een IPv4-adres, subnetmasker en standaardgateway in te stellen. 1.
Selecteer de optie Aan en raak vervolgens de knop Opslaan aan. 86 3. Raak de knop Adres aan en raak vervolgens het veld aan om een toetsenblok te openen en het adres te configureren. 4. Gebruik het toetsenblok om het adres in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. 5. Raak de knop Opslaan aan.
Geïntegreerde webserver van HP ● De geïntegreerde webserver van HP (EWS) openen ● Functies van de geïntegreerde webserver van HP Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u via de computer afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van het apparaat.
● Tabblad Algemeen ● Tabblad Afdrukken of Kopiëren/afdrukken ● Tabblad Scannen/digitaal verzenden (alleen MFP's) ● Tabblad Faxen (alleen MFP's) ● Tabblad Probleemoplossing ● Tabblad Beveiliging ● Tabblad HP-webservices ● Tabblad Netwerk ● Lijst Overige koppelingen Tabblad Informatie Tabel 8-1 Tabblad Informatie van de geïntegreerde webserver van HP 88 Menu Omschrijving Status apparaat Hiermee geeft u de status van het apparaat weer en de geschatte resterende levensduur van benodigdhed
Tabblad Algemeen Tabel 8-2 Tabblad Algemeen van de geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Bedieningspaneel aanpassen Herschik, toon of verberg functies op het scherm van het bedieningspaneel. Wijzig de standaardschermtaal. Quick Sets instellen Hiermee configureert u taken die beschikbaar zijn in het gedeelte Quick Sets op het beginscherm van het bedieningspaneel van het apparaat.
Tabel 8-3 Tabblad Kopiëren/afdrukken van de geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Ophalen vanaf USB instellen Hiermee kunt u het menu Ophalen van USB op het bedieningspaneel in- of uitschakelen. Opgeslagen taken beheren Hiermee schakelt u de optie om taken in het apparaatgeheugen op te slaan, in of uit. U kunt de opties voor het opslaan van taken configureren.
Tabel 8-4 Tabblad Scannen/digitaal verzenden van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Opslaan naar netwerkmap instellen Hiermee kunt u de instellingen voor de netwerkmappen voor digitaal verzenden configureren, inclusief de volgende instellingen: Opslaan naar USB instellen ● Standaardinstellingen voor Quick Sets-taken die zijn opgeslagen in een netwerkmap ● Instellingen voor notificaties ● Standaardscaninstellingen voor taken die zijn opgeslagen in een netwerkmap ● Stand
Tabel 8-5 Tabblad Faxen van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Fax archiveren en doorsturen Hiermee kunt u het archiveren en doorsturen van faxberichten in- of uitschakelen en basisinstellingen voor beide functies configureren: Faxactiviteitenlog ● Bij het archiveren van faxen wordt een kopie van alle ontvangen en verzonden faxen naar een e-mailadres verzonden. ● Bij het doorsturen van faxberichten worden inkomende faxberichten naar een ander faxapparaat gestuurd.
Tabel 8-7 Tabblad Beveiliging van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Toegangsbeheer Hiermee kunt u de toegang tot apparaatfuncties voor bepaalde personen of groepen configureren, en de methode selecteren waarmee personen zich bij het apparaat aanmelden. Opgeslagen gegevens beveiligen Hiermee kunt u de interne harde schijf van het apparaat configureren en beheren. Voor maximale beveiliging wordt dit apparaat geleverd met een gecodeerde harde schijf.
Tabel 8-9 Tabblad Netwerk van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving AirPrint Hiermee kunt u afdrukken via het netwerk vanaf Apple-producten instellen en in- of uitschakelen. Taal selecteren Hiermee wijzigt u de taal die wordt weergegeven door de geïntegreerde webserver van HP. Deze pagina verschijnt als de webpagina's meerdere talen ondersteunen. U kunt de ondersteunde talen ook selecteren via de instellingen voor de voorkeurstaal in de browser.
Tabel 8-9 Tabblad Netwerk van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Protocolinformatie Hier kunt u voor elk protocol een lijst weergeven met instellingen voor netwerkconfiguratie op de HP Jetdirect-printserver. Configuratiepagina Hier kunt u de HP Jetdirect-configuratiepagina weergeven die informatie bevat over de status en de configuratie van HP Jetdirect.
