Gebruikershandleiding
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Direct aan de slag ........................................................................................................................................... 1 Beste praktijken .................................................................................................................................... 1 Leuk om te doen ................................................................................................................................... 1 Meer hulpmiddelen van HP ........
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken ..................................................................................................... 22 Webcam gebruiken ............................................................................................................................ 23 Audio gebruiken ................................................................................................................................. 23 Luidsprekers aansluiten ..................................................
Accugegevens opzoeken ................................................................................................... 40 Accuvoeding besparen ...................................................................................................... 40 Lage acculading herkennen ............................................................................................... 41 Problemen met lage acculading verhelpen ........................................................................
Op reis met de computer of uw computer transporteren .................................................................... 60 9 Computer en gegevens beveiligen .............................................................................................................. 62 Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................... 62 Windows-wachtwoorden instellen ..................................................................
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 79 Index ...................................................................................................................................................................
x
1 Direct aan de slag Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u beter kunt werken en ontspannen.
Meer hulpmiddelen van HP U heeft met behulp van de Installatie-instructies de computer aangezet en deze handleiding gevonden. In deze tabel ziet u waar u productgegevens, handige informatie en nog veel meer kunt vinden. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies. Windows 8 Beginnershandleiding ● Overzicht van het gebruik van en het navigeren in Windows 8.
Bron Inhoud Beperkte garantie* ● Specifieke garantie-informatie over deze computer. Om toegang tot uw garantie te krijgen, selecteert u op het startscherm de HP Support Assistant app, vervolgens Mijn computer en tenslotte Garantie en services, of u gaat naar http://www.hp.com/go/ orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Hardware- en softwaregegevens zoeken Hardware opzoeken Zo kunt u zien welke hardware in uw computer geïnstalleerd is: 1. Typ op het startscherm c en selecteer Configuratiescherm. 2. Selecteer Systeem en beveiliging en klik vervolgens in het systeemvak op Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die in uw computer. zijn geïnstalleerd.
Onderdeel (4) (5) Beschrijving Aan/uit-lampje Lampje van de vaste schijf ● Wit: de computer is ingeschakeld. ● Wit knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. ● Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf.
Linkerkant Onderdeel Beschrijving (1) Externemonitorpoort Hierop sluit u een optionele VGA-monitor of -projector aan. (2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Onderdeel (7) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een tv aansluiten. WAARSCHUWING! zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid.
Onderdeel Beschrijving (3) Met de webcam kunt u video opnemen, foto's maken, videoconferenties houden en online chatten door video te streamen. HP TrueVision HD-webcam Als u de webcam wilt starten, typt u op het startscherm van de computer c en selecteert u CyberLink YouCam. (4) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. *De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij.
Bovenkant Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad aan/uit-knop Hiermee schakelt u het touchpad in of uit. (2) Touchpadlampje ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. (3) Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer op het scherm (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. OPMERKING: Met de touchpad kunt u ook randveegbewegingen maken. Zie Randveegbewegingen op pagina 31 voor meer informatie.
Lampjes Onderdeel (1) Aan/uit-lampje ● Wit: de computer is ingeschakeld. ● Wit knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Wit: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen.
Knoppen en luidsprekers Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen. ● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen. VOORZICHTIG: als u op de aan/uit-knop drukt en deze ingedrukt houdt, gaan niet-opgeslagen gegevens verloren.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de esc-toets om systeeminformatie weer te geven (3) Windows-logotoets Hiermee keert u vanuit een open app of het bureaublad terug naar het startscherm. OPMERKING: Als u opnieuw op de Windows-logotoets drukt, keert u naar het vorige scherm terug. (4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (2) Accuontgrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte.
Onderdeel Beschrijving (3) Ventilatieopeningen (5) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt.
Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de ondersteuning. Het servicelabel bevindt zich in de accuruimte van de computer. ● Label met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. Het label met kennisgevingen bevindt zich in de accuruimte.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt uw computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar zelfs thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met uw computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Omdat de apparaten voor draadloze communicatie bij aflevering zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen. Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk, draadloze netwerken beheren, en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
Gebruikmaken van een internetprovider Als u thuis internet toegang instelt, moet u een account hebben bij een internetprovider (ISP). Neem contact op met uw ISP om internetservice en een modem aan te schaffen. De ISP installeert het modem en een netwerkkabel om uw draadloze router met het modem te verbinden en test de internetservice. OPMERKING: van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
Draadloos netwerk installeren Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via een abonnement bij een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. U kunt de volgende voorzorgsmaatregelen treffen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen: ● Gebruik een firewall. Een firewall controleert zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden, en verwijdert eventuele verdachte onderdelen. Er bestaan zowel softwarematige als hardwarematige firewalls.
