Gebruikershandleiding
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Direct aan de slag ........................................................................................................................................... 1 Beste praktijken .................................................................................................................................... 1 Leuk om te doen ................................................................................................................................... 2 Meer hulpmiddelen van HP .......
Draadloos netwerk beveiligen ........................................................................... 22 Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 23 Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........................................................................................................................... 24 Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................
Hotkeys gebruiken ............................................................................................ 42 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken .................................................................. 43 6 Energiebeheer ............................................................................................................................................... 44 Slaapstand en sluimerstand activeren ....................................................................................
Gegevens en stations delen en software openen .............................................................. 66 8 Computer onderhouden ............................................................................................................................... 67 Prestaties verbeteren ......................................................................................................................... 67 Omgaan met schijfeenheden .........................................................................
Systeemdiagnose gebruiken .............................................................................................................. 86 11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten .......................................................................... 87 Herstelmedia en back-ups maken ...................................................................................................... 88 HP Recovery-media maken ..............................................................................
x
1 Direct aan de slag Deze computer is een krachtig hulpmiddel dat is ontworpen om uw werk en amusement te verbeteren. Lees dit hoofdstuk om het beste uit de computer te halen. Lees over beste praktijken na de installatie, over leuke dingen die u met de computer kunt doen en waar u meer hulpmiddelen van HP kunt vinden.
Leuk om te doen 2 ● U weet dat u een YouTube-video op de computer kunt bekijken. Maar wist u ook dat u de computer ook op een televisie of spelconsole kunt aansluiten? Zie HDMI-apparaat aansluiten op pagina 31 voor meer informatie. ● U weet dat u op de computer naar muziek kunt luisteren. Maar wist u ook dat u liveradio naar de computer kunt streamen en naar muziek of praatprogramma's uit de hele wereld kunt luisteren? Raadpleeg Audio gebruiken op pagina 28.
Meer hulpmiddelen van HP U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van installatie en voorzieningen van de computer. Handleiding Windows 8 Basics ● Overzicht van gebruiken van en navigeren met Windows® 8.
Bron Inhoud Beperkte garantie* ● Specifieke garantiegegevens voor deze computer. Selecteer voor toegang tot deze handleiding de app HP Support Assistant op het scherm Start, selecteer Mijn computer en vervolgens Garantie en diensten of ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Hardware- en softwaregegevens opzoeken Hardware vinden Ga als volgt te werk om te ontdekken welke hardware is geïnstalleerd op uw computer: 1. Typ e op het startscherm en selecteer daarna Configuratiescherm. 2. Selecteer Systeem en beveiliging en klik vervolgens in het systeemgebied op Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die zijn geïnstalleerd op de computer.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) Optischeschijfeenheid Leest van en (alleen bepaalde modellen) schrijft naar een optische schijf. (2) Lampje van de optischeschijfeenheid ● Groen: er wordt geschreven naar of gelezen van de optischeschijfeenheid. ● Uit: de optischeschijfeenheid is inactief. (3) Ejectknop van de optischeschijfeenheid Hiermee ontgrendelt u de schijflade. (4) Aan/uit-lampje ● Wit: de computer is ingeschakeld.
Onderdeel (7) Beschrijving USB 2.0-poort Hierop sluit u een optioneel USB-apparaat aan. OPMERKING: raadpleeg USB-apparaat gebruiken op pagina 58 voor informatie over de verschillende types USB-poorten. (8) Lampje van de netvoedingsadapter ● Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is opgeladen. ● Oranje: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu wordt opgeladen. ● Uit: de computer werkt op gelijkstroomvoeding. (9) Netvoedingsconnector Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt. (2) Externemonitorpoort Hierop sluit u een optionele VGA-monitor of -projector aan.
Achterkant Onderdeel Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (2)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local-area networks). (2) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (3) HP TrueVision HD-webcam Met de webcam kunt u video opnemen, foto's maken, en videoconferenties houden en online chatten door video te streamen. Als u de webcam wilt gebruiken, typt u c op het startscherm en selecteert u CyberLink YouCam.
Bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) touchpad-aan/uit-knop Hiermee schakelt u het touchpad in en uit. (2) touchpadlampje ● Aan: het touchpad is uit. ● Uit: het touchpad is aan. (3) touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer op het scherm (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (4) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Wit: de computer is ingeschakeld. ● Wit knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel Beschrijving (4) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen. (5) Lampje van de vingerafdruklezer ● Wit: de vingerafdruk is gelezen. ● Oranje: de vingerafdruk is niet gelezen.
Knoppen, luidsprekers en vingerafdruklezer Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen. VOORZICHTIG: als u op de aan/uit-knop drukt en deze ingedrukt houdt, gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de b-toets, de spatiebalk of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-logotoets Hiermee geeft u het bureaublad of het startscherm weer. (4) b-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de fn-toets, wordt Beats Audio in- of uitgeschakeld.
Onderdeel (7) Beschrijving Num Lock-toets Hiermee regelt u de werking van het geïntegreerde numerieke toetsenblok. Druk op de toets om te schakelen tussen de standaard numerieke functie van een extern toetsenblok (in de fabriek geselecteerd) en de navigatiefunctie (aangeduid met de pijlen op de toetsen). OPMERKING: de toetsenblokfunctie die actief is op het moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (2) Accuontgrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte en opent u het onderpaneel. (3) Ventilatieopeningen (3) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Onderdeel Beschrijving (4) Geïntegreerde subwoofer Produceert superieure lage tonen. (5) Vasteschijfruimte, compartiment voor module voor draadloze communicatie en geheugenmodulecompartiment Het onderpaneel bied toegang tot de vasteschijfruimte, het compartiment voor de module voor draadloze communicatie en het geheugenmodulecompartiment.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. De labels bevinden zich op goed toegankelijke locaties. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (3) Productnummer (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de ondersteuning.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
apparaten voor draadloze communicatie geactiveerd en brandt het lampje voor draadloze communicatie (wit) wanneer u de computer aanzet. Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep. Als het lampje voor draadloze communicatie wit is, is minimaal één draadloos apparaat ingeschakeld.
OPMERKING: van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. Tref de volgende voorzorgsmaatregelen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen: ● Gebruik een firewall. Een firewall controleert zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden, en verwijdert eventuele verdachte onderdelen. Er bestaan zowel softwarematige als hardwarematige firewalls.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een Bluetooth-apparaat maakt draadloze communicatie over korte afstanden mogelijk, ter vervanging van communicatie via de gebruikelijke fysieke kabels tussen elektronische apparaten zoals de volgende: ● computers (desktopcomputer, notebookcomputer, pda) ● telefoons (mobiele telefoons, draadloze telefoons, gecombineerde gsm/pda's (smartphones)) ● imagingapparaten (printers, camera's) ● geluidsapparatuur (hoofdtelefoon
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modemverbinding, die gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! sluit geen modemkabel of telefoonkabel aan op een RJ-45-netwerkconnector, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
4 Geniet van entertainmentvoorzieningen Gebruik uw computer van HP als entertainment-hub om via de webcam uw sociale contacten te onderhouden, geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk films. Of sluit externe apparaten, zoals luidsprekers, een hoofdtelefoon, monitor, projector, tv, en op alleen bepaalde modellen, high-definition apparaten aan op uw computer om een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken. Hieronder vindt u enkele van de entertainmentvoorzieningen op de computer.
Onderdeel (2) Beschrijving HP TrueVision HD-webcam Met de webcam kunt u video opnemen, foto's maken, en videoconferenties houden en online chatten door video te streamen. Als u de webcam wilt gebruiken, typt u c op het startscherm en selecteert u CyberLink YouCam. (3) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. (4) Luidsprekers (4) Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. (5) USB-2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
Onderdeel Beschrijving (13) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een highdefinition televisietoestel, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur of een highspeed HDMI-apparaat. (14) Externemonitorpoort Hierop sluit u een optionele VGA-monitor of projector aan.
Microfoon aansluiten Sluit een microfoon aan op de microfooningang van de computer om audio op te nemen. Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis. Beats Audio gebruiken Beats Audio is een verbeterde audiovoorziening die zorgt voor diepe, gecontroleerde bastonen met behoud van een helder geluid.