HP Utility voor Mac OS X Gebruik de HP Utility voor Mac OS X om de status van het apparaat te controleren of de apparaatinstellingen via uw computer weer te geven of te wijzigen. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het apparaat beschikt over een USB-kabel of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen Open de Finder en klik achtereenvolgens op Programma's, Hewlett-Packard en HP Utility.
Menu Item Omschrijving Lettertypen uploaden Brengt lettertypebestanden over van de computer naar het apparaat. HP Connected Hiermee hebt u toegang tot de HP Connected-website. Firmware bijwerken Zet een updatebestand voor firmware over naar het apparaat. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar nadat u in het menu Weergave de optie Toon geavanceerde opties hebt geselecteerd. Opdrachten Stuurt na de afdruktaak speciale tekens of afdrukopdrachten naar het apparaat.
HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele apparaten en digitale verzendapparatuur.
Besparingsinstellingen ● Snelheid of energieverbruik optimaliseren ● Sluimermodus instellen ● Het sluimerschema instellen Snelheid of energieverbruik optimaliseren Het product heeft vier oplopende instellingen voor de optimalisatie van snelheid of energiegebruik. 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: 3.
● Datumindeling ● Tijdsindeling 4. Raak de knop Opslaan aan. 5. Open het menu Datum/tijd en configureer de volgende instellingen: ● Datum/tijd ● Tijdzone Schakel het selectievakje Aanpassen aan zomertijd in als u in een gebied bent waarin zomertijd van toepassing is. 6. Raak de knop Opslaan aan. 7. Raak de pijl naar links aan om terug te keren naar het scherm Beheer. 8. Open de volgende menu's: 9.
Functies voor productbeveiliging ● Veiligheidsinformatie ● IP Security ● Aanmelden op het apparaat ● Een systeemwachtwoord instellen ● Ondersteuning van codering: HP High Performance Secure Hard Disks ● De formatter vergrendelen Veiligheidsinformatie Het apparaat ondersteunt beveiligingsstandaarden en aanbevolen protocollen om het apparaat te beveiligen, belangrijke gegevens op uw netwerk te beschermen en het beheer en onderhoud van het apparaat te vereenvoudigen. Ga naar www.hp.
b. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het product. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend. 2. Klik op het tabblad Beveiliging. 3. Open het menu Algemene beveiliging. 4. Voer in het veld Gebruikersnaam de naam in die u wilt koppelen aan het wachtwoord. 5.
Software- en firmware-updates HP geeft regelmatig updates uit voor functies die beschikbaar zijn in de firmware van het apparaat. Update de productfirmware om gebruik te maken van de meest actuele functies. Download de meest recente firmware-update van internet: In de VS gaat u naar www.hp.com/support/ojcolorMFPX585. Klik op Drivers & software. Buiten de VS volgt u deze stappen: NLWW 1. Ga naar www.hp.com/support. 2. Selecteer uw land/regio. 3. Klik op Drivers & software. 4.
104 Hoofdstuk 8 Het apparaat beheren NLWW
9 Algemene problemen oplossen ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat ● Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Beeldkwaliteit kopie verbeteren ● Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Problemen met bekabelde netwerke
De fabrieksinstellingen herstellen 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Algemene instellingen ● Fabrieksinstellingen terugzetten In een bevestigingsbericht wordt gemeld dat het uitvoeren van de herstelfunctie kan leiden tot gegevensverlies. Raak de knop Resetten aan om het proces te voltooien. OPMERKING: Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart nadat het uitvoeren van de herstelfunctie is voltooid.
Help-systeem op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van het apparaat Cartridge bijna leeg: Het apparaat geeft aan wanneer een inktcartridge vrijwel leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een inktcartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende tonercartridge heeft die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De inktcartridge hoeft nu nog niet te worden vervangen.
Wanneer de drempelwaarde Vrijwel leeg is bereikt, kan het apparaat faxberichten zonder onderbreking blijven afdrukken als u de optie Doorgaan voor de inktcartridge selecteert, maar de afdrukkwaliteit kan afnemen. Benodigdheden bestellen NLWW Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Het apparaat pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Het apparaat pakt geen papier op ● Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ● Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3.