● imagingapparaten (printers, camera's) ● geluidsapparatuur (hoofdtelefoons, luidsprekers) ● muis Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN (Personal Area Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten raadpleegt u de Help bij de Bluetoothsoftware.
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken U kunt uw computer van HP gebruiken voor allerlei soorten ontspanning: via de webcam contacten onderhouden, muziek luisteren en organiseren en films downloaden en bekijken. U kunt nog meer met uw computer doen als u hem verbindt met externe apparaten als een monitor, projector of tv, of met luidsprekers of een hoofdtelefoon. Hieronder vindt u enkele van de entertainmentvoorzieningen op uw computer.
Onderdeel (6) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon) Hierop sluit u een audioapparaat aan, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Luidsprekers aansluiten U kunt luidsprekers aan uw computer aansluiten via een USB-poort (of de audio uit-connector) op uw computer of op een dockingstation. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om draadloze luidsprekers op uw computer aan te sluiten. Zie HDMI audio-instellingen configureren op pagina 27 voor informatie over het aansluiten van high-definition luidsprekers op de computer. Zet het volume laag voordat u de luidsprekers aansluit.
Voor nog meer kijkgenot kunt u een van de videopoorten op de computer gebruiken om een externe monitor, projector of tv aan te sluiten. De meeste computers beschikken over een VGA-poort, waar u analoge video-apparatuur op aan kunt sluiten. Sommige computers beschikken over een HDMI-poort (High-Definition Multimedia Interface), waar u een high-definition monitor of hd-tv op aan kunt sluiten. BELANGRIJK: Let op dat het externe apparaat met de juiste kabel aan de juiste poort is aangesloten.
HDMI-apparaat aansluiten OPMERKING: U heeft een HDMI-kabel nodig (apart aan te schaffen) om een HDMI-apparaat op uw computer aan te sluiten. Als u het computerbeeld op een hd-tv of monitor wilt zien, moet u het hd-apparaat als volgt aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het high-definition tv of de monitor. 3.
HDMI audio-instellingen configureren HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt. Nadat u een HDMI-tv op uw computer heeft aangesloten, kunt u HDMI-audio inschakelen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Klik met de rechter muisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak uiterst rechts op de taakbalk en selecteer vervolgens Afspeelapparaten. 2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat. 3.
5 Navigeren met behulp van aanraakbewegingen, aanwijsapparaten en het toetsenbord Op de computer kunt u voor navigeren niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook door middel van aanraakbewegingen. U kunt het touchpad van uw computer gebruiken voor de aanraakbewegingen. OPMERKING: U kunt een externe USB-muis (afzonderlijk aan te schaffen) aansluiten op één van de USB-poorten van de computer. Zie de Windows 8 Beginnershandleiding die bij de computer is geleverd.
Touchpadbewegingen gebruiken Via het touchpad kunt u met uw vingers de pointer op het scherm besturen. TIP: Gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad precies zoals u de overeenkomstige knoppen van een externe muis zou gebruiken. OPMERKING: Touchpadbewegingen worden niet in alle programma's ondersteund. Zo bekijkt u een demonstratie van elke beweging: 1. Typ op het startscherm c om de lijst Apps weer te geven. Selecteer Configuratiescherm en vervolgens Hardware en geluiden. 2.
Schuiven Met schuiven kunt u op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij bewegen. ● Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze naar boven, onder, links of rechts. Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in afbeeldingen of tekst in- of uitzoomen. 30 ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de touchpadzone en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Randveegbewegingen Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren zoals instellingen wijzigen en apps zoeken of gebruiken. Rechterrandveegbeweging Met de rechterrandveegbeweging krijgt u toegang tot de charms, waarmee u apps kunt zoeken, delen en starten, toegang kunt krijgen tot apparaten en instellingen kunt wijzigen. ● Veeg met uw vinger voorzichtig vanaf de rechter rand om de charms weer te geven. Bovenrandveegbeweging Met de bovenrandveegbeweging krijgt u toegang tot Alle apps op het startscherm.