Video gebruiken De HP computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt bekijken en video en films kunt downloaden en op de computer kunt bekijken zonder dat u toegang tot een netwerk nodig heeft. Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor, projector of tv aan te sluiten. De meeste computers hebben een VGA-poort (Video Graphics Array) voor het aansluiten van analoge videoapparaten.
OPMERKING: pas de schermresolutie van het externe apparaat aan, vooral als u kiest voor de optie Extend (Uitspreiden). Typ c op het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met apps. Selecteer Vormgeving en persoonlijke instellingen. Selecteer onder Beeldscherm Schermresolutie aanpassen voor het beste resultaat. HDMI-apparaat aansluiten Om het computerbeeld weer te geven op een high-definition-tv of -monitor, sluit u het highdefinitionapparaat aan volgens de onderstaande instructies.
Audio-instellingen configureren (met HDMI-tv) HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt. Nadat u een HDMI-tv op de computer heeft aangesloten, kunt u HDMI-audio inschakelen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik op het bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Luidspreker in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik vervolgens op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op de naam van het digitale uitvoerapparaat. 3.
5 Navigeren met aanraakbewegingen, aanwijsapparaten en het toetsenbord Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen gebruikt worden op uw TouchPad of op een touchscreen (alleen bepaalde modellen). OPMERKING: een externe USB-muis (afzonderlijk aan te schaffen) kan worden aangesloten op een van de USB-poorten van de computer.
Touchpad gebruiken Het touchpad stelt u in staat op de computer te navigeren met eenvoudige vingerbewegingen. U kunt de aanraakbewegingen aanpassen door de instellingen, de configuraties van de knoppen, de kliksnelheid en de opties voor de aanwijzer te wijzigen. Typ c op het startscherm om de lijst Apps weer te geven. Selecteer Configuratiescherm en selecteer daarna Hardware en geluiden. Selecteer Muis onder Apparaten en printers.
Touchpadbewegingen gebruiken Met een TouchPad kunt u het aanwijsapparaat op het scherm met uw vingers bedienen. TIP: gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken. OPMERKING: Touchpadbewegingen worden niet in alle apps ondersteund. Doe het volgende voor een demonstratie van elke touchpadbeweging: 1. Typ c op het startscherm om de lijst Apps weer te geven. Selecteer Configuratiescherm en selecteer daarna Hardware en geluiden. 2.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. ● Plaats twee vingers licht uit elkaar op de TouchPad en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. 36 ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de TouchPad en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Draaien (alleen bepaalde modellen) Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's en pagina's draaien. ● Wijs naar een object en zet de wijsvinger van uw linkerhand op de TouchPad. Schuif met de wijsvinger van uw rechterhand in een draaiende beweging van twaalf uur naar drie uur. Om de draaibeweging om te keren, beweegt u uw wijsvinger van drie uur naar twaalf uur. OPMERKING: Draaien is bedoeld voor specifieke apps waarmee u een object of afbeelding kunt manipuleren.
Snel bewegen (alleen bepaalde modellen) Met een snelle beweging kunt u door schermen navigeren of snel door documenten bladeren. ● Plaats drie vingers op de TouchPad en ga met uw vingers in een lichte en snelle beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Randveegbewegingen Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren, zoals het wijzigen van instellingen en het vinden of gebruiken van apps.
Bovenrandveegbeweging Met de bovenrandveegbeweging opent u de op het startscherm beschikbare apps. BELANGRIJK: Als een app actief is, varieert de bovenrandbeweging afhankelijk van de app. ● Schuif zachtjes met uw vinger vanaf de bovenrand om beschikbare apps weer te geven. Linkerrandveegbeweging Met de linkerrandveegbeweging komen openstaande apps tevoorschijn, zodat u er gemakkelijk tussen kunt schakelen. ● Veeg vanaf de linkerrand van de TouchPad om tussen apps te schakelen.
Toetsenbord en muis gebruiken Het toetsenbord en de muis stellen u in staat te typen, items te selecteren, te schuiven en dezelfde functies uit te voeren als bij gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het toetsenbord kunt u specifieke functies uitvoeren. TIP: Met de toets met het Windows-logo op het toetsenbord kunt u vanaf een openstaande app of het bureaublad snel terugkeren naar het startscherm.