NLWW ● Mogelijk zit er iets op het origineel, zoals een nietje of een zelfhechtend memoblaadje, dat moet worden verwijderd. ● Controleer of alle rollen goed zijn geplaatst en of de klep van de rollen in de documentinvoer gesloten is. ● Zorg dat de bovenste klep van de documentinvoer gesloten is. ● Misschien zijn de pagina's niet goed geplaatst. Leg de pagina's recht en stel de papiergeleiders in om de stapel te centreren.
Storingen verhelpen Autonavigatie voor het verhelpen van storingen De autonavigatiefunctie helpt u door middel van stapsgewijze instructies op het bedieningspaneel bij het verhelpen van storingen. Nadat u een stap hebt uitgevoerd, toont het apparaat instructies voor de volgende stap tot u alle stappen van de procedure hebt voltooid. Frequente of terugkerende papierstoringen? Probeer de volgende oplossingen om papierstoringen te voorkomen. 1.
storingen verhelpen in de uitvoerbak 1. Kijk of er vastgelopen papier is vastgelopen in de uitvoerbak. caps lock A shift Z @ S X D C alt F V G B H N J 2. K M L : ; , alt . ‘ ? / “ enter shift Verwijder alle zichtbare afdrukmateriaal. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. caps lock A shift Z @ S X alt D C F V G B H N J 3. K M alt , L : ; .
Storingen in lade 1 (multifunctionele lade) oplossen 1. Trek vastgelopen papier uit lade 1 als het zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar is. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. 2. U kunt ook bij het vastgelopen papier door lade 2 te verwijderen en het vel eerst naar rechts en dan uit het product te trekken. 3.
4. Als het papier nog steeds niet zichtbaar of bereikbaar is, verwijder dan de inktverzameleenheid door er met beide handen aan te trekken. Zet de duplexeenheid rechtop opzij, op een vel papier om te voorkomen dat er inkt wordt gemorst. VOORZICHTIG: Zorg dat u, wanneer u aan de duplexeenheid trekt, de zwarte cilinder niet aanraakt om inktvlekken op uw huid of kleding te voorkomen. 5. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. Het product probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren.
7. Plaats de inktverzameleenheid opnieuw. 8. Sluit de linkerklep.
Storingen verhelpen in de linkerklep 1. Open de linkerklep. 2. Verwijder voorzichtig eventueel zichtbaar papier uit de rollen en het uitvoergebied. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen. 3. Sluit de linkerklep.
Storingen verhelpen in en rondom de inktverzameleenheid 1. Open de linkerklep. 2. Als u de achterrand van het vel kunt zien, verwijdert u het vel uit het apparaat. 3. Als het papier niet zichtbaar of bereikbaar is, verwijder dan de inktverzameleenheid door er met beide handen aan te trekken. Zet de duplexeenheid rechtop opzij, op een vel papier om te voorkomen dat er inkt wordt gemorst.
4. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. Het product probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren. Mogelijkerwijs moet u voorzichtig aan het vel trekken, indien het niet wordt opgepakt. Verwijder het vel. 5. Til het groene tabje op om de degel terug te plaatsen in de werkingspositie.
6. Plaats de inktverzameleenheid opnieuw. 7. Sluit de linkerklep.
Papierstoringen in lade 2 verhelpen 1. Open lade 2 door deze eruit te trekken en de vergrendeling linksachter op de lade te ontgrendelen. 2. Verwijder het vastgelopen vel door het eerst naar rechts en dan uit het product te trekken. 3. Sluit lade 2. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant.
Storingen in optionele lade 3 verhelpen 1. Open lade 3. 3 2. Verwijder het vastgelopen vel door het eerst naar rechts en dan uit het product te trekken.
3. Als de storing niet in de lade kan worden verholpen, dan kunt u het proberen vanuit de onderste linkerklep. 4. Sluit lade 3. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant.
Storingen verhelpen in de documentinvoer 1. Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. 2. Open de klep van de documentinvoer.