Linkerrandveegbeweging Met de linkerrandveegbeweging krijgt u de open apps te zien zodat u daar snel naartoe kunt schakelen. ● Veeg met uw vinger vanaf de linker rand om tussen apps te schakelen. Toetsenbord en muis gebruiken Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het toetsenbord kunt u specifieke functies uitvoeren.
TIP: Met de Windows-logotoets op het toetsenbord kunt u snel van een open app of het bureaublad terugkeren naar het startscherm. Als u de Windows-logotoets opnieuw indrukt, keert u naar het vorige scherm terug. OPMERKING: afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit gedeelte worden beschreven. Actietoetsen gebruiken Met een actietoets voert u de aan de toets toegewezen functie uit.
Pictogram Toets Beschrijving f9 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd. f10 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd. f11 Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). f12 Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit. OPMERKING: er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat een draadloze verbinding mogelijk is.
Microsoft Windows 8 sneltoetsen gebruiken Microsoft Windows 8 beschikt over sneltoetsen om snel acties uit te voeren. Er zijn verschillende sneltoetsen beschikbaar om u met Windows 8-functies te helpen. Druk tegelijkertijd op de Windowsen op de toets om de actie uit te voeren. logotets Raadpleeg de gebruikershandleiding in Help en ondersteuning voor meer informatie over de Windows 8 sneltoetsen. Typ op het startscherm h en selecteer Help en ondersteuning.
Hotkeys gebruiken Een hotkey is een combinatie van de fn-toets en de esc-toets. Ga als volgt te werk om een hotkey te gebruiken: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de combinatie. Functie Hotkey Beschrijving Systeeminformatie weergeven fn+esc Hiermee geeft u informatie weer over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS.
6 Energiebeheer De computer kan werken op accuvoeding of een externe netvoedingsbron. Wanneer de computer op accuvoeding werkt en er geen netvoedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. De computer ondersteunt energiebeheerschema's, waarmee u instelt hoe de computer energie gebruikt en bespaart. Zo kan een evenwicht worden bereikt tussen de computerprestaties en energiebesparing.
OPMERKING: Als u een wachtwoord op de computer ingesteld heeft voor het beëindigen van de slaapstand, dan moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat u de computer weer kunt gebruiken. Sluimerstand door gebruiker activeren en opheffen U kunt inschakelen dat de gebruiker de sluimerstand kan activeren en tevens andere energieinstellingen en time-outs wijzigen. Dit doet u als volgt: 1. Typ op het startscherm energie, selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer in de lijst met apps. 2.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer. Een energiebeheerschema selecteren Een energiebeheerschema helpt u bij het besparen van energie en het maximaliseren van de prestaties van de computer. Als u het energiebeheerschema wilt wijzigen, typt u op het startscherm energie, selecteert u Instellingen en vervolgens Energiebeheer.
VOORZICHTIG: Als u een door de gebruiker vervangbare accu verwijdert die de enige beschikbare voedingsbron voor de computer vormt, kunnen gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en schakel de computer uit voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. 1. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond. 2. Verschuif de accuontgrendeling (1) om de accu los te koppelen. OPMERKING: de accuontgrendeling gaat automatisch terug naar zijn oorspronkelijke positie. 3.
Lage acculading herkennen Het pictogram Energiemeter op het Windows bureaublad geeft een melding over een lage of kritiek lage acculading als de accu de enige voedingsbron voor de computer is en een lage of kritiek lage acculading heeft. OPMERKING: Zie Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 38 voor meer informatie over de energiemeter.
Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's. Om toegang tot deze handleidingen te krijgen, selecteert u op het startscherm de HP Support Assistant app, vervolgens Mijn computer en tenslotte Gebruikershandleidingen. Vervangende accu vervangen In Accucontrole in de HP Support Assistant wordt aangegeven wanneer u de accu moet vervangen omdat een accucel niet goed werkt, of omdat de accuconditie zover is afgenomen dat de capaciteit zwak is geworden.
Problemen met de voeding oplossen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat de computer op de netvoeding aangesloten is: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Zo test u de netvoedingsadapter: 1. Schakel de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3. Sluit de netvoedingsadapter op de computer aan en steek vervolgens de stekker van de adapter in een stopcontact. 4.