Pictogram Toets Beschrijving f4 Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt iedere keer dat u op deze toets drukt, geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
Sneltoets Toets Beschrijving + d Hiermee opent u het bureaublad. + tabblad Hiermee wisselt u tussen openstaande apps. OPMERKING: Blijf op deze combinatie toetsen drukken tot de app verschijnt die u wilt hebben. alt + f4 Hiermee sluit u een actieve app. Hotkeys gebruiken Een hotkey is een combinatie van de fn-toets en de esc-toets, de b-toets of de spatiebalk. U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de combinatie.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Onderdeel Num Lock-toets Beschrijving Hiermee regelt u de werking van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is om de accu op te laden, is het belangrijk om de opgeladen accu te controleren en niet te gebruiken. De computer ondersteunt energiebeheerschema’s waarmee ingesteld kan worden hoeveel stroom de computer mag gebruiken en moet besparen. Op deze manier kunt u de computerprestaties instellen op het besparen van energie.
Slaapstand en sluimerstand activeren Microsoft® Windows kent twee energiebesparende standen, de slaapstand en de sluimerstand. ● Slaapstand–De slaapstand wordt automatisch geïnitieerd na een inactieve periode wanneer de computer op accuvoeding of een externe voedingsbron werkt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen, zodat u uw werk snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig initiëren. Zie Slaapstand activeren en beëindigen op pagina 46 voor meer informatie.
Slaapstand activeren en beëindigen Als de computer ingeschakeld is, kunt u als volgt de slaapstand activeren: ● Sluit het beeldscherm. ● Wijs in het scherm Start naar de hoek rechtsboven of rechtsonder in het scherm. Als de lijst met charms wordt geopend, klikt u op Instellingen, op het pictogram Energie en vervolgens op Slaapstand. U beëindigt als volgt de slaapstand: ● Druk kort op de aan/uit-knop. ● Als het beeldscherm gesloten is, opent u het beeldscherm. ● Druk op een toets op het toetsenbord.
Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de sluimerstand: 1. Typ energie op het startscherm, selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer. 2. Klik op Hardware en geluiden en klik vervolgens op Energiebeheer. 3. Klik in het linkerdeelvenster op Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen. 4.
Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken De energiemeter bevindt zich op het bureaublad. Met behulp van de energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken. ● Wijs op het bureaublad over het pictogram van de energiemeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven.
Energiebeheerschema selecteren Een energiebeheerschema helpt u bij het besparen van energie en het maximaliseren van de prestaties van de computer. Om het energiebeheerschema te wijzigen, typt u energie op het startscherm, selecteert u Instellingen en vervolgens Energiebeheer. De volgende energiebeheerschema´s zijn beschikbaar: ● Aanbevolen door HP (aanbevolen). Dit schema zorgt voor automatisch evenwicht tussen prestaties en energiegebruik als de hardware dit ondersteunt. ● Energiebesparing.
Accuvoeding Wanneer zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Als er in de computer een opgeladen accu is geïnstalleerd en de netvoedingsadapter is losgekoppeld van de computer, schakelt de computer automatisch over op accuvoeding en wordt de helderheid van het beeldscherm verlaagd om accuvoeding te besparen.
Help en ondersteuning biedt de volgende hulpprogramma’s en informatie over de accu: ● Accutest ● informatie over soorten accu's, specificaties, levensduur en capaciteit. Voor toegang tot accu-informatie selecteert u de app HP Support Assistant op het scherm Start en selecteert u vervolgens Accu en prestatie. Accuvoeding besparen Tips om acculading te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren: ● Verlaag de helderheid van het scherm.
Problemen met lage acculading verhelpen Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ● Sluit een netvoedingsadapter aan. ● Sluit een optioneel dockingapparaat of een uitbreidingsapparaat aan. ● Sluit een optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft aan. Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is Sla uw werk op en sluit de computer af.