3. Trek de klep omhoog die toegang geeft tot het vastgelopen papier, verwijder het papier en sluit de klep. Draai indien nodig het groene wiel aan de voorzijde van de documenttoevoer om vastgelopen papier te verwijderen. 4. NLWW Druk de klep naast de documentinvoerrollen aan om na te gaan deze goed dicht zit.
5. Alleen flow-modellen: Til de invoerlade van de documentinvoer omhoog. 6. Alleen flow-modellen: Duw tegen de twee uitsparingen die aan beide uiteinden van de e-Duplexeenheid zitten.
NLWW 7. Alleen flow-modellen: Verwijder de e-Duplex-eenheid door deze naar buiten te trekken. 8. Alleen flow-modellen: Verwijder vastgelopen papier.
9. Alleen flow-modellen: Plaats de e-Duplex-eenheid terug door deze in het apparaat te laten glijden tot de eenheid op zijn plaats wordt vergrendeld. 10. Alleen flow-modellen: Laat de documentinvoerlade zakken.
11. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Zorg ervoor dat de geleiders in de documentinvoerlade stevig tegen het papier aanzitten. Verwijder alle nietjes en paperclips uit de originele documenten. OPMERKING: Originele documenten die zijn afgedrukt op zwaar, glanzend papier kunnen vaker vast te komen zitten dan originelen op gewoon papier.
De afdrukkwaliteit verbeteren Als het product problemen heeft met afdrukkwaliteit, probeer dan de volgende oplossingen in de gegeven volgorde om het probleem op te lossen. Als het product scan-, fax- of kopieerkwaliteitsproblemen heeft, probeer dan de volgende oplossingen en zie ook 'Verbeter scankwaliteit', 'Verbeter faxkwaliteit' of 'Verbeter kopieerkwaliteit' voor meer oplossingen.
De instelling voor de papiersoort controleren (Mac OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Afwerking. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Media een papiersoort. 5. Klik op de knop Afdrukken.
Het apparaat reinigen Een reinigingspagina afdrukken Druk een reinigingspagina af om stof en papierresten uit de papierbaan te verwijderen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Er bevinden zich inktvlekken op de afgedrukte pagina's. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. Ga als volgt te werk om een reinigingspagina af te drukken. 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Apparaatonderhoud en raak deze knop aan. 2.
1. Druk op de aan-uitknop om het apparaat uit te schakelen en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
4. Droog de scannerglasplaat en de witte plastic onderdelen met een zeemleren spons of cellulosespons om vlekken te voorkomen. 5. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en druk op de aan-uitknop om het apparaat in te schakelen. De inktcartridge visueel inspecteren 1. Verwijder de inktcartridge en controleer of er geen inktresten zijn achtergebleven op het cartridgepad. 2. Bestudeer de metalen connector van de inktcartridge.
● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter afdrukresultaat. Stap twee: De omgeving controleren De omgeving kan de afdrukkwaliteit direct beïnvloeden en is een algemene oorzaak van problemen met afdrukkwaliteit of papiertoevoer.
1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Apparaatonderhoud en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Kalibratie/reiniging ● volledige kalibratie Raak de knop Start aan om het kalibratieproces te starten. Een bericht Kalibreren zal worden getoond op het bedieningspaneel van het product. Het volledige kalibratieproces duurt enkele minuten. Schakel het product pas uit nadat het kalibratieproces is voltooid. 4.
6. ● Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt. ● Aangepast profiel: Selecteer deze optie als u een aangepast invoerprofiel wilt gebruiken om de kleurweergave nauwkeurig te kunnen sturen (bijvoorbeeld om een andere HP LaserJetkleurenprinter te emuleren). Aangepaste profielen kunt u downloaden van www.hp.com. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken. De kleuropties wijzigen 1.
HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 138 Hoofdstuk 9 Algemene problemen oplossen ● Meegeleverd als de standaarddriver op de apparaat-cd. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert.
Beeldkwaliteit kopie verbeteren Als het product problemen heeft met kopieerkwaliteit, probeer dan de volgende oplossingen in de gegeven volgorde om het probleem op te lossen.
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen.