Sluit de computer af in de volgende gevallen: ● als u de accu wilt vervangen of toegang wilt tot onderdelen in de computer; ● Wanneer u verbinding maakt met een extern hardwareapparaat dat niet op een USB- of videopoort is aangesloten ● als u de computer langere tijd niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron.
7 Gegevens beheren en delen Schijfeenheden zijn digitale opslagapparaten waarop u gegevens kunt opslaan, beheren, delen en waarvan u gegevens kunt lezen. De computer heeft een interne vaste schijf waarop de software en het besturingssysteem staan en waarop u al uw persoonlijke bestanden kunt opslaan. Uw computer beschikt ook over een optischeschijfeenheid waarmee u cd's, dvd's of Blu-ray-schijven (bd) (op bepaalde modellen) kunt lezen of erop kunt schrijven om audio en video af te spelen en op te nemen.
▲ Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer. OPMERKING: de USB-poort van uw computer kan er iets anders uitzien dan de poort op de afbeelding in dit gedeelte. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal. OPMERKING: De eerste keer dat u een USB-apparaat aansluit, verschijnt een bericht op het bureaublad en een pictogram in het systeemvak om aan te geven dat het apparaat door de computer is herkend.
Digitale opslagkaart plaatsen en verwijderen Ga als volgt te werk om een digitale opslagkaart te plaatsen: VOORZICHTIG: oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een digitale kaart, om beschadiging van de connectoren van de digitale kaart zoveel mogelijk te voorkomen. 1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht. 2. Plaats de kaart in het slot voor slot voor digitale opslagkaarten, en druk de kaart vervolgens aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Optischeschijfeenheden gebruiken Een optische-schijfeenheid gebruikt laserlicht voor het lezen of opslaan van grote hoeveelheden gegevens. Sommige schijven staan alleen het lezen van gegevens toe, met andere schijven kunt u ook gegevens op een lege schijf schrijven (branden). Gebruik deze tips voor de beste prestaties van uw optische-schijfeenheid. ● Zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen alvorens naar een medium te schrijven wanneer de accu de enige voedingsbron is.
● Uit kopieerbeveiligingsoverwegingen zijn er in de computer AACS-keys (AACS = Advanced Access Content System) geïntegreerd. AACS-keys moeten af en toe worden vernieuwd om het afspelen van nieuwe bd-films mogelijk te maken. Als een dergelijke bd-film in het schijfstation wordt geplaatst, vraagt het programma CyberLink PowerDVD om een update om door te kunnen gaan met het afspelen van de film. Volg de instructies op het scherm om de update te installeren.
2. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 3. Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje.
U kunt schijfeenheden als volgt op het netwerk delen: 1. Klik op het bureaublad met de rechterknop op het pictogram Draadloos 2. Selecteer Netwerkcentrum openen. 3. Selecteer onder De actieve netwerken weergeven een actief netwerk. 4. Selecteer Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen om de opties voor delen in te stellen voor privacy, netwerkdetectie, bestands- en printerdeling of andere netwerkopties. in het systeemvak.
8 Computer onderhouden Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. Dit hoofdstuk bevat informatie over het verbeteren van de prestaties van de computer door het uitvoeren van hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentie en Schijfopruiming en door het vervangen van de vaste schijf of het plaatsen van extra geheugen.
Vaste schijf vervangen VOORZICHTIG: schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Laat de schijfeenheid niet vallen, zet er niets op en stel de schijfeenheid niet bloot aan vloeistoffen, hoge temperaturen of hoge vochtigheidsgraden. Raadpleeg Omgaan met schijfeenheden op pagina 52 voor de specifieke voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van schijfeenheden.
4. Til de vaste schijf schuin omhoog (2) en verwijder de vaste schijf (3). 5. Koppel de vaste-schijfkabel los (1) los van de vaste schijf. 6. Verwijder de opvulstukken aan de voorkant (2) en aan de achterkant (3) van de vaste schijf. 7. Verwijder de vier schroeven van de vaste schijf (4). Verwijder vervolgens de houder (5) van de vaste schijf. Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit om een vaste schijf te installeren.