Externe voedingsbron raadpleeg de poster Installatie-instructies, die u vindt in de doos van de computer, voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding. De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel docking- of uitbreidingsapparaat.
Problemen met energie oplossen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat de computer op de netvoeding aangesloten is: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: 1. Schakel de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
HP CoolSense (alleen bepaalde modellen) HP CoolSense detecteert automatisch wanneer de computer zich niet meer op een "vaste" locatie bevindt. De prestaties en de ventilatorinstellingen worden zodanig aangepast dat de temperatuur van de behuizing van de computer een optimaal comfortniveau houdt. Als HP CoolSense is uitgeschakeld, wordt de positie van de computer niet gedetecteerd en blijven de prestaties en de ventilatorinstellingen op de fabrieksinstelling staan.
Softwarecontent vernieuwen met Intel Smart Connecttechnology (alleen bepaalde modellen) Als de computer in de slaapstand staat, haalt de Intel® Smart Connect-technologie de computer van tijd tot tijd uit de slaapstand. Smart Connect werkt vervolgens de inhoud van bepaalde geopende applicaties bij en activeert de slaapstand weer. Dientengevolge is uw werk onmiddellijk beschikbaar zodra u de slaapstand beëindigt. U hoeft niet te wachten terwijl de updates worden gedownload.
Computer afsluiten (uitschakelen) VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Zorg dat u uw werk opslaat voor u de computer uitschakelt. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
7 Gegevens beheren en delen Schijfeenheden zijn digitale opslagapparaten waarop u gegevens kunt opslaan, beheren, delen en openen. De computer heeft een interne vaste schijf of een solid-state drive waarop de software en het besturingssysteem staan en waarop al uw persoonlijke bestanden worden opgeslagen. Sommige computers beschikken over een optischeschijfeenheid waarmee u cd's, dvd's of Blu-ray-schijven (bd) (op bepaalde modellen) kunt lezen of erop kunt schrijven.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: De USB-poort op de computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde USB-poort. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
USB-apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluiten VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald. 1. Sluit het apparaat aan op de computer. 2. Steek de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact. 3. Schakel het apparaat in.
Digitale opslagkaart plaatsen en verwijderen Ga als volgt te werk om een digitale opslagkaart te plaatsen: VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een digitale kaart, om beschadiging van de connectoren van de digitale kaart te voorkomen. 1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht. 2. Plaats de kaart in het digitale-opslagslot en druk de kaart naar binnen tot deze goed op zijn plaats zit.
Optische-schijfeenheden gebruiken Een optische-shijfeenheid maakt gebruik van laserlicht om grote hoeveelheden gegevens te lezen en op te slaan. Sommige schijfeenheden lezen alleen gegevens, andere kunnen ook gegevens op een lege schijf schrijven (branden). Gebruik de volgende tips voor de beste prestaties van uw optische schijf: ● Zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen alvorens naar een medium te schrijven wanneer de accu de enige voedingsbron is.
afspelen van nieuwe bd-films mogelijk te maken. Als een dergelijke bd-film in het schijfstation wordt geplaatst, vraagt het programma CyberLink PowerDVD om een update om door te kunnen gaan met het afspelen van de film. Volg de instructies op het scherm om de update te installeren. ● Als er tijdens het kijken naar een bd strepen op het beeldscherm verschijnen, kunnen die worden veroorzaakt door interferentie met het draadloze netwerk.
Optische schijf plaatsen 1. Schakel de computer in. 2. Druk op de ejectknop (1) op het voorpaneel van de schijfeenheid om de lade te openen. 3. Trek de lade uit (2). 4. Houd de schijf bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf op de as in de lade met het label naar boven. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf enigszins schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen. 5.
Optische schijf verwijderen 1. Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen, en trek de lade (2) voorzichtig zo ver mogelijk uit. 2. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 3.
Gegevens en stations delen en software openen Als uw computer deel van een netwerk is, bent u niet beperkt tot het gebruik van enkel de informatie die op uw computer is opgeslagen. Op netwerkcomputers kunnen software en gegevens met elkaar worden uitgewisseld. OPMERKING: Als een schijf, zoals een film of spel op dvd, auteursrechtelijk beschermd is, kan die niet worden gedeeld. Ga als volgt te werk om mappen of bibliotheken op het netwerk te delen: 1. Open op het bureaublad Bestandsverkenner. 2.
