Notebook Gebruikershandleiding
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel en Centrino zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. SD Logo is een handelsmerk van zijn houder. Inc. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4 Bovenkant ....................
4 Aanwijsapparaten en toetsenbord .............................................................................................................. 29 Cursorbesturing gebruiken ................................................................................................................. 29 Voorkeuren voor cursorbesturing instellen ........................................................................ 29 Touchpad gebruiken ....................................................................................
Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken ............................................ 47 Accuvoeding gebruiken ...................................................................................................................... 48 Aanvullende informatie over de accu opzoeken ................................................................ 48 Accucontrole gebruiken .....................................................................................................
De onderhoudsklep verwijderen ........................................................................ 63 De onderhoudsklep terugplaatsen .................................................................... 64 Vaste schijf vervangen of upgraden .................................................................................. 65 Vaste schijf verwijderen .................................................................................... 65 Vaste schijf plaatsen ..............................................
Optionele beveiligingskabel installeren .............................................................................................. 86 De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen) ............................................................. 87 Locatie van de vingerafdruklezer ....................................................................................... 87 10 Onderhoud ..................................................................................................................
Bijlage A Reizen met de computer ............................................................................................................... 108 Bijlage B Problemen oplossen ..................................................................................................................... 110 Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ............................................................................. 110 Problemen oplossen ..................................................................
1 Welkom Nadat u de computer gebruiksklaar hebt gemaakt en hebt geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Zie Verbinding maken met een netwerk op pagina 23 voor meer informatie. ● Uw antivirussoftware bijwerken - Bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Informatie zoeken De computer bevat verschillende hulpmiddelen voor de uitvoering van uiteenlopende taken. Hulpmiddelen Informatie over Poster Installatie-instructies ● De computer gebruiksklaar maken ● Onderdelen van de computer herkennen Basishandleiding Windows 8 Overzicht van het gebruik van en de navigatie met Windows® 8.
Hulpmiddelen Informatie over Beperkte garantie* Garantiegegevens Om toegang te krijgen tot deze handleiding selecteert u de HP Support Assistant-app, My computer (Mijn computer) en vervolgens User guides (Gebruikershandleidingen) of gaat u naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Bovenkant Touchpad Onderdeel 4 Beschrijving (1) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit. (2) Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (3) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Lampjes OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de slaapstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. (3) Webbrowserlampje ● Aan: de computer is ingeschakeld.
Onderdelen (1) Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de slaapstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. (3) Webbrowserlampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld.
Knoppen, luidsprekers en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel 8 Beschrijving (3) Webbrowserknop Hiermee opent u de standaardwebbrowser. (4) Knop voor draadloze communicatie Met deze knop kunt u de voorziening voor draadloze communicatie in- en uitschakelen, maar geen draadloze verbinding tot stand brengen. (5) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen. ● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.
Toetsen OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lk-toets, de esc-toets of andere toetsen om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Zie Aanwijsapparaten en toetsenbord op pagina 29 voor meer informatie.
Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lk-toets, de esc-toets of andere toetsen om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Zie Aanwijsapparaten en toetsenbord op pagina 29 voor meer informatie. (3) Windows-logotoets Hiermee geeft u het scherm Start van Windows weer.
Voorkant Onderdeel (1) (2) (3) Beschrijving Lampje van de vaste schijf Mediakaartlezer Audio-uitgang (hoofdtelefoon) ● Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf. ● Oranje: HP 3D DriveGuard heeft tijdelijk de vaste schijf geparkeerd.
Rechterkant OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) USB 3.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (2) USB 2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (3) Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Leest van en schrijft naar een optische schijf (alleen bepaalde modellen).
Onderdeel (1) USB 2.0-poorten (2) Hierop sluit u optionele USB-apparaten aan. (2) Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Leest van en (alleen bepaalde modellen) schrijft naar een optische schijf. (3) Lampje van de optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) ● Aan: er wordt geschreven naar of gelezen van de optischeschijfeenheid. ● Uit: de optischeschijfeenheid is inactief.
Linkerkant OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan de computer. OPMERKING: van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. (2) Netvoedingsconnector Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan.