HP 3D DriveGuard gebruiken HP 3D DriveGuard beschermt een vaste schijf door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te houden wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen: ● U laat de computer vallen. ● U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten terwijl de computer op accuvoeding werkt. Kort na deze gebeurtenissen wordt de normale werking van de vaste schijf door HP 3D DriveGuard hersteld.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt: 1. Typ op het startscherm schijf, selecteer Instellingen en vervolgens Schijfruimte vrijmaken door onnodige bestanden te verwijderen. 2. Volg de instructies op het scherm. Geheugenmodules toevoegen of vervangen Het toevoegen van geheugen zorgt ervoor dat de prestaties van computers verbeteren. Uw computer is te vergelijken met uw fysieke werkplek. De vaste schijf is het archief waarin u uw werk opslaat en het geheugen is het bureau waaraan u werkt.
7. Schuif het onderpaneel iets naar voren (2), til de rechtervoorhoek van het onderpaneel op (3) en verwijder het onderpaneel terwijl u het schuin houdt (4). 8. Voor het vervangen van een geheugenmodule verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule komt omhoog.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 9. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
10. Plaats het onderpaneel terug. 11. Plaats de accu terug. 12. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. 13. Schakel de computer in. Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de meest recente versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost en updates voegen nieuwe functies en opties aan de computer toe.
VOORZICHTIG: vermijd de volgende schoonmaakproducten voor het reinigen van uw computer: Sterke oplosmiddelen, zoals alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride en koolwaterstoffen. Deze kunnen het oppervlak van de computer onherstelbaar beschadigen. Beeldscherm, zijkanten en beeldschermdeksel schoonmaken Veeg het beeldscherm voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel.
● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
9 Computer en gegevens beveiligen Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows, applicaties van HP en Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen de computer beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
Voor meer informatie over Windows wachtwoorden, bijvoorbeeld voor de schermbeveiliging, typt u op het startscherm h en selecteert u Help en ondersteuning. Windows-wachtwoorden instellen Wachtwoord Functie Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op beheerdersniveau. OPMERKING: met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).
Internetbeveiligingssoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen, kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirusen firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie.
U zorgt als volgt dat alle beschikbare updates worden geïnstalleerd op de computer: ● Voer Windows Update uit zodra u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt. Typ op het startscherm u, selecteer Instellingen en selecteer daarna Windows Update. ● Voer Windows Update daarna maandelijks uit. ● Zodra er updates van Windows en andere Microsoft-programma's zijn uitgegeven, moeten deze worden gedownload van de Microsoft-website en via de koppeling Updates in Help en ondersteuning.
66 3. Steek het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel. 4. Haal de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats.
10 Setup Utility (BIOS) en Systeemdiagnose gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
Systeemdiagnose gebruiken Met Systeemdiagnose kunt u diagnostische tests uitvoeren om vast te stellen of de hardware van de computer correct functioneert. U start Systeemdiagnose als volgt: 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op, druk snel op de toets ESC en druk vervolgens op de toets f2. 2. Klik op de diagnosetest die u wilt uitvoeren en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen voordat deze afgelopen is, drukt u op ESC.
11 Back-ups maken en herstellen De computer is voorzien van hulpmiddelen van het besturingssysteem en HP om u te helpen uw informatie te beschermen en indien nodig te herstellen. Deze hulpmiddelen helpen u om de computer met een paar eenvoudige stappen terug te brengen naar een goede werkende toestand of zelfs naar de oorspronkelijke fabriekstoestand.
contacten en favorieten. Als bestanden per ongeluk van de vaste schijf worden verwijderd en niet meer via de Prullenbak kunnen worden hersteld, of als bestanden beschadigd raken, kunt u de bestanden waar Bestandsgeschiedenis een back-up van heeft gemaakt, terugzetten. Het herstellen van bestanden is ook handig wanneer u de computer opnieuw wilt instellen door Windows opnieuw te installeren of als u het oorspronkelijke systeem wilt herstellen met HP Recovery Manager.
Herstellen U kunt uw systeem op verschillende manieren herstellen. Kies de methode die het beste bij uw situatie en uw kennis past. ● Als u persoonlijke bestanden en gegevens moet herstellen, kunt u met Windows Bestandsgeschiedenis de informatie terugzetten van de back-ups die u gemaakt heeft. Zie Windows Help en Ondersteuning voor meer informatie en de stappen die u moet uitvoeren om Bestandsgeschiedenis te gebruiken. Typ op het startscherm h en selecteer Help en ondersteuning.