8 Computer onderhouden Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. Dit hoofdstuk biedt informatie over het verbeteren van de prestaties van de computer met hulpprogramma´s zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming, en door het vervangen van een vaste schijf of het toevoegen van geheugen.
● Gebruik het toetsenbord niet en verplaats de computer niet terwijl een optischeschijfeenheid naar een schijf schrijft. Het schrijfproces is gevoelig voor trillingen. ● Activeer de slaapstand en wacht tot het scherm leeg is, of ontkoppel de externe vaste schijf op de correcte wijze, voordat u een computer verplaatst waarop een externe vaste schijf is aangesloten. Vaste schijf vervangen VOORZICHTIG: schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld.
2. Schuif het paneel uit het slot (2) en breng het paneel omhoog en verwijder het (3). 3. Koppel de kabel van de vaste schijf (1) los van de systeemkaart. 4. Verwijder de twee schroeven (2) uit de vaste schijf. 5. Schuif het lipje van de vaste schijf (3) naar links en til de vaste schijf uit de vasteschijfruimte. OPMERKING: na het verwijderen van de vaste schijf uit de computer verwijdert u de houder van de vaste schijf om toegang te krijgen tot de vaste schijf. 6.
8. Koppel de vasteschijfkabel (3) los van de vaste schijf. Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit om een vaste schijf te installeren. OPMERKING: wanneer u een tweede vaste schijf installeert, schuift u de vasteschijfkabel voorzichtig onder de kabelklemmen voordat u de vasteschijfkabel aansluit.
HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten. U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt: 1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron. 2. Typ schijf op het startscherm. Selecteer Instellingen en selecteer daarna De stations defragmenteren en optimaliseren. 3. Volg de instructies op het scherm.
VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u een geheugenmodule aan de computer toevoegt of uit de computer verwijdert. Verwijder een geheugenmodule niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem. 1.
8. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. a. Breng de inkeping (1) in de geheugenmodule op één lijn met het nokje in het geheugenmoduleslot. b. Druk de module onder een hoek van 45 graden ten opzichte van het geheugenmodulecompartiment in het geheugenmoduleslot (2), totdat de module goed op zijn plaats zit. c.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de recentste versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost, en updates voegen nieuwe voorzieningen en opties toe aan de computer. De technologie verandert continu. Door programma's en stuurprogramma's te updaten, maakt de computer gebruik van de nieuwste technologie.
Reizen met de computer of de computer transporteren Als u de computer wilt meenemen op reis of de computer wilt transporteren, neem dan de volgende tips in acht om de apparatuur te beschermen. ● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals digitale opslagkaarten, uit de computer. ◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
9 Computer en gegevens beveiligen Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows, apps van HP en Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen de computer beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
Maak gebruik van de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden: ● Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de computer, moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de wachtwoorden niet in een bestand op de computer. ● Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het programma. ● Wijzig uw wachtwoorden minstens één keer per drie maanden.
Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen Wachtwoord Functie Beheerderswachtwoord ● Dit wachtwoord moet worden opgegeven om toegang te krijgen tot Setup Utility (BIOS). ● Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u Setup Utility (BIOS) niet openen. OPMERKING: het beheerderswachtwoord kan worden gebruikt in plaats van het opstartwachtwoord. OPMERKING: dit beheerderswachtwoord is niet hetzelfde als een beheerderswachtwoord dat is ingesteld in Windows.
HP SimplePass gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP SimplePass biedt een eenvoudig te gebruiken interface voor het beveiligen van de computer en het vereenvoudigen van de manier waarop u zich aanmeldt bij de computer en met wachtwoorden beveiligde websites. U gebruikt een geregistreerde vingerafdruk om: ● u bij Windows aan te melden; ● toegang te krijgen tot websites en andere programma's waarvoor u zich moet aanmelden. ● een service voor eenmalige aanmelding in te stellen.
Internetbeveiligingssoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen, kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirusen firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie.
Windows-updates installeren Sinds de computer de fabriek heeft verlaten, zijn er mogelijk updates beschikbaar gekomen voor het besturingssysteem en andere software. Microsoft verstuurt waarschuwingsberichten over essentiële updates. Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt, om de computer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen.
Optioneel beveiligingskabelslot gebruiken Van een beveiligingskabelslot, dat afzonderlijk moet worden aangeschaft, moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Beveiligingskabelsloten vormen slechts één onderdeel van een volledige beveiligingsoplossing die moet worden geïmplementeerd om de kans op diefstal te minimaliseren.
10 Setup Utility (BIOS) en Systeemdiagnose gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-versie vaststellen Als u wilt vaststellen of er een recentere BIOS-versie beschikbaar is voor de computer, moet u weten welke versie van het systeem-BIOS momenteel is geïnstalleerd. Informatie over de BIOS-versie (ook wel ROM-datum of systeem-BIOS) genoemd) kunt u weergeven door te drukken op fn+esc (als Microsoft Windows al is gestart) of door Setup Utility (BIOS) te gebruiken. 1. Start Setup Utility (BIOS). 2. Selecteer met de pijltoetsen Main (Hoofdmenu). 3.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk: 1. Typ e op het startscherm en selecteer Bestandsverkenner. 2. Klik op de aanduiding van de vasteschijfeenheid. De vasteschijfaanduiding is gewoonlijk Lokaal station (C:). 3. Maak gebruik van het eerder genoteerde pad en open de map op de vaste schijf die de update bevat. 4.
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten De computer is voorzien van hulpmiddelen die HP en het besturingssysteem bieden om u te helpen uw informatie te beschermen en indien nodig te herstellen. Met deze hulpmiddelen kunt u de computer terugbrengen naar een goede werkende toestand of zelfs naar de oorspronkelijke fabriekstoestand. Dit alles met eenvoudige stappen.
Herstelmedia en back-ups maken In het geval van een systeemfout kunt u het systeem enkel herstellen in de staat van de recentste back-up. 1. Maak HP Recovery-media als u de computer hebt ingesteld. Met deze stap maakt u een backup van de HP Recovery-partitie op de computer. De back-up kan worden gebruikt om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de harde schijf is beschadigd of vervangen.
HP Recovery-media maken HP Recovery Manager is een softwareprogramma dat een manier biedt om herstelmedia te maken, nadat u de computer hebt ingesteld. HP Recovery-media kunt u gebruiken om een systeemherstelprocedure uit te voeren als de vaste schijf beschadigd raakt. Met Systeemherstel installeert u het oorspronkelijke besturingssysteem en de programma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd en configureert u de instellingen van de programma's.
Herstellen Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het beste bij uw situatie en expertise past: ● Als u uw persoonlijke bestanden en gegeven moet herstellen, kunt u Windows Bestandsgeschiedenis gebruiken om uw gegevens te herstellen vanaf de back-ups die u hebt gemaakt. Zie Windows Help en ondersteuning voor meer informatie en stappen om Bestandsgeschiedenis te gebruiken. Typ h op het startscherm en selecteer Help en ondersteuning.
● Als u de harde schijf hebt vervangen, kunt u de optie Fabrieksinstellingen van HP Recoverymedia gebruiken om de fabriekskopie te herstellen op het vervangende station. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 93 voor meer informatie. ● Als u de herstelpartitie wilt verwijderen om vrije ruimte terug te winnen, biedt HP Recovery Manager de optie Herstelpartitie verwijderen. Zie De HP Recovery-partitie verwijderen op pagina 95 voor meer informatie.
Windows Vernieuwen gebruiken voor snel en gemakkelijk herstellen Als uw computer niet goed werkt en uw systeem moet opnieuw stabiel worden, kunt u de optie Windows Vernieuwen starten om vernieuwd te starten en wat u belangrijk vindt te houden. BELANGRIJK: Met Vernieuwen worden traditionele toepassingen verwijderd die in de fabriek oorspronkelijk niet op het systeem waren geïnstalleerd.
U gebruikt het opstartscherm als volgt: 1. Wijs op het startscherm naar de hoek helemaal rechtsboven of -onder in het scherm om de charms weer te geven. 2. Klik op Instellingen. 3. Klik op Pc-instellingen wijzigen in de hoek rechtsonder in het scherm en selecteer Algemeen in het pc-instellingenscherm. 4. Selecteer onder Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren Aan de slag en volg de instructies op het scherm.
De HP Recovery-partitie gebruiken om een geminimaliseerde kopie te herstellen (alleen bepaalde modellen) Met de HP Recovery-partitie (alleen bepaalde modellen) kunt u een geminimaliseerde kopie herstellen zonder dat u herstelschijven of een herstel-USB-flashdrive nodig heeft. Dit type herstelactie kan alleen worden gebruikt als de vaste schijf nog werkt. Voor het starten van de HP Recovery Manager van de HP Recovery-partitie: 1. Druk op f11 terwijl de computer wordt opgestart.
De HP Recovery-partitie verwijderen Met HP Recovery Manager-software kunt u de HP Recovery-partitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken. BELANGRIJK: Als u de HP Recovery-partitie verwijdert, kunt u niet langer gebruikmaken van Windows Vernieuwen, de Windows-optie Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren of de HP Recovery Manager-optie om geminimaliseerde kopieën te herstellen.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 85°C -4°F tot 185°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 15.240 m -50 ft tot 50.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit accu 50 Aan/uit-knop, herkennen 14 Aan/uit-lampjes, herkennen 6, 12 accu afvoeren 52 lage acculading 51 ontladen 51 opbergen 52 vervangen 52 accu, temperatuur 52 Accu-informatie zoeken 50 Accuontgrendeling 17 Accuruimte 17, 19 Accuvoeding 50 Actietoetsen afspelen, pauzeren, hervatten 41 draadloze communicatie 41 geluid harder 41 geluid uit 41 geluid zachter 41 helderheid van beeldscherm verhogen 40 helderheid van beeldscherm verlagen 40 Help en ondersteuning 40 herkennen 15 schakelen tussen
Draaien, touchpadbeweging 37 E Elektrostatische ontlading 98 Esc-toets, herkennen 15 Externe apparaten 60 Externemonitorpoort 8, 30 Externemonitorpoort, herkennen 28 Externe netvoeding gebruiken 53 F Firewallsoftware 81 Fn-toets, herkennen 15, 27, 42 G Geheugenmodule plaatsen 73 vervangen 71 verwijderen 72 Geheugenmodule, onderpaneel, verwijderen 72 Geheugenmodulecompartiment, herkennen 18 Geïntegreerde webcam, lampje herkennen 10, 27 Geïntegreerd numeriek toetsenblok, herkennen 16, 43 Geluid uit, lampje he
Netvoedingsconnector, herkennen 7 Netwerkconnector, herkennen 8 Num Lock-toets, herkennen 16, 43 O Omgevingsvereisten 97 Onderdelen achterkant 9 beeldscherm 10 bovenkant 11 linkerkant 8 onderkant 17 rechterkant 6 voorkant 5 Onderhoud Schijfdefragmentatie 70 Schijfopruiming 71 Onderhoud van computer 74 Ondersteunde schijven Herstellen 89 Ontgrendeling, accu 17 Oorspronkelijk systeem, herstellen 93 Opbergen, accu 52 Openbaar WLAN, verbinding 23 Opnieuw instellen computer 90, 92 stappen 92 Opstartvolgorde HP R
Vasteschijfruimte, herkennen 18 Ventilatieopeningen, herkennen 8, 9, 17 Verbinding maken met WLAN 23 Vernieuwen 92 computer 90 Verwijderde bestanden terugzetten 90 VGA-poort, aansluiten 30 Video 30 Vingerafdrukken, registreren 80 Vingerafdruklezer gebruiken 79 Vingerafdruklezer, herkennen 14 Vingerafdruklezer, lampje 13 W Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand 47 Wachtwoorden Setup Utility (BIOS) 79 Windows 78 Wachtwoorden gebruiken 77 webcam 28 Webcam, herkennen 10, 27 Webcamlampje, her