● Kalibratie/reiniging ● Kalibratie scanner 3. Raak de knop Volgende aan om het kalibratieproces te starten. Volg de instructies op het scherm op. 4. Wacht tot het apparaat is gekalibreerd en probeer vervolgens opnieuw te kopiëren. Papierinstellingen controleren Volg de volgende stappen als gekopieerde pagina's vlekken bevatten, onscherp of donker zijn afgedrukt, als het papier is gekruld, als het papier tonerstippen vertoont of als de toner helemaal is weggevallen.
3. Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop Handmatig aanpassen aan en beweeg de schuifregelaar in het gedeelte Optimaliseren voor. Raak de knop OK aan. 4. Raak de knop Starten aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de opdracht hebt voltooid, keert het apparaat terug naar de standaardinstellingen.
2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer. Als het probleem voortbestaat, controleer dan het scheidingskussen en rollen van de documentinvoer op schade of slijtage en vervang ze wanneer dat noodzakelijk is.
Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● Controleer de instellingen voor scannen/verzenden vanaf het bedieningspaneel van het product ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Probeer eerst deze eenvoudige stappen: ● Gebruik de flatbedscanner in plaats van de documentinvoer. ● Gebruik hoogwaardige originelen.
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen.
1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open het menu Instellingen voor scannen/digitaal verzenden. 3. Selecteer de categorie instellingen voor scannen en verzenden die u wilt configureren. 4. Open het menu Standaardtaakopties. 5. Raak de knop Resolutie aan. 6. Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop Opslaan aan. 7. Raak de knop Starten aan.
● opslaan in netwerkmap ● Opslaan in apparaatgeheugen ● Opslaan op USB ● Scannen naar SharePoint® 2. Raak de knop Meer opties aan en raak vervolgens de knop Tekst/afb optimaliseren aan. 3. Selecteer een van de vooraf gedefinieerde opties of raak de knop Handmatig aanpassen aan en beweeg de schuifregelaar in het gedeelte Optimaliseren voor. Raak de knop OK aan. 4. Raak de knop Starten aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk.
2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer. Als het probleem voortbestaat, controleer dan het scheidingskussen en rollen van de documentinvoer op schade of slijtage en vervang ze wanneer dat noodzakelijk is.
Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren ● De instellingen voor beeldaanpassing controleren ● Faxkwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen ● De instellingen voor foutcorrectie controleren ● Naar een ander faxapparaat verzenden ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen ● Instelling voor aanpassen aan paginagrootte controler
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen.
3. Raak de knop Resolutie aan. 4. Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop Opslaan aan. 5. Raak de knop Starten aan. De instellingen voor beeldaanpassing controleren Pas deze aanvullende instellingen aan om de kwaliteit bij het verzenden van faxen te verbeteren. 1. Blader in het beginscherm van het bedieningspaneel naar de knop Beheer en raak deze knop aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaardtaakopties 3.
3. ● Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending Selecteer de optie Foutcorrectiemodus. Raak de knop Opslaan aan. Naar een ander faxapparaat verzenden Probeer de fax naar een ander faxapparaat te verzenden. Als de faxkwaliteit beter is, heeft het probleem te maken met de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger of met de status van de benodigdheden voor het faxapparaat van de ontvanger. De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen 1.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. OPMERKING: Til de rollerconstructie op zodat u de tweede roller kunt schoonmaken. 4. Sluit de klep van documentinvoer.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Controleer de volgende items om na te gaan of het apparaat met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en zoek het IP-adres van het apparaat op deze pagina.
a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ vervolgens cmd en druk op Enter. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw apparaat. In Mac: open het netwerkhulpprogramma en typ het IP-adres in het juiste veld in het paneel Ping. c. 2. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Faxproblemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen ● Algemene faxproblemen Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen Gebruik de onderstaande controlelijst om de oorzaak van faxproblemen te bepalen: ● Gebruikt u het faxsnoer dat bij de faxmodule is geleverd? Deze faxmodule is met het bijgeleverde faxsnoer getest en voldoet met gebruik van dit snoer aan de RJ11-specificaties en functionele eisen. Gebruik geen ander faxsnoer.
Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? Als de instelling voor het aantal beltonen voor de berichtenservice lager is dan voor de faxmodule, beantwoordt de berichtenservice de oproep en kan de faxmodule geen faxberichten ontvangen. Als de instelling voor het aantal beltonen voor de faxmodule lager is dan voor de berichtenservice, worden alle oproepen door de faxmodule beantwoord.