Windows vernieuwen gebruiken voor snel en makkelijk herstellen Als uw computer niet goed meer werkt en u het systeem stabiel wilt krijgen, kunt u de optie Windows vernieuwen gebruiken om een schoon systeem te krijgen en al uw belangrijke gegevens te bewaren. BELANGRIJK: Vernieuwen verwijdert alle traditionele toepassingen die niet oorspronkelijk in de fabriek geïnstalleerd waren.
3. Klik in de hoek rechtsonder op het beeldscherm op Wijzig PC-instellingen en selecteer op het scherm PC-instellingen Algemeen. 4. Selecteer onder Verwijder alles en installeer Windows opnieuw de optie Aan de slag en volg de instructies op het scherm. Herstellen met HP Recovery Manager Met HP Recovery Manager herstelt u de computer in de oorspronkelijke staat.
Zo start u HP Recovery Manager van de HP herstelpartitie op: 1. Druk tijdens het opstarten van de computer op f11. – of – Houd f11 ingedrukt terwijl u de computer aanzet. 2. Selecteer uit het menu met opstartopties Problemen oplossen. 3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm. HP-herstelmedia gebruiken voor herstellen U kunt HP-herstelmedia gebruiken om het oorspronkelijke systeem te herstellen.
BELANGRIJK: Als u de HP-herstelpartitie verwijdert, kunt u de volgende opties niet meer gebruiken: Windows Vernieuwen, Verwijder alles en installeer Windows opnieuw of met HP Recovery Manager een geminimaliseerde image herstellen. Maak, voordat u de herstelpartitie verwijdert, eerst HP-herstelmedia zodat u de opties voor systeemherstel niet kwijtraakt. Zie HP herstelmedia maken op pagina 71. Zo verwijdert u de HP-herstelpartitie: 76 1. Typ op het startschermh en selecteer Help en ondersteuning. 2.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
78 In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A Aan/uit-knop, herkennen 11 Aan/uit-lampjes, herkennen 5, 10 aanraakbewegingen 28 inzoomen 30 knijpen 30 schuiven 30 tikken 29 aanraakbeweging inzoomen 30 aanraakbeweging knijpen 30 aanraakbeweging schuiven 30 aanraakbeweging tikken 29 accu lage acculading 41 Accu afvoeren 41 opbergen 41 vervangen 42 voeding besparen 40 Accu, informatie opzoeken 40 Accu, temperatuur 41 Accuontgrendeling 13 Accuruimte 13, 15 accuvoeding 39 actietoetsen afspelen, pauzeren, hervatten 33 draadloos 34 functies 33 gebruike
Esc-toets, herkennen 12 Externe apparaten 46 Externemonitorpoort 6, 25 Externemonitorpoort, herkennen 23 externe netvoeding gebruiken 42 F f10-toets 34 f11-toets 34 f12-toets 34 f1-toets 33 f2-toets 33 f3-toets 33 f4-toets 33 f6-toets 33 f7-toets 33 f8-toets 33 f9-toets 34 Firewallsoftware 64 Fn-toets, herkennen 12, 36 G garantieperiode label 14 Geheugenmodule plaatsen 58 terugplaatsen 56 verwijderen 57 Geïntegreerd numeriek toetsenblok, herkennen 12 geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 36 Geluid uit
lampje voor geïntegreerde webcam herkennen 8, 22 LAN aansluiten 21 Leuk om te doen 1 linkerrandveegbeweging 32 Luchthavenbeveiligingsapparatuu r 52 luidsprekers aansluiten 24 Luidsprekers, herkennen 11, 23 M microfoon aansluiten 24 modelbeschrijving label 14 muis gebruiken 32 muis, extern voorkeuren instellen muziek 23 28 N Netvoedingsadapter 5 netvoedingsadapter testen 43 Netvoedingsadapter testen 43 Netvoedingsconnector, herkennen 5 netwerkconnector herkennen 6 netwerkkabel benodigdheden voor een LAN 21
Toetsenbord gebruiken 32 Toetsenbord, hotkeys herkennen 36 Touchpad 28 knoppen 9 Touchpad, lampje 10 Touchpad aan/uit-knop 9, 28 Touchpadbewegingen 29 Touchpadlampje 9 Touchpadzone, herkennen 9 Transport van computer 60 U Uitschakelen, computer 44 USB 2.0-poort, herkennen 5, 22 USB 3.