Beeldscherm OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (2) WWAN-antennes (2)* (alleen bepaalde modellen) Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een WWAN (Wireless Wide-Area Network).
Onderdeel Beschrijving (6) Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld of wordt de slaapstand geactiveerd. Interne beeldschermschakelaar OPMERKING: de beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. *De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij.
Onderdeel Beschrijving (6) Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld of wordt de slaapstand geactiveerd. Interne beeldschermschakelaar OPMERKING: de beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. *De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antennes vrij.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Ontgrendelingen van de accu en het onderpaneel ● Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte door de ontgrendelingen één keer te verschuiven. ● Wanneer de accu uit de accuruimte is verwijderd, ontgrendelt u het onderpaneel van de computer door de ontgrendelingen nogmaals te verschuiven. (2) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu.
Onderdelen aan de onderkant van de computer herkennen OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Op de volgende afbeeldingen is het onderpaneel verwijderd.
22 Onderdelen Beschrijving (3) SIM-module (alleen bepaalde modellen) (4) WWAN-module (alleen bepaalde modellen) (5) WLAN-module (alleen bepaalde modellen) Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt uw computer meenemen waar u ook naartoe gaat. Maar zelfs thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met uw computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie Wit is, zijn een of meer apparaten voor draadloze communicatie ingeschakeld. Wanneer het lampje voor draadloze communicatie Uit is, zijn alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
Draadloos netwerk instellen Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. U kunt de volgende voorzorgsmaatregelen treffen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen: ● Gebruik een firewall. Een firewall controleert zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden, en verwijdert eventuele verdachte onderdelen. Er bestaan zowel softwarematige als hardwarematige firewalls.
GPS gebruiken (alleen bepaalde modellen) Uw computer kan zijn voorzien van GPS (Global Positioning System). GPS-satellieten bieden informatie over de locatie, snelheid en richting aan systemen met GPS. Zie de helpfunctie van de HP GPS and Location software voor meer informatie.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! sluit geen modemkabel of telefoonkabel aan op een RJ-45-netwerkconnector, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
4 Aanwijsapparaten en toetsenbord Cursorbesturing gebruiken OPMERKING: naast de bij de computer horende cursorbesturingen kunt u een (afzonderlijk aan te schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de computer. Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor aanwijsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen.
Touchpad uit- en inschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan/uit-knop van het touchpad. In de volgende tabel worden de touchpadpictogrammen afgebeeld en beschreven. Touchpad, lampje Pictogram Beschrijving Oranje Geeft aan dat het touchpad is uitgeschakeld. Uit Geeft aan dat het touchpad is ingeschakeld. Navigeren Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen.
Aanraakbewegingen gebruiken Middels het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) kunt u het aanwijsapparaat op het scherm bewegen door met uw vingers de actie van de aanwijzer te besturen. TIP: bij computers met een aanraakscherm kunt u de bewegingen uitvoeren op het scherm, op het touchpad of een combinatie van beide. Het touchpad ondersteunt een aantal bewegingen. Om touchpadbewegingen te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het touchpad.
Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie. Als het touchpad of het aanraakscherm gebruikt (alleen bepaalde modellen), tikt u met één vinger om een selectie te maken. Dubbeltik op een item om het te openen. U kunt uw vinger ook op een item gedrukt houden om een helpscherm te openen met informatie over het geselecteerde item. TIP: gebruik de linker- en rechterknop van het touchpad zoals u de corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. Doe het volgende om te schuiven: plaats twee vingers enigszins uit elkaar op het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) en sleep deze over het touchpad of het aanraakscherm. Beweeg hierbij omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van de vingerbeweging.
Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. 34 ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden en ze daarna naar elkaar toe te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Toetsenbord gebruiken Hotkeys herkennen Een hotkey is een combinatie van de fn -toets en ofwel de esc-toets of een van de functietoetsen. U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeycombinatie. Hotkeycombinatie Beschrijving fn+esc Hiermee geeft u informatie weer over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-BIOS.
Hotkeycombinatie Beschrijving fn+f10 Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of bd af. fn+f11 Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten. fn+f12 Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of bd af. Toetsenblokken gebruiken De computer bevat een geïntegreerd numeriek toetsenblok.
Onderdeel Beschrijving