Beschadigd/Aan/Uit1 1 Er heeft zich een fout in de faxmodule voorgedaan. Plaats de faxmodulekaart opnieuw en controleer of de pinnetjes niet verbogen zijn. Vervang de faxmodulekaart als de status BESCHADIGD blijft. AAN geeft aan dat de analoge faxmodule is ingeschakeld. UIT geeft aan dat de LAN-fax is ingeschakeld (en de analoge fax is uitgeschakeld).
Algemene faxproblemen Hieronder volgen enkele veelvoorkomende faxproblemen. De fax kan niet worden verzonden JBIG is ingeschakeld, maar het faxapparaat van de ontvanger heeft geen JBIG. Schakel de instelling voor JBIG uit. Er wordt een statusbericht voor onvoldoende geheugen op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven De schijf van het product is vol. Verwijder een aantal opgeslagen taken uit het geheugen. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Ophalen uit apparaatgeheugen aan.
Eén faxpagina wordt afgedrukt over twee pagina's Doordat de faxkopregel wordt ingevoegd aan de bovenzijde van de fax wordt de tekst aan de onderzijde verschoven naar een tweede pagina. Als u wilt dat de fax op één pagina wordt afgedrukt, stelt u voor de overlay-kopregel de overlay-modus in of past u de instelling Aanpassen aan pagina aan. Het document blijft tijdens het faxen in de documentinvoer steken Er is een storing in de documentinvoer. Verhelp de storing en verzend de fax opnieuw.
Index A aanmelden bedieningspaneel 101 aanmeldknop locatie 9 aansluitmogelijkheid (HIP) locatie 5 aantal exemplaren, wijzigen 44 aan-uitknop locatie 5 accessoires bestellen 22 adresboeken, e-mail ontvangerslijsten 67 ontvangerslijsten maken 51 afdrukinstellingen geïntegreerde webserver van HP 89 afdrukken opgeslagen taken 37 vanaf USB-opslagaccessoires 42 afdrukken op beide zijden handmatig, Windows 30 instellingen (Windows) 29 Afdrukken via HP Wireless Direct 39 Afdrukken via NFC 39 Afdrukken via NFC (Nea
invoerproblemen 159 vereiste instellingen 76, 77 faxafbeeldingen optimaliseren 151 faxen optimaliseren voor tekst of afbeeldingen 151 faxinstellingen geïntegreerde webserver van HP 91 faxpoort locatie 8 firmware update Mac 97 formatter locatie 7 fuser locatie 7 G gateway, standaard instellen 85 geheugen meegeleverd 2 Geïntegreerde webserver apparaatnaam wijzigen 84 netwerkinstellingen wijzigen 84 openen 84 geïntegreerde webserver (EWS) functies 87 netwerkverbinding 87 wachtwoorden toewijzen 101 geïntegreerd
knop Vernieuwen locatie 9 kopieerinstellingen geïntegreerde webserver van HP 89 kopiëren dubbelzijdige documenten 46 meerdere exemplaren 44 optimaliseren voor tekst of afbeeldingen 47, 141 resolutie 2 Kopiëren één exemplaar 44 L lade 1 storingen verhelpen Lade 1 locatie 5 lade 2 storingen verhelpen lade 2 en 3 locatie 5 lade 3 artikelnummer 22 laden capaciteit 2 configureren 16 locatie 5 meegeleverde 2 storingen verhelpen LAN-poort locatie 8 lettertypes uploaden, Mac 97 linkerklep locatie 7 storingen verhel
rollen reinigen 142, 147, 152 S scannen optimaliseren voor tekst of afbeeldingen 146 resolutie 2 scannen naar e-mail adresboeken 51, 67 instellen 50 ontvangerslijsten 67 scannen naar e‑mail documenten verzenden 65 scannen naar map 70 scanner glasplaat reinigen 132, 139, 144, 149 kalibreren 140 serienummer locatie 7 sluimerknop locatie 9 snelheid, optimaliseren 99 software HP Utility 96 speciaal papier afdrukken (Windows) 32 standaardgateway, instellen 85 startknop locatie 9 status HP Utility, Mac 96 status,
© 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.