- HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN en 8150 MFP Printers Inhoud Navigeren Index Gebruikershandleiding Gebruik van dit elektronisch document duidt op uw akkoord met de voorwaarden in het gedeelte Copyright en licentie . Copyright 2000 Hewlett-Packard Company. 
- Copyright en licentie © Copyright Hewlett-Packard Company 2000 Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals voorzien in het auteursrecht en dit document zijn verveelvuldiging, aanpassing en vertaling zonder voorafgaande toestemming verboden. 
- HP-Klantenzorg Het doet ons genoegen dat u voor een HP-printer hebt gekozen. Samen met het product ontvangt u een verscheidenheid aan ondersteuningsdiensten van Hewlett-Packard en van onze partners. Deze diensten zijn bestemd om u snel en op professionele wijze de gewenste resultaten te leveren. 
- Printerdrivers kunnen worden opgehaald op de volgende websites: in in in in of China Japan Korea Taiwan op de lokale driver-website http://www.hp.com.cn ftp://www.jpn.hp.com/drivers/ http://www.hp.co.kr http://www.hp.com.tw http://www.dds.com. 
- Verkrijgen van softwarehulpprogramma’ s en elektronische informatie: Voor de V.S. en Canada: Telefoon: (661) 257-5565 Faxnr.: (661) 257-6995 Postadres: HP Distribution P.O. 
- Voor landen in het Verre-Oosten: Neem contact op met Mentor Media op het nummer (65) 740-4477 (Hongkong, Indonesië, Filipijnen, Maleisië of Singapore). Bel voor Korea (82) (2) 3270-0805 of (82) (2) 3270-0893. Voor Australië, Nieuw-Zeeland en India: Voor Australië belt u (61) (3) 8877-8000. Voor Nieuw-Zeeland belt u (64) (9) 356-6640. Voor India: bel (91) (11) 682-6035. Voor Europa in het Engels: Bel +44 (0) 1429 865 511. 
- Rechtstreeks accessoires of benodigdheden bestellen bij HP: Bel 1-800-538-8787 (V.S.) of 1-800-387-3154 (Canada). HP Support Assistant CD-ROM: Het gaat hier om een periodieke CD-ROM met een uitgebreid online-informatiesysteem vol met technische- en productinformatie over HP producten. Om u te abonneren op deze 4 x per jaar verschijnende CD-ROM belt u in de V.S. of Canada: 1-800-457-1762. In Hongkong, Indonesië, Maleisië of Singapore belt u Fulfill Plus op nummer (65) 740-4477. 
- Klantenondersteuning over de gehele wereld Klantenondersteuning en servicedienst voor de V.S. en Canada: Bel (208) 323-2551 van maandag t/m vrijdag van 06.00 tot 18.00 (Mountain Time, V.S.) gratis tijdens de garantieperiode. (Niet van toepassing voor Nederland of België.) Uw normale interlokale telefoonkosten worden echter wel in rekening gebracht. Zoek van tevoren het serienummer op van uw printer en zorg dat u zich in de buurt van het apparaat bevindt als u belt. 
- Beschikbare talen en andere plaatselijke opties van ondersteuningscentra in Europa Open van maandag tot en met vrijdag van 8:30 tot 18:00 uur (MET) HP geeft u gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode. Als u één van de hieronder aangegeven telefoonnummers belt, wordt u doorverbonden met een team dat klaar staat om u te helpen. Als u na afloop van de garantieperiode ondersteuning wilt, kunt u die tegen betaling verkrijgen via hetzelfde telefoonnummer. 
- Noors Deens Fins Zweeds Italiaans Spaans Portugees Noorwegen: (47) 2211-6299 Denemarken: (45) 3929-4099 Finland: (358) (9) 0203-47288 Zweden: (46) (8) 619-2170 Italië: (39) (2) 264-10350 Spanje: (34) (90) 232-1123 Portugal: (351) (1) 441-7199 Ondersteuningstelefoonnummers in diverse andere landen Argentinië Australië Brazilië Canada Chili China Tsjechische Republiek Griekenland Hongkong Hongarije India 787-8080 (61) (3) 272-8000 022-829-6612 (208) 323-2551 800-360999 (86) (10) 65053888-5959 (42) (2) 4 
- Korea Korea buiten Seoul Japan Maleisië Mexico (Mexico Stad) Mexico (buiten Mexico Stad) Nieuw-Zeeland Filipijnen Polen Portugal Rusland Singapore Taiwan Thailand Turkije (82) (2) 3270-0700 (82) (080) 999-0700 (81) (3) 3335-8333 (60) (3) 295-2566 01 800-22147 01 800-90529 (64) (9) 356-6640 (63) (2) 894-1451 (48) (22) 37-5065 (351) (1) 301-7330 (7) (95) 923-5001 (65) 272-5300 (886) (02) 717-0055 +66 (0) 2 661-4011 (90) (1) 224-5925 
- Inhoud Inleiding Navigatiefuncties . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Afspraken over opmaak, lettertypen en stijlen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Andere functies van Acrobat Reader . 22 Tips voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . 24 1 Basisinformatie over uw printer Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Functies en mogelijkheden van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Printerinformatie . . . . . . . . . . . . . . . Configuraties . . . . . . . . . . . . 
- De uitvoerbak selecteren . . . . . . . . . 105 Afdrukken naar de standaard uitvoerbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 Afdrukken naar de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven . . . . . . . . . 109 Afdrukken naar een postbus . . . . . 110 De nietmachine gebruiken . . . . . . . . 118 Nietjeshouders laden (postbus met vijf bakken en nietmachine) . . . . . . . . 119 Documenten nieten (Postbus met 5 bakken met nietmachine) . . . . . . . 121 Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. 
- Afdrukken volgens papiersoort en papierformaat . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 Voordelen van het afdrukken volgens papiersoort en papierformaat . . . . . . . . . . . . . . . 168 De variabele fusermodus veranderen 171 Speciaal papier laden . . . . . . . . . . . 174 Taak vasthouden . . . . . . . . . . . . . . . 177 Een taak snelkopiëren . . . . . . . . . 178 Een taak lezen en vasthouden . . . 181 Een privétaak afdrukken . . . . . . . 184 Een afdruktaak opslaan . . . . . . . . 
- Papierstoringen verwijderen in de nietmachine (postbus met vijf bakken met nietmachine) . . . . . . . . . . . . . 241 Herhaaldelijk terugkerende papierstoringen verhelpen . . . . . . 243 Printerberichten begrijpen . . . . . . . . 245 De online-Help van de printer gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246 Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276 Kreukels in enveloppen verhelpen 284 Printerproblemen oplossen . . . . . 286 Printerproblemen . . . . . . 
- Een pagina uit een dik boek lezen 403 Foreign Interface Harness . . . . . . 404 Papierspecificaties . . . . . . . . . . . 405 Documentkwaliteit . . . . . . . . . . . . 406 Onderhoud van de HP Digital Copy . 408 De documentklep, de documenthouder en de glasplaat reinigen . . . . . . . . 408 De automatische documentinvoer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 410 Onderhoud van het kussentje en de rollen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 412 Problemen met de HP Digital Copy oplossen . . . 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding Bijlage E Overheidsinformatie Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 514 Geheugenvereisten bepalen . . . . . . . 517 Geheugen installeren . . . . . . . . . . . . 518 De geheugeninstallatie controleren . 522 Geheugeninstellingen bijstellen . . . . 523 EIO-kaarten/massa-opslag installeren526 Bijlage D Printercommando’s Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaring van de syntaxis van PCLprintercommando’s . . . . . . . . . . . . . 
- Inleiding Inleiding In deze inleiding worden de belangrijkste functies van deze onlinegebruikershandleiding behandeld. Tevens vindt u hier diverse handige tips om de handleiding optimaal te gebruiken. De volgende onderwerpen komen aan de orde: ! Navigatiefuncties ! Afspraken over opmaak, lettertypen en -stijlen ! Andere functies van Acrobat Reader ! Tips voor het gebruik Gebruik de menu's en taakbalken van Acrobat Reader om toegang te krijgen tot de andere functies van deze applicatie. 
- Inleiding 19 Navigatiefuncties Knop Naam van de knop Functie Page Up and Down Arrows (Bladerpijlen pagina omhoog, pagina omlaag) Met de bladerpijlen pagina omhoog en omlaag kunt u per bladzijde de onlinegebruikershandleiding doorlopen. Met de opwaartse pijl gaat u een hele pagina terug, met de neerwaartse pijl een hele pagina vooruit. Table of Contents icon (Inhoudsopgavepictogram) Met het inhoudsopgave-pictogram kunt u de inhoudsopgave oproepen van deze onlinegebruikershandleiding. 
- Inleiding 20 Afspraken over opmaak, lettertypen en -stijlen Voor bepaalde tekstgedeelten wordt een specifiek letter type en/of -stijl gebruikt om een bepaalde betekenis of functie van die tekst aan te duiden. In onderstaande tabel worden deze letter typen en -stijlen nader verklaard. Lettertypes en -stijlen TOETS / Betekenis of functie KNOP Dit lettertype wordt gebruikt om de knoppen op de printer aan te duiden alsmede de toetsen op het toetsenbord van de computer. 
- Inleiding Lettertypes en -stijlen Invoer 21 Betekenis of functie Dit lettertype wordt gebruikt om tekst aan te duiden die de gebruiker zelf kan invoeren op een opdrachtregel of in een dialoogvenster. 
- Inleiding 22 Andere functies van Acrobat Reader Afgezien van de navigatieknoppen rechts op de pagina, biedt Adobe Acrobat Reader nog een aantal andere nuttige functies. Knop Naam van de knop Functie Actual Size (Ware grootte) Met deze knop stelt u de weergave van het document in op de werkelijke afmetingen van de pagina. Fit Page (Op pagina passen) Met deze knop wijzigt u de weergave van het document, zodat de gehele pagina in het venster past. 
- Inleiding Knop 23 Naam van de knop Functie Page With Bookmarks (Pagina met bladwijzers) Met deze knop geeft u de pagina weer met de bladwijzers in een apart venster links op het scherm. De bladwijzers geven de verschillende secties van de handleiding aan. Page With Thumbnails (Pagina met schetsen) Met deze knop geeft u de huidige pagina weer met daarbij verkleinde weergaven van alle andere pagina's in een apart venster links op het scherm. 
- Inleiding Tips voor het gebruik Gebruik de bladwijzers om van een hoofdstuk naar een ander hoofdstuk te gaan. Als u een lange tekst wilt lezen, kunt u beter de bladwijzers uitzetten en de pagina over het gehele scherm doen weergeven. Als u specifieke termen wilt opzoeken, kunt u het beste daarvoor de functie Find (Zoeken) gebruiken in het menu Tools (Extra). 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 1 Basisinformatie over uw printer Overzicht Proficiat met de aanschaf van uw HP LaserJet printer. Als u de printer nog niet hebt geïnstalleerd, kunt u dat nu doen aan de hand van de instructies in de Beknopte handleiding die bij de printer is geleverd. Voor gedetailleerde informatie over de HP Digital Copy (samen geleverd met de HP LaserJet 8150 MFP) raadpleegt u het gedeelte op pagina 356 of de Beknopte handleiding van de HP Digital Copy. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Nu de printer geïnstalleerd en gebruiksklaar is, is het verstandig om een paar minuten de tijd te nemen om de printer te leren kennen. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Functies en mogelijkheden van de printer Snelheid en verwerkingscapaciteit ! Transmit Once, RIP ONCE-technologie ! 32 ppm (pagina's per minuut) op ISO A4- of Letter-papier ! Gebruikscyclus: 150.000 pagina’s per maand op ISO A4- of Letter-papier ! 250MHz microprocessor Resolutie ! 600 dpi (dots per inch) met Resolution Enhancement-technologie (REt) ! FastRes 1200 zorgt voor een kwaliteit van 1. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Geheugen ! 32Mb (8150/8150 N, 8150 DN/8150 HN) RAM-geheugen, uitbreidbaar (tot maximaal 160Mb) door middel van gewone 100-pins DIMM's (Dual In-Line Memory Modules) ! 64 Mb (8150 MFP) RAM-geheugen, uitbreidbaar (tot maximaal 160 Mb) door middel van gewone 100-pins DIMM’s (Dual In-Line Memory Modules) ! De gegevens worden automatisch gecomprimeerd door de Memory Enhancement-technologie (MEt) voor een efficiënter gebruik van het RAM-geheugen ! Harde schijf met 3,2 G 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Printertaal en lettertypen ! HP PCL 6 ! HP PCL 5e voor compatibiliteit ! PJL (Printer Job Language) ! PML (Printer Management Language) ! 45 schaalbare TrueType-lettertypen ! PostScript Level 3 Emulatie (standaard geleverd) Papierverwerkingopties ! Invoer " Lade 1: Een multipurpose-lade voor papier, transparanten, etiketten en enveloppen. Kan maximaal 100 vel papier bevatten. " Lade 2 en 3: Twee laden voor 500 vel. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer " Optionele duplex-eenheid: voor dubbelzijdig afdrukken (beide kanten van het papier). " Optionele envelopinvoer: voor automatische invoer van max. 100 enveloppen. " Optionele laden voor speciale papierformaten: voor afdrukken op papier van speciaal formaat. Kan maximaal 500 vel papier bevatten. (Wordt gebruikt in plaats van lade 3 of 5.) ! Uitvoer " Standaard uitvoerbak (voor afdrukkant naar beneden): voor maximaal 500 vel papier. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer " Optionele stapelaar voor 3000 vel: een apparaat voor het stapelen van 3000 vel. " Optionele stapelaar/nietmachine voor 3000 vel: een stapelapparaat voor 3000 vel met de capaciteit om documenten van maximaal 50 pagina’s te nieten op diverse plaatsen. ! Invoer/uitvoer " HP Digital Copy: de flatbed en de automatische documentinvoer kunnen originele documenten kopiëren van maximaal A3- of 11x17-formaat. De automatische documentinvoer kan maximaal 50 vel bevatten. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Milieuvriendelijke eigenschappen ! EconoMode verbruikt ongeveer 50% minder toner waardoor de toner-cassette langer meegaat (constant gebruik van EconoMode wordt door HP niet aanbevolen). ! PowerSave-instelling bespaar t energie (voldoet aan de E NERGY S TAR -richtlijnen). ! Hoog percentage aan onderdelen en materialen in de printer die geschikt zijn voor recyclen. Updates van de firmware Biedt de mogelijkheid om firmware elektronisch te downloaden. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Printerinformatie Configuraties HP LaserJet 8150 printer De HP LaserJet 8150 printer (productnr. C4265A) wordt standaard geleverd met 32 Mb RAM, afdrukken van breed papier en is uitgerust met twee invoerladen voor 500 vel en een multipurpose-lade voor 100 vel. Opmerking Voor de HP LaserJet 8150 is een optionele EIO-kaart vereist voor aansluiting op een Macintosh. HP LaserJet 8150 N printer De HP LaserJet 8150 N printer (productnr. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer HP LaserJet 8150 DN printer De HP LaserJet 8150 DN printer (productnr. C4267A) wordt standaard geleverd met 32 Mb RAM, afdrukken van breed papier, twee laden voor 500 vel, een multipurpose-lade voor 100 vel, de HP JetDirect EIO-printserver en een duplex-eenheid (voor dubbelzijdig afdrukken). HP LaserJet 8150 HN printer De HP LaserJet 8150 HN printer (productnr. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer HP LaserJet 8150 MFP printer De HP LaserJet 8150 MFP (productnr. C4268A) wordt standaard geleverd met 64 Mb RAM, afdrukken van breed formaat, een harde schijf, twee laden voor 500 vel, een multipurpose-lade voor 100 vel, een invoerlade voor 2000 vel (lade 4), een stapelaar/nietmachine voor 3000 vel, een HP JetDirect EIO-printserver, een duplex-eenheid (voor dubbelzijdig afdrukken), een Copy Connect EIO-kaart en de HP Digital Copy. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 36 Printeronderd]elen en hun locaties Standaard uitvoerbak (afdrukkant naar beneden Verstelbare papierstop Bovenklep Bedieningspaneel Lade 1 (multipurpose) Bak voor afdrukkant naar boven Linker klep (niet afgebeeld) Voorklep Aan/uitschakelaar Verlengstukken lade 1 Lade 3 Rechter klep Lade 2 Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 37 Elektronische circuits (formatter-kaart) EIO-sleuven Bi-directionel e parallelle poort (IEEE-1284) Voedings-uitgang Printerinformatie Papierverwerkings-aansl uiting (C-Link) 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Accessoires en benodigdheden U kunt de mogelijkheden van uw printer uitbreiden met diverse optionele accessoires en benodigdheden. Gebruik uitsluitend accessoires en benodigdheden die speciaal voor uw printer zijn ontworpen; alleen op die manier bent u verzekerd van optimale prestaties. De printer ondersteunt drie EIO-kaarten voor verbeterde input/output. Daarnaast zijn vele andere accessoires en opties leverbaar. Zie pagina 43 voor bestelinformatie. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 39 Aanbevolen accessoires Invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 4 en 5) Invoerlade voor 2000 vel (lade 4) Printervoetstuk Voetstuk voor HP Digital Copy Upgrade-kit voor de HP LaserJet MFP Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 40 Stapelaar voor 3000 vel of Stapelaar/nietmachine voor 3000 vel Postbus met vijf bakken en nietmachine Postbus met acht bakken Envelopinvoer Tabletoppostbus met zeven bakken Duplex-eenheid HP Fast InfraRed Connect Accessoires en benodigdheden 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Optionele harde schijf De als accessoire verkrijgbare harde schijf kan gebruikt worden voor het opslaan van geselecteerde afdruktaken, ter ondersteuning van de RIP ONCE-technologie en het permanent opslaan van lettertypen en formulieren in de printer. In tegenstelling tot het standaard geheugen, blijft diverse informatie op de ingebouwde harde schijf in de printer aanwezig zelfs wanneer deze wordt uitgezet. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Macintosh-gebruikers De HP LaserJet Utility wordt gebruikt voor het downloaden van lettertypen en bestanden. Zie voor meer informatie HP LaserJet Utility op pagina 84 of de online-Help van de HP LaserJet Utility-gids die deel uitmaakt van de HP LaserJet Utility software. Opmerking De HP LaserJet Utility wordt niet ondersteund voor Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans, Tsjechisch, Russisch en Turks. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 43 Bestelinformatie Gebruik alleen accessoires die speciaal voor deze printer zijn ontwikkeld. Neem voor het bestellen van accessoires contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. (Zie de pagina's over HP-Klantenzorg in het begin van deze gebruikershandleiding.) Artikel Papierverwerking Omschrijving of gebruik Bestelnummer 2 x 500-vel invoerlade Twee laden voor 500 vel en invoer. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Papierverwerking (vervolg) 44 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplex-eenheid) Voor automatisch afdrukken op beide zijden van het papier. C4782A Tabletop-postbus met zeven bakken Alle zeven bakken kunnen ieder 120 vel papier bevatten. C4783A Postbus met acht bakken Alle acht bakken kunnen ieder 250 vel papier bevatten. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Papierverwerking (vervolg) 45 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Stapelaar/ nietmachine voor 3000 vel Een stapelapparaat voor 3000 vel met de capaciteit om documenten van maximaal 50 vellen te nieten C4788A Upgrade-kit voor de HP LaserJet MFP Een kopieermodule die standaard wordt geleverd met 32 cpm, duplex-afdrukken en kopiëren op papier van breed formaat. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Printervoetstukken 46 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Printervoetstuk Wordt gebruikt i.p.v. de 2000-vel invoerlade (lade 4) of de 2 x 500-vel invoerladen (lade 4 en 5), wanneer een postbusaccessoire is bevestigd. Opmerking: Het voetstuk voor de printer kan niet samen worden gebruikt met het voetstuk voor de HP Digital Copy. C2975A Voetstuk voor de HP Digital Copy. Dit is de bevoorkeurde configuratie voor de printer en de kopieermodule. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Artikel AfdrukHP Multipurposebenodigdheden papier (vervolg) (Meer afdrukmateriaal van het merk HP is verkrijgbaar in zaken waar kantoorbenodigdheden worden verkocht.) HP LaserJet-papier (Meer afdrukmateriaal van het merk HP is verkrijgbaar in zaken waar kantoorbenodigdheden worden verkocht.) Toner-cassette (20. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Pakket met drie nietjeshouders. Iedere houder bevat 2000 nietjes. C3772A Nietjeshouders (Stapelaar/ nietmachine voor 3000 vel) Pak met 3 nietjeshouders met ieder 5000 nietjes. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Artikel 49 Omschrijving of gebruik Bestelnummer 2 Mb 4 Mb 8 Mb C4286A C4287A C8530A Lettertype-DIMM (100-pins) 8 Mb Aziatische ROM: traditioneel Chinees vereenvoudigd Chinees C4292A C4293A Harde schijf Permanente opslag voor lettertypen en formulieren. Maakt "RIP ONCE mopying" mogelijk voor afdruktaken die te groot zijn voor "RIP ONCE mopying" in het RAM-geheugen (zie pagina 157 en 166). 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Kabel- en interfaceaccessoires 50 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Parallelle kabels IEEE-1284-kabel, 3 meter IEEE-1284-kabel, 10 meter C2946A C2947A Kabelkit voor Macintosh-netwerk (vereist EIO-kaart) Voor PhoneNET- of LocalTalk-verbindingen. 92215N 1-op-1-aansluiting (Macintosh DIN-8-kabel mannetjes-mannetjesaansluiting). 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Kabel- en interfaceaccessoires (vervolg) Artikel Omschrijving of gebruik Verbeterde I/O-kaarten Multi-protocol EIO-netwerkkaarten voor HP JetDirect-printserver: 51 Bestelnummer ! alleen Ethernet RJ-45 J3110A ! Ethernet RJ-45 en BNC, LocalTalk J3111A ! Token Ring RJ-45 en DB-9 J3112A ! Fast Ethernet alleen 10/100Base-TX RJ-45 J4169A Kaart voor HP JetDirect-connectiviteit voor: ! USB, serieel, LocalTalk HP Fast InfraRed Connect Accessoires en benodi 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 52 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Kabel-en interfaceaccessoires (vervolg) Aansluitdoos Voor aansluiting van een postbus met meerdere bakken op een printer wanneer de printer op een voetstuk staat. Dit artikel wordt alleen geleverd met de invoerlade voor 2000 vel en de 2 x 500 invoerlade. C4789A Onderhoudskit Preventive Maintenance Kit (preventatief onderhoudskit) Bevat vervangingsfuser, transfer-rol en doorvoeren scheidingsrol. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Documentatie (vervolg) 53 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer PCL 5/PJL Technical Reference Documentation Package (technische documentatie) Een handleiding voor het gebruik van printercommando's met HP LaserJet printers. 5021-0377 Gebruikershandleiding voor de HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN en 8150 MFP Printer Dit is een onlinegebruikershandleiding op CD-ROM. Deze CD-ROM bevat alle talen die ondersteund worden. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Documentatie (vervolg) 54 Artikel Omschrijving of gebruik Bestelnummer Installatiegids voor de HP Stapelaar voor 3000 vel en HP Stapelaar/ nietmachine voor 3000 vel (C4779x en C4788x) Instructies voor installatie van de stapelaar voor 3000 vel en de stapelaar/nietmachine voor 3000 vel. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 55 Lay-out van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat drie indicatorlampjes, zes toetsen en een uitleesvenster met twee regels (16 tekens per regel). 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Lampjes op het bedieningspaneel Lampje Betekenis Klaar Uit De printer is offline of er is een fout opgetreden. Brandt constant De printer is klaar om af te drukken. Knippert De printer gaat offline; even geduld. Uit De printer heeft geen gegevens om af te drukken. Brandt constant De printer heeft gegevens om af te drukken maar is niet klaar of staat offline. Knippert De printer is bezig met verwerken of afdrukken van de gegevens. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Lampje Betekenis Attentie Uit Er zijn geen fouten in de printer opgetreden. Brandt constant Er is een probleem met de printer. Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Knippert Er is een handeling vereist. Zie het bedieningspaneel. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Configuratiepagina Zie pagina 346 voor informatie over het afdrukken van een Configuratiepagina. Toetsen op het bedieningspaneel Toets Functie S TAR T ! Zet de printer online of offline. ! Drukt alle gegevens in de printerbuffer af. ! Laat de printer het afdrukken hervatten nadat deze off-line is geweest. Verwijdert de meeste printerberichten en zet de printer online. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Toets Functie TAAK Annuleert de afdruktaak waarmee de printer bezig is. De tijd die dit annuleren vergt, hangt af van de omvang van de afdruktaak. (Slechts éénmaal indrukken.) ANNULEREN M ENU Doorloopt de menu's op het bedieningspaneel. Druk op het rechter-uiteinde van de knop om vooruit te gaan en op het linker-uiteinde van de knop om terug te gaan. I TEM Doorloopt de opties van het gekozen menu. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Menu’s op het bedieningspaneel Zie pagina 459 voor een complete lijst van de bedieningspaneel-opties en mogelijke waarden. Door op M ENU te drukken krijgt u toegang tot alle bedieningspaneelmenu's. Als er extra laden of andere accessoires in de printer zijn geïnstalleerd, verschijnen er daarvoor automatisch nieuwe menu-opties. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Opmerking De instellingen in de printerdriver en de gebruikte applicatie hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen, waarbij de instellingen in de applicatie voorrang hebben op de instellingen van de printerdriver. Als u geen toegang krijgt tot een bepaald menu of optie, is dat ofwel omdat het geen optie is voor uw printer of omdat uw netwerkbeheerder de functie heeft vergrendeld. (In dit geval toont het bedieningspaneel GEEN TOEGANG MENUS VERGRENDELD. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 62 Interpretatie van de LED-status voor papierverwerking De onderstaande tabel toont de betekenis van de statuslichtjes van de optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4), de optionele 2 x 500-vel invoerlade (lade 4 en 5) en de optionele uitvoerapparaten van HP. Lichtje De optionele 2000-vel invoerlade en de optionele 2 x 500-vel invoerlade (laden Optionele uitvoerapparaten 4 en 5) van HP Constant groen De accessoire staat aan en is klaar. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Lichtje Knipperend geel 63 De optionele 2000-vel invoerlade en de optionele 2 x 500-vel invoerlade (laden Optionele uitvoerapparaten 4 en 5) van HP Er is een papierstoring in de accessoire of er moet uit de lade een pagina verwijderd worden, zelfs als er geen pagina's zijn vastgelopen. Er is een papierstoring in de accessoire of er moet uit de postbus met meerdere bakken een pagina verwijderd worden, zelfs als er geen pagina's zijn vastgelopen. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 64 Printersoftware Windowsclient Windows-software Netwerkbeheerder Gezamenlijk installatieprogramma Gezamenlijke drivers Windows-software HP Resource Manager Gezamenlijk installatieprogramma Internet-installatieprogramma Schijfbeeldhulpprogramma Gezamenlijke drivers Macintosh-software Macintosh-software Macintoshclient PPD's HP LaserJet Utility* Lettertypen* Gids-bestanden* (alleen in het Engels) PPD's HP LaserJet Utility* Lettertypen* Gids-bestanden* (a 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer De printerdrivers die op de CD-ROM staan, moeten worden geïnstalleerd om volledig te kunnen profiteren van de functies van de printer. De andere softwareprogramma's worden aanbevolen, maar zijn niet absoluut nodig. Zie het LeesMij-bestand voor meer informatie. Opmerking Netwerkbeheerders: HP LaserJet Resource Manager mag alleen op de computer van de netwerkbeheerder geïnstalleerd worden. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Bijgesloten bij de printer vindt u een CD-ROM met het HP LaserJetafdruksysteem. Op deze CD-ROM bevinden zich softwareprogramma's en drivers voor eindgebruikers en netwerkbeheerders. Zie het LeesMij-bestand voor de meest recente informatie. Het afdruksysteem bevat software voor eindgebruikers met de volgende besturingssystemen: ! Microsoft Windows 3.1x ! Microsoft Windows 9x ! Microsoft Windows NT 4.0 ! Windows 2000 ! IBM OS/2 versie 2.0 of hoger ! Apple Mac OS 7. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Het afdruksysteem bevat tevens software voor netwerkbeheerders met de volgende netwerkbesturingssystemen: ! Novell NetWare 3.x of 4.x of 5.x ! Microsoft Windows 9x ! Microsoft Windows NT 4.0 of Windows 2000 ! Apple AppleTalk (LocalTalk of EtherTalk) Installatie van netwerkprinters voor UNIX en andere netwerkbesturingssystemen is verkrijgbaar via het World Wide Web of via uw HP-dealer. (Zie HP-Klantenzorg aan het begin van deze gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Printerdrivers Printerdrivers geven toegang tot de printerfuncties en zorgen dat de computer met de printer kan communiceren. Windows Zie Toegang tot de Windows-printerdriver op pagina 77 voor meer specifieke driver-informatie. Macintosh Zie Apple LaserWriter 8-driver op pagina 83 voor meer specifieke driver-informatie. Opmerking Raadpleeg het bestand met de "Installatieaantekeningen" op de CD-ROM voor verdere bijgeleverde software en ondersteunde talen. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 69 Bij de printer geleverde drivers De printer wordt met de volgende printerdrivers geleverd. De meest recente drivers zijn verkrijgbaar via het Internet. (Zie HP-Klantenzorg aan het begin van deze gebruikershandleiding.) Afhankelijk van de configuratie van Windows-computers, kan het installatieprogramma automatisch controleren of een computer toegang heeft tot het Internet ten einde de meest recente drivers te verkrijgen. PCL 5e PCL 6 PS a Windows 3. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Kies in de onderstaande tabellen de gewenste installatieoptie voor wat u op uw systeem wilt installeren. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Installatie voor de Macintosh Installeer Selecteer Installeer om het volgende te installeren: ! PPD-bestand voor gebruik met PostScript-printerdrivers ! HP LaserJet Utility ! Online-Help Aangepast Printersoftware Selecteer Aangepast om alleen de gewenste software te installeren. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Overige drivers De volgende overige printerdrivers worden samen met de printer geleverd. ! OS/2 PCL/PCL 6-printerdriver ! OS/2 PS-printerdriver ! AutoCAD Opmerking Als de door u gezochte printerdriver niet op de CD-ROM staat of hier niet wordt genoemd, controleer dan de installatiediskettes of de LeesMij-bestanden van uw applicatie om te zien of deze ondersteuning voor de printer bevatten. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Software voor Windows Gebruik de afdruksysteemsoftware voor het installeren van de printer. Als u de printer voor een netwerk wilt installeren (Novell NetWare- of Microsoft Windows-netwerk) via een computer met Windows 9x, NT of 2000, begeleidt de afdruksysteemsoftware u door de installatieprocedure en wordt de netwerkprinter correct geconfigureerd. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Afdruksoftware voor Windows installeren (vanaf CD-ROM) Voor Windows 9x, Windows NT 4.0 en Windows 2000 1 Sluit alle geopende applicaties. 2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. (Afhankelijk van de computerconfiguratie is het mogelijk dat het installatieprogramma automatisch gestart wordt.) 3 Klik op Start. 4 Klik op Uitvoeren. 5 Typ D:\SETUP (of de juiste stationsletter voor uw CD-ROM-station) in het invoervak en klik op OK. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Voor Windows 3.1x 1 Sluit alle geopende applicaties. 2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 3 In het scherm Programmabeheer klikt u op het menu Bestand. 4 Klik op Uitvoeren. 5 Typ D:\SETUP (of de juiste stationsletter voor uw CD-ROM-station) in het invoervak en klik op OK. 6 Volg de instructies op het computerscherm. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Afdruksoftware voor de Macintosh installeren Opmerking Lees de "Installatie-aantekeningen" op de CD-ROM. 1 Sluit alle geopende applicaties af. 2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 3 Dubbelklik op het pictogram Installeerder en volg de instructies op het scherm. 4 Open de Kiezer in het Apple-menu. 5 Klik op het LaserWriter-symbool. Als het symbool niet wordt weergegeven, neemt u contact op met de HP-Klantenzorg of met Apple Computer, Inc. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 77 Toegang tot de Windows-printerdriver Voor het configureren van de driver na het installeren van de software gaat u op één van de volgende manieren naar de driver: Besturingssysteem Windows 9x Printersoftware Instellingen tijdelijk veranderen (in één applicatie) Standaard instellingen veranderen (in alle applicaties) Ga naar het menu Bestand en klik op Afdrukken. Klik vervolgens op Eigenschappen. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 78 Instellingen tijdelijk veranderen (in één applicatie) Standaard instellingen veranderen (in alle applicaties) Windows NT 4.0/ Windows 2000 Ga naar het menu Bestand en klik op Afdrukken. Klik vervolgens op Eigenschappen. (De daadwerkelijke stappen kunnen variëren; dit is de meest gebruikelijke methode.) Klik op de Start-knop, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Opmerking De instellingen in de printerdriver en in uw applicatie doen de instellingen van het bedieningspaneel teniet. (De instellingen in de applicatie doen de instellingen van de printerdriver teniet. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Kies de juiste printerdriver voor uw specifieke behoeften Voor Windows dient u een printerdriver te kiezen op basis van de wijze waarop u de printer gebruikt. ! Gebruik de PCL 6 driver om ten volle te kunnen profiteren van alle mogelijkheden van uw printer. Tenzij achterwaartse compatibiliteit met eerdere PCL-drivers of oudere printers een vereiste is, verdient het aanbeveling altijd de PCL 6-driver te gebruiken. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer HP JetSend-communicatietechnologie HP JetSend is een nieuwe technologie van Hewlett-Packard waardoor apparaten gemakkelijk en rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren. HP JetSend is in de printer ingebouwd, zodat deze informatie kan ontvangen van ieder willekeurig ander JetSend-apparaat op een netwerk, of dit nu in hetzelfde kantoor is of op afstand. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer U kunt de website JetSend bezoeken voor informatie over andere apparaten die beschikbaar zijn voor gemakkelijke en rechtstreekse communicatie met uw JetSend-printer. Hoe de JetSend-communicatietechnologie werkt Netwerkapparaten Om van de JetSend-mogelijkheid tussen netwerkapparaten gebruik te maken drukt u een configuratiepagina af (zie pagina 346) om het JetSend IP-adres te verkrijgen en geeft u dit door aan personen die d.m.v. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Software voor Macintosh-computers Apple LaserWriter 8-driver De driver voor de Apple LaserWriter 8 wordt geleverd als onderdeel van de Mac OS-systeemsoftware of is rechtstreeks verkrijgbaar bij Apple Computer, Inc. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer HP LaserJet Utility Opmerking De HP LaserJet Utility wordt niet ondersteund voor Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans, Tsjechisch, Russisch en Turks. HP LaserJet Utility maakt de besturing mogelijk van functies die niet beschikbaar zijn in de driver. Via de geïllustreerde schermen kunt u de printerfuncties vanaf de Macintosh computer gemakkelijker dan ooit selecteren. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer ! Het initialiseren van de schijf of het flash-geheugen. ! Lettertypebeheer in het RAM-geheugen, op de schijf of in het flash-geheugen. ! Het beheren van de functies voor Taak vasthouden. Zie de gids voor het HP LaserJet Utility voor meer informatie. Lettertypen Opmerking Lettertypen worden niet ondersteund voor Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans op Macintosh-computers. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Software voor netwerken HP Web JetAdmin Deze op een browser gebaseerde HP Web JetAdmin-software kan op alle ondersteunde server-platforms worden geïnstalleerd. De volgende computersystemen worden ondersteund 1 : ! Microsoft Windows NT 4.0 of Windows 2000 ! HP-UX ! Sun Solaris ! Red Hat Linux ! SuSE Linux Na installatie kan HP Web JetAdmin gebruikt worden om via iedere willekeurige client-PC met een ondersteunde web-browser de printer te beheren. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Voor de meest recente lijst met serversystemen die ondersteund worden, gaat u naar www.hp.com/go/webjetadmin. Opmerking De website voor HP Web JetAdmin biedt toegang tot HP Web JetAdmin in een groot aantal talen. Gebruik HP Web JetAdmin voor het volgende: ! Het installeren en configureren van printers die op een netwerk zijn aangesloten d.m.v. een HP JetDirect-printserver. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer HP LaserJet Utility (Macintosh) Met de HP LaserJet Utility worden functies bediend die niet in de driver beschikbaar zijn. De geïllustreerde schermen maken het selecteren van printerfuncties via uw Macintosh-computer gemakkelijker dan ooit tevoren. Gebruik de HP LaserJet Utility om het volgende te doen: ! Aanpassen van de berichten in het bedieningspaneel van de printer. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Zie de handleiding van LaserJet Utility voor meer informatie. Opmerking De HP LaserJet Utility wordt niet ondersteund voor Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans, Tsjechisch, Russisch en Turks. HP LaserJet Resource Manager Opmerking De harde schijf en de DIMM’s voor het flash-geheugen zijn optioneel verkrijgbare printeraccessoires. HP LaserJet Resource Manager mag alleen op de computer van de netwerkbeheerder worden geïnstalleerd. 
- Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer Opmerking De HP LaserJet Resource Manager is niet beschikbaar voor de Macintosh. Als u een Macintosh gebruikt, zijn deze functies beschikbaar in de HP LaserJet Utility (versie 3.5.1 of hoger). Gebruik de HP LaserJet Resource Manager voor het volgende: ! Het initialiseren van de harde schijf en het flash-geheugen. ! Het downloaden, verwijderen en beheren van lettertypen naar de harde schijf en het flash-geheugen over een netwerk. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdruktaken 2 Overzicht In dit hoofdstuk vindt u informatie over eenvoudige afdruktaken, zoals: ! De invoerlade vullen ! De uitvoerbak selecteren ! De nietmachine gebruiken ! Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. de optionele duplex-eenheid) ! Afdrukken op enveloppen ! Afdrukken op speciaal papier Opmerking Voor meer informatie over een optioneel verkrijgbaar uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het apparaat geleverde gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De invoerlade vullen Lade 1 vullen Opmerking Zie pagina 430 voor papierspecificaties. Voor het aanpassen van de werking van lade 1 ziet u pagina 164. VOORZICHTIG Nooit papier uit lade 1 verwijderen of daaraan toevoegen terwijl de printer bezig is met afdrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken. Etiketten, enveloppen en transparanten uitsluitend afdrukken vanuit lade 1 om beschadiging van de printer te voorkomen. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 1 Open lade 1. 93 1 2 Trek zonodig het verlengstuk van de lade naar buiten als u afdrukt op grotere papierformaten. 3 Schuif de papierbreedtegeleiders in de positie die overeenstemt met het papierformaat, zoals aangegeven op de bodem van de lade. 4 Vul de lade. Let hierbij op de markering die de maximale hoogte van de stapel papier aangeeft. 2 3 Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 5 De oriëntatie van het papier hangt af van het gebruikte papierformaat: a Leg A4- of Letter-papier met de bovenkant van de pagina naar de achterkant van de printer en voor enkelzijdig afdrukken met de afdrukkant naar boven. Voor dubbelzijdig afdrukken legt u de bovenkant van de pagina naar de achterkant van de printer en met de eerste afdrukkant naar beneden. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Opmerking Zie pagina 137 voor meer informatie over het afdrukken van enveloppen vanuit lade 1. 6 Schuif het papier in de printer tot het geheel vlak ligt en stevig tussen de papierbreedtegeleiders rust, zonder het te buigen. Opmerking Papier dat zwaarder is dan 105 g/m 2 (28 lbs.) moet vanuit lade 1 naar de uitvoerbak met de afdrukkant naar boven afgedrukt worden om te voorkomen dat het krult. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 96 Lade 2 en 3 en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel vullen (laden 4 en 5) Opmerking Om papierstoringen te vermijden mag de lade nooit geopend worden terwijl hij in gebruik is. 1 Zie pagina 430 voor papierspecificaties. 1 Trek de lade geheel uit. 2 2 Draai de papiergeleider-vergrendeling in de 'vrij'-stand. 3 Verschuif de papiergeleider tot aan de markering die overeenstemt met het formaat van het papier dat u wilt laden. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 4 Draai de papiergeleider-vergrendeling terug in de vergrendelde stand. 97 4 5 Stel nu de linker papiergeleider in door hem naar achter te duwen en omhoog en naar buiten te tillen. 6 Plaats de geleider recht boven de betreffende strepen die op de bodem van de lade staan. Druk eerst het achterste lipje vast in de achterste uitsparing en druk daarna het voorste lipje in de voorste uitsparing. Zorg dat de geleider niet scheef staat. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 7 Vul de lade met maximaal 500 vel papier, maar niet hoger dan het niveau van de markeringen op de geleider. a Leg A4- of Letter-papier met de bovenkant van de pagina naar de achterkant van de lade en voor enkelzijdig afdrukken met de afdrukkant naar beneden. Voor dubbelzijdig afdrukken legt u de bovenkant van de pagina naar de achterkant van de lade en met de eerste afdrukkant naar boven. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 8 Zorg ervoor dat het strookje dat het papierformaat aangeeft, op het juiste formaat staat. Schuif de lade terug in de printer. Zie pagina 168 als u papierinvoer volgens papiersoort en -formaat wilt gebruiken in plaats van invoer volgens papierbron (lade). Voor papierformaten die groter zijn dan A4 of Letter, moet u de papierstop in de standaard uitvoerbak verstellen. Zie pagina 108. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Te veel papier verwijderen uit lade 2, 3 en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 4 en 5) 1 Open de lade tot hij niet verdergaat. 2 Til de papierstapel omhoog en verwijder het teveel aan papier. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De optionele invoerlade voor 2000 vel vullen (lade 4) U kunt deze printer voorzien van een optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4). Deze lade past onder de printer en fungeert als onderstel. Opmerking Om papierstoringen te vermijden mag de lade nooit geopend worden terwijl hij in gebruik is. Zie pagina 430 voor papierspecificaties. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 1 Trek lade 4 geheel uit. 2 Pak de voorste geleider beet bij het blauwe pennetje en trek het pennetje omhoog om de geleider uit de lade te verwijderen. Plaats de geleider in de uitsparingen aan de bovenen onderkant van de invoerlade die overeenstemmen met het formaat van het papier dat u wilt laden en druk het pennetje vast. 3 Herhaal stap 2 om de achterste papiergeleider zodanig aan te brengen dat deze overeenstemt met het gebruikte papierformaat. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 4 Herhaal stap 2 om de linker papiergeleider zodanig aan te brengen dat deze overeenstemt met het gebruikte papierformaat. Opmerking Voor het laden van 11 x 17 papier moet u de linker geleider geheel achter in de lade plaatsen. Zorg dat u de linkergeleider plaatst in de bovenen ondersleuf die voor papier van 11 x 17 inch zijn aangegeven. 5 Vul nu de lade met maximaal 2000 vellen papier. Vul de lade niet hoger dan het niveau van de markeringen aan de zijkanten. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 6 Druk op alle vier hoeken van de stapel papier, zodat het geheel vlak in de lade ligt zonder bol te staan. Opmerking Papier mag niet in het vrije gedeelte aan de linkerkant van lade 4 bewaard worden. Lade 4 kan hierdoor aanzienlijk beschadigd raken. 104 6 7 7 Sluit lade 4. 8 Zorg ervoor dat het strookje dat het papierformaat aangeeft, op het juiste formaat staat. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De uitvoerbak selecteren De printer beschikt over diverse uitvoermogelijkheden: de standaard uitvoerbak, de bak voor de afdrukkant naar boven en de optionele uitvoerbakken. Opmerking Voor meer informatie over een optioneel verkrijgbaar uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het apparaat geleverde gebruikershandleiding. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 106 Bak voor afdrukkant naar boven Standaard uitvoerbak Postbusbakken Opmerking Gebruik de bak voor de afdrukkant naar boven voor het afdrukken van enveloppen, etiketten, transparanten of zwaar papier. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken naar de standaard uitvoerbak De standaard uitvoerbak is de bovenbak van de printer en kan tot 500 vellen papier opstapelen in juiste volgorde. Een sensor in de bak zorgt ervoor dat de printer automatisch stopt zodra de bak vol is. De printer hervat het afdrukken zodra u de bak geheel of gedeeltelijk leegt. De selectie van de bovenbak als de standaard uitvoerbak is de fabrieksinstelling. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 108 De papierstop verstellen De papierstop bevindt zich bovenop de printer in het verlengde van de standaard uitvoerbak (zie onderstaande afbeelding). U kunt de papierstop verstellen, zodat het uitgevoerde papier volledig vlak komt te liggen. Voor A4of Letter-papier hoeft u de papierstop niet omhoog te klappen. Opgelet: als de papierstop op een kleiner formaat is ingesteld dan het papier waarop wordt afgedrukt, loopt de printer vast. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken naar de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven De uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven bevindt zich aan de linker bovenkant van de printer en kan 100 vel papier bevatten dat na het afdrukken met de afdrukkant naar boven is gekeerd (in omgekeerde volgorde). Deze uitvoerbak wordt vooral aanbevolen voor het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten, enveloppen of transparanten, waarvoor de gedraaide papierbaan van de standaard uitvoerbak niet geschikt is. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken naar een postbus Iedere postbus wordt geleverd met een bak voor de afdrukkant naar boven die dient ter vervanging van de bak van de printer voor de afdrukkant naar boven: ! Tabletop-postbus met 7 bakken (elke bak kan maximaal 120 vellen papier bevatten) ! Postbus met acht bakken (iedere bak kan maximaal 250 vel papier bevatten) ! Postbus met 5 bakken en nietmachine (elke bak kan maximaal 250 vellen papier bevatten) Deze postbussen worden aan de linkerkant van de printer be 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Taakscheiding Afdruktaken worden automatisch als één taak per bak naar de eerste lege bak gestuurd te beginnen met de bovenste bak. Bakken die niet leeg zijn, worden overgeslagen. Als alle bakken papier bevatten, wordt de taak naar de eerste niet-volle bak gestuurd, te beginnen met de bovenste bak. Wanneer een bak vol raakt, stopt het systeem tot er papier uit de betreffende bak verwijderd is. Daarna gaat levering naar dezelfde bak verder. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Werkstanden configureren De werkstand wordt door de netwerk- of printerbeheerder ingesteld via het bedieningspaneel of via een HP-netwerkconfiguratiehulpprogramma, zoals HP Web JetAdmin of de HP LaserJet Utility. U moet uw printerdriver instellen op de werkstand die de beheerder heeft gekozen. Bi-directionele omgeving De printer selecteert automatisch de werkstand die door de netwerkbeheerder is ingesteld. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 113 Postbus-werkstand Opmerking Als u de naam van een uitvoerbak in het bedieningspaneel wilt veranderen, gebruikt u HP Web JetAdmin. Bezoek de web-site van HP op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor meer informatie over HP Web JetAdmin. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 114 Taakscheiding-, sorteereenheid- en stapelaarwerkstand Opmerking Als u de naam van een uitvoerbak in het bedieningspaneel wilt veranderen, gebruikt u HP Web JetAdmin. Bezoek de web-site van HP op http://www.hp.com/go/webjetadmin voor meer informatie over HP Web JetAdmin. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Instelling op het bedieningspaneel voor de taakscheiding-, sorteereenheid- en stapelaarwerkstand: Postbus met acht bakken Opmerking 115 Daarmee overeenstemmende uitvoerbak(ken): AFDRBOVENBAK Bak voor afdrukkant naar boven OPTIE BAK 1 Postbus 1-8 Zie pagina 437 voor de papiersoorten die door de printer ondersteund worden. Enveloppen, etiketten en transparanten mogen alleen naar de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven gestuurd worden. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Postbussen selecteren vanuit een applicatie U kunt een postbus selecteren vanuit uw applicatie, vanuit de printerdriver of vanaf het bedieningspaneel van de printer. U kunt ook een standaard uitvoerbak voor de printer selecteren. Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen. Het hangt van uw applicatie en de daarbij behorende printerdriver af, welke opties u waar moet kiezen en hoe u daarvoor te werk moet gaan. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Postbussen selecteren via het bedieningspaneel 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PAPIERVERWERKING MENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot PAPIERUITVOER= STAND. UITVOERBAK * verschijnt. 3 Druk herhaaldelijk op + tot PAPIERUITVOER= OPTIE BAK x verschijnt. x geeft een getal aan dat kan variëren, afhankelijk van de gebruikte postbus en de ingestelde werkstand. Bovenstaande berichten bevatten standaard namen; uw netwerkbeheerder kan deze namen gewijzigd hebben. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De nietmachine gebruiken Opmerking Voor meer informatie over de stapelaar/nietmachine voor 3000 vel of andere nietapparaten raadpleegt u de bij het apparaat geleverde gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 119 Nietjeshouders laden (postbus met vijf bakken en nietmachine) 1 Zet de printer uit en verwijder de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. 1 2 Open het deksel van de nietmachine. 3 Knijp de lipjes van het nietjeshouder samen en trek de lege houder naar buiten. 2 Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 4 Verwijder de plastic transportclip van de nieuwe nietjeshouder. Steek de nieuwe houder in de machine totdat hij vastklikt. 120 4 5 Sluit de klep van de nietmachine, plaats de uitvoerbak weer terug en zet de printer weer aan. 5 Opmerking Als de nietjes in de printer helemaal opraken of als u vanwege een storing in de nietmachine alle nietjes in de baan moet verwijderen, is het mogelijk dat maximaal zes exemplaren niet worden geniet. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Documenten nieten (Postbus met 5 bakken met nietmachine) De nietmachine kan documenten van 2 tot maximaal 20 pagina's van papier van 16 tot 28 lbs nieten (alleen A4- en Letter-formaat). Stel de nietmachinebak niet in als de standaard uitvoerbak. Als uw afdruktaak slechts één pagina bevat of meer dan 20 pagina's, wordt de afdruktaak wel naar de nietmachinebak gestuurd, maar niet geniet. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De nietmachine selecteren vanuit een applicatie U kunt de nietmachine selecteren vanuit uw applicatie of via de printerdriver. Deze methode wordt aanbevolen voor nieten. Als u de nietmachine niet vanuit uw applicatie of via de printerdriver kunt selecteren, kunt u een standaard uitvoerbak kiezen. Volg hiervoor onderstaande aanwijzingen. Het hangt van uw applicatie en de daarbij behorende printerdriver af, welke opties u waar moet kiezen en hoe u daarvoor te werk moet gaan. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken De nietmachine selecteren via het bedieningspaneel Als uw applicatie geen mogelijkheid biedt om de nietmachinebak te selecteren, kunt u de selectie als volgt via het bedieningspaneel uitvoeren. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PAPIERVERWERKING MENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM totdat PAPIERUITVOER=STAND. UITVOERBAK * verschijnt. 3 Druk herhaaldelijk op + tot PAPIERUITVOER=OPTIE BAK 6 verschijnt. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. de optionele duplex-eenheid) De printer kan automatisch dubbelzijdig afdrukken met behulp van de optionele duplex-eenheid. Opmerking Raadpleeg de bijgeleverde documentatie van de duplex-eenheid voor volledige installatie- en setup-instructies. Voor dubbelzijdig afdrukken kan extra geheugen vereist zijn (pagina 514). Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken VOORZICHTIG Niet dubbelzijdig afdrukken op etiketten, transparanten, enveloppen, papier van speciaal formaat of papier dat zwaarder is dan 105 g/m 2 (28 lb.). Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen. ! Het kan nodig zijn om de printerdriver apart te configureren zodat deze de duplex-eenheid 'herkent'. (Zie de Help van de printersoftware voor details. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Papieroriëntatie voor dubbelzijdig afdrukken De duplex-eenheid drukt eerst aan de achterkant van het papier af zodat papier zoals briefhoofd en voorbedrukt papier in de printer geladen moet worden zoals afgebeeld. Lade 1 ! Plaats Letter- en A4-papier met de voorkant naar beneden en met de bovenste, korte zijde naar de achterkant van de printer gericht. ! Plaats papier van ander formaat met de voorkant naar beneden en met de bovenste, korte zijde naar de printer. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Alle andere laden ! Plaats Letter- en A4-papier met de voorkant naar boven en met de bovenste, korte zijde naar de achterkant van de printer gericht. ! Plaats andere papierformaten met de voorkant naar boven en met de bovenste, korte zijde naar de rechterkant van de lade. Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken Onderstaande afbeelding geeft u een beeld van de vier verschillende afdrukstanden. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Opmerking 128 De in de driver gebruikte terminologie voor de bindingszijde kan anders zijn. Afdrukken van links naar rechts 1. Lange zijde staand (standaard) 2. Lange zijde liggend 3. Korte zijde staand 4. Korte zijde liggend Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 129 Afdrukken van rechts naar links 1. Lange zijde staand (standaard instelling) 3. Korte zijde staand 2. Lange zijde liggend 4. Korte zijde liggend Dubbelzijdig afdrukken (m.b.v. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op enveloppen Automatisch enveloppen invoeren (optionele automatische envelopinvoer) Met de optionele envelopinvoer kan de printer automatisch tot 100 enveloppen invoeren. Zie pagina 432 voor de ondersteunde envelopformaten. Zie pagina 137 voor het afdrukken van enveloppen zonder envelopinvoer. Opmerking Raadpleeg de bij de envelopinvoer geleverde documentatie voor volledige installatie- en setup-instructies. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 131 Enveloppengewicht Geleiders Verlengstuk Afdrukken op enveloppen 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 132 Installatie van de envelopinvoer 1 Open lade 1 en verwijder het deksel van de opening voor de envelopinvoer. 1 2 Breng de pennen op de envelopinvoer op één lijn met de bijbehorende gaten in de printer. 3 Breng de envelopinvoer op één lijn met de overeenstemmende geleiderails in de printer. 2 4 Schuif de envelopinvoer in de printer tot hij vergrendeld is. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 133 Enveloppen in de envelopinvoer laden Opmerking Druk uitsluitend af op enveloppen die goedgekeurd zijn voor gebruik in de printer (pagina 446). 1 1 Trek het verlengstuk van de enveloplade uit. Hiermee voorkomt u het vastlopen van de enveloppen tijdens de invoer. 2 2 Voor instelling van de breedtegeleiders voor het formaat van de enveloppen die gebruikt worden, drukt u op het lipje op de linker geleider. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 4 Laat de envelopgewicht-hendel zakken. Stapel de enveloppen zoals aangegeven (A). De onderste envelop moet dus iets verder in het invoermechanisme steken dan de enveloppen die er bovenop liggen en niet andersom (B). Opmerking Selecteer het envelopformaat in de softwareapplicatie (als de instelling beschikbaar is), de printerdriver of in het Papierverwerking menu van het bedieningspaneel van de printer (pagina 467). Zie pagina 168 voor afdrukken volgens papiersoort en papierformaat. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 135 Fuser-hendels verstellen voor het afdrukken van enveloppen Opmerking Na gebruik van deze methode voor het afdrukken van enveloppen dient u de fuser-hendels weer in de onderste stand te zetten voor gewoon afdrukmateriaal. 1 1 Open de linkerklep. (Als een optioneel uitvoerapparaat geïnstalleerd is, duwt u dit eerst weg van de printer om toegang te krijgen tot de linkerklep.) 2 WAARSCHUWING! Raak het naastgelegen fuser-gedeelte niet aan. Dit kan HEET zijn. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 3 Sluit de linkerklep. 4 Zorg dat voor het afdrukken van enveloppen de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven geselecteerd is. Na het afdrukken van enveloppen dient u de fuser-hendels weer in de onderste stand te zetten. VOORZICHTIG Als u de hendels niet terugzet in de onderste stand voor het afdrukken van gewoon afdrukmateriaal, kan dit tot slechte afdrukkwaliteit leiden. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op enveloppen vanuit lade 1 Met de optionele envelopinvoer kan de printer automatisch maximaal 100 enveloppen achter elkaar invoeren. Zie pagina 43 voor het bestellen van een envelopinvoerapparaat. Zie pagina 130 voor het afdrukken met de envelopinvoer. Veel typen enveloppen kunnen worden afgedrukt vanuit lade 1 (de lade kan maximaal 10 enveloppen bevatten). De afdrukkwaliteit is afhankelijk van het soort envelop. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken VOORZICHTIG Enveloppen met lipjes, drukknopen, vensters, geplastificeerde binnenkanten, niet afgedekte zelfklevende stroken of andere kunststof elementen kunnen de printer ernstig beschadigen. Probeer nooit een envelop aan beide zijden te bedrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen. Controleer eerst of de enveloppen goed plat liggen en niet beschadigd zijn of aan elkaar plakken, voordat u ze gaat invoeren. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 139 Enveloppen laden in lade 1 1 Open lade 1. 1 2 Trek zonodig het verlengstuk naar buiten, als u afdrukt op grote enveloppen. 3 Leg maximaal 10 enveloppen tussen de papierbreedtegeleiders met de afdrukkant naar boven. 2 Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 4 Druk de geleiders tegen de stapel enveloppen, zonder dat deze gaan opbollen. Opmerking Papier dat zwaarder is dan 105 g/m 2 (28 lbs) moet vanuit lade 1 naar de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven afgedrukt worden om krullen te voorkomen. Als lade 1 is ingesteld op de modus PAPIERLADE, gaat het Attentie-lampje van de printer knipperen. Druk op - WAARDE + tot het papierformaat overeenstemt met het papier in lade 1 en druk vervolgens op S ELECTEREN . 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Enveloppen afdrukken vanuit uw applicatie 1 Laad de enveloppen in lade 1 of in de optionele envelopinvoer, indien geïnstalleerd. 2 In uw applicatie geeft u aan als papierbron: 'lade 1, Automatisch' of selecteer het papierbrontype en stel het enveloptype en -formaat in (pagina 446). 3 Als uw applicatie de afdrukstand niet automatisch instelt voor het envelopformaat, kiest u Liggend als afdrukstand. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op speciaal papier Op briefhoofd-, voorbedrukt en geperforeerd papier afdrukken Als 'speciaal' papier worden onder andere beschouwd: briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten, transparanten, aflopend bedrukt papier, briefkaarten, speciale formaten en zwaar papier. Bij het afdrukken op briefhoofdpapier of voorbedrukt papier is het belangrijk om de laden in de juiste oriëntatie te vullen. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op etiketten Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zorg dat de etiketten overeenkomen met de specificaties voor de invoerlade die u gebruikt (pagina 443). Ga als volgt te werk: ! Druk een stapel van 50 etiketten af vanuit lade 1. ! Laad etiketten met de afdrukkant naar boven, en de korte bovenrand naar achteren, als het formaat van het grondpapier A4 of Letter is. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Vermijd het volgende: VOORZICHTIG Om de printer niet te beschadigen dient u deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen. ! Laad lade 1 niet boven de maximale capaciteit omdat etiketten zwaarder zijn dan papier. ! Gebruik geen etiketten die van het grondblad loslaten, gekreukeld of op een andere manier beschadigd zijn. ! Gebruik geen etiketten waarvan het grondblad zichtbaar is. De etiketten moeten het grondpapier geheel bedekken zonder enige tussenruimte. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op transparanten De temperatuur in de fuser-eenheid van de HP LaserJet printers kan oplopen tot 200°C (392°F). Gebruik daarom uitsluitend transparanten die tegen deze hoge temperatuur bestand zijn. Gebruik uitsluitend transparanten die aanbevolen worden voor gebruik in laserprinters. Verwijder elke afgedrukte transparant onmiddellijk uit de uitvoerbak. De transparanten kunnen anders aan elkaar gaan kleven. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken VOORZICHTIG Etiketten, transparanten, enveloppen, papier van speciaal formaat en papier zwaarder dan 105 g/m 2 (28 lb) mag niet dubbelzijdig afgedrukt worden. Afdrukken van dit materiaal kan schade aan de printer veroorzaken en tot papierstoringen leiden. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 147 Papier met een speciaal formaat in lade 1 Vanuit lade 1 kunt u afdrukken op papier met een speciaal formaat. Zie pagina 432 voor papierspecificaties. Afdrukken op zeer kleine papierformaten Als u het papierformaat instelt vanuit de printerdriver, kiest u het tabblad Papier en stelt u het papierformaat in onder de knop Speciaal. Daarna stelt u het papierformaat in. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 2 Druk papier van een speciaal formaat af vanuit lade 1. Zie "Lade 1 vullen" op pagina 92. 3 De aanlegkant van het papier moet minstens 98 mm (3,9 inch) breed zijn. De rollen in de printer die het papier grijpen kunnen geen kleinere formaten verwerken. De lengte van het papier, gemeten van de bovenrand tot de onderrand, moet minstens 190 mm (7,5 inch) zijn. Opmerking Zie pagina 432 voor meer informatie over papierspecificaties. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Aflopende afbeeldingen afdrukken Met deze printer kunt u afdrukken op buitenmaats papier met een maximaal formaat van 297 x 450 mm (11,7 x 17,7 inch). Daarom is het mogelijk om aflopende afbeeldingen met snijmerken af te drukken met een maximaal schoon gesneden formaat van 279 x 432 mm (11 x 17 inch). Raadpleeg de handleiding of online-Help van uw applicatie. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Afdrukken op kaarten, speciale formaten en zwaar papier Papier van een speciaal formaat kunt u afdrukken vanuit lade 1. Zie Papierspecificaties op pagina 430. Opmerking U kunt slechts één speciaal papierformaat tegelijk instellen op het bedieningspaneel van de printer. Laad dus niet verschillende speciale formaten in de printer. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken Instelling voor speciale papierformaten Als u speciaal papier geladen hebt, moet u de formaat-instellingen kiezen vanuit uw applicatie (de beste methode), de printerdriver of vanaf het bedieningspaneel van de printer. De voor speciaal papier aangegeven formaatinstellingen zijn van toepassing voor alle in de printer geïnstalleerde speciale papierladen. Opmerking Er wordt door de printer slechts één speciaal papierformaat tegelijk herkend. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 152 X (voorkant) 98 mm (3,9 inch) 191 mm (7,5 inch) Y (zijkant) Als de instellingen niet beschikbaar zijn vanuit de software, stelt u het speciale papierformaat in via het bedieningspaneel: 1 Kies vanuit het Afdrukmenu de volgende instelling: SPECIAAL PAPIER CONF.=JA 2 Kies vanuit het Afdrukmenu inches of millimeters als maateenheid. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 2 Afdruktaken 3 Stel vanuit het Afdrukmenu de X-afmeting in (de bovenkant van het papier), zoals aangegeven in bovenstaande afbeelding. Voor lade 1 kan X waarden krijgen van 98 tot 297 mm (van 3,9 tot 11,7 inch). Stel vervolgens de Y-afmeting in (de zijkant van het papier), zoals aangegeven in bovenstaande illustratie. Voor lade 1 kan Y waarden krijgen van 191 tot 450 mm (van 7,5 tot 17,7 inch). 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 3 Geavanceerde afdruktaken Overzicht In dit hoofdstuk wordt een aantal geavanceerde afdruktaken behandeld, om u te helpen de beste resultaten te bereiken met uw printer. Deze taken worden "geavanceerd" genoemd omdat u voor deze taken de instellingen van de printer moet veranderen. Dit kunt u doen vanuit uw applicatie, via de printerdriver of vanaf het bedieningspaneel van de printer. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken ! Speciaal papier laden ! Taak vasthouden " Een taak snelkopiëren " Een taak lezen en vasthouden " Een privétaak afdrukken " Een afdruktaak opslaan ! Met de optionele HP Fast InfraRed Connect afdrukken ! Rand-tot-rand afdrukken ! Duplex-registratie Overzicht 155 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken De functies van de printerdriver gebruiken Als u afdrukt vanuit een applicatie, zijn veel functies van de printer beschikbaar via de printerdriver. Zie pagina 77 voor toegang tot Windows-printerdrivers. Opmerking Instellingen in de printerdriver en de applicatie hebben voorrang op de bedieningspaneel-instellingen. De instellingen in de applicatie hebben voorrang op de instellingen in de printerdriver. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken ! Minder netwerkverkeer ! Sneller hervatten van uw applicatie ! Alle afgedrukte documenten zijn originele exemplaren RIP ONCE Met de optie "RIP ONCE" wordt een afdruktaak slechts éénmaal door de printer verwerkt (d.w.z. voorbereid voor afdrukken). Vervolgens kunt u de voorbereide afdruktaak meerdere malen afdrukken, zonder dat deze steeds weer opnieuw door de printer verwerkt hoeft te worden. Deze functie is normaal altijd geactiveerd. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken In Windows-printerdrivers kunt u printer-instellingen opslaan voor meerdere soorten afdruktaken. Opgeslagen instellingen worden Snelinstellingen genoemd. Zo kunt u bijvoorbeeld een snelinstelling maken voor het afdrukken op enveloppen of voor het afdrukken van de eerste pagina van een document op briefhoofdpapier. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 159 Eerste pagina op ander papier 1 In Windows selecteert u "Ander papier gebruiken voor eerste pagina" in het tabblad Papier in de printerdriver. Kies lade 1 (of handinvoer) voor de eerste pagina en een andere lade voor de overige pagina's. Plaats het papier voor de eerste pagina in lade 1. (Als u handinvoer hebt gekozen, stuur t u eerst de afdruktaak naar de printer en plaatst u het papier in lade 1 zodra u daarom wordt gevraagd. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 160 Opmerking Het hangt van uw applicatie en de daarbij behorende printerdriver af, welke opties u waar moet kiezen en hoe u daarvoor te werk moet gaan. Sommige opties zijn alleen beschikbaar via de printerdriver. 2 Laad het papier voor de overige pagina's van het document in een andere lade. U kunt de eerste pagina en de overige pagina's selecteren volgens papiersoort. Zie "Afdrukken volgens papiersoort en papierformaat" op pagina 168 voor meer informatie. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Lege achterpagina Met deze optie kunt u een blanco achterblad toevoegen aan het eind van een afdruktaak. Voor Windows selecteert u “Ander papier gebruiken voor eerste pagina” in het tabblad Papier van de printerdriver waarna u “Achterpagina” kiest. Vervolgens kunt u de papierbron selecteren die u voor de achterpagina wilt gebruiken of u kunt “Geen achterpagina” kiezen als u geen achterblad wilt gebruiken. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken U kunt meer dan één pagina op eenzelfde vel papier afdrukken. Deze functie is in bepaalde printerdrivers beschikbaar om goedkope proefafdrukken te maken. Zoek in de printerdriver een optie met de naam Opmaak of Pagina's per vel, om meer dan één pagina op een vel papier af te drukken. Deze wordt ook wel aangeduid als '2-op-een-vel'-, '4-op-een-vel'-, 'n-op een-vel'-afdrukken of als '2-plus'-, '4-plus'- of 'n-plus'-afdrukken. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Afdrukken van rechts naar links Lege achterpagina 163 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Gebruik van lade 1 aanpassen U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen aan uw specifieke afdrukbehoeften. De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit lade 1 zolang deze geladen is of om alleen af te drukken vanuit lade 1 als specifiek gevraagd wordt om het daarin geladen soort papier. Kies de instellingen LADE 1 MODUS=EERSTE of LADE 1 MODUS=PAPIERLADE vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Lade 1 Modus=Eerste Als er niet altijd papier in lade 1 aanwezig is of als u lade 1 uitsluitend gebruikt voor handinvoer van papier dient u de standaard instelling LADE 1 MODUS=EERSTE in het Papierverwerkingsmenu te behouden. ! LADE 1 MODUS=EERSTE betekent dat de printer meestal eerst papier uit lade 1 opneemt tenzij deze leeg of gesloten is. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Lade 1 Modus=Papierlade LADE 1 MODUS=PAPIERLADE betekent dat de printer lade 1 behandelt als één van zijn interne laden. In plaats van eerst te zoeken naar papier in lade 1 begint de printer bij de onderste lade en gaat dan omhoog of bij de lade die overeenkomt met de papiersoort of het papierformaat waarvoor de instellingen gekozen zijn vanuit de applicatie. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Handmatig invoeren van papier vanuit lade 1 De functie Handinvoer stelt u in staat vanuit lade 1 af te drukken op speciaal papier, zoals enveloppen of briefhoofdpapier. Als Handinvoer is gekozen, drukt de printer uitsluitend af vanuit lade 1. Selecteer Handinvoer vanuit uw applicatie of de printerdriver. Handinvoer kan ook worden geactiveerd vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Afdrukken volgens papiersoort en papierformaat Standaard zoekt de printer het papier op volgens papierbron (een papierlade). U kunt de printer echter ook zo configureren dat deze het papier selecteert volgens soort (bijvoorbeeld normaal papier of briefhoofd) en formaat (bijvoorbeeld A4- of Letter-formaat). 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Ga als volgt te werk om af te drukken volgens papiersoort en papierformaat: 1 Zorg ervoor dat alle laden juist ingesteld en gevuld zijn. Raadpleeg hiervoor de secties over het laden van papier (pagina 92 en volgende). 2 Stel voor elke lade de soort van het papier in via het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. Als u niet zeker weet welke papiersoort aanwezig is (bijv. bankpostpapier of kringlooppapier), kijkt u op het etiket van de verpakking. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 4 Selecteer de gewenste papiersoort en het gewenste papierformaat vanuit uw applicatie of de printerdriver. Opmerking Voor printers die op een netwerk zijn aangesloten, kunt u de papiersoort en het papierformaat ook configureren vanuit HP Web JetAdmin. Raadpleeg de Help van de printersoftware voor meer informatie. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken De variabele fusermodus veranderen De variabele fusermodus bepaalt de temperatuur en de afdruksnelheid voor een bepaalde papiersoort. De variabele fusermodus kan door de gebruiker aangepast worden om de afdrukkwaliteit te verbeteren voor papier dat problemen oplevert (bijv. zwaar, licht of ruw afdrukmateriaal), zelfs als het papier aan de technische specificaties op pagina 432 voldoet. De variabele fusermodus hangt samen met de papiersoort. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken De fusermodus kan door de gebruiker via het bedieningspaneel voor al deze papiersoorten veranderd worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Ga als volgt te werk om via het bedieningspaneel de variabele fusermodus te veranderen: 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PAPIERVERWERKING MENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot FUSERMODUSCONF.MENU=NEE verschijnt. 3 Druk op - WAARDE + tot JA verschijnt. 4 Druk op S ELECTEREN om de optie te selecteren. 5 Druk meerdere malen op I TEM tot de gewenste papiersoort verschijnt. 6 Druk meerdere malen op - WAARDE + tot de gewenste variabele fusermodus verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Speciaal papier laden Speciaal papier kan in lade 1 worden geladen en met de accessoires eveneens in lade 3 en 5. In het bedieningspaneel kan echter slechts één speciaal formaat worden aangegeven. Dit houdt in dat diverse laden voor speciaal papier gebruikt kunnen worden, maar dat in alle laden hetzelfde speciale papier aangebracht moet worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 4 Druk op - WAARDE + tot JA verschijnt. 5 Druk op S ELECTEREN om uw keuze op te slaan. 6 Ga als volgt te werk om de meeteenheid te selecteren: a Druk op I TEM tot MAATEENHEID verschijnt. b Druk meerdere malen op - WAARDE + tot de gewenste meeteenheid verschijnt. c Druk op S ELECTEREN om uw keuze op te slaan. 7 Ga als volgt te werk om de X-afmeting te selecteren (zie pagina 153 voor meer informatie over de X-afmeting): a Druk op I TEM tot X-AFMETING verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 8 Ga als volgt te werk om de Y-afmeting te selecteren (zie pagina 153 voor meer informatie over de Y-afmeting): a Druk op I TEM tot Y-AFMETING verschijnt. b Druk meerdere malen op - WAARDE + tot de gewenste afmeting verschijnt. c Druk op S ELECTEREN om uw keuze op te slaan. 9 Druk op S TAR T om het menu af te sluiten. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Taak vasthouden Er zijn vier functies voor het vasthouden van taken: Snelkopie, Lezen en vasthouden, Privétaak en Opgeslagen taak (alle functies zijn beschikbaar als er een harde schijf geïnstalleerd is). Lezen en vasthouden en Privétaak zijn tevens beschikbaar als er geen harde schijf geïnstalleerd is. Zie de navolgende pagina’s voor meer informatie over deze functies. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Alleen voor Macintosh: Selecteer Taak vasthouden in het pulldown-menu in het afdrukdialoogvenster voor nieuwere drivers. Voor oudere drivers selecteert u Printer-specifieke opties. Een taak snelkopiëren De snelkopieerfunctie dient voor het afdrukken van het gewenste aantal exemplaren van een taak en voor het opslaan van de taak op de harde schijf van de printer. Verdere exemplaren kunnen later afgedrukt worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Extra exemplaren van een snelkopietaak afdrukken Ga als volgt te werk voor het afdrukken via het bedieningspaneel van extra exemplaren van een taak die op de harde schijf van de printer is opgeslagen: 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. 2 Druk op I TEM tot de naam van de gebruiker verschijnt. 3 Druk op WAARDE tot de naam van de gewenste taak verschijnt. 4 Druk op S ELECTEREN om de taak te selecteren. AANTAL=x verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een opgeslagen snelkopietaak verwijderen Wanneer door de gebruiker een snelkopietaak naar de printer wordt gestuurd, wordt elke vorige taak met dezelfde naam overschreven. Als er geen bestaande taak met dezelfde naam is en de printer extra ruimte nodig heeft, is het mogelijk dat eerdere taken gewist worden, te beginnen met de oudste taak. Het standaard aantal snelkopietaken dat opgeslagen kan worden is 32. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 5 Druk op - WAARDE tot WISSEN verschijnt. 6 Druk op S ELECTEREN om de taak te verwijderen. Een taak lezen en vasthouden De functie voor het lezen en vasthouden van een taak biedt een vlotte en gemakkelijke manier voor het afdrukken en bekijken van één exemplaar om vervolgens verdere exemplaren af te drukken. De taak wordt op de harde schijf van de printer of in het geheugen vastgehouden tot de printer de overige exemplaren afdrukt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Resterende exemplaren van een vastgehouden taak afdrukken De resterende exemplaren van een taak die op de harde schijf van de printer worden vastgehouden, kunnen door de gebruiker via het bedieningspaneel worden afgedrukt. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. 2 Druk op I TEM tot de naam van de gebruiker verschijnt. 3 Druk op WAARDE tot de gewenste taak verschijnt. 4 Druk op S ELECTEREN om de taak te selecteren. AANTAL=x verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een vastgehouden taak verwijderen Wanneer de gebruiker een taak verstuurt die gelezen en vastgehouden moet worden, wordt door de printer automatisch de vorige taak met dezelfde naam verwijderd. Opmerking Als u de printer uitschakelt en vervolgens weer aan zet, worden alle snelkopie-, vastgehouden taken en privétaken verwijderd. Een opgeslagen vastgehouden taak kan eveneens via het bedieningspaneel worden verwijderd. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een privétaak afdrukken Met de functie voor het afdrukken van privétaken kan de gebruiker aangeven dat een bepaalde taak alleen afgedrukt kan worden wanneer de gebruiker de taak met een uit vier cijfers bestaand PIN (Persoonlijk IdentificatieNummer) via het bedieningspaneel vrijgeeft. De gebruiker geeft het PIN in de driver op, en het wordt als een deel van de afdruktaak naar de printer gestuurd. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een privétaak vrijgeven Een privétaak kan door de gebruiker via het bedieningspaneel afgedrukt worden. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. 2 Druk op I TEM tot de naam van de gebruiker verschijnt. 3 Druk op WAARDE tot de gewenste taak verschijnt. 4 Druk op S ELECTEREN . PIN:0000 verschijnt. 5 Druk op - WAARDE + om het eerste cijfer van het PIN te veranderen en druk vervolgens op S ELECTEREN . 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een privétaak verwijderen Wanneer de gebruiker een privétaak verstuurt, wordt door de printer automatisch de vorige taak met dezelfde naam verwijderd. Na vrijgeven van een privétaak voor afdrukken wordt de taak automatisch van de harde schijf of het geheugen van de printer verwijderd. Opmerking Als u de printer uitschakelt en vervolgens weer aanzet, worden alle snelkopie-, vastgehouden taken en privétaken verwijderd. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 5 Druk op - WAARDE + om het eerste cijfer van de PIN te veranderen en druk vervolgens op S ELECTEREN . Er verschijnt een * op de plaats van het cijfer. Herhaal deze stappen om de overige drie cijfers van het PIN-nummer te veranderen. AANTAL=1 verschijnt. 6 Druk op - WAARDE tot WISSEN verschijnt. 7 Druk op S ELECTEREN om de taak te verwijderen. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een afdruktaak opslaan De gebruiker kan taken naar de harde schijf van de printer downloaden zonder deze af te drukken. Daarna kan de taak ten allen tijde door de gebruiker via het bedieningspaneel afgedrukt worden. De gebruiker kan bijvoorbeeld een personeelsformulier, een vergaderingsagenda, een tijdschema of een boekhoudingsformulier downloaden dat door andere gebruikers afgedrukt kan worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een opgeslagen taak afdrukken Opgeslagen taken op de harde schijf van de printer kunnen door de gebruiker via het bedieningspaneel worden afgedrukt. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. 2 Druk op I TEM tot de naam van de gebruiker verschijnt. 3 Druk op WAARDE tot de gewenste taak verschijnt. 4 (Volg deze stap alleen voor het afdrukken van een privétaak.) Druk op S ELECTEREN . PIN:0000 verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Een opgeslagen taak verwijderen Taken die op de harde schijf van de printer zijn opgeslagen, kunnen via het bedieningspaneel verwijderd worden. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. 2 Druk op I TEM tot de naam van de gebruiker verschijnt. 3 Druk op - WAARDE + tot de gewenste taak verschijnt. 4 (Volg deze stap alleen voor het afdrukken van een privétaak.) Druk op S ELECTEREN om de taak te selecteren. PIN:0000 verschijnt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Met de optionele HP Fast InfraRed Connect afdrukken HP Fast InfraRed Connect dient voor het draadloos afdrukken d.m.v. een IrDA-compatibel draagbaar apparaat (b.v. een laptop-computer) met de printer. De verbinding voor het afdrukken wordt in stand gehouden door de versturende infrarode poort (FIR-poort) binnen de bedrijfsafstand te brengen. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Het afdrukken instellen voor Windows 3.1x Opmerking Tijdens het afdrukken in Windows 3.1 gaat u naar het Configuratiescherm en vervolgens het pictogram Printers en zorgt u dat Afdrukbeheer gebruiken geselecteerd is en dat Snel afdrukken rechtstreeks naar poort niet geselecteerd is. 1 Zorg dat de printer in de KLAAR-modus staat. 2 Ga naar Programmabeheer en selecteer de Hoofdgroep; selecteer vervolgens Configuratiescherm. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Het afdrukken instellen voor Windows 9x Volg de onderstaande stappen alvorens de infrarode driver te star ten: 1 Ga naar de map Printers en selecteer het nummer van uw printermodel als de standaard printer. 2 Blijf in dezelfde map Printers en ga naar Eigenschappen/bijzonderheden en zorg dat Virtuele Infrarode LPT-poort geselecteerd is. 3 Selecteer het bestand dat afgedrukt moet worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 194 Een taak afdrukken 1 Breng uw laptop-computer (of ander apparaat met een IrDA-compatibel FIR-venster) binnen maximaal 1 meter van HP Fast InfraRed Connect. Het FIR-venster moet zich binnen een hoek van ongeveer 15 graden bevinden om zeker te zijn van een goede verbinding voor het afdrukken. De onderstaande afbeelding toont de vereiste positie van de apparaten die nodig is voor het afdrukken. 1 meter Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 2 Druk de taak af. De statusindicator van HP Fast InfraRed Connect begint te branden en na enige tijd wordt op het printerstatuspaneel het bericht BEZIG MET TAAK weergegeven. Als de statusindicator niet begint te branden brengt u HP Fast InfraRed Connect opnieuw in lijn met de FIR-poort op het versturende apparaat, verstuurt u de afdruktaak opnieuw en zorgt u dat de apparaten in lijn blijven. Als u een apparaat moet verplaatsen (b.v. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Het afdrukken onderbreken en verdergaan Met de functie voor het onderbreken en verdergaan kan de gebruiker de huidige taak tijdelijk onderbreken om een andere taak af te drukken. Wanneer de nieuwe taak klaar is met afdrukken, wordt de onderbroken taak verder afgedrukt. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Rand-tot-rand afdrukken Deze functie biedt de gebruiker de kans om af te drukken tot ongeveer twee millimeter van alle randen van de pagina. Een calibratiepagina voor de interne laden geeft de beheerder mogelijkheid om alle laden te calibreren. De calibratiepagina kan worden afgedrukt vanuit alle interne laden en de bovenlade van een extern papierverwerkingsapparaat. De calibratiepagina kan niet vanuit de envelopinvoer afgedrukt worden. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 4 Druk op WAARDE om de waarde te veranderen in JA. 5 Druk op S ELECTEREN . 6 Druk meerdere malen op I TEM tot TSTPAG. AFDRUKKN LADE=n verschijnt. 7 Druk op Waarde om de gewenste lade te kiezen (ALLE, 1, 2, 3 of 4). 8 Druk op S ELECTEREN om de calibratiepagina af te drukken. 9 Volg de instructies op de calibratiepagina om de calibratieprocedure te voltooien. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 199 Duplex-registratie De functie voor de duplex-registratie dient voor het precies in lijn brengen van de pagina-afbeelding op de voor- en achterkant van een dubbelzijdig afgedrukte pagina. Voor iedere invoerlade is de plaatsing van de pagina-afbeelding enigszins verschillend. Het afstellen moet voor iedere lade apart worden uitgevoerd. Y-as X-as Bijstelling van lade 2 duplexregistratie Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken 1 Druk op M ENU tot DUPLEX-REGISTRATIEMENU verschijnt in het bedieningspaneel. 2 Druk op I TEM tot TESTPAGINA AFDR. verschijnt voor de gewenste lade. 3 Druk op S ELECTEREN om de pagina af te drukken. 4 Houd de afgedrukte pagina tegen het licht en kies het nummer van de as waarvan de lijnen op de voor- en achterkant van het vel het meest overeenkomen. 5 Herhaal stap 1. 
- Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken Opmerking Als de lijnen op de voor- en achterkant van het vel niet gelijkvallen, herhaalt u stap 4 t/m 9 tot ze met elkaar overeenkomen. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud 4 Printeronderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de voornaamste richtlijnen behandeld voor het normale onderhoud van de printer. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Printeronderhoudskit Opmerking De printeronderhoudskit is een verbruiksartikel en wordt derhalve niet gedekt door de garantie. Om te zorgen dat u altijd zeker kunt zijn van een optimale afdrukkwaliteit, verschijnt na het afdrukken van elke 350.000 pagina's het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG op het bedieningspaneel van de printer, om u te waarschuwen dat u een onderhoudsbeurt moet verrichten. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Beleid m.b.t. onderhoudskits die niet van HP zijn Hewlett-Packard Company kan het gebruik van onderhoudskits die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan. Voor meer informatie over de printeronderhoudskit raadpleegt u de bij de kit geleverde instructies. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Behandeling van de toner-cassette Beleid m.b.t. toner-cassettes die niet van HP zijn Hewlett-Packard Company kan het gebruik van toner-cassettes die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld), niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Opslag van toner-cassettes Verwijder de toner-cassette pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om hem te gebruiken. VOORZICHTIG Zorg om beschadiging van de toner-cassette te voorkomen dat deze niet langer dan een paar minuten aan het licht wordt blootgesteld. De toner-cassette mag niet in een temperatuur boven 35 °C (95 °F) of onder 0 °C (32 °F) opgeslagen worden. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Verwachte levensduur van een toner-cassette De levensduur van de toner-cassette hangt af van de hoeveelheid toner die voor uw afdruktaken nodig is. Bij afdrukken van tekst waarbij 5% van de pagina bedrukt wordt, heeft een HP toner-cassette een levensduur van gemiddeld 20.000 pagina's (bij een gewone zakenbrief is ongeveer 5% van de pagina bedrukt). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de afdrukdensiteit op 3 is ingesteld en dat de EconoMode uit staat. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud De HP TonerGauge opnieuw instellen Na het installeren van een nieuwe toner-cassette moet de HP TonerGauge door de gebruiker via het bedieningspaneel opnieuw ingesteld worden. Wanneer na het installeren van een nieuwe toner-cassette de bovenklep wordt gesloten, wordt het bericht NIEUWE TONER-CASSETTE=NEE ongeveer 30 seconden op het bedieningspaneel weergegeven. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Doorgaan met afdrukken terwijl de toner bijna op is Wanneer de toner bijna op is, verschijnt de waarschuwing TONER BIJNA OP in het uitleesvenster op het bedieningspaneel. Als het bericht TONER BIJNA OP verschijnt en de printer doorgaat met afdrukken, staat de optie TONER BIJNA OP ingesteld op DOORGAAN (de standaardinstelling). Als de printer stopt met afdrukken omdat de toner bijna op is, staat de optie TONER BIJNA OP ingesteld op STOP. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Opnieuw verspreiden van toner Wanneer er vage of lichte plekken op de afgedrukte pagina verschijnen, is de toner bijna op. De afdrukkwaliteit kan mogelijk tijdelijk worden verbeterd door de toner opnieuw te verspreiden. De volgende procedure stelt u in staat de huidige afdruktaak verder af te drukken voordat u de toner-cassette vervangt. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud 211 Opnieuw verspreiden van toner (vervolg) 1 Open de bovenklep. 1 2 Verwijder de toner-cassette uit de printer. 3 Schud de toner-cassette voorzichtig heen en weer met een draaiende beweging om de toner opnieuw te verspreiden. Opmerking Toner die eventueel op uw kleding terecht komt, veegt u af met een droge doek, waarna u de kleding in koud water wast (met warm water maakt de toner een blijvende vlek in de kleding). 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud De printer reinigen Voor het behoud van de afdrukkwaliteit, moet u de printer steeds grondig reinigen: ! Zodra u een toner-cassette hebt vervangen. ! Zodra de afdrukkwaliteit merkbaar minder wordt. Reinig de buitenkant van de printer met een met wat water bevochtigde doek. Reinig de binnenkant uitsluitend met een droge, pluisvrije doek. Neem daarbij altijd de reinigingsvoorschriften in acht die u op de volgende pagina vindt. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud 1 Schakel de printer uit voordat u met deze stappen begint, verwijder het netsnoer uit de printer en uit het stopcontact en verwijder tevens alle kabels uit de printer. 2 Open de bovenklep van de printer en verwijder de toner-cassette. VOORZICHTIG Zorg dat u de transferrol (A) niet aanraakt. Huidvet op de rol kan de afdrukkwaliteit verminderen. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Gebruik van het reinigingsblad van de printer Als er tonervlekken ontstaan op de voor- of achterzijde van uw afdruktaken, volgt u de hieronder beschreven procedure. Kies via het bedieningspaneel van de printer de volgende opties: 1 Druk op M ENU tot AFDRUKKWALITEIT-MENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot MAAK REINIGINGSBLAD verschijnt. 3 Druk op S ELECTEREN om het reinigingsblad te maken. 
- Hoofdstuk 4 Printeronderhoud Wanneer er binnen de printer toner is opgeveegd, verschijnen er glimmende zwarte vlekjes op de zwarte balk van het reinigingsblad. Het is mogelijk dat u meerdere malen een nieuw reinigingsblad moet maken. Als er witte vlekjes op de zwarte balk verschijnen, moet u nog een reinigingsblad afdrukken. Voor sommige papiersoorten verdient het aanbeveling steeds het reinigingsblad te gebruiken wanneer u de toner-cassette vervangt, om optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 5 Problemen oplossen Overzicht In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen op kunt lossen. Papierstoringen verhelpen (zie pagina 219) Overzicht Het komt soms voor dat er tijdens het afdrukken een papierstoring optreedt. In deze sectie vindt u aanwijzingen hoe u op de juiste manier papier dat is vastgelopen kunt vinden en uit de printer verwijderen en oplossingen voor het geval dat het papier vast blijft lopen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten begrijpen (zie pagina 245) Op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer kunnen vele verschillende berichten verschijnen. Sommige berichten geven de huidige status van de printer aan, zoals BEZIG MET INITIALISEREN. Andere berichten vragen om een handeling, zoals SLUIT BOVENKLEP. Veel van die berichten spreken voor zich. Sommige berichten geven echter een probleem met de printer aan of vragen om nog meer handelingen of een beschrijving. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Vanaf de printer kunt u informatiepagina’s afdrukken die De printerconfiguratie informatie geven over de printer en de configuratie van de printer. controleren (zie pagina 345) Problemen met de HP Digital Copy oplossen (zie pagina 413) Overzicht Dit gedeelte toont statusberichten die op het bedieningspaneel van de HP Digital Copy worden weergegeven als zich met de HP Digital Copy een probleem voordoet. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verhelpen Als het bedieningspaneel van de printer aangeeft dat er een papierstoring is, kijkt u naar alle locaties die zijn aangegeven in de illustratie op pagina 220; volg daarna de procedure voor het verwijderen van de papierstoring. Het is mogelijk dat u ook nog op andere plaatsen dan in het bericht is aangegeven naar papierstoringen moet zoeken. Als het niet duidelijk is waar het papier is vastgelopen, kijkt u eerst in het bovenklepgedeelte. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 220 Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: Standaard uitvoerbak Bovenklepgedeelte Lade 1 Optioneel uitvoerapparaat* (Stapelaar/ nietmachine is afgebeeld) Rechter klep Verticale transfer-klep Linker klep Lade 2 en 3 Voorklep invoerlade voor 2000 vel* (lade 4) *Op deze plaatsen kunnen andere papierverwerkingsaccessoires geïnstalleerd zijn. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Opmerking Er kan na een papierstoring wat losse toner in de printer achterblijven, maar na het afdrukken van een paar pagina's moet dit vanzelf weggaan. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verwijderen rond de invoerladen Papier verwijderen uit lade 1 1 Open lade 1 door deze omlaag te klappen. 2 Controleer of er papier vastzit rond lade 1. 3 Verwijder eventueel papier uit dit gedeelte door het te trekken in de richting van de pijl in onderstaande afbeelding. Controleer zorgvuldig of u alle stukken papier hebt verwijderd. 4 Open en sluit de bovenklep. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 223 Papierstoringen verwijderen via de rechter klep 1 Open de rechter klep die zich onder lade 1 bevindt. 2 Controleer op vastgelopen papier in dit gedeelte. 3 Open de toegangsklep voor storingen met behulp van de groene hendel. 4 Verwijder eventueel papier uit dit gedeelte door het uit de printer te trekken. 5 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verwijderen in lade 2 en 3 1 Open de lade. 2 Verwijder het vastgelopen of gescheurde papier uit dit gedeelte door het uit de printer te trekken. 3 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. 4 Sluit de lade. 5 Open en sluit de bovenklep. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen uit de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (4 en 5) 1 Open de lade. 2 Verwijder vastgelopen of beschadigd papier uit gedeelte (A) door het uit de printer te trekken. 3 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. 4 Sluit de lade. 5 Open de ver ticale transfer-klep en verwijder het vastgelopen papier (B). 6 Sluit de verticale transfer-klep. 7 Open en sluit de bovenklep. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 226 B A Papierstoringen verhelpen 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen uit de optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4) 1 Open lade 4. 2 Verwijder vastgelopen of beschadigd papier uit gedeelte (A) door het uit de printer te trekken. 3 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. 4 Sluit de lade. 5 Open de ver ticale transfer-klep en verwijder al het vastgelopen papier (B). 6 Sluit de verticale transfer-klep. 7 Open en sluit de bovenklep. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 228 B A Papierstoringen verhelpen 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen uit de optionele envelopinvoer 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de toner-cassette (A). 3 Verwijder enveloppen uit dit gedeelte door ze recht omhoog en uit de envelopinvoer te trekken ((B). 4 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. Til beide groene lipjes omhoog en verwijder eventueel verborgen enveloppen (C). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 230 A C B Papierstoringen verhelpen 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen uit de optionele duplex-eenheid 1 Open de voorklep. 2 Controleer op vastgelopen papier in dit gedeelte. 3 Verwijder eventueel papier uit gedeelte (A) door het uit de printer te trekken. Wees voorzichtig zodat het papier niet scheurt. 4 Als u niet al het papier via de voorklep kunt verwijderen, opent u de linker klep en verwijdert u voorzichtig eventueel papier uit gedeelte (B). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 232 6 Verwijder eventueel in de duplex-eenheid (C) achtergebleven papier. 7 Plaats de duplex-eenheid weer terug door hem terug in de sleuf te schuiven tot hij met een klik op zijn plaats zit. Sluit alle geopende kleppen. Als er een optioneel uitvoerapparaat geïnstalleerd is, duwt u deze weer op zijn plaats en zet u de printer aan. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verwijderen rond de bovenklep 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de toner-cassette ((A). 3 Til de groene hendel op en verwijder eventueel papier dat verborgen kan zitten. 4 Verwijder eventueel papier uit dit gedeelte door het recht omhoog en uit de printer te trekken ((B). 5 Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. 6 Plaats de toner-cassette weer terug en sluit de bovenklep. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 234 A B Papierstoringen verhelpen 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verwijderen bij de uitvoerbakken Papier verwijderen uit de standaard uitvoerbak Als het vastgelopen papier tot in de uitvoerbak reikt zoals in de onderstaande afbeelding te zien is, trekt u het papier langzaam voorzichtig recht uit de printer zodat het niet scheur t. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen via de linker klep (fuser-gedeelte) 1 Open de linkerklep. (Als er een optioneel uitvoerapparaat geïnstalleerd is, duwt u deze eerst weg van de printer om de linkerklep te kunnen openen.) WAARSCHUWING! Pas op dat u het naastgelegen gedeelte van de fuser niet aanraakt. Dit gedeelte kan HEET zijn. 2 Verwijder eventueel vastgelopen of gescheurd papier uit dit gedeelte door het uit de printer ((A) te trekken. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 237 B A Papierstoringen verhelpen 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papier verwijderen uit de optionele postbussen met meerdere bakken 1 Verwijder de uitvoerbak voor afdrukkant naar boven. 2 Verwijder eventueel papier uit gedeelte (A) door het voorzichtig naar buiten en weg van de printer te trekken. 3 Trek de postbus weg van de printer en verwijder eventueel papier in gedeelte (B). Zorg dat alle gescheurde stukken papier verwijderd worden. WAARSCHUWING! Pas op dat u het naastgelegen gedeelte van de fuser of gedeelte (C) niet aanraakt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 239 5 Verwijder eventueel papier dat slechts gedeeltelijk in de uitvoerbakken ligt. 6 Verwijder eventueel papier uit de verticale transportbaan (D) op de achterkant van de postbus. Het is mogelijk dat u een klep moet openen. 7 Duw de postbus op zijn plaats. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierstoringen verwijderen uit een optioneel uitvoerapparaat van HP Voor meer informatie over een optioneel uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het betreffende apparaat geleverde gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 241 Papierstoringen verwijderen in de nietmachine (postbus met vijf bakken met nietmachine) Opmerking Voor meer informatie over een optioneel uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het betreffende apparaat geleverde gebruikershandleiding. 1 Verwijder de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. 1 2 2 Open de klep van de nietmachine. 3 Druk met de wijsvinger op het gekleurde lipje en trek met de andere wijsvinger aan het ronde lipje om de nietmachine te openen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 4 Verwijder losse of beschadigde nietjes rond de kop van de nietmachine. Druk weer op het ronde lipje om het terug op zijn plaats te klikken. 5 Sluit de klep van de nietmachine en plaats de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven weer terug. Verwijder overal in de printer het papier dat eventueel is vastgelopen als gevolg van de storing in de nietmachine. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Herhaaldelijk terugkerende papierstoringen verhelpen Probleem Oplossing Algemene problemen met regelmatig voorkomende storingen 1. Controleer of al het afdrukmateriaal juist in de laden is aangebracht en dat de breedtegeleiders correct zijn ingesteld (niet scheef). Zie hoofdstuk 2, "Afdruktaken". 2. Zorg dat de papierlade is ingesteld voor het papierformaat dat erin zit en dat er niet te veel papier in de lade is aangebracht. 3. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Probleem Oplossing 6. Tijdens het dubbelzijdig afdrukken rolt het papier onder lade 3 wat tot een papierstoring kan leiden. Trek lade 3 helemaal uit de printer en verwijder eventueel papier onder de lade. Plaats lade 3 weer terug in de printer. 7. De printer is misschien vuil. Maak de printer schoon zoals beschreven op pagina 212. 8. Controleer of het juiste papierformaat is geïnstalleerd (pagina 430). 9. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten begrijpen In de tabel op pagina 245 worden berichten verklaard die op het bedieningspaneel van de printer weergegeven kunnen worden. De printerberichten en hun uitleg zijn in alfabetische volgorde weergegeven, met de genummerde berichten aan het eind. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De online-Help van de printer gebruiken Opmerking Voor meer informatie over een optioneel uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het betreffende apparaat geleverde gebruikershandleiding. Deze printer is voorzien van een online-Help-systeem dat instructies biedt voor het oplossen van de meestvoorkomende printerfouten. Bepaalde foutberichten op het bedieningspaneel worden afgewisseld met instructies voor toegang tot de online-Help. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 13.x PAPIERSTORING [LOCATIE] Verwijder het vastgelopen papier uit de aangegeven locatie (pagina 219). Open en sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen. Als het bericht weer verschijnt nadat alle papierstoringen zijn verholpen, is een van de sensors misschien vastgelopen of defect. Neem contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 21 PAGINA TE COMPLEX De naar de printer gestuurde data (dichtgeschreven tekst, lijnen, raster- of vector-illustraties) waren te complex. wisselt af met Druk op S TAR T om de overgedragen data af te drukken. (Er kunnen gegevens verloren gaan. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 22 EIO x BUFFER OVERSCHR Er zijn te veel gegevens naar de EIO-kaart in de aangegeven sleuf (x) gestuurd. Wellicht wordt een verkeerd communicatieprotocol gebruikt. wisselt af met DRUK OP START OM DOOR TE GAAN Druk op S TAR T om het bericht te verwijderen. (Er zullen gegevens verloren gaan.) Controleer de configuratie van de host-computer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 41.3 ONVERWACHT PAPIERFORMAAT Het papierformaat waarop u wilt afdrukken is niet hetzelfde als het formaat dat in het bedieningspaneel is ingesteld voor lade 1. Breng het juiste papierformaat aan in de lade. Zorg dat de instelling voor lade 1 of voor de envelopinvoer correct is ingesteld. (De printer blijft proberen om de taak af te drukken tot de formaatinstellingen correct zijn. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 50.x FUSER-FOUT Er is een interne fout opgetreden. Zet de printer minstens vijf minuten uit en vervolgens weer aan. Dit bericht kan weggaan en weer verschijnen wanneer de volgende afdruktaak wordt verstuurd. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. (Zie de pagina's HP-Klantenzorg aan het begin van deze gebruikershandleiding.) 51.x or 52. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 53.xy.zz PRINTERFOUT Er is een probleem met het geheugen van de printer. De DIMM die de fout heeft veroorzaakt zal niet gebruikt worden. Waarden van x, y en zz zijn als volgt: x = DIMM-type 0 = ROM 1 = RAM y = Locatie apparaat 0 = Intern geheugen (ROM of RAM) 1 tot 3 = DIMM-sleuven 1, 2 of 3 zz = Nummer van de fout De aangegeven DIMM moet wellicht opnieuw geïnstalleerd of vervangen worden. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 55.xx PRINTER FOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. wisselt af met Druk op S TAR T . De pagina met de fout wordt automatisch opnieuw afgedrukt als storingsherstel actief is. DRUK OP START OM DOOR TE GAAN Als de fout niet weggaat, zet u de printer uit en vervolgens weer aan. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 57.x PRINTERFOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. wisselt af met OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN 58.x PRINTERFOUT wisselt af met OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN 59.x PRINTERFOUT wisselt af met OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 255 Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 62.x PRINTERFOUT Er is een probleem met het geheugen van de printer. De waarde verwijst naar de locatie van het probleem: x 0 = Intern geheugen 1 t/m 3 = DIMM-sleuf 1, 2 of 3 De aangegeven DIMM moet wellicht vervangen worden. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 66.00.xx VERWERKINGSFOUT Er is een fout opgetreden in een extern papierverwerkingsapparaat. wisselt af met Zet de printer uit. CONTRL KABELS OPNIEUW INSCHAK Maak alle kabels naar de externe papierverwerkingsapparaten los en sluit ze vervolgens weer aan. Zet de printer aan. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 68 NVRAM VOL CONTROL. INSTELLN Het niet-vluchtige geheugen van de printer (NVRAM) is vol. Sommige instellingen zijn wellicht op de fabriekswaarde teruggesteld. Druk een configuratiepagina af en controleer de printerinstellingen om te bepalen welke waarden veranderd zijn (pagina 346). Houd de knop TAAK ANNULEREN ingedrukt terwijl u de printer aan zet. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 69.x PRINTERFOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. wisselt af met Zet de printer uit, installeer de duplex-eenheid opnieuw en zet de printer vervolgens weer aan. OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. (Zie de pagina's HP-Klantenzorg aan het begin van deze gebruikershandleiding.) 79. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling BESTANDSCHIJF IS VOL Verwijder bestanden van de EIO-schijf en probeer opnieuw. Gebruik HP LaserJet Resource Manager voor het downloaden en verwijderen van bestanden en lettertypen. (Zie de software-Help voor meer informatie.) Er zijn te veel gegevens naar de parallelle poort gestuurd. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling CONTROLEER INVOEREENHEID De optionele invoerlade kan geen papier in de printer voeren omdat een klep of een papiergeleider open is. wisselt af met Controleer de kleppen en de papiergeleiders. PAPIERBAAN OPEN DEZE SLUITEN CONTROLEER UITVOEREENHEID wisselt af met Het optionele uitvoerapparaat is niet correct op de printer aangesloten. Om met afdrukken verder te gaan is een deugdelijke aansluiting nodig. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling CONTROLEER AFWERKEENHEID wisselt af met VERHELP STORING Er is een storing in het afwerkingsapparaat (bijv. nietmachine). Verwijder het vastgelopen papier van de aangegeven plaats. Open en sluit de bovenklep om het bericht te wissen. Zorg dat het afwerkingsapparaat juist is aangesloten. Als het bericht aanhoudt, raadpleegt u de bij het apparaat geleverde gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling FLASH TEGEN SCHRIJVN BEVEIL De flash-DIMM is beveiligd en niet beschikbaar voor het schrijven van bestanden. Schakel de schrijfbeveiliging uit d.m.v. de HP LaserJet Resource Manager. FLASH-BESTAND BEWERKING MISLUKT De aangegeven bewerking is niet uitgevoerd. Wellicht was de bewerking niet toegestaan, zoals bijvoorbeeld het downloaden van een bestand naar een niet-bestaande directory. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling GBRUIK [TYPE] [FORMAAT] I.P.V.? Als het gevraagde papierformaat of de papiersoort niet beschikbaar is, vraagt de printer of ander papier gebruikt moet worden. Druk op - WAARDE + om de beschikbare soorten en formaten te doorlopen. Druk op S ELECTEREN om een ander formaat of een andere papiersoort te accepteren. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling GEHEUGENINSTELLN De printer heeft de geheugeninstellingen veranderd omdat er niet GEWIJZIGD genoeg geheugen was om de vorige instelling voor I/O-buffering en Instellingen voor opslaan van bronnen te gebruiken. Dit komt meestal voor nadat geheugen uit de printer is verwijderd, na het toevoegen van een duplex-eenheid of het toevoegen van een printertaal. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling HANDINVOER Laad het aangegeven papier in lade 1. [TYPE] [FORMAAT] Druk op S TAR T als het gewenste papier reeds in lade 1 aangebracht is. HERINITIALISATIE De instelling voor de RAM-schijf is in het bedieningspaneel EVEN GEDULD veranderd. Deze verandering wordt pas actief wanneer de printer opnieuw geïnitialiseerd wordt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling INITIALISATIE EIO Wacht tot het bericht verdwijnt (ongeveer 5 minuten). Als de EIO-kaart van de printer naar behoren werkt en met het netwerk communiceert, verdwijnt dit bericht na ongeveer een minuut en zijn geen verdere handelingen nodig. wisselt af met NIET UITZETTEN Als de EIO-kaart niet met het netwerk kan communiceren, blijft dit bericht vijf minuten zichtbaar waarna het verdwijnt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling INSTALLEER TONERCASSETTE De toner-cassette is verwijderd en moet teruggeplaatst worden alvorens het afdrukkenverder kan gaan. INVOERAPPARAAT CONDITIE xx.yy Er is een papierinvoerapparaat dat aandacht behoeft alvorens het afdrukken verder kan gaan. Zie de bij het apparaat behorende documentatie voor hulp. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling LADE x VULLEN Vul het papier bij in de aangegeven lade (x). (Zie de gedeelten over [TYPE] [FORMAAT] het bijvullen van papier, te beginnen op pagina 92.) Zorg dat de laden correct voor het papierformaat zijn ingesteld. De papiersoortinstelling voor de lade (en het formaat voor lade 1) moet via het bedieningspaneel van de printer worden ingesteld (pagina 168). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling MOPY TAAK NIET MOGELIJK De taak kan niet verwerkt worden vanwege de configuratie van het geheugen of het bestandssysteem. Er wordt slechts een exemplaar afgeleverd. MOPY-PAGINA TE COMPLEX wisselt af met DRUK OP START OM DOOR TE GAAN De gegevens die naar de printer zijn gestuurd, zijn te complex (dicht op elkaar geschreven tekst, illustraties, etc.). Druk op S TAR T om de overgedragen gegevens af te drukken. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling ONVOLD. GEHEUGEN PAG. VEREENVOUD De printer heeft de taak moeten comprimeren om hem in het beschikbare geheugen te passen. Het is mogelijk dat gegevens verloren zijn gegaan. Druk op S TAR T om verder te gaan. De afdrukkwaliteit van deze pagina's is wellicht niet aanvaardbaar. Vereenvoudig de pagina's en druk opnieuw af. Wellicht wilt u het geheugen van de printer uitbreiden (pagina 514). ONVOLD. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling OPSTARTEN EIO n SCHIJF Het initialiseren van de kaart voor de harde schijf verloopt langzaam. De eerste parameter duidt op het nummer van de sleuf voor deze accessoirekaart. PAPIERBAAN WORDT GECONTROLEERD De motor is bezig met het heen en weer bewegen van de rollen om op mogelijke papierstoringen te controleren. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling RAMSCHIJFBESTAND SYSTEEM IS VOL Verwijder bestanden en probeer opnieuw, of zet de printer uit en vervolgens weer aan om alle bestanden op het apparaat te wissen. (Bestanden kunnen worden verwijderd met behulp van de HP LaserJet Resource Manager of een ander softwarehulpprogramma. Zie de software-Help voor meer informatie.) Als het bericht weer verschijnt, dient u de grootte van de RAM-schijf te vergroten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling SCHIJFBESTAND BEWERKING MISLUKT De aangegeven bewerking is niet uitgevoerd. Wellicht was de bewerking niet toegestaan, zoals bijvoorbeeld het downloaden van een bestand naar een niet-bestaande directory. SCHIJFEENHEID STORING De EIO-schijf is defect en kan niet meer gebruikt worden. SLUIT BOVEN- OF LINKERKLEP De boven- of de linkerklep is open en moet gesloten worden voor het afdrukken verder kan gaan. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling TONER BIJNA OP Zie pagina 209. UITVOERBAK VOL LEDIG (BAK nnn) n (baknaam) De uitvoerbak is vol en moet leeggemaakt worden. UITVOEREENHEID CONDITIE xx.yy Er is een herstelbare fout opgetreden in een extern papierverwerkingsapparaat. Verwijder de postbus van de printer en bevestig hem opnieuw. Als het bericht blijft verschijnen, neemt u contact op met uw HP-dealer of met uw ondersteuningsorganisatie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling VERKEERDE ENVLOPINVOER GEINSTALL De envelopinvoer die u wilt installeren, werkt niet op deze printer. Zie voor het bestellen van een envelopinvoerapparaat voor deze printer pagina 43. Zorg dat de envelopinvoer correct geïnstalleerd is (pagina 132). VUL ENV.INVOER Breng het gevraagde type en formaat envelop aan in de [TYPE] [FORMAAT] envelopinvoer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren Gebruik de onderstaande voorbeelden om te bepalen wat voor probleem u met de afdrukkwaliteit ervaart en raadpleeg de daaropvolgende tabellen om te proberen het probleem te verhelpen. Opmerking De voorbeelden hieronder beschrijven A4-papier dat is ingevoerd met de lange kant naar voren. (Als het papier met de korte kant naar voren is ingevoerd, lopen lijnen en regelmatig optredende problemen verticaal in plaats van horizontaal. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Toner-spikkels Lichte afdruk (voorop of of vervaging achterop) 277 Niet-afgedrukte gedeelten Lijnen Grijze achtergrond Toner-vegen Losse toner Terugkerende defecten Misvormde letters Pagina scheef Krullen of golven Kreukels of vouwen Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren 
- # # # # # # # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 278 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen # Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) 1. Druk nog een paar pagina 's af om te zien of het probleem vanzelf weggaat. 2. 
- # # # # # # # # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren # Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 279 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) # # 4. Draai de stapel papier in de lade om. 
- # # # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 280 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) # 7. Zorg dat het papier juist geladen is en dat de geleiders op de juiste manier tegen de papierstapel liggen. # 8. 
- # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 281 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) 10. Verander de instelling voor de fusermodus (pagina 171). 
- # # # # # # # # # # # # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 282 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) 12. Installeer een nieuwe toner-cassette van HP. (Zie de instructies bij de toner-cassette.) 13. 
- # # # # # # # # # Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren # # Kreukels of vouwen Krullen of golven Pagina scheef Misvormde letters 283 Terugkeren-de defecten Losse toner Toner-vegen Grijze achtergrond Lijnen Niet-afgedrukte gedeelten Toner-spikkels Lichte afdrukken of vervaging Hoofdstuk 5 Problemen oplossen # Probleemoplossing (Volg de stappen in de aangegeven volgorde.) 14. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 284 Kreukels in enveloppen verhelpen Opmerking Zet na gebruik van deze methode voor het afdrukken van enveloppen de fuser-hendels weer omlaag voor normaal afdrukmateriaal. 1 Open de linkerklep. (Als er een optioneel uitvoerapparaat geïnstalleerd is, duwt u dit eerst weg van de printer om de linkerklep te kunnen openen.) WAARSCHUWING! Raak het naastgelegen fuser-gedeelte niet aan. Dit gedeelte kan HEET zijn. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 3 Sluit de linkerklep. 4 Zorg dat voor het afdrukken van enveloppen de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven geselecteerd is. VOORZICHTIG Als de hendels niet in de onderste stand worden gezet voor gewoon afdrukmateriaal kan dit tot slechte afdrukkwaliteit leiden. Zet na het afdrukken van enveloppen de fuser-hendels weer omlaag. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen ! De printer kan niet ingeschakeld worden ! Het uitleesvenster in het bedieningspaneel is leeg of onleesbaar ! De printer kan geen Configuratiepagina afdrukken ! De afdruktaak wordt niet afgedrukt ! Problemen met de computer, het netwerk of de I/O-poort ! De afdruksnelheid is te laag ! Afdrukken zijn onvolledig of incorrect ! Printer negeer t lettertype-, opmaak- en lade-instelling ! Afdruktaak wordt niet 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen ! Problemen met de optionele tabletop-postbus met 7 bakken ! Problemen met de optionele duplex-eenheid ! Problemen met de optionele envelopinvoer ! Harde schijf van de printer ! Problemen met PS ! Problemen met HP Fast InfraRed Connect ! Problemen met Macintosh-computers Opmerking Voor meer informatie over een optioneel uitvoerapparaat van HP raadpleegt u de bij het betreffende apparaat geleverde gebruikershandleiding. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printerproblemen De printer kan niet ingeschakeld worden Probleem Oplossing Er zit een stekker los. Stop de stekker van het netsnoer goed in een geaard stopcontact en de andere stekker goed in de printer (controleer ook of er stroom op het stopcontact staat). Het voltage van de printer is niet juist ingesteld. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Het uitleesvenster in het bedieningspaneel is leeg of onleesbaar (vervolg) Probleem Oplossing Printer staat aan maar de interne ventilators werken niet. Controleer of de spanning en frequentie van het electriciteitsnet overeenkomen met die van de printer (op het productlabel naast de netaansluiting op de achterkant van de printer staan de specificaties). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De printer kan geen Configuratiepagina afdrukken Probleem Oplossing Er is papier van onjuist formaat geladen. Controleer de papierladen om te zien of afdrukmateriaal van het juiste formaat is geladen (A4 of Letter). Controleer tevens of de geleiders juist zijn ingesteld. De beschermstrook van de toner-cassette is niet verwijderd. Verwijder de beschermstrook van de toner-cassette. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de software, de computer en de printer-interface De afdruktaak wordt niet afgedrukt Probleem Oplossing Printer staat uit of is niet op een werkend stopcontact aangesloten. Zorg dat de printer aanstaat en dat de stekkers van het netsnoer stevig in de printer en in een werkend stopcontact zitten. Printer is offline. Druk op S TAR T om de printer on-line te zetten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De afdruktaak wordt niet afgedrukt (vervolg) Probleem Oplossing Printer is online maar ontvangt geen gegevens (het Gegevens-lampje knippert niet). Controleer de I/O-kabel: ! Controleer zowel aan de printerkant als aan de computerkant of de I/O-kabel stevig is aangesloten. ! Probeer de I/O-kabel op een systeem waarvan u weet dat het werkt. ! Controleer of de juiste interface-kabel wordt gebruikt en of hij goed op de printer en de computer is aangesloten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De afdruktaak wordt niet afgedrukt (vervolg) Probleem Oplossing Er blijven gegevens van de vorige afdruktaak in de buffer van de printer. ! Controleer of u de correcte printerdriver gebruikt. ! Wellicht zijn er complexe taken die nog verwerkt worden. ! Zorg dat de printer online staat. Zorg dat in het bedieningspaneel het volgende te lezen is: BEZIG MET TAAK. ! Open de bovenklep. Verwijder de toner-cassette en controleer of er nergens papier zit. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De afdruktaak wordt niet afgedrukt (vervolg) Probleem Oplossing Laatste pagina wordt niet afgedrukt en het Gegevens-lampje brandt. ! Controleer of u de correcte printerdriver gebruikt. ! Wellicht zijn er complexe taken die nog verwerkt worden. ! Zorg dat de printer online staat. Zorg dat in het bedieningspaneel het volgende te lezen is: BEZIG MET TAAK. ! Open de bovenklep. Verwijder de toner-cassette en controleer of er nergens papier zit. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De afdruktaak wordt niet afgedrukt (vervolg) Probleem Oplossing Gegevens-lampje knippert, maar er wordt niets afgedrukt. ! Controleer of u de correcte printerdriver gebruikt. ! Wellicht zijn er complexe taken die nog verwerkt worden. ! Zorg dat de printer online staat. Zorg dat in het bedieningspaneel het volgende te lezen is BEZIG MET TAAK. ! Open de bovenklep. Verwijder de toner-cassette en controleer of er nergens papier zit. Plaats de toner-cassette weer terug. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De afdruksnelheid is te laag Probleem Oplossing Eerste pagina drukt veel langzamer af dan overige pagina's. ! Zorg dat de printer het bericht KLAAR te zien geeft. Printer reageert over het algemeen langzaam. ! ontroleer eerst of de printer al op temperatuur is gekomen. ! Stel de PowerSave-functie op een langere tijd in. (Zie "Configuratiepagina" op pagina 346. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Afdrukken zijn onvolledig of incorrect Probleem Oplossing Er worden lege pagina's afgedrukt. ! Zet de printer uit en dan weer aan. ! Zorg dat de toner-cassette goed is geïnstalleerd. ! Controleer of de beschermstrook van de toner-cassette is verwijderd. Trek het lipje recht van de cassette los om de hele lengte van de strook te verwijderen. Raak de zwarte toner op de strip niet aan. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Afdrukken zijn onvolledig of incorrect (vervolg) Probleem Oplossing Er wordt vervormde tekst afgedrukt, er is overdruk of slechts een deel van de pagina wordt afgedrukt. ! Zorg dat uw applicatie voor de juiste printer is geconfigureerd. ! Vervang de interface-kabel (I/O-kabel) van de printer door een kabel waarvan u weet dat hij werkt, om te zien of de kabel defect is. ! Wellicht is de parallelle printerkabel defect. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Afdrukken zijn onvolledig of incorrect (vervolg) Probleem Oplossing De taak werd niet dubbelzijdig afgedrukt. ! Zet de printer uit. Zorg dat de duplex-eenheid goed geïnstalleerd is. Zet de printer aan. ! Zorg dat het juiste papierformaat gebruikt wordt (pagina 430). ! Zorg dat u de richtlijnen volgt voor het afdrukken op beide zijden van het papier (zie pagina 125). Er zijn gegevens verloren gegaan, maar er zijn geen printerberichten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Afdrukken zijn onvolledig of incorrect (vervolg) Probleem Oplossing Het afdrukken houdt midden in de afdruktaak op. ! Controleer het bedieningspaneel op foutberichten. ! Als u op een netwerk bent aangesloten, zorgt u dat de computer goed geconfigureerd is en dat er geen probleem is met het netwerk (raadpleeg de netwerkbeheerder). ! Controleer het voltage van het elektriciteitsnet om te zorgen dat het voldoet aan de specificaties van de printer (zie pagina 451). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printer negeert lettertype-, opmaak- en lade-instelling Probleem Oplossing Printer drukt de verkeerde lettertypen of opmaak af. ! Het lettertype is niet in de printer aanwezig en moet door uw applicatie gedownload (naar de printer gestuurd) worden of de juiste lettertype-DIMM moet geïnstalleerd worden. Controleer uw software om te zorgen dat de juiste printerdriver geïnstalleerd en geconfigureerd is. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printer negeert lettertype-, opmaak- en lade-instelling (vervolg) Probleem Oplossing De printer haalt papier uit de verkeerde lade. ! Zorg dat de software-applicatie het juiste papierformaat en de juiste papiersoort selecteert. ! Zorg dat de printerdriver voor uw software-applicatie juist geïnstalleerd en geconfigureerd is en in staat is om het gewenste formaat en de gewenste soort papier aan de printer te vragen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Printer negeert lettertype-, opmaak- en lade-instelling (vervolg) Probleem Oplossing Instellingen van het bedieningspaneel, bv. RESOLUTIE of ORIENTATIE, werken niet of worden genegeerd. Commando's via de software hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel (zie pagina 60 voor informatie over de manier waarop de software samenwerkt met de instellingen van het bedieningspaneel). Taak komt terecht in een andere bak dan verwacht. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Afdruktaak wordt niet aan beide zijden van het papier afgedrukt Probleem Oplossing Zie pagina 322 voor problemen met de optionele duplex-eenheid. Afdruktaak op speciaal papier wordt niet juist afgedrukt Probleem Oplossing Het bedieningspaneel en de driver zijn niet ingesteld voor hetzelfde papierformaat. Zorg dat het speciaal papier dat in het bedieningspaneel en in de driver is aangegeven, hetzelfde is. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met lade 1 (vervolg) Probleem Oplossing Kan niet afdrukken vanuit lade 1. Selecteer in de software-applicatie Handinvoer of Lade 1 en het formaat en de soort waarvoor de lade is geconfigureerd. Wacht voor handinvoer tot de printer om het afdrukmateriaal vraagt alvorens het in te voeren. Er zit papier in lade 1 en het bedieningspaneel toont een bericht voor handinvoer of voor het laden van papier. Doe het juiste papier in de lade. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met lade 2 en 3 en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 4 en 5) Probleem Oplossing Problemen met de algemene werking. Zie voor informatie over algemene papierwerking Hoofdstuk 2, Afdruktaken. Papierstoringen en problemen met de papierinvoer ! Zie Papierstoringen verwijderen in lade 2 en 3 of Papier verwijderen uit de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (4 en 5) eerder in dit hoofdstuk. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met lade 2 en 3 en de optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 4 en 5) (vervolg) Probleem Oplossing LADE x LADEN [TYPE] Breng het benodigde papierformaat aan of druk op [FORMAAT]-papierformaat S ELECTEREN om op een formaat af te drukken dat reeds geladen is. De afdruktaak is in de buffer opgeslagen en de bericht. printer wacht om op het juiste formaat af te drukken. Stel de papiersoor t in via het bedieningspaneel (pagina 459). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4) (vervolg) Probleem Oplossing Papierstoringen en problemen met de papierinvoer ! Zie pagina 227 voor instructies. ! Zorg dat het gebruikte papier voldoet aan de aanbevolen papierspecificaties (pagina 430). ! Controleer of de papiersoor t die in het bedieningspaneel van de printer voor lade 4 geconfigureerd is, overeenkomt met het papier in lade 4 (pagina 101). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4) (vervolg) Probleem Oplossing Lade 4 kan niet worden aangezet. ! De stekkers van het netsnoer zitten niet goed in de printer en in het stopcontact. Haal het netsnoer eruit en sluit het opnieuw aan. ! Controleer de kabels en de aansluiting tussen de lade en de printer. Zie pagina 321 voor kabelaansluitingen. Geen toegang tot lade 4. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4) (vervolg) Probleem Oplossing De printer herkent lade 4 niet. ! Zorg dat de 2000-vel invoerlade in de printerdriver geconfigureerd is. Raadpleeg pagina 64 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. ! Zet de printer uit en dan weer aan. ! Zorg dat de C-kabel van het voetstuk van lade 4 is aangesloten op de printer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 5 bakken met nietmachine Probleem Oplossing De taak werd niet geniet. Wanneer een taak naar de nietmachine is gestuurd maar niet werd geniet, kan dit de volgende oorzaken hebben: ! De nietjes in de nietmachine zijn op en AUTOMATISCH DOORGAAN is ingesteld op AAN. ! Het verkeerde papierformaat of de verkeerde papiersoort is voor de taak gebruikt. ! Er zijn meer dan 20 pagina's naar de nietmachine gestuurd, wat deze niet kan verwerken. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 5 bakken met nietmachine (vervolg) Probleem Oplossing Algemene regelmatige problemen met de nietmachine. ! Controleer of de taak die geniet moet worden minder dan 2 mm (0,78 inch) dik is. Printer herkent de postbus met vijf bakken en nietmachine niet. ! Zorg dat de postbus met vijf bakken en nietmachine in de printerdriver geconfigureerd is. Raadpleeg pagina 64 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 5 bakken met nietmachine (vervolg) Probleem Oplossing Printer herkent de nietmachine niet. ! Controleer de kabel tussen de postbus en de nietmachine. Zorg dat deze aan beide uiteinden goed is aangesloten. Zie pagina 321 voor kabelaansluitingen. De postbus met vijf bakken en nietmachine kan niet aangezet worden. ! Zorg dat de voedingskabel stevig op de postbus en op de voedingsaansluiting is aangesloten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 5 bakken met nietmachine (vervolg) Probleem Oplossing Het papier komt niet in de juiste uitvoerbak terecht. ! Controleer of in de printerdriver de juiste uitvoerbak is geselecteerd. Zie de online-Help voor meer informatie over het veranderen van de instellingen van de printerdriver. ! Het papier voldoet niet aan de specificaties voor de uitvoerbak. Zie pagina 432 voor meer informatie over papierspecificaties. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 8 bakken Probleem Oplossing Printer herkent de postbus niet. ! Zorg dat de postbus met 8 bakken in de printerdriver geconfigureerd is. Raadpleeg pagina 64 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. ! Zorg dat de kabel van de postbus met acht bakken is aangesloten op de C-kabelaansluiting van de printer. Zoniet, zet u de printer uit en sluit u de kabel aan op de betreffende aansluiting waarna u de printer weer aan zet. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 8 bakken (vervolg) Probleem Oplossing Papierstoringen en problemen met de papierinvoer. ! Controleer of u papier gebruikt dat voldoet aan de gewichtspecificaties (pagina 432). ! Trek het papier tijdens het afdrukken niet uit de bakken. ! Controleer de kabels en de aansluiting tussen de printer en de postbus. Zie pagina 321 voor kabelaansluitingen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 8 bakken (vervolg) Probleem Oplossing Het papier komt niet in de juiste uitvoerbak terecht. ! Controleer of in de printerdriver de juiste uitvoerbak is geselecteerd. Zie de online-Help voor meer informatie over het veranderen van de instellingen van de printerdriver. ! Het papier voldoet niet aan de specificaties voor de uitvoerbak. Zie pagina 432 voor meer informatie over papierspecificaties. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele Postbus met 8 bakken (vervolg) Probleem Oplossing De postbus met meerdere bakken kan niet aangezet worden. ! Zorg dat stekkers aan beide kanten van het netsnoer stevig in de postbus en in de aansluitdoos (powerbox) zitten. Verwijder het netsnoer en sluit het opnieuw aan. ! Zorg dat de kabel van de postbus met meerdere bakken is aangesloten op de C-kabelaansluiting van de printer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele tabletop-postbus met 7 bakken Probleem Oplossing Printer herkent de postbus niet. ! Zorg dat de postbus met 7 bakken in de printerdriver geconfigureerd is. Raadpleeg pagina 64 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. ! Zorg dat de C-kabel goed is aangesloten. Zie pagina 321 voor de kabelaansluitingen. ! Zorg dat alle bakken juist geïnstalleerd zijn. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele tabletop-postbus met 7 bakken (vervolg) Probleem Oplossing Het papier komt niet in de juiste uitvoerbak terecht. ! Controleer of in de printerdriver de juiste uitvoerbak is geselecteerd. Zie de online-Help voor meer informatie over het veranderen van de instellingen van de printerdriver. ! Het papier voldoet niet aan de specificaties voor de uitvoerbak. Zie pagina 432 voor meer informatie over papierspecificaties. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Kabelaansluitingen Problemen met de uitvoerkwaliteit corrigeren 321 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele duplex-eenheid Probleem Oplossing Printer herkent de duplex-eenheid niet. ! Druk een configuratiepagina af (pagina 346) om te controleren of de duplex-eenheid geïnstalleerd is. ! Zet de printer uit. Verwijder de duplex-eenheid en installeer hem opnieuw. Zet de printer aan. ! Zorg dat de duplex-eenheid in de printerdriver geconfigureerd is. Taak werd niet dubbelzijdig afgedrukt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele duplex-eenheid (vervolg) Wellicht is in het bestand dat u wilt afdrukken de optie om op beide zijden van het papier af te drukken niet ingeschakeld. Zorg dat de optie om op beide zijden van het papier af te drukken in de driver geconfigureerd is. Type is aangegeven als etiketten, transparanten of enveloppen. ! Zorg dat de papiersoort op beide zijden afgedrukt kan worden (zie pagina 125). Kan niet afdrukken aan beide zijden van speciaal papier. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele envelopinvoer Probleem Oplossing Envelop-storingen en problemen met de envelopinvoer. ! Zorg dat de enveloppen die geladen zijn, voldoen aan de aanbevolen specificaties (pagina 446). ! Zorg dat de enveloppen correct geladen zijn. ! Zorg dat het envelopgewicht op de invoer naar beneden geklapt is. ! Zorg dat het optionele verlengstuk van de envelopinvoer volledig is uitgetrokken. ! Zorg dat de fuser-hendels in de juiste stand staan (pagina 135). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de optionele envelopinvoer (vervolg) Probleem Oplossing Printer herkent de optionele envelopinvoer niet. ! Zet de printer uit; verwijder de optionele envelopinvoer en installeer hem opnieuw en zet vervolgens de printer weer aan. ! Zorg dat de optionele envelopinvoer is geconfigureerd in de printerdriver. Raadpleeg pagina 68 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Harde schijf van de printer (vervolg) Probleem Oplossing Schijf is schrijf-beveiligd. SCHIJF TEGEN SCHRIJVN BEVEIL. Letter typen en formulieren kunnen niet op de schijf worden opgeslagen wanneer deze schrijf-beveiligd is. Gebruik het Windows-programma HP LaserJet Resource Manager of het Macintosh-programma HP LaserJet Utility om de schrijfbeveiliging van de schijf te verwijderen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met PS Probleem Oplossing Er worden pagina's vol met PS-commando's afgedrukt i.p.v. de PS-afdruktaak zelf. Wellicht is de instelling in het bedieningspaneel PERSONALITY=AUTO verward door een niet-standaard PS-code. Controleer de instelling voor PERSONALITY om te zien of PS of PCL is ingesteld. Als de instelling op PCL staat, verandert u dit in PERSONALITY=AUTO. Als de instelling op AUTO staat, stelt u (uitsluitend voor deze afdruktaak) de PERSONALITY in op PS. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met PS (vervolg) Probleem Oplossing Afdruktaken worden in Courier afgedrukt (het standaard letter type van de printer) in plaats van het gewenste lettertype. ! Het gevraagde lettertype is niet in de printer beschikbaar of niet op de schijf aanwezig. Gebruik een hulpprogramma voor het downloaden (naar de printer sturen) van het gewenste lettertype. ! Lettertypen die naar het geheugen gedownload zijn, gaan verloren zodra de printer wordt uitgezet. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met PS (vervolg) Probleem Oplossing Pagina wordt met afgesneden marges afgedrukt Als de marges van de pagina worden afgesneden, is het wellicht nodig om op een resolutie van 300 dpi af te drukken of meer geheugen te installeren. U kunt eveneens proberen om "Bronnen opslaan" en "I/O-bufferinstellingen" uit te zetten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met PS (vervolg) Probleem Oplossing Er wordt een PS-foutpagina afgedrukt. ! Controleer of de afdruktaak inderdaad een PS-taak is. ! Controleer of de software wellicht verwachtte dat er een instellings- (setup) of header-bestand voor PS naar de printer werd gestuurd. ! Controleer de printerinstelling in uw software-applicatie om te zien of de printer is geselecteerd. ! Controleer of de kabels goed zijn aangesloten. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de computer, het netwerk of de I/O-poort (vervolg) Probleem Oplossing Probleem met de computersoftware Controleer of de computer naar behoren werkt door met een applicatie af te drukken, waarvan u weet dat het werkt of door een DOS-bestand af te drukken om te zien of het probleem in de applicatie of in de printerdriver zit. (Typ bijv. C:\dir>>LPTn waarbij n het nummer van de computerpoort is, waarop de printer is aangesloten (b.v. LPT1). 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met de computer, het netwerk of de I/O-poort (vervolg) Probleem Oplossing Problemen met het netwerk of met een gemeenschappelijk gebruikte printer. Controleer of het probleem in het netwerk of in het delen van de printer zit door de computer rechtstreeks op de printer aan te sluiten en af te drukken vanuit een applicatie waarvan u weet dat hij werkt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met HP Fast InfraRed Connect Probleem Oplossing Statuslichtje voor de FIR-poort brandt niet. ! Zorg dat de printer in de KLAAR-modus staat en dat de FIR-poor t die voor het afdrukken gebruikt wordt, overeenkomt met de IRDA-richtlijnen en binnen bereik is voor correcte werking zoals beschreven in Een taak afdrukken op pagina 194. ! Zorg dat HP Fast InfraRed Connect correct op de printer is aangesloten. ! Draai de zelftest voor de printer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met HP Fast InfraRed Connect (vervolg) Probleem Oplossing Verbinding kan niet tot stand gebracht worden of duur t langer dan normaal. ! Gebruik een apparaat dat overeenkomt met IRDA; let op het IRDA-symbool op het apparaat of kijk in de gebruikershandleiding van de computer naar de IRDA-specificaties. ! Zorg dat het besturingssysteem van de computer over een FIR-driver beschikt en dat uw applicatie een compatibele driver gebruikt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met HP Fast InfraRed Connect (vervolg) Probleem Oplossing De printer drukt slechts een gedeelte van een pagina of een document af. De verbinding is tijdens de overdracht verbroken. Als het draagbare apparaat tijdens de overdracht verplaatst wordt, kan de verbinding verbroken worden. Apparaten die aan IRDA voldoen zijn ontwikkeld om de verbinding na een onderbreking te herstellen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met HP Fast InfraRed Connect (vervolg) Probleem Oplossing PS-taak wordt niet afgedrukt. Controleer de configuratie van de tab PostScript van Windows: zorg dat Protocol is ingesteld op AppleTalk en dat Binaire data niet geselecteerd is. Problemen met Macintosh-computers Probleem Oplossing Er is geen communicatie tussen de Macintoshcomputer en de printer. ! Zorg dat in het bedieningspaneel van de printer het bericht KLAAR wordt weergegeven. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met Macintosh-computers (vervolg) Probleem Oplossing Er is geen communicatie tussen de Macintoshcomputer en de printer. ! Zorg dat de juiste printer in de Kiezer is ingesteld door een Configuratiepagina af te drukken (pagina 346). Controleer of de naam van de printer die op de Configuratiepagina is weergegeven, overeenkomt met de printer in de Kiezer. ! Zorg dat AppleTalk actief is. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Problemen met Macintosh-computers (vervolg) Probleem Oplossing In de Kiezer wordt het symbool voor de printerdriver niet weergegeven. Zorg dat de Apple LaserWriter 8 Kiezer-uitbreiding zich in de map Extensies bevindt. Als deze nergens op uw computer voorkomt, vindt u de driver op de CD-ROM met de Mac OS-systeemsoftware, vraagt u hem op bij Apple Computer, Inc. of belt u HP-Klantenzorg. De afdruktaak wordt niet naar de bestemde printer gestuurd. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Een andere PPD selecteren 1 Open de Kiezer van het Apple-menu. 2 Klik op het LaserWriter 8-symbool. 3 Als u een netwerk gebruikt met meerdere zones, selecteer dan de zone in het AppleTalk-zones kader waar de printer gelokaliseerd is. 4 Klik op de naam van de printer die u wilt gebruiken in het Selecteer een PS printer kader. (Dubbelklikken leidt onmiddellijk tot de volgende stappen.) 5 Klik op Setup... 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 7 Zoek de gewenste PPD in de lijst en klik op Selecteer. Als de gewenste PPD niet op de lijst staat, kies dan één van de volgende opties: " Selecteer een PPD voor een printer met soortgelijke functies. " Selecteer een PPD uit een andere map. " Selecteer de algemene PPD door te klikken op Gebruik algemeen. De algemene PPD stelt u in staat af te drukken, maar beperkt uw toegang tot printerfuncties. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Hernoemen van de printer Als u de naam van een printer gaat veranderen, moet u dat doen voordat u de printer in de Kiezer selecteert. Als u de printer hernoemt na de selectie in de Kiezer dan moet u teruggaan naar de Kiezer en deze opnieuw selecteren. Gebruik de Stel printernaam in functie in HP LaserJet Utility om de printer te hernoemen. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Communiceren met een optionele HP JetDirect EIO-printserver Als de printer beschikt over de optionele interne HP JetDirect-printserver, maar u kunt niet over een netwerk met de printer communiceren, dient u de werking van de printserver te controleren. Controleer of de JetDirect-configuratiepagina het bericht I/O-KAART KLAAR te zien geeft. (Volg de stappen op pagina 346 om een configuratiepagina af te drukken. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen ! Controleer of de JetDirect-configuratiepagina het foutbericht GEEN DRAAGGOLF te zien geeft. Dit bericht geeft eveneens te kennen dat de kaart geen verbinding met het netwerk tot stand heeft kunnen brengen. Opmerking Het kan ongeveer 10 seconden duren voordat de HP JetDirect 10/100Base-TX-printserver de verbinding met het netwerk tot stand brengt. Als u een andere HP JetDirect-printserver hebt, raadpleegt u de daarbij geleverde gids. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Als de printserver geen verbinding krijgt, controleert u of alle kabels goed zijn aangesloten. Als de printserver hierna nog steeds geen verbinding krijgt, volgt u de onderstaande stappen om de printserver opnieuw te configureren. 1 Gebruik het EIO-menu om handmatig de verbindingssnelheid (op 10 of 100 Mbps) en de communicatiemodus in te stellen (volledig duplex of half-duplex) zodat deze met het netwerk overeenkomen. (Zie het EIO-menu op pagina 507. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen De printerconfiguratie controleren Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven over de printer en zijn huidige configuratie. De volgende informatiepagina's worden hier beschreven: ! Configuratiepagina ! Menustructuur ! PCL- of PS-letter typenlijst ! Papierbaantest Zie het Informatiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina 464) voor een overzicht van alle informatiepagina's van de printer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om kennis te nemen van de huidige printerinstellingen, voor het verhelpen van printerproblemen of om de installatie te controleren van optionele accessoires, zoals geheugenmodules (DIMM's), invoer- en uitvoerapparaten en printertalen. Opmerking Als een HP JetDirect EIO-kaart geïnstalleerd is, wordt ook een JetDirect-configuratiepagina afgedrukt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 347 1 4 2 5 3 6 7 1 Printerinformatie toont het serienummer van de printer, IP-adressen voor HP JetSend, het totaal aantal afgedrukte pagina's en andere informatie over de printer. Als de variabele fusermodus is ingesteld op HOOG1, HOOG2 of HOOG3, wordt het aantal pagina's dat op de hogere fuser-temperatuur is afgedrukt, tussen haakjes weergegeven achter het aantal pagina's. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 2 Logbestand toont het aantal aantekeningen in het logbestand, het maximaal aantal zichtbare aantekeningen en de laatste drie aantekeningen. De tweede pagina van het logbestand is de fabricagepagina. Deze pagina bevat informatie voor medewerkers van de HP-Klantenzorg tijdens het oplossen van mogelijke printerproblemen. 3 Geïnstalleerde personality’s en opties toont alle geïnstalleerde printertalen (zoals b.v. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Menustructuur Druk een menustructuur van het bedieningspaneel af om de huidige instellingen voor de menu's en opties die op het bedieningspaneel beschikbaar zijn te zien: 1 Druk meerdere malen op M ENU tot INFORMATIEMENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN verschijnt. 3 Druk op S ELECTEREN om de menustructuur af te drukken. U kunt de menustructuur bij de printer bewaren voor referentie. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen PCL- of PS-lettertypenlijst Gebruik de lettertypenlijsten om te weten welke lettertypen in de printer zijn geïnstalleerd. (De lettertypenlijsten bevatten ook de lettertypen die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.) Een PCL- of PS-lettertypenlijst afdrukken: 1 Druk meerdere malen op M ENU tot INFORMATIEMENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot PCL-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN of PS-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN verschijnt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Opmerking Zie pagina 535 voor stap-voor-stap instructies voor het gebruik van de printercommando's voor het selecteren van een lettertype met DOS applicaties. ! Lettertypenr. is het nummer dat gebruikt wordt voor het selecteren van lettertypen vanaf het bedieningspaneel van de printer (niet de applicatie). Verwar het lettertypenummer niet met de lettertype-ID (identificatie), die hieronder beschreven wordt. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 352 Bestanddirectory-pagina 1 2 3 1 Schijfinformatie geeft het modelnummer van de schijf aan, het serienummer, de capaciteit, beschikbare vrije ruimte en of u informatie naar de schijf kunt schrijven. 2 Bestandsgrootte: deze kolom geeft de omvang van de bestanden die in de kolom Directory-/bestandsnaam zijn weergegeven. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 353 3 Directory-/bestandsnaam toont de naam van het bestand. Bestanden in een subdirectory worden direct na de directory-regel weergegeven. De bestanden staan niet noodzakelijk in alfabetische volgorde. Logbestand-pagina 1 2 6 5 3 4 1 Huidig aantal pagina's geeft het aantal met de printer afgedrukte pagina's aan. 2 Nummer geeft de volgorde waarin de fouten zijn opgetreden. De laatste fout die zich heeft voorgedaan, heeft het hoogste nummer. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen 3 Fout geeft de interne foutcode voor elke fout aan. 4 Aantal pag. duidt op het totaal aantal door de printer afgedrukte pagina's toen de fout zich voordeed. 5 Beschrijving of Personality duidt erop of de fout zich voordeed als gevolg van een probleem met een printer-personality of een printerstoring. 6 Serienummer toont het serienummer van de printer. De tweede pagina van het logbestand is de fabricagepagina. 
- Hoofdstuk 5 Problemen oplossen Papierbaantest De papierbaantest wordt gebruikt om te controleren of de diverse papierbanen correct werken en om problemen met de configuratie van laden op te lossen. 1 Druk meerdere malen op M ENU tot INFORMATIEMENU verschijnt. 2 Druk meerdere malen op I TEM tot PRINT PAPER PATH TEST verschijnt. 3 Druk op S ELECTEREN om de papierbaantest te selecteren. 4 Selecteer de invoerlade, uitvoerlade, duplex-eenheid (indien aanwezig) en het aantal exemplaren d.m.v. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 6 HP Digital Copy Overzicht De HP Digital Copy biedt de functies van een eenvoudige kopieermodule. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Installatie van de HP Digital Copy Installatie-checklist Dit gedeelte biedt uitkomst bij het installeren en instellen van de nieuwe HP Digital Copy (Model C4230A). Voor juiste installatie volgt u ieder gedeelte in de aangegeven volgorde. ! Pak de HP Digital Copy uit (stap 1 t/m 2) ! Installeer de HP Digital Copy (stap 3) ! Test de werking van de HP Digital Copy (stap 4) WAARSCHUWING! De HP Digital Copy is zwaar. Het apparaat moet door twee personen opgetild worden. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 358 Stap 1. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 359 Stap 2. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 360 1854 mm (73 inch) 1092 mm (43 inch) 279 mm (11 inch) 889 mm (35 inch) 368 mm (14,5 inch) 1626 mm (64 inch) 495 mm (19,5 inch) 838 mm (33 inch) Installatie van de HP Digital Copy Boven- en zijaanzicht (afgebeeld met optionele accessoires) 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Plaatsingsvereisten voor de HP Digital Copy ! Een stevige, vlakke ondergrond voor de printer en de HP Digital Copy. ! Vrije ruimte (zie de illustratie op pagina 360) rond de printer en de HP Digital Copy. ! Een goed geventileerd vertrek. ! Relatieve vochtigheid: 20 % tot 80 %. ! Kamertemperatuur: 10° tot 32,5° C (50° tot 91° F). ! Een stabiele omgeving zonder plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid. ! Geen blootstelling aan chemicaliën en direct zonlicht. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 362 Installatiespecificaties Item Specificatie Afmetingen (mm) Breedte: Diepte: Hoogte: 1092 mm (43 inch) 660 mm (26 inch) 559 mm (22 inch) Gewicht Vermogen 22 kg (49 lbs) Spanning 100 tot 127 V, 200 tot 240 V ±10 % Fase Enkele fase Frequentie 50 Hz of 60 Hz ± 2-4 % Stroomverbruik Installatie van de HP Digital Copy 100 watt of minder 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Item Omgevingsomstandigheden 363 Specificatie Apparaatstatus In bedrijf Niet in bedrijf Temperatuur 10° C tot 32,5° C (50° F tot 91° F) -20° C tot 50° C (-4° F tot 122° F) Vochtigheidsgraad 20 % tot 80 % RH (geen condensatie) 15 % tot 90 % RH (geen condensatie) Installatie van de HP Digital Copy 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 364 Stap 3. Installeer de HP Digital Copy De HP Digital Copy op het optioneel verkrijgbare voetstuk installeren Raadpleeg voor gedetailleerde instructies voor het instellen van het voetstuk voor de HP Digital Copy de installatiegids die bij het voetstuk geleverd is. 1 Plaats het voetstuk voor de HP Digital Copy in de buurt van de gewenste plaats. Opmerking Zorg dat er voldoende ruimte is voor het aanbrengen van de accessoires. Zie de illustratie op pagina 360 voor afmetingen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy WAARSCHUWING! Wees voorzichtig bij de volgende stappen. Wanneer de Digital Copy op het voetstuk is gezet, kan ertegen aanstoten of verplaatsen ertoe leiden dat de Digital Copy omvalt. Zet de printer meteen op zijn plaats nadat de HP Digital Copy is geïnstalleerd. 2 Zorg dat u met z’n tweeën bent en til de HP Digital Copy op en breng het apparaat in lijn met de schroeven op het voetstuk. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 5 Draai de transportvergrendeling om en steek hem terug in de HP Digital Copy in de niet-vergrendelde stand (deze transportvergrendeling is nodig om het apparaat in de toekomst te verplaatsen of te verzenden). 6 Voor het installeren van de uitvoerbak houdt u de bak verticaal (zoals afgebeeld) en drukt u hem naar beneden om de bak op de metalen geleiders te bevestigen. 366 5 6 7 Trek de uitvoerbak naar beneden. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 367 De printer op het optionele invoeraccessoire installeren Zie voor gedetailleerde instructies over het installeren van de printer op het optionele invoeraccessoire de installatiegids van het accessoire. achteraanzicht 1 1 Schuif de printer op het optioneel verkrijgbare voetstuk voor de HP Digital Copy (beweeg de printer zachtjes heen en weer terwijl u hem op het voetstuk duwt). 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Het optionele uitvoeraccessoire installeren Opmerking Zie voor gedetailleerde instructies over het installeren van het optionele uitvoeraccessoire de installatiegids van het accessoire. 1 Rol het uitvoeraccessoire op het voetstuk voor de HP Digital Copy Stand. Opmerking Zorg dat de montagebeugel juist in lijn is gebracht terwijl u het optionele uitvoeraccessoire op het voetstuk voor de HP Digital Copy rolt. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 3 Rol het uitvoeraccessoire naar de printer tot het met een klik op zijn plaats valt. montagebeugel Opmerking Zorg tijdens het plaatsen van het voetstuk dat er voldoende ruimte is om het optionele uitvoeraccessoire van de printer geheel uit te trekken. (Zie pagina 360 voor afmetingen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy De Copy Connect EIO-kaart installeren VOORZICHTIG Zorg dat de printer uit staat. Plaats de bij de HP Digital Copy geleverde Copy Connect EIO-kaart in de sleuf van de printer. (Gebruik de schroeven in de bestaande EIO-klep voor het installeren van de Copy Connect EIO-kaart.) Opmerking Als er een klep op open sleuf is aangebracht, gebruikt u een kruiskop-schroevendraaier om de twee schroeven te verwijderen. Verwijder de klep en installeer de Copy Connect EIO-kaart. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Installatie van de HP Digital Copy 371 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy De Copy Connect-kabel installeren 1 Steek de Copy Connect-kabel in de HP Digital Copy (A). Opmerking Het symbool op de kabel moet naar boven gekeerd zijn. 2 Sluit het andere uiteinde van de Copy Connect-kabel aan op de Copy Connect EIO-kaart (B). (Richt het logo van HP zoals afgebeeld.) 3 Als u een voetstuk gebruikt, rolt u het teveel aan kabel op zoals getoond in de afbeelding op de volgende pagina (C). 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 373 A B Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 374 A B C Illustratie van de HP Digital Copy (afgebeeld met optionele accessoires) Installatie van de HP Digital Copy 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 375 De Y-voedingskabel aansluiten 1 VOORZICHTIG Schakel de printer uit en zorg dat de schakelaar op de HP Digital Copy uit is alvorens de Y-voedingskabel aan te sluiten. 2 primair lang kor t 3 1 Sluit het primaire uiteinde van de Y-voedingskabel aan op de HP Digital Copy. 2 Verwijder de voedingskabel van de printer. Sluit de voedingskabel aan op het korte uiteinde van de Y-voedingskabel. 3 Sluit het lange uiteinde van de Y-voedingskabel aan op de printer. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 376 1 Het dekplaatje op het bedieningspaneel installeren 1 Zoek naar het bedieningspaneeldekplaatje met uw taal. 2 2 Druk het dekplaatje op het bedieningspaneel van de HP Digital Copy op zijn plaats tot het met een klik op zijn plaats valt. 3 Om het dekplaatje te verwijderen tilt u het omhoog en los van het bedieningspaneel. Steek een schroevendraaier in de opening aan de linkerkant van het sjablone. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 377 Stap 4. Test de werking van de HP Digital Copy 1 Zet de printer aan. Wanneer KLAAR wordt weergegeven, zet u de HP Digital Copy aan. 2 De HP Digital Copy toont het logo van HP gevolgd door pictogrammen die de diverse stadia van de initialisatie aangeven. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Opmerking Het groene LED-lichtje op de S TAR T -knop gaat branden om aan te geven dat de HP Digital Copy klaar is om te kopiëren (zie pagina 394). Als de HP Digital Copy een probleem heeft met het bereiken van de KLAAR OM TE KOPIEREN -status, raadpleegt u pagina 379 of neemt u contact op met uw reparateur. 4 Laad het originele document in de automatische documentinvoer of leg het op de flatbed van de HP Digital Copy en selecteer het aantal exemplaren (zie pagina 399 en 401). 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Probleemoplossing voor HP Digital Copy Opmerking Zie voor gedetailleerde informatie over het oplossen van problemen Problemen met de HP Digital Copy oplossen op pagina 413. Probleem Aanbevolen handeling Geen voeding Zorg dat alle voedingskabels correct zijn aangesloten. Mislukte initialisatie of geen kopie Zorg dat de printer aan staat. Zorg dat de Copy Connect EIO-kaart juist geïnstalleerd is. Zorg dat de Copy Connect EIO-kabel juist geïnstalleerd is. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Bedieningsinstructies voor de HP Digital Copy In dit gedeelte ziet u hoe de HP Digital Copy en de geavanceerde functies ervan, gebruikt worden. Functies en voordelen van de HP Digital Copy ! Auto/Foto/Tekst-modus ! Taak onderbreken (bij een kopieerscheiding) ! N-per-vel-layout (meerdere pagina’s op één vel afdrukken) ! Bedieningsanimaties (bijv. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 381 Bedieningspaneel van de HP Digital Copy Layout van het bedieningspaneel en instellingen Statusbericht Aantal exemplaren Contextgevoelige Herstel Start Help Papier 1 Verkleinen /vergroten Dubblzijd. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Statusbalk De Statusbalk toont: ! huidig statusbericht voor het apparaat ! aantal exemplaren geselecteerd ! context-gevoelige Help-knop huidig statusbericht voor het apparaat Het bericht KLAAR OM TE KOPIEREN, BEZIG MET KOPIEREN of BEZIG MET AANNEMEN VAN KOPIEERTAKEN wordt weergegeven. BEZIG MET AANNEMEN VAN KOPIEERTAKEN duidt erop dat de printer bezet is. Wanneer de printer bezig is, kan de volgende kopieertaak geconfigureerd worden. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs Via de menutabs beschikt u over toegang tot de instellingen van de HP Digital Copy. De tabs tonen de relevante instellingen voor de taak. Selecteer OK of Afsluiten om in de diverse tabs veranderingen aan te brengen. Druk op OK om de menutabs af te sluiten en een kopieertaak te starten. Druk op Afsluiten om naar de tab van de standaard weergave terug te gaan. U kunt ook Start selecteren om een kopieertaak te starten voor u de menutabs afsluit. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) papier-tab Dient voor het kiezen van het papier voor de kopieertaak gebaseerd op het formaat, de lade of de soort. ! Formaat - toont het huidig geselecteerde formaat. Wanneer een keuze wordt gemaakt, wordt de lijst met laden automatisch bijgewerkt. ! Lade - toont de huidig geselecteerde lade. Als het geselecteerde papierformaat in meerdere laden geïnstalleerd is, wordt in de tekst voor de ladeselectie AUTOMATISCH gemarkeerd. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) verkleinen/vergrotentab Dient voor het vergroten of verkleinen van het formaat van het document. Dient voor het kiezen van het papierformaat van het originele document en voor het aangeven van een ander formaat voor de kopie (bijvoorbeeld om van A4 naar Letter te kopiëren). U kunt tevens het formaat van het uitgevoerde papier aangeven en vervolgens een schaalpercentage instellen om een gedeelte van het originele document te vergroten of te verkleinen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 386 Menutabs (vervolg) verkleinen/vergrotentab (vervolg) ! Verkleining aangepast afdrukmateriaal - met deze instelling is het mogelijk heen en weer te schakelen tussen de standaard vergrotingsinstellingen en aangepaste modus. Met deze functie worden de afmetingen van het originele document en de kopie apart ingesteld. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 387 Menutabs (vervolg) verkleinen/vergrotentab (vervolg) ! Pagina krimpen tot afdrukgebied - met deze instelling kunt u het schaalpercentage van de pagina instellen. U kunt bijvoorbeeld een pagina die volledig tot aan de randen is bedrukt afdrukken op het afdrukbare gedeelte van het huidig geselecteerde uitvoerpapier. Er zijn beperkingen m.b.t. de afstand tot de rand van het papier die de printer kan afdrukken. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) dubblzijd./N-per-vel-tab (vervolg) ! Pagina’s naar boven omslaan - deze instelling is actief wanneer u op beide zijden van het uitvoerpapier wilt kopiëren. Als standaard instelling zijn de pagina’s naar links gedraaid, zoals een boek wanneer de taak van de achterkant bekeken wordt. Wanneer de instelling is aangekruist, worden de pagina’s gebonden waarbij het lijkt of ze naar boven gedraaid zijn wanneer de taak van de achterkant bekeken wordt. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) output/nieten-tab De opties voor uitvoer en het nieten kunnen d.m.v. de twee functies op deze tab ingesteld worden. ! Uitvoerbak - toont de huidig geselecteerde uitvoerbak. Kies naar welke bak de kopieertaak uitgevoerd moet worden. Als de uitvoerbak op de nietbak is ingesteld en er een nietoptie geselecteerd is, wordt door het veranderen van de uitvoerbestemming naar een andere bak de nietoptie uitgeschakeld. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) kopieerkwaliteit-tab ! Kopieermodus - in deze tab kunt u de instellingen voor de kopieerkwaliteit veranderen. Er zijn in de kopieermodus drie instellingen waaruit u kunt kiezen: Auto - dit is de standaard modus. Foto - deze modus biedt optimale fotokwaliteit. Tekst - deze modus biedt optimale tekstkwaliteit. ! Helderheid - via deze tab wordt de instelling voor de helderheid veranderd. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Menutabs (vervolg) binden-tab Dient voor het samenbinden als één taak van meerdere kopieën van de flatbed. Alle overige kopieerinstellingen zoals het nieten en het aantal kopieën worden toegepast op de taak die gebonden moet worden. ! Volg tijdens gebruik van deze modus de aanwijzingen op het bedieningspaneel. configuratie-tab Biedt configuratie-instellingen voor de HP Digital Copy. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Context-gevoelige Help Druk op de om naar het Help-systeem van de HP Digital Copy te gaan. Volg de aanwijzingen in het Help-systeem om snel omschrijvingen te vinden van de functies en opties van de HP Digital Copy. Standaard configuraties Als de HP Digital Copy één minuut niet gebruikt wordt en niet actief is, keren de instellingen terug naar de standaard configuratie. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Standaard configuraties (vervolg) Na het kopiëren van een taak blijven de huidige instellingen geldig tot er een minuut verstreken is. Op deze manier is het mogelijk om de HP Digital Copy op een bepaalde manier in te stellen voor een aantal verschillende taken. Opmerking: De time-out na een taak is korter dan de time-out voor niet-actief. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 394 Functies van knoppen en LED’s PapiersensorH ERSTEL S TAR T Toetsen 0-9 S TOP Start-knop-LED Bedieningsinstructies voor de HP Digital Copy C 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 395 Naam van de knop en LED Functie Knop 0-9 Dient voor het aangeven van het gewenste aantal exemplaren. Kan soms ook gebruikt worden om een getal aan te geven. H ERSTEL Stelt alle kopieerinstellingen in op de standaard waarden. S TAR T Dient voor het star ten van een kopieertaak of voor het verder gaan met een taak die is onderbroken als gevolg van een fout. S TOP Stopt een kopieertaak. C Wist de instelling voor het aantal exemplaren. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 396 Start-knop-LED LED-status Aan Langzaam knipperend Snel knipperend Groen De kopieermachine is klaar om kopieën te maken. De kopieermachine staat in de PowerSave-modus. De kopieermachine is bezig met het maken van kopieën. Geel Er is een kritieke fout opgetreden in de kopieermachine. Zet de printer en de kopieermachine uit en vervolgens weer aan. Er is een fout in de kopieermachine opgetreden die uw aandacht vereist. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 397 HP Digital Copy-instellingen Functie Omschrijving Standaard Aantal exemplaren 1 tot 999 1 Papierbronselectie Selectie van de papierlade Auto-select (willekeurige lade) Selectie op papierformaat Letter/A4 Gewoon Sorteren Gesorteerd Gesorteerd Gegroepeerd (niet gesorteerd) Geniet Selecteer uitvoerbak Verkleinen/vergroten 25 % tot 200 % in stappen van 1 % 100 % Standaard instellingen zoals Legal naar Letter ondersteunen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 398 Functie Omschrijving Standaard Duplex 1-1, 1-2, 2-1, 2-2 1-1 Als er geen duplex-eenheid op de printer geïnstalleerd is, zijn 1-2 en 2-2 niet beschikbaar. N-per-vel 1-per-vel, 2-per-vel, 4-per-vel 1-per-vel documenten met 2-per-vel worden omgedraaid. Boek kopiëren Kopieert een open boek waarbij beide pagina’s op aparte vellen uitvoerpapier worden gekopieerd. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 399 Documenten laden in de automatische documentinvoer 1 1 Trek de lade van de automatische documentinvoer (A) omhoog en zet de balk (B) in de werkstand. 2 Plaats het papier met de afdrukkant naar beneden in de invoerlade. Niet voorbij de lijnindicatie op de papiergeleider laden. Opmerking Het systeem komt uit de PowerSave-modus wanneer er een document in de automatische documentinvoer gelegd wordt. Het lichtje begint te branden wanneer het papier correct geladen is. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 3 Als het document groter is dan A4- of Letter-formaat, klapt u de verlengstukken van de invoerlade en de uitvoerbak uit. 4 Stel de geleiders zodanig in dat er slechts heel weinig ruimte is tussen de zijranden en de geleiders. Stel de geleiders in op het formaat van het document. Opmerking Knijp de hendel van de geleider samen om de geleiders vrij te maken. Laad documenten zodanig dat de dikte minder is dan 8 mm (0,32 inch). 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 401 Documenten op de glasplaat aanbrengen 1 1 Open de documentklep. 2 Leg het document op de glasplaat (flatbed) met de afdrukkant naar beneden en met de linker bovenhoek gelijk met de markering. Sluit de documentklep langzaam en druk op S TAR T . 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 402 Documenten aanbrengen die groter zijn dan de glasplaat 1 1 Open de documentklep ongeveer 80°. Verwijder de klep door de duimschroef los te draaien (onderste pijl) en vervolgens de klep in de richting van de bovenste pijl te schuiven. 2 Plaats het document met de afdrukkant naar beneden op de glasplaat en druk op S TAR T . Verwijder het document wanneer de taak voltooid is. Bevestig de documentklep weer en sluit hem. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 403 Een pagina uit een dik boek lezen 1 1 Open de documentklep. 2 Leg het boek met de tekst naar beneden op het glas en druk op S TAR T . Opmerking Het boek mag tijdens het kopiëren niet verplaatst worden. Zie voor geavanceerde kopieerfuncties voor boeken pagina 390. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Foreign Interface Harness 1 Met deze functie kan de gebruiker d.m.v. een taakteller het aantal exemplaren controleren dat via de HP Digital Copy verzonden is. Opmerking Het aantal afgedrukte pagina’s van de printer wordt met behulp van de Foreign Interface Harness niet bijgehouden. Alleen het aantal gekopieerde pagina’s waarvoor de HP Digital Copy gebruikt is, wordt geteld. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Papierspecificaties Ondersteunde formaten ! Ledger - 279 x 432 mm (11 x 17 inch) ! Executive - 191 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) ! Letter - 216 x 279 mm (8,5 x 11 inch) ! Legal - 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) ! A3 - 297 x 419 mm (11,7 x 16,5 inch) ! A4 - 210 x 297 mm (8,3 x 11,7 inch) ! A5 - 148 x 210 mm (5,8 x 8,2 inch) ! B4 (JIS) - 257 x 364 mm (10,1 x 14,3 inch) ! B5 (JIS) - 176 x 250 mm (7 x 9,9 inch) Opmerking De automatische documentinvoer kan maximaal 50 vel papier bevatten. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Documentkwaliteit Het volgende mag niet in de automatische documentinvoer geladen worden ! Carbonloos papier ! Carbonloze formulieren ! Papier met paperclips en nietjes ! Papier dat ingesneden of geniet is ! Papier met natte inkt ! Etiketten Waarschuwingen Het is mogelijk dat het invoeren van de volgende documenten in de automatische documentinvoer moeilijk verloopt. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy ! Papier dat in kleuren gekopieerd is ! Papier met vouwen of scheuren ! Overtrekpapier ! Papier met een plastic laag ! Carbonpapier ! Papier kleiner dan 148 x 105 mm (6 x 4 inch) of groter dan A3 of dubbel-Letter ! Voorwerpen niet van papier " Textiel " Zilverpapier " Transparantenfilm ! Fotografisch papier ! Papier met inkepingen in de zijkant ! Papier dat niet rechthoekig is ! Dun papier Bedieningsinstructies voor de HP Digital Copy 407 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Onderhoud van de HP Digital Copy De documentklep, de documenthouder en de glasplaat reinigen Gebruik een droge doek of een doek met een neutraal schoonmaakmiddel of isopropylalcohol en verwijder het vuil van de documentklep, de documenthouder en de glasplaat. VOORZICHTIG Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals thinner. Zorg dat er geen vloeistof in de scanner komt langs de randen van de glasplaat. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 409 Documentklep Documenthouder Onderhoud van de HP Digital Copy Flatbed-glas 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy 410 De automatische documentinvoer reinigen Invoerrol Uitvoerrol Opnamerol Kussentjes Papiergeleider Draagrol Glas van de automatische documentinvoer Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Kussentjes Gebruik een met alcohol natgemaakte doek en wrijf de kussentjes schoon met een neerwaartse beweging. Zorg dat de doek niet achter de veren blijft hangen. Vervuilde kussentjes kunnen ertoe leiden dat er meerdere pagina’s tegelijk worden ingevoerd. Glas van de automatische documentinvoer Wrijf het glas met een doek en alcohol lichtjes schoon om eventueel papiervuil en toner te verwijderen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Opmerking Als zich met de HP Digital Copy continu verkeerd ingevoerd papier voordoet, neemt u contact op met uw reparateur om het apparaat te laten reinigen. Onderhoud van het kussentje en de rollen Reinigen van het kussentje en de rollen wordt aanbevolen na het afdrukken van 6000 pagina’s. Na het afdrukken van 60.000 pagina’s moeten het kussentje en de opnamerol vervangen worden. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Problemen met de HP Digital Copy oplossen Dit gedeelte toont statusberichten die op het bedieningspaneel van de HP Digital Copy worden weergegeven wanneer er zich een probleem met de HP Digital Copy voordoet. Er kunnen zich met de HP Digital Copy twee soorten fouten voordoen: ! Tijdelijke fout ! Apparatuurfout Zie de gebruikershandleiding van de printer voor foutberichten van de printer en informatie over het oplossen van problemen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Tijdelijke fout Een tijdelijke fout wordt weergegeven wanneer er zich een probleem voordoet met de papierbaan. Het bedieningspaneel toont de specifieke fout met een illustratie van de handelingen die nodig zijn om de fout te verhelpen. Automatische documentinvoer Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Foutbericht Omschrijving ADF PAPER JAM Er is een pagina in de automatische documentinvoer vastgelopen. Deze moet verwijderd worden voor het kopiëren verder kan gaan. ADF COVER IS OPEN De klep van de automatische documentinvoer is open en moet gesloten worden voor het kopiëren verder kan gaan. ADF MISFEED Er is een vel papier verkeerd ingevoerd bij de invoerlade van de automatische documentinvoer. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Apparatuurfout Voor het verhelpen van een apparatuurfout zet u de printer en de HP Digital Copy uit waarna u het systeem weer aan zet. Als het bericht aanhoudt, belt u een reparateur. Foutbericht Omschrijving Apparaatfout: Achterzijde RAM-buffer defect Er is een fout opgetreden tijdens toegang tot de achterkant-RAM-buffer. Wellicht is service vereist om het probleem te verhelpen. Apparaatfout: Motorsmeltveiligheid -defect De zekering van de motor is gesprongen. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Foutbericht Omschrijving Apparaatfout: Optisch defect voorzijde Er is een probleem opgetreden met het optisch systeem voor de voorkant. Apparaatfout: Mechanische defect Er is een mechanisch probleem opgetreden. Zorg dat de transport-vergrendeling is verwijderd en opnieuw juist is aangebracht. 
- Hoofdstuk 6 HP Digital Copy Garantie op de HP Digital Copy Raadpleeg voor garantie-informatie de gebruikershandleiding die geleverd is bij uw specifieke HP LaserJet printer. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning 7 Service en ondersteuning Overzicht ! Hewlett-Packard beperkte garantieverklaring ! Beperkte garantie voor de gebruiksduur van de toner-cassette ! HP software-licentievoorwaarden Overzicht 419 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning 420 Hewlett-Packard beperkte garantieverklaring HP-PRODUCT DUUR VAN DE GARANTIE HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN, 8150 MFP 1 jaar, op locatie 1. HP garandeer t de apparatuur, accessoires en toebehoren van HP tegen materiaal- en constructiefouten gedurende de hierboven vermelde periode. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning 4. HP-producten kunnen gereviseerde onderdelen bevatten met gelijkwaardige prestaties als nieuwe onderdelen of onderdelen die incidenteel gebruikt kunnen zijn. 5. De garantieperiode begint op de datum van aflevering of, indien de installatie door HP wordt uitgevoerd, op de datum van installatie. Indien de klant de installatie door HP meer dan 30 dagen na de aflevering laat plaatsvinden of uitstelt, begint de garantie op de 31e dag na de aflevering. 6. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning AANSPRAKELIJK VOOR GEGEVENSVERLIES OF VOOR RECHTSTREEKSE, SPECIALE OF BIJKOMENDE SCHADE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, TENGEVOLGE VAN CONTRACTUELE BEPALINGEN, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. 10. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning Service tijdens en na de garantieperiode ! Als de printerapparatuur tijdens de garantieperiode defect raakt, dient u contact op te nemen met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. Zie hiervoor het gedeelte HP-Klantenzorg aan het begin van deze handleiding. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning Beperkte garantie voor de gebruiksduur van de toner-cassette Opmerking Onderstaande garantie is van toepassing op de toner-cassette die bij deze printer werd geleverd. Deze garantie vervangt alle voorgaande garanties (16 juli 1996). Uw HP toner-cassette is leeg wanneer dit door een bericht op de printer wordt aangegeven. HP zal naar eigen goeddunken producten die defect blijken, vervangen of de aanschafprijs ervoor terugbetalen. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning HP software-licentievoorwaarden ATTENTIE: HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE IS ONDERHEVIG AAN DE HIERONDER UITEENGEZETTE HP SOFTWARE-LICENTIEVOORWAARDEN. UIT HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE BLIJKT UW AANVAARDING VAN DEZE LICENTIEVOORWAARDEN. INDIEN U DEZE LICENTIEVOORWAARDEN NIET AANVAARDT, KUNT U DE SOFTWARE RETOURNEREN EN ONTVANGT U VOLLEDIGE TERUGBETALING. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning Eigendom Het eigendom en het copyright van de Software berust bij HP of haar partners. Uw licentie geeft u geen eigendomsrecht op, of eigendom van, de Software en is geen verkoop van enige rechten op de Software. De partners van HP kunnen hun rechten beschermen in geval van schending van deze licentie. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning Overdracht Uw licentie wordt automatisch beëindigd bij eventuele overdracht van de Software. Bij overdracht dient u de Software, inclusief eventuele kopieën en bijbehorende documentatie, aan de cessionaris te leveren. De cessionaris moet deze licentievoorwaarden aanvaarden als voorwaarde voor de overdracht. Beëindiging HP mag uw licentie na kennisgeving beëindigen wegens nalatigheid in het voldoen aan één van deze licentievoorwaarden. 
- Hoofdstuk 7 Service en ondersteuning Beperkte rechten van de overheid van de V.S. De Software en eventuele bijgeleverde documentatie zijn volledig op particuliere kosten ontwikkeld. Zij worden geleverd en er worden licenties voor verschaft als "commerciële computersoftware" zoals gedefinieerd in DFARS 252.227-7013 (okt. 1988), DFARS 252.211-7015 (mei 1991) of DFARS 252.227-7014 (juni 1995), als een "commercieel artikel" zoals gedefinieerd in FAR 2. 
- Bijlage A A Specificaties Specificaties Overzicht In deze bijlage vindt u: ! Papierspecificaties ! Printerspecificaties Overzicht 429 
- Bijlage A Specificaties Papierspecificaties Zie pagina 409 voor de papierspecificaties voor de HP Digital Copy. HP LaserJet printers geven een uitstekende afdrukkwaliteit. Deze printer kan diverse soorten afdrukmateriaal gebruiken, zoals losse vellen papier (met inbegrip van kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten, velijnpapier en speciaal papier. 
- Bijlage A Specificaties Opmerking Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP. Hewlett-Packard Company kan het gebruik van andere merken niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan. Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze handleiding voldoet en toch geen bevredigend resultaat geeft. 
- Bijlage A Specificaties VOORZICHTIG Het gebruik van papier dat niet aan de specificaties van HP voldoet kan problemen voor de printer veroorzaken, waardoor deze gerepareerd moet worden. Deze reparaties worden niet door de garantie of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard gedekt. Zie pagina 438 voor ondersteunde papierformaten. 
- Bijlage A Specificaties 433 Lade of bak Capaciteit Papier Gewicht Lade 1 (universele lade) tot 100 vellen ! Papierformaten: ISO A4, ISO A3, ISO A5, JIS B5, JIS B4, Letter, Executive, Legal, 11x17, JPostD, 8K, 16K, JIS EXEC 60 tot 199 g/m 2 (16 tot 53 lbs Bond) ! Speciale formaten: Minimum: 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) Maximum: 297 x 450 mm (11,7 x 17,7 inch) Dubbelzijdig afdrukken: 60 tot 105 g/m 2 (16 tot 28 lb Bond) ! Envelopformaten: Commercial nr. 
- Bijlage A Specificaties 434 Lade of bak Capaciteit Papier Gewicht Lade 3 en optionele invoerlade voor 2 x 500 vel (lade 5) tot 500 vellen Papierformaten: ISO A4, JIS B4, ISO A3, Letter, Legal, 11x17 60 tot 105 g/m 2 (16 tot 28 lb) Optionele invoerlade voor 2000 vel (lade 4) tot 2000 vellen Papierformaten: ISO A4, JIS B4, ISO A3, Letter, Legal, 11x17 60 tot 105 g/m 2 (16 tot 28 lb) Optionele papierladen voor papier van speciale formaten (lade 3 of 5) tot 500 vellen ! Normale papierformaten: 
- Bijlage A Specificaties 435 Lade of bak Capaciteit Papier Standaard uitvoerbak (afdrukkant naar beneden) tot 500 vellen Papierformaten: ISO A4, ISO A5, ISO A3, JIS B5, JIS B4, Executive, Letter, Legal, 11x17, 8K, 16K en papier van speciale formaten Bak voor afdrukkant naar boven tot 100 vellen Papierformaten: ISO A4, ISO A5, ISO A3, JIS B5, JIS B4, Executive, Letter, Legal, 11x17, 8K, 16K, enveloppen, etiketten, transparanten, zwaar papier en papier van speciale formaten Postbus met vijf bakken 
- Bijlage A Specificaties 436 Lade of bak Capaciteit Papier Gewicht Tabletoppostbus met zeven bakken tot 120 vellen per bak Papierformaten: ISO A4, Legal, Letter, enveloppen, transparanten, etiketten Standaard uitvoerbak (voor afdrukkant naar beneden): 60 tot 105 g/m 2 (16 tot 28 lb) Opmerking: enveloppen, transparanten en etiketten kunnen alleen in de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven worden afgedrukt. 
- Bijlage A Specificaties 437 Ondersteunde papiersoorten Voor de printer kunnen via het bedieningspaneel de volgende papiersoorten geselecteerd worden (zie de specificaties voor aanbevolen papier beginnend op pagina 389): ! gewoon papier ! voorbedrukt papier ! briefpapier ! transparant* (zie pagina 451) ! geperforeerd papier ! etiketten* (zie pagina 449) ! bankpost ! kringlooppapier ! gekleurd papier ! kaarten* (zie pagina 455) ! ruw papier ! gebruikergedefinieerd (5 soorten) * Alleen ondersteu 
- Bijlage A Specificaties 438 Richtlijnen voor het gebruik van papier Gebruik voor de beste resultaten gewoon papier van 75 g/m 2 (20 lb). Zorg dat het papier van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels en gekrulde of omgebogen randen. Als u niet zeker weet wat voor soort papier u laadt (zoals bankpost of kringlooppapier), kijk dan naar het etiket op de verpakking. 
- Bijlage A Specificaties 439 Afdrukprobleem Probleem met papier Oplossing Toegenomen grijze verkleuring van achtergrond. Te zwaar papier. Lichter papier gebruiken. Gebruik de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. Sterk krullen. Problemen met de invoer. Te vochtig, foute vezelrichting of kortvezelige samenstelling. Open de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. Langvezelig papier gebruiken. Vastlopen, beschadiging van de printer. Uitsparingen of perforaties. 
- Bijlage A Opmerking Specificaties Gebruik geen briefhoofdpapier dat bedrukt is met inktsoorten voor lage temperaturen, zoals inkt die gebruikt wordt in sommige soorten thermografie. Gebruik geen briefhoofdpapier met persing. De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Wanneer u gekleurd papier gebruikt of voorbedrukte formulieren, controleer dan eerst of deze inktsoorten bevatten die compatibel zijn met de smelttemperatuur van de printer (200°C (392°F) gedurende 0,1 seconde). 
- Bijlage A Specificaties 441 Vergelijkingstabel voor papiergewichten Deze tabel kan worden gebruikt voor het omrekenen van Amerikaanse papiergewichtspecificaties in metrieke gramsgewichten. Om bijvoorbeeld te bepalen welk gewicht overeenstemt met papier van 28 lb U.S. Cover Weight, vergelijkt u kolom 4 en 8 van rij 3. Het gelijkwaardige gramsgewicht is 105 g/m 2 . In vakken met een licht getinte ondergrond staat het standaard gewicht voor de betreffende kwaliteitsgraad. U.S. Post Card a dikte (mm) V.S. 
- Bijlage A U.S. Post Card a dikte (mm) Specificaties 442 V.S. Bankpostpapier (lbs.) V.S. Tekst/ boekpapier (lbs.) V.S. Kaftgewicht (lbs.) V.S. Bristolgewicht (lbs.) V.S. Indexgewicht (lbs.) V.S. Taggewicht (lbs. 
- Bijlage A Specificaties Etiketten Opmerking Gebruik voor de beste resultaten alleen lade 1 en de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. VOORZICHTIG Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Gebruik eenzelfde vel etiketten nooit voor een tweede keer in de printer. Etiketten, transparanten, enveloppen, papier van speciaal formaat en papier zwaarder dan 105 g/m 2 (28 lb) mag niet dubbelzijdig afgedrukt worden. 
- Bijlage A Specificaties Afwerking van de etiketten Let bij het kiezen van etiketten op de volgende punten: ! Kleefmiddel: Het kleefmiddel moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200°C (392°F), de maximale smelttemperatuur van de printer. ! Schikking: Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht. De etiketten moeten het grondpapier geheel bedekken, zonder enige tussenruimte. 
- Bijlage A Specificaties Transparanten Opmerking Gebruik voor de beste resultaten alleen lade 1 en de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. VOORZICHTIG Deze transparanten moeten bestand zijn tegen de maximale smelttemperatuur van 200°C (392 °F) die de printer kan ontwikkelen. Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. 
- Bijlage A Specificaties Enveloppen Opmerking Gebruik voor de beste resultaten alleen lade 1 of de envelopinvoer en de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. Afwerking van enveloppen De afwerking van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van enveloppen variëren aanzienlijk, niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. Het goed kunnen bedrukken van enveloppen hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. 
- Bijlage A Specificaties Als u geen optionele envelopinvoer hebt, drukt u enveloppen af vanaf lade 1, zie pagina 139. Zie pagina 132 voor het bedrukken van enveloppen met de optionele envelopinvoer. Als enveloppen kreukelen, zie pagina 282. Enveloppen met parallelle lasnaden Bij een afwerking met parallelle lasnaden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale lasnaden in plaats van diagonaal. Dit type kan wellicht meer kreukelen. 
- Bijlage A Specificaties 448 Enveloppen met kleefrand of flappen Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met meer dan één flap die gevouwen moet worden om de envelop te sluiten, moeten van een kleefmiddel voorzien zijn dat de hitte en de druk van de fuser-rollen in de printer kan weerstaan. De extra flappen en stroken kunnen tot kreukelen of vouwen leiden of papierstoringen veroorzaken. Envelopmarges De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor DL enveloppen en Commercial nr. 
- Bijlage A Specificaties Opslag van enveloppen Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten vlak worden opgeslagen. Als er lucht in een envelop blijft zitten en er zich een luchtbel vormt, kan dit tijdens het afdrukken tot kreukelen leiden. Kaarten en zwaar papier Opmerking Gebruik voor de beste resultaten de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven. Een groot aantal soorten kaarten, inclusief briefkaarten, kunnen vanuit lade 1 worden afgedrukt. 
- Bijlage A Specificaties Opmerking Men kan op zwaarder papier afdrukken als de lade niet helemaal vol is en papier met een gladheid van 100-180 Sheffield wordt gebruikt. Afwerking van kaarten ! Gladheid: Kaarten van 135-199 g/m 2 (36-53 lb) moeten een gladheid van 100-180 Sheffield hebben. Kaarten van 60-135 g/m 2 (16-36 lb) moeten een gladheid van 100-250 Sheffield hebben. ! Afwerking: De kaarten moeten vlak liggen met minder dan 5 mm (0,2 inch) krul. 
- Bijlage A Specificaties 451 Printerspecificaties Afmetingen 1. 
- Bijlage A Specificaties 350 mm (13,75 inch) Printerspecificaties 292 mm (11,5 inch) 749 mm (29,5 inch) Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Bijlage A Specificaties 453 1,683 mm (66,25 inch) 838 mm (33 inch) Printerspecificaties 1,229 mm (48,4 inch) 485 mm (19,5 inch) 889 mm (35 inch) 368 mm (14,5 inch) (8150 afgebeeld met optioneel uitvoerapparaat) 
- Bijlage A Specificaties 454 73 in. (1854 mm) 14.5 in. (368 mm) 64 in. (1626 mm) 19.5 in. (495 mm) 33 in. (838 mm) Printerspecificaties 11 in. (279 mm) 35 in. (889 mm) 43 in. 
- Bijlage A Specificaties Printergewicht (zonder toner-cassette) ! HP LaserJet 8150 en 8150 N printer: 51 kg (112 lbs) ! HP LaserJet 8150 DN printer: 54 kg (120 lbs) ! HP LaserJet 8150 HN printer: 113 kg (249 lbs) ! HP LaserJet 8150 MFP printer: 136 kg (300 lbs) Printerspecificaties 455 
- Bijlage A Specificaties 456 Gebruiksomgevingspecificaties Printerstatus Stroomverbruik (gemiddeld, in watt, standaarduitvoering) Stroomverbruik (gemiddeld, in watt, volledige configuratie) Tijdens afdrukken (100-127V apparaten) (220-240V apparaten) 645 W 655 W 685 W 685 W Ruststand (100-127V apparaten) (220-240V apparaten) 145 W 145 W 160 W 165 W PowerSave 1-modus (standaard geactiveerd na 30 minuten) 31 W 35 W 56 W (bij 100-127V) 61 W (bij 220-240V) PowerSave 2 (standaard activering 10 minu 
- Bijlage A Specificaties Printerstatus Uit 457 Stroomverbruik (gemiddeld, in watt, standaarduitvoering) Stroomverbruik (gemiddeld, in watt, volledige configuratie) 0 W (bij 100-127 V) 0,1 W (bij 220-240 V) 0,5 W (bij 100-127 V) 0,9 W (bij 220-240 V) Aanbevolen minimale capaciteit stroomgroep 100-127V 15,0 ampère 220-240V 6,5 ampère Voeding (aanbevolen netspanning) 100-127V (+/- 10%) 50-60 Hz (+/- 2 Hz) 220-240V (+/- 10%) 50-60 Hz (+/- 2 Hz) 220V (+/- 10%) 60 Hz (+/- 2 Hz) Printerspecificati 
- Bijlage A Specificaties 458 In gebruik (tijdens afdrukken) a PowerSave 1/ Standby PowerSave 2 Geluidssterkteniveau 6,9 bel 5,2 bel onhoorbaar Geluidsdrukniveau, 53 dB 36 dB onhoorbaar 59 dB 41 dB onhoorbaar L pAm (omstanders) Geluidsdrukniveau, L pAm (gebruikers) a. 
- Bijlage B B Bedieningspaneelmenu’s Bedieningspaneelmenu’s Overzicht U kunt de meeste gewone afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via de printerdriver of de applicatie. Dit is de gemakkelijkste manier om de printer te besturen en hierdoor worden de instellingen van het bedieningspaneel van de printer onderdrukt. Zie de bij de software behorende Help-bestanden of zie pagina 64 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s U kunt via het bedieningspaneel een menustructuur afdrukken waarop de actuele printerconfiguratie wordt weergegeven (pagina 60). In dit aanhangsel worden alle opties en mogelijke waarden voor de printer opgegeven. (De standaardwaarden staan in de kolom "Optie".) Er kunnen nog andere menu-opties in het bedieningspaneel verschijnen, afhankelijk van de opties die in de printer zijn geïnstalleerd. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Dit aanhangsel bevat de volgende onderwerpen: ! Menu Privé/opgeslagen taken ! Informatiemenu ! Papierverwerkingsmenu ! Afdrukkwaliteit-menu ! Afdrukmenu ! Configuratiemenu ! Configuratie van het MBM-menu ! I/O-menu ! EIO-menu ! Herstelmenu Overzicht 461 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Menu Privé/opgeslagen taken Dit menu toont een lijst met privé- en opgeslagen taken, snelkopie- en lezen en vasthouden-taken op de harde schijf of in het RAM-geheugen van de printer. Via het bedieningspaneel kunnen de taken door de gebruiker worden afgedrukt of gewist. Zie Een taak lezen en vasthouden op pagina 181 voor meer informatie. 
- Bijlage B Item Bedieningspaneelmenu’s Waarde Omschrijving [TAAKNAAM] De naam van de taak die op de harde schijf of in het RAM-geheugen van de printer is opgeslagen. PIN:0000 Geef voor het afdrukken van de privétaak het PIN-nummer van de taak aan dat in de driver aan de taak is toegewezen. AANTAL=1 1 tot 999 WISSEN Het aantal exemplaren dat de gebruiker wil afdrukken. 1-999: drukt het gevraagde aantal exemplaren van de taak af. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Informatiemenu Dit menu bevat informatiepagina's over de printer die details over de printer en zijn configuratie geven. Om een informatiepagina af te drukken, bladert u naar de gewenste pagina en drukt u op S ELECTEREN . Optie Verklaring MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN De menustructuur geeft de indeling en de huidige instellingen van de menu-opties van het bedieningspaneel. Zie pagina 349 voor meer informatie. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Verklaring BESTANDENLIJST AFDRUKKEN Deze optie verschijnt alleen wanneer een massa-geheugen (zoals een optionele flash-DIMM of harde schijf) dat een herkend bestandensysteem bevat, in de printer geïnstalleerd is. De bestandenlijst geeft informatie weer over alle geïnstalleerde massa-geheugens. Zie pagina 352 voor meer informatie. LOGBESTAND AFDRUKKEN Het logbestand geeft printergebeurtenissen of fouten weer. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Verklaring PAPIERBAANTEST AFDRUKKEN De papierbaantest wordt gebruikt om te controleren of de diverse papierbanen correct werken en om problemen met de configuratie van laden op te lossen. Kies de invoerlade, uitvoerbak, duplex-eenheid (indien beschikbaar) en het aantal exemplaren. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Papierverwerkingsmenu Zodra de papierverwerkingsinstellingen goed zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, kunt u taken gaan afdrukken door via de printerdriver of de applicatie de papiersoort en papierformaat te kiezen. Zie pagina 168 voor meer informatie. Sommige opties van dit menu (zoals duplex en handinvoer) zijn toegankelijk via een applicatie of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring ENV.INVOERTYPE=NORMAAL Zie pagina 432 voor ondersteunde papiersoorten. Deze optie verschijnt alleen als de optionele envelopinvoer geïnstalleerd is. Stel de waarde in op de envelopsoort die momenteel in de envelopinvoer is geladen. LADE 1 MODUS= EERSTE EERSTE PAPIERLADE Bepaalt hoe lade 1 door de printer wordt gebruikt. EERSTE: Als er papier in lade 1 is geladen, haalt de printer het papier eerst uit die lade. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring LADE 1 TYPE= NORMAAL Zie pagina 432 voor ondersteunde papiersoorten. Deze optie verschijnt alleen wanneer LADE 1 MODUS= PAPIERLADE. Stel de waarde in aan de hand van de papiersoor t die op dit moment in lade 1 geladen is. LADE 2 TYPE= NORMAAL Zie pagina 432 voor ondersteunde papiersoorten. Stel de waarde in aan de hand van de papiersoort die op dit moment in lade 2 geladen is. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring PAPIERUITVOER= STAND. UITVBAK STAND. UITVBAK AFDRBOVENBAK OPTIE BAK x OPTIE BAK x verschijnt alleen als er een postbus is geïnstalleerd. Stel de waarde in die overeenstemt met de gebruikte bak. HANDINVOER= UIT UIT AAN Voer het papier met de hand in vanuit lade 1, in plaats van automatisch uit een lade. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring BINDEN= IN LENGTE IN LENGTE IN BREEDTE Deze optie verschijnt alleen wanneer een optionele duplex-eenheid is geïnstalleerd en de duplex-optie aan staat. Kies de bindzijde wanneer u met de duplex-eenheid afdrukt (aan beide kanten van het papier). Zie pagina 124 voor meer informatie. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring FUSERMODUS CONF.MENU= NEE NEE JA Configureer de fusermodus voor de diverse papiersoor ten. (Dit is alleen nodig als u met het afdrukken op bepaalde papiersoorten problemen ervaart.) NEE: het fusermodusmenu is niet toegankelijk. JA: verdere menu-items verschijnen (zie [TYPE]=NORMAAL op pagina 474). De fusermodus kan alleen via deze menuoptie in het bedieningspaneel veranderd worden. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring RAND-TOTRAND CONFIGUREREN =NEE NEE JA Configureer de uitlijning van de marges voor de lade van waaruit u een rand-tot-rand afdruktaak wilt afdrukken. NEE: De menu-items voor het configureren van rand-tot-rand zijn niet toeganklijk. JA: Extra menu-items voor het configureren van rand-tot-rand afdruktaken worden weergegeven. TSTPAG. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring [TYPE]= NORMAAL NORMAAL LAAG HOOG1 HOOG2 HOOG3 Dit item verschijnt alleen wanneer FUSERMODUS CONF.MENU=JA. De printersnelheden zijn voor Letter of A4. NORMAAL: Normale temperatuur, afdrukken op 32 ppm. LAAG: Lage temperatuur, afdrukken op 32 ppm. HOOG1: Verhoogt de temperatuur, afdrukken op 32 ppm. HOOG2: Verhoogt de temperatuur, afdrukken op 24 ppm. HOOG3: Verhoogt de temperatuur, afdrukken op 16 ppm. 
- Bijlage B Optie Bedieningspaneelmenu’s Waarden Verklaring Zie voor een volledig overzicht van alle ondersteunde papiersoor ten pagina 437. VOORZICHTIG Als de fusermodus wordt veranderd in HOOG1, HOOG2 of HOOG3, mag u niet vergeten de instelling na het afdrukken weer terug te zetten. Instelling van een papiersoor t op HOOG1, HOOG2 of HOOG3 kan de levensduur van bepaalde verbruiksartikelen zoals de fuser, verkorten en kan defecten en storingen veroorzaken. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Afdrukkwaliteit-menu Sommige opties van dit menu zijn toegankelijk via een applicatie of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). De instellingen van de printerdriver en de applicatie hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 156 voor meer informatie. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring RESOLUTIE= FASTRES 1200 300 600 FASTRES 1200 Selecteer de resolutie uit de volgende waarden: 300: Levert klad-afdrukkwaliteit op de maximumsnelheid (32 ppm) van de printer. 300 dpi (dots (stippen) per inch) wordt aanbevolen voor bepaalde bitmap-lettertypen en illustraties en tevens voor compatibiliteit met de HP LaserJet III familie van printers. 600: Levert hoge afdrukkwaliteit op de maximumsnelheid (32 ppm) van de printer. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring RET= NORMAAL UIT LICHT NORMAAL DONKER Gebruik de instelling van de Resolution Enhancement technologie (REt) om te zorgen dat afgedrukte tekst en afbeeldingen mooi scherp getrokken hoeken, rondingen en randen krijgen. REt is bevorderlijk voor alle afdrukresoluties, m.i.v. FastRes 1200. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring ECONOMODE= UIT UIT AAN Zet EconoMode aan (om toner te besparen) of uit (voor hoge kwaliteit). Met EconoMode worden afdrukken van kladkwaliteit gemaakt doordat er tot 50% minder toner op de afdruk wordt gebruikt. Voorzichtig HP raadt af EconoMode voortdurend te gebruiken. Als EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de toner-cassette. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring MAAK REINIGINGS BLAD Geen waarde te selecteren. Druk op S ELECTEREN om een reinigingsblad af te drukken (om overtollige toner van de papierbaan te reinigen). REINIGINGS BLAD VERWERKEN Geen waarde te selecteren. Deze optie verschijnt alleen nadat een reinigingsblad is gemaakt (zoals hierboven beschreven). Afdrukkwaliteit-menu Om goed te kunnen werken, moet het reinigingsblad op kopieerpapier worden afgedrukt (geen bankpost of ruw papier). 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Afdrukmenu Sommige opties van dit menu zijn toegankelijk via een applicatie of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). De instellingen van de printerdriver en de applicatie hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 156 voor meer informatie. Optie Waarden Verklaring AANTAL=1 1 tot 999 Stel het standaard aantal exemplaren in door een getal tussen 1 en 999 te kiezen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring AFM. KRUISINVOER = INCHES of MILLIMETER INCHES MILLIMETER Het formaat van het speciaal papier aan de zijde van de haakse invoer aangegeven in millimeter of inches. PAPIER= LETTER (110V-printers) Zie pagina 432 voor ondersteunde papierformaten Stel het standaard afdrukformaat voor papier en enveloppen in (de naam van de optie verandert van papier in envelop terwijl u de beschikbare afmetingen doorloopt). 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring SPECIAAL PAPIER CONF.=NEE NEE JA NEE: De menu-opties voor speciaal papier zijn niet toegankelijk. MAATEENHEID= MILLIMETER INCHES MILLIMETER (220V-printers) JA: De menu-opties voor speciaal papier worden weergegeven (zie hieronder). Deze optie verschijnt alleen wanneer SPECIAAL PAPIER CONF.=JA is ingesteld. Selecteer de maateenheid voor het speciale papierformaat. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Y-AFMETING= 450 MILLIMETER (220V-printers) Zie pagina Deze optie verschijnt alleen wanneer SPECIAAL PAPIER 433 onder- CONF.=JA is ingesteld. Selecteer de andere afmeting steunde (lange zijde). papierformaten. of Verklaring 17,7 INCHES (110V-printers) ORIENTATIE= STAAND Afdrukmenu STAAND LIGGEND Bepaalt de standaard afdrukstand op de pagina. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring FORMULIER=64 REGELS 5 tot 128 Stelt de verticale regelafstand in van 5 tot 128 regels voor standaard papierformaat. Druk eenmaal op - WAARDE + om de instelling met stappen van 1 te wijzigen of houd - WAARDE + ingedrukt om de waarden met stappen van 10 te doorlopen. INTERN SOFT SLEUF 1, 2 of 3 INTERN: Interne lettertypen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring PCL FONT PITCH= 10,00 0,44 tot 99,99 Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype. Druk eenmaal op - WAARDE + om deze pitch-instelling in stappen van 0.01 te veranderen, of houd - WAARDE + ingedrukt om de waarden in stappen van 1 te doorlopen. PCL-FONT 4,00 tot LETTERGROOTTE= 999,75 12,00 Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring COURIER= NORMAAL NORMAAL VET Selecteer de versie van het Courier-lettertype die u wilt gebruiken: NORMAAL: Het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet 4 serie printers. VET: Het interne Courier-letter type dat beschikbaar is op de HP LaserJet III serie printers. Beide lettertypen zijn niet tegelijk beschikbaar. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring CRG.RET. TOEVOER NA LINEFEED= NEE NEE JA Selecteer JA om een terugloop (CR=carriage return) toe te voegen aan elke regelsprong (LF=linefeed) in achterwaarts compatibele PCL-taken (alleen tekst, geen taakbesturing). In sommige omgevingen, zoals UNIX, wordt een nieuwe regel alleen aangegeven met een LF. Met deze optie kan de gebruiker de vereiste CR aan elke LF toevoegen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Configuratiemenu De opties in dit menu regelen de manier waarop de printer te werk gaat en reageert. U kunt de printer naar wens configureren. Optie Waarden Verklaring POWERSAVETIJD= 30 MINUTEN 15 MINUTEN 30 MINUTEN 1 UUR 2 UUR 3 UUR De printer gaat over op PowerSave (stroombesparende spaarstand) nadat hij een bepaalde tijd niet heeft gewerkt. De PowerSave-functie doet het volgende: ! Zorgen dat de printer zo min mogelijk energie verbruikt wanneer hij niet werkt. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring PERSONALITY =AUTO AUTO PCL PS Selecteer de standaard printertaal (personality). Welke waarden mogelijk zijn hangt af van de in de printer geïnstalleerde geldige talen. Gewoonlijk moet u de printertaal niet veranderen (de standaardinstelling is AUTO). Als u de printer op een specifieke printertaal instelt, schakelt hij niet automatisch van de ene taal op de andere over, tenzij specifieke softwarecommando's naar de printer worden gestuurd. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring BRON OPSLAAN= UIT UIT AAN AUTO Reserveert printergeheugen om de permanente hulpbronnen van elke taal op te slaan (het is mogelijk dat u geheugen aan de printer moet toevoegen om deze optie te laten verschijnen). Hoeveel geheugen wordt gereserveerd kan voor elke geïnstalleerde taal verschillend zijn. Sommige talen kunnen geheugen gereserveerd hebben voor het opslaan van hulpbronnen zonder dat dit voor alle talen het geval hoeft te zijn. 
- Bijlage B Optie Bedieningspaneelmenu’s Waarden Verklaring AUTO: De printer bepaalt automatisch hoeveel geheugen voor het opslaan van de bronnen van elke geïnstalleerde taal wordt gebruikt Zie pagina 523 voor meer informatie. PCLGEHEUGEN= 400K 0K en hoger (Deze waarde hangt af van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.) Deze optie verschijnt alleen wanneer BRON OPSLAAN=AAN. Selecteer de hoeveelheid geheugen die wordt gebruikt voor het opslaan van PCL-bronnen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring PSGEHEUGEN= 400K 0K en hoger Deze optie verschijnt alleen wanneer BRON OPSLAAN=AAN. Selecteer de hoeveelheid geheugen die wordt gebruikt voor het opslaan van PS-bronnen. De standaard instelling van de printer is de minimale hoeveelheid geheugen die nodig is voor het opslaan van bronnen voor PS. Druk op - WAARDE + om de instellingen met stappen van 10 (tot 100 KB) of met stappen van 100 (boven 100 KB) te veranderen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring WISBARE WAARSCHUWINGEN= TAAK TAAK AAN Stel in hoe lang een wisbare waarschuwing op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. TAAK: Waarschuwingsberichten worden op het bedieningspaneel weergegeven tot het einde van de taak die ze heeft voortgebracht. AAN: Waarschuwingsberichten worden op het bedieningspaneel weergegeven totdat op S TAR T wordt gedrukt. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring AUTOMATISCH DOORGAAN= AAN AAN UIT Bepaalt hoe de printer op fouten reageert. AAN: Als er een fout optreedt die het afdrukken verhindert, wordt dit bericht weergegeven, en gaat de printer 10 seconden lang offline voordat hij weer online gaat. UIT: Als er een fout optreedt die het afdrukken verhindert, blijft het bericht in het venster en blijft de printer offline tot op S TAR T wordt gedrukt. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring TONER BIJNA OP=DOORGAAN DOORGAAN STOP Bepaalt hoe de printer reageert wanneer de toner bijna op is. Het bericht TONER BIJNA OP verschijnt wanneer er bijna geen toner meer in de toner-cassette is (er kunnen nog ongeveer 100 tot 300 vellen worden afgedrukt). DOORGAAN: De printer blijft afdrukken terwijl het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven. STOP: De printer gaat offline en wacht op verdere handelingen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring RAMDISK= AUTO UIT AAN AUTO Deze optie bepaalt hoe de RAM-disk geconfigureerd is. Deze optie verschijnt alleen als er geen optionele harde schijf is geïnstalleerd en de printer tenminste 12 MB geheugen heeft. UIT: De RAM-disk is uitgeschakeld. AAN: De RAM-disk is ingeschakeld. Configureer de te gebruiken hoeveelheid geheugen via de volgende optie: RAMDISK GROOTTE. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring RAMDISK GROOTTE= xxxK 0K en hoger Deze optie bepaalt de grootte van de RAM-disk. Deze optie verschijnt wanneer RAM DISK=AAN of AUTO. OK NA PAPIERSTORING= AUTO (Deze waarde hangt af van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.) AUTO AAN UIT Druk op - WAARDE + om de instellingen met stappen van 100 te veranderen. Opmerking: Deze instelling kan niet worden gewijzigd als RAM DISK= AUTO. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring ONDERHOUDBERICHT=UIT UIT Deze optie verschijnt alleen nadat het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG is weergegeven. UIT: Het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG wordt gewist. Als de onderhoudskit niet wordt vervangen, wordt het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG opnieuw weergeveven na ongeveer 17500 pagina's. Het bericht mag niet worden uitgeschakeld tenzij het printeronderhoud is uitgevoerd. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring TIMEOUT WACHTRIJ= UIT UIT 1 UUR 4 UUR 1 DAG 1 WEEK Dient voor het instellen van de tijd dat snelkopie-, lezen en vasthouden-, privétaken en opgeslagen taken bewaard worden alvorens ze automatisch uit de wachtrij verwijderd worden. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Configuratie van het MBM-menu Dit menu bepaalt de werkstand van de Tabletop-postbus met zeven bakken, de postbus met acht bakken en de postbus met vijf bakken en nietmachine. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Item Waarde Omschrijving BEDRIJFS MODUS: POSTBUS POSTBUS STAPELAAR TAAKSCHEIDING SORTERING Bepaalt de werkstand voor de geïnstalleerde postbus met meerdere bakken. POSTBUS: iedere bak kan apart als bestemming worden aangegeven en kan een naam toegewezen krijgen door de netwerk- of printerbeheerder. STAPELAAR: stapelt de uitvoer van de onderste bak tot de bovenste, onafhankelijk van taakeinden. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s I/O-menu De opties in het I/O-menu (input/output) regelen bepaalde aspecten van het gegevensverkeer tussen de printer en de computer. Optie Waarden Verklaring I/O-TIMEOUT= 15 5 tot 300 Selecteer de I/O-timeout-periode in seconden (I/O-timeout is het tijdsinterval, uitgedrukt in seconden, dat de printer wacht, voordat een afdruktaak wordt beëindigd). Met deze instelling kunt u de time-out instellen voor de beste prestaties. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring I/O-BUFFER= AUTO AUTO AAN UIT Wijst geheugen toe voor I/O-bufferinstellingen. AUTO: De printer reserveert automatisch geheugen voor I/O-bufferinstellingen. Verdere configuraties zijn niet vereist en de menu-optie I/O-BUFFERGRTTE verschijnt niet. AAN: De optie I/O-BUFFERGRTTE verschijnt (zie hierna). Geef op hoeveel geheugen voor I/O-bufferinstellingen gebruikt moet worden. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring I/OBUFFERGRTTE= 100K 10K en hoger Deze optie verschijnt alleen wanneer I/O-BUFFER=AAN. Geef de hoeveelheid geheugen voor I/O-bufferinstellingen op. De maximale hoeveelheid voor I/O-bufferinstellingen beschikbaar geheugen wordt bepaald door de hoeveelheid in de printer geïnstalleerd geheugen, de in de printer geïnstalleerde talen en andere geheugentoewijzingen die gemaakt moeten worden. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring PARAL. GEAVANC FUNCTIES=AAN AAN UIT Zet de parallelle tweerichtingscommunicatie aan of uit. De standaard instelling is afgesteld op een parallelle tweerichtings- (=bi-directionele-) poort (IEEE-1284). Met deze instelling kan de printer status-terugleesberichten naar de computer sturen. (Wanneer de parallelle geavanceerde functies ingeschakeld zijn, kan de taalinstelling langzamer gaan. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s EIO-menu EIO-menu's (Enhanced (verbeterde) Input/Output) hangen af van de accessoire die in een EIO-sleuf van de printer is geïnstalleerd. Als de printer is uitgerust met een EIO-kaart van een HP JetDirect printserver, kunt u de elementaire netwerkparameters configureren met behulp van het EIO-menu. Optie Waarden Verklaring CFG-NETWERK= NEE NEE JA NEE: Het JetDirect-menu is niet toegankelijk. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring CFG IPX/SPX=NEE NEE JA NEE: Het IPX/SPX-menu is niet toegankelijk. JA: Het IPX/SPX-menu wordt weergegeven. In het IPX/SPX-menu kunt u de op uw netwerk gebruikte frametypeparameter opgeven. De standaardinstelling is AUTO om het frametype automatisch in te stellen en te beperken tot het waargenomen frametype. Voor Ethernetkaarten zijn de keuzen voor het frametype EN_8023, EN_II, EN_8022, EN_SNAP. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s 509 Optie Waarden Verklaring CFG TCP/IP=NEE NEE JA NEE: Het TCP/IP-menu is niet toegankelijk. JA: Het TCP/IP-menu wordt weergegeven. In het TCP/IPmenu kunt u BOOTP=JA opgeven, zodat TCP/IP-parameters automatisch van een bootp- of DHCP-server worden geladen wanneer de printer wordt aangezet. Als u BOOTP= NEE aangeeft, kunt u geselecteerde TCP/IP-parameters met de hand vanaf het bedieningspaneel instellen. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Waarden Verklaring VERBINDINGSCONF.=NEE NEE JA NEE: Er is geen toegang tot het configuratiemenu voor de 10/100Base-TX-verbinding. JA: Dient voor toegang en handmatig instellen van de parameters voor de 10/100Base-TX-verbinding. ! AUTO: (standaard instelling) De printserver wordt automatisch geconfigureerd zodat hij overeenkomt met de snelheid en de communicatiemodus van de verbinding met het netwerk. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Duplex-registratie-menu De items van dit menu dienen voor het uitlijnen van de afbeelding op de vooren achterkant van dubbelzijdig afgedrukte pagina’s door de duplex-eenheid te calibreren voor lade 2, 3 of 4. Zie pagina 199 voor meer informatie. De volgende stappen moeten voor iedere lade apart uitgevoerd worden. Item Verklaring TSTPAG. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Herstelmenu Wees voorzichtig met het gebruik van dit menu. U kunt gebufferde paginagegevens of printerconfiguratie-instellingen verliezen wanneer u deze opties selecteert. Laat de printer alleen herstellen onder de volgende omstandigheden: ! U wilt de standaardinstellingen van de printer terugzetten. ! De communicatie tussen de printer en de computer is verbroken. ! U heeft problemen met één van de poorten. 
- Bijlage B Bedieningspaneelmenu’s Optie Verklaring FABRIEKSINSTELL. Deze optie voert een eenvoudig herstel uit en brengt de meeste HERSTELLEN fabrieksinstellingen (standaard instellingen) terug. Deze optie wist ook de inputbuffer voor de actieve I/O. Het herstellen van het geheugen tijdens een afdruktaak kan tot gegevensverlies leiden. Dit item heeft geen invloed op de netwerkinstellingen die in de (eventueel geïnstalleerde) HP JetDirect-printserver opgeslagen zijn. 
- Bijlage C C Printergeheugen en uitbreiding Printergeheugen en uitbreiding Overzicht De printer heeft drie DIMM-sleuven (Dual In-line Memory Module) geschikt voor de volgende uitbreidingen: ! Extra printergeheugen. Het geheugen is uitbreidbaar tot maximaal 160 Mb. DIMM's zijn verkrijgbaar in modules van 8, 16, 32 en 64 Mb. ! Flash-DIMM's, verkrijgbaar in 2, 4 en 8 Mb. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding Opmerking De SIMM's (Single In-line Memory Modules) die op oudere HP LaserJet printers werden gebruikt, zijn niet compatibel met deze printer. Wellicht is het raadzaam om het geheugen van de printer uit te breiden als u vaak een of meer van de volgende taken verricht: afdrukken van complexe illustraties of PS-documenten, afdrukken met de optioneel verkrijgbare duplex-eenheid, gebruik van veel gedownloade lettertypen en het afdrukken van grote papierformaten (b.v. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding In dit aanhangsel worden de volgende onderwerpen behandeld: ! Geheugenvereisten bepalen ! Geheugen installeren ! De geheugeninstallatie controleren ! Geheugeninstellingen bijstellen ! EIO-kaarten/massa-opslag installeren Overzicht 516 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding Geheugenvereisten bepalen De benodigde hoeveelheid geheugen hangt af van het type documenten dat wordt afgedrukt. De afdrukmotor kan de meeste tekst en illustraties zonder extra geheugen op 1200 dpi afdrukken. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 518 Geheugen installeren VOORZICHTIG Statische elektriciteit kan DIMM's (Dual In-line Memory Modules, dubbele inline geheugenmodules) beschadigen. Draag bij het manipuleren van DIMM's een antistatische polsband of raak regelmatig het oppervlak van de antistatische verpakking van de DIMM aan en raak vervolgens blank metaal op de printer aan. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 3 Grijp de schroeven vast en trek de besturingskaart uit de printer. Leg de kaart op een vlak, niet-geleidend oppervlak. 4 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Houd de DIMM vast met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de achterrand. Breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMM-sleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf open zijn of naar buiten wijzen. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 6 Schuif de besturingskaart weer in de printer en draai de twee schroeven vast. 520 6 7 Sluit het netsnoer weer aan en verbind alle kabels. Zet de printer aan. Wordt vervolgd op de volgende bladzijde. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 521 Maximum geheugenconfiguratie Opschrift op configuratiepagina Opschrift op formatter-kaart Omschrijving Sleuf 1 FLASH Flash-firmware Sleuf 2 J10 32 Mb Sleuf 3 J6 64 Mb Sleuf 4 J7 64 Mb Totaal Geheugen installeren 160 Mb 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of de DIMM's goed zijn geïnstalleerd: 1 Controleer of er KLAAR op het bedieningspaneel van de printer staat wanneer de printer wordt aangezet. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd is. Controleer de printerberichten (beginnend op pagina 346). 2 Druk een nieuwe configuratiepagina af (pagina 346). 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding Geheugeninstellingen bijstellen Instellingen voor het opslaan van bronnen Met de instellingen voor het opslaan van bronnen kan de printer gedownloade bronnen (permanent gedownloade lettertypen, macro's of patronen) in het geheugen bewaren wanneer de printertaal of resolutie wordt veranderd. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 2 Kies, ook in het Configuratiemenu, PCL-GEHEUGEN of PS-GEHEUGEN en zet de instelling op de hoogste waarde die wordt weergegeven. Deze hoeveelheid varieert afhankelijk van de hoeveelheid geheugen die in de printer is geïnstalleerd. 3 Download met behulp van een applicatie alle lettertypen die u in de geselecteerde taal wilt gebruiken. 4 Druk een configuratiepagina af (pagina 346). 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding I/O-bufferinstellingen Om de computer door te laten werken zonder te hoeven wachten tot de afdruktaak beëindigd is, gebruikt de printer een gedeelte van zijn geheugen (een I/O-buffer) om taken in uitvoering in te bewaren. (Als de I/O-buffer uit staat, is er geen geheugen voor deze functie gereserveerd.) In de meeste gevallen is het beter om de printer automatisch geheugen voor de I/O-buffer te laten reserveren. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding EIO-kaarten/massa-opslag installeren Zet de printer uit voordat u EIO-kaarten of een massa-geheugen-eenheid gaat installeren. Zie onderstaande afbeelding voor de montagestand en de plaats van de EIO-kaarten of van een optionele massageheugen-eenheid, zoals een harde schijf. Gebruik de HP LaserJet Resource Manager voor het beheer van lettertypen op een massaopslageenheid (pagina 89). Zie voor meer informatie de Help van de printersoftware. 
- Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 527 . 
- Bijlage D D Printercommando’s Printercommando’s Overzicht Bij de meeste applicaties hoeft u zelf geen printercommando's in te voeren. Raadpleeg uw computer- en softwaredocumentatie om uit te vinden wat de methode is voor het eventueel invoeren van printercommando’s. PCL PCL-printercommando's laten de printer weten welke taken uitgevoerd moeten worden of welke lettertypen gebruikt moeten worden. 
- Bijlage D Printercommando’s Opmerking De PCL 5e printerdriver in deze printer is niet achterwaarts compatibel met oudere printers die PCL 5e printerdrivers gebruiken. Om alle functies van uw printer optimaal te benutten, adviseert HP om PCL 6-printerdrivers te gebruiken, tenzij achterwaar tse compatibiliteit met PCL 5e vereist is. HP-GL/2 De printer is in staat vector-graphics af te drukken met behulp van de HP-GL/2 grafische taal. 
- Bijlage D Printercommando’s In dit aanhangsel worden de volgende onderwerpen behandeld: ! Verklaring van de syntaxis van PCL-printercommando’s ! PCL-lettertypen selecteren ! Veel gebruikte PCL-printercommando’s Opmerking Overzicht De tabel aan het einde van dit aanhangsel geeft een overzicht van veel gebruikte PCL 5e commando's (pagina 535). 
- Bijlage D Printercommando’s 531 Verklaring van de syntaxis van PCL-printercommando’s Vergelijk de volgende tekens alvorens printercommando's te gebruiken: Kleine letter l: l Hoofdletter O: O Cijfer één: 1 Cijfer 0: 0 In veel printercommando's wordt de kleine letter l (l) en het cijfer één (1) gebruikt en de hoofdletter O (O) en het cijfer nul (0). Deze tekens zien er op het scherm mogelijk anders uit dan ze hier worden weergegeven. 
- Bijlage D Printercommando’s Escape-teken (begint escape-opdracht) 532 Waarde-veld (bevat zowel letters als cijfers) GeparaGroepsmeteriseerd teken teken Beëindigingsteken (hoofdletters) Verklaring van de syntaxis van PCL-printercommando’s 
- Bijlage D Printercommando’s Escape-opdrachten combineren Escape-opdrachten kunnen gecombineerd worden tot één escape-opdrachtreeks. U moet drie belangrijke regels in acht nemen als u codes combineert: 1 De eerste twee tekens na het ?-teken (de geparameteriseerde en groepstekens) moeten hetzelfde zijn in alle te combineren commando's. 2 Bij het combineren van escape-opdrachten moet de hoofdletter (het eindteken) in elke afzonderlijke escape-opdracht in een kleine letter worden veranderd. 
- Bijlage D Printercommando’s PCL-lettertypen selecteren Druk een PCL-lettertypenlijst af om de opdrachtenreeksen te zien voor alle interne letter typen (pagina 350). In de onderstaande sectie wordt een bepaald lettertype als voorbeeld gegeven. Let op de twee variabelenvakjes voor tekenset en lettergrootte. Deze variabelen moeten worden ingevuld om te voorkomen dat de printer de standaardinstellingen gebruikt. 
- Bijlage D Printercommando’s 535 Veel gebruikte PCL-printercommando’s Functie Commando Opties ( # ) Taakbesturingscommando Herstel ?E geen opties Aantal exemplaren ?&l#X 1 t/m 999 dubbelzijdig/enkelzijdig afdrukken ?&l#S 0 = Simplex (enkelzijdig) afdrukken 1 = Duplex (dubbelzijdig), in de lengte gebonden 2 = Duplex (dubbelzijdig), in de breedte gebonden Veel gebruikte PCL-printercommando’s 
- Bijlage D Functie Printercommando’s Commando 536 Opties ( # ) Paginabesturingscommando's Papierbron ?&l#H Veel gebruikte PCL-printercommando’s 0 = drukt actuele pagina af of werpt hem uit 1 = lade 2 2 = handinvoer, papier 3 = handinvoer, envelop 4 = lade 1 5 = lade 3 6 = envelopinvoer 7 = automatische selectie 20 = lade 4 21 = lade 5 22-69 = externe laden 
- Bijlage D Printercommando’s 537 Functie Commando Opties ( # ) Papierformaat ?&l#A 1 = Executive 2 = Letter 3 = Legal 6 = 11x17 17 = 16K 18 = JIS EXEC 19 = 8K 25 = A5 26 = A4 27 = A3 44 = B6-JIS 45 = B5-JIS 46 = B4-JIS 72 = Briefkaart (dubbel formaat) 80 = Monarch 81 = Commercial 10 90 = DL 91 = International C5 100 = B5 101 = Speciaal Veel gebruikte PCL-printercommando’s 
- Bijlage D Printercommando’s 538 Functie Commando Opties ( # ) Papiersoort ?&n# 5WdBond = Bankpost 6WdPlain = Normaal 6WdColor = Kleur 7WdLabels = Etiketten 9WdRecycled = Kringlooppapier 11WdLetterhead = Briefhoofdpapier 10WdCardstock = Kaarten 11WdPrepunched = Geperforeerd 11WdPreprinted = Voorbedrukt 13WdTransparancy = Transparant #WdCustompapertype = Speciaal 1 Afdrukstand (oriëntatie) ?&l#O 0 1 2 3 Bovenmarge ?&l#E # = aantal regels Tekstlengte (ondermarge) ?&l#F # = aantal regels van bo 
- Bijlage D Printercommando’s 539 Functie Commando Opties ( # ) Rechtermarge ?&a#M # = kolomnummer van linkermarge Horizontale bewegingsindex ?&k#H stappen van 1/120 inch (comprimeert afdruk horizontaal) Verticale bewegingsindex ?&l#C stappen van 1/48 inch (comprimeert afdruk verticaal) Regelafstand ?&l#D # = regels per inch (1, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 16, 24, 48) Perforatie-interval ?&l#L 0 = uitschakelen 1 = inschakelen Automatische terugloop bij regeleinde ?&s#C 0 = Inschakelen 1 = Uitsch 
- Bijlage D Printercommando’s Functie 540 Commando Opties ( # ) PCL-modus activeren ?%#A 0 = Vorige PCL-cursorpositie gebruiken 1 = Huidige HP-GL/2-pinpositie gebruiken HP-GL/2-modus activeren ?%#B 0 = Vorige HP-GL/2-pinpositie gebruiken 1 = Huidige PCL-cursorpositie gebruiken Taalselectie Veel gebruikte PCL-printercommando’s 
- Bijlage D Printercommando’s Functie 541 Commando Opties ( # ) Tekensets 2 ?(# 8U = HP Roman-8 tekenset 10U = IBM-layout (PC-8) (codepagina 437) standaard tekenset 12U = IBM-layout voor Europa (PC-850) (codepagina 850) 8M = Math-8 19U = Windows 3.1 Latin 1 9E = Windows 3.1 Latin 2 (meestal gebruikt in Oost-Europa) 5T = Windows 3. 
- Bijlage D Printercommando’s 542 Functie Commando Opties ( # ) Primaire hoogte ?(s#V # = punten Primaire stijlvorm 2 ?(s#S 0 1 4 5 = = = = rechtop (romein, massief) cursief gecomprimeerd gecomprimeerd cursief Primaire afdrukdikte 2 ?(s#B 0 1 3 4 = = = = normaal (boek of tekst) halfvet vet extra vet Lettertype 2 ?(s#T Druk een PCL-lettertypenlijst af om voor elk intern lettertype het commando te vinden (pagina 350). 
- Bijlage E E Overheidsinformatie Overheidsinformatie Overzicht ! FCC-voorschriften ! Milieuvriendelijke producten ! Veiligheidsverklaringen Opmerking Overzicht De HP LaserJet 8150 MFP en alle modellen van de HP LaserJet 8150 printer waarop een HP Digital Copy geïnstalleerd is, voldoen aan de normen van Klasse A. 
- Bijlage E Overheidsinformatie FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing bij installatie in de huiselijke omgeving. Deze apparatuur genereert en verbruikt radiofrequentie-energie en kan dit type energie uitstralen. 
- Bijlage E Opmerking Overheidsinformatie Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door HP zijn goedgekeurd kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om deze apparatuur te gebruiken, tenietdoen. Gebruik van een afgeschermde printerkabel is vereist om te voldoen aan de beperkingen van klasse B van Deel 15 van de FCC-voorschriften. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company streeft ernaar kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. De printer is ontworpen om het milieu zo min mogelijk te belasten. Het ontwerp van de printer elimineert: Ozonafgifte De printer gebruikt oplaadrollen in het elektrofotografische proces en brengt daardoor geen meetbaar ozongas (O 3 ) voort. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Het ontwerp van de printer vermindert: Energieverbruik Het energieverbruik verminder t van 685/685 (110V/220V-printers) watt (W) tijdens het afdrukken tot ongeveer 37/40 (110V/220V-printers) W tijdens de PowerSave-modus (niet-gebruik). Hierdoor wordt energie bespaard zonder dat de uitstekende prestaties van de printer hierdoor worden beïnvloed. Dit product voldoet aan het E NERGY S TAR -programma (V.S. en Japan). 
- Bijlage E Overheidsinformatie Papierverbruik Door de optionele duplexfunctie van de printer, die dubbelzijdig afdrukken mogelijk maakt, wordt het papierverbruik en het daarmee samenhangende verbruik van natuurlijke hulpbronnen verminderd. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Informatie over het HP Planet Partners Printing Supplies Environmental Program Sinds 1990 heeft het recycleprogramma van HP LaserJet toner-cassettes meer dan 32 miljoen cassettes verzameld die anders op stor tplaatsen zouden zijn weggeworpen. De HP LaserJet toner-cassettes gaan naar een verzamelcentrum en worden van daar uit in bulk verzonden naar onze recycle-partners die de cassettes uit elkaar halen voor recycling. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Om een lange levensduur van de printer te verzekeren, biedt HP het volgende: Extra lange garantie HP SupportPack dekt de printer en alle door HP geleverde interne onderdelen. Deze garantie geldt drie jaar vanaf de datum van aanschaf. HP SupportPack moet door de klant binnen 90 dagen na de aanschaf van het product worden gekocht. (Zie HP-Klantenzorg aan het begin van deze handleiding). 
- Bijlage E Overheidsinformatie MSDS (Material Safety Data Sheet chemiekaart) De chemiekaart voor de toner-cassette/drum is verkrijgbaar via http://www.hp.com/go/msds en door op het pictogram voor de HP LaserJet te dubbelklikken. Als u geen toegang hebt tot internet, belt u HP FIRST (Fax Information Retrieval Service Technology) onder nr. (1) (800) 231-9300. Via toets 7 krijgt u een lijst van bestaande chemiekaarten. Klanten buiten de V.S. kunnen +1 (404) 329 2009 bellen voor verdere informatie. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Naleving van de milieuvoorschriften Kunststoffen Kunststoffen onderdelen zijn volgens internationale normen gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor men aan het einde van de levensduur van de printer beter in staat is de juiste afvoermethode voor de kunststoffen te bepalen. De kunststoffen die voor de printerbehuizing en het chassis zijn gebruikt, zijn technisch recyclebaar. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Geretourneerde producten worden door HP in naleving van de milieuvoorschriften verwerkt. Vele functionele onderdelen worden teruggewonnen, getest en opnieuw gebruikt als volledig gegarandeerde service-onderdelen. Gebruikte printeronderdelen worden echter niet voor de fabricage van nieuwe producten gebruikt. De rest van de onderdelen wordt, voor zover mogelijk, gerecycled. Raadpleeg de plaatselijke HP-Klantenzorg (pagina 5) voor informatie over het recyclen van producten. 
- Bijlage E Overheidsinformatie 554 Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714-1021, V.S. 
- Bijlage E Overheidsinformatie 555 IEC 825-1:1993 / EN 60825-1:1994 Klasse 1 (Laser/LED) Elektromagnetische compatibiliteit: EN 55022:1998 Klasse B 1, 3 EN 55024:1998 EN 61000-3-2:1995 EN 61000-3-3:1995 2, 3 FCC Title 47 CFR, Part 15 (Klasse B AS / NZS 3548:1995 Conformiteitsverklaring ) / ICES-002, Uitgave 2 
- Bijlage E Overheidsinformatie Aanvullende informatie: Het product voldoet hierbij aan de eisen van de EMC-richtlijn 89/336/EEC en de Richtlijn voor laag voltage 73/23/EEC en is dienovereenkomstig van de CE-waarborg voorzien. 1) Het product is getest in een normale configuratie met personal computers van Hewlett-Packard. 2) Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. 
- Bijlage E Overheidsinformatie 557 UITSLUITEND voor inlichtingen over conformiteitsspecificaties, kunt u contact opnemen met: Contactpersoon in Australië: Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Australia Ltd. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Veiligheidsverklaringen Laserveiligheidsverklaring Het centrum voor apparaten en radiologische gezondheid (Center for Devices and Radiological Health, CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration (departement van voedings- en geneesmiddelen) heeft voorschriften voor na 1 augustus 1976 vervaardigde laserproducten geïmplementeerd. Hieraan moet worden voldaan door producten die in de Verenigde Staten worden verkocht. 
- Bijlage E Overheidsinformatie Canadese DOC-voorschriften HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN Voldoet aan de Canadese voorschriften voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC), klasse B. <>.>> HP LaserJet 8150 MFP en alle HP LaserJet 8150 printers waarop een HP Digital Copy geïnstalleerd is Voldoet aan de Canadese vereisten voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC), Klasse A. 
- Bijlage E Overheidsinformatie VCCI-voorschriften (Japan) HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN HP LaserJet 8150 MFP en alle HP LaserJet 8150 printers waarop een HP Digital Copy geïnstalleerd is Veiligheidsverklaringen 560 
- Bijlage E Overheidsinformatie EMI-voorschriften (Korea) HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN HP LaserJet 8150 MFP en alle HP LaserJet 8150 printers waarop een HP Digital Copy geïnstalleerd is Veiligheidsverklaringen 561 
- Bijlage E Overheidsinformatie Laserveiligheidsverklaring voor Finland LASERTURVALLISUUS LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASER APPARAT HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN, 8150 MFP-laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti. 
- Bijlage E Overheidsinformatie HUOLTO HP LaserJet 8150, 8150 N, 8150 DN, 8150 HN, 8150 MFP-kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja. 
- Index Symbols "N-per-vel" afdrukken 162 A aansluitmogelijkheden 31 accessoires 38 bestellen 43 harde schijf 41, 526 afdrukkant naar boven, bak voor 109 afdrukkwaliteit 276 problemen oplossen 276 akoestische emissie 458 apparatuurfout HP Digital Copy 416 AutoCAD-printerdriver 72 automatische documentinvoer 399 laden 399 AUX-connector 404 B bak afdrukkant naar boven 109 linker uitvoer 109 postbus met meerdere bakken 110 standaard 107 bedieningsinstructies HP Digital Copy 380 bedieningspaneel berichten 2 
- bedieningspaneeloverlegvel aanbrengen 376 benodigdheden, bestelinformatie 43 briefhoofdpapier, laden 142 C configuratie van MBM-menu 502 configuratie, beschrijving 33 configuratiepagina afdrukken 346 controleren 345 conformiteitsverklaring 554 context-gevoelige Help HP Digital Copy 392 copy connect EIO-kaart installeren 370 copy connect-kabel installeren 372 D dealers, officiële HP, zie pagina’s voorin DIMM’s controleren 522 info 28 installatie van 518 documentkwaliteit HP Digital Copy 406 downloadbare 
- F FCC-voorschriften 544 flatbed 401 laden 401 Foreign Interface Harness 404 fuser-modus, variabele 171 G Garantie 418 garantieverklaring 420 gebruikscyclus 27 geheugen bron opslaan 523 controleren 522 info 28 installeren 518 instellingen veranderen 523 IO-bufferinstellingen 525 maximale configuratie 521 toegewezen aan talen 523 vereisten bepalen 517 gekreukelde enveloppen 284 geperforeerd papier, laden 142 gewicht van printer 455 glasplaat 401 laden 401 H handinvoer 167 harde schijf installatie 526 pro 
- onderdelen 358 onderhoud 408 papierspecificaties 405 plaatsingsvereisten 361 problemen oplossen 379, 413 standaard configuraties 392 statusbalk 382 tijdelijke fout 414 HP Fast InfraRed Connect info 191 problemen oplossen 333 HP FIRST, zie pagina’s voorin HP ondersteuning, zie pagina’s voorin HP TonerGauge 208 I I/O-bufferinstellingen 525 I/O-menu 503 informatiemenu 464 infrarood afdrukken met 191 problemen oplossen 333 installatiesoftware Windows 3.1x 75 Windows 95 en NT 4. 
- lade 4 en 5 papierstoring 225 vullen 96 laden automatische documentinvoer 399 flatbed 401 glasplaat 401 laserveiligheidsverklaring voor Finland 562 LED's statusinterpretatie 62 LED-functies HP Digital Copy 394 lettertypenlijst afdrukken 350 Lezen en vasthouden taken 181 M Macintosh 76 LaserJet Utility 84, 88 LaserWriter 8-driver 83 PPD's 83 PPD’s 339 problemen oplossen 336 Taak vasthouden 177 massa-opslag installatie 526 Memory Enhancement technology (MEt) 28 menutabs HP Digital Copy 383 milieuvriendel 
- P papier blanco achterpagina 161 briefhoofd- of voorbedrukt, laden 142 bron 92 Eerste pagina op ander papier 159 geperforeerd 142 invoer lade 1 vullen 92 lade 2 en 3 vullen 96 lade 4 vullen 101 optionele invoerlade voor 2 x 500 vel vullen 96 meerdere pagina’s op één vel 162 selectie volgens soort en formaat 168 uitvoer afdrukkant naar boven 109 linker bak 109 postbus met meerdere bakken 110 standaard bak 107 uitvoerlocatie selecteren 105 Zie ook Lade papierspecificaties 430– 441 enveloppen 446 etiketten 
- PPD’s 339 preventief onderhoud kit voor 203 printer benodigdheden 38 functies 27 locatie van onderdelen 36 printer reinigen 212 printeraccessoires 38 printerconfiguratie 33 printerdriver bijgesloten 69 eerste pagina op ander papier 159 Help 80 juiste printerdriver kiezen 80 lege achterpagina 161 meerdere pagina’s op één vel 162 meest recente verkrijgen 72 PPD 339 PPD's 69 RIP ONCE 157 selectie volgens papiersoort en papierformaat 168 toegang tot Windows-drivers 77 watermerk afdrukken 158 printerspecific 
- service-informatie, zie pagina’s voorin Service-overeenkomsten zie ook pagina’s voorin software Apple LaserWriter 8-driver 83 info 64 JetSend 81 LaserJet Utility 84, 88 Macintosh 76 meest recente verkrijgen 72 PPD's 69 Web JetAdmin 86 sorteren (splitsen in mopies) 156 speciaal papier laden 174 splitsen in mopies Zie ook sorteren 156 standaard configuraties HP Digital Copy 392 standaard instellingen, herstellen/terugzetten 512 statusbalk HP Digital Copy 382 T Taak vasthouden 177 taaktelling 404 tijdelij 
- W watermerk 158 Web JetAdmin 86 webservers, ondersteunde 86 Windows Taak vasthouden 177 Windows 3.1x 75 Windows 95 en NT 4.0 74 WordPerfect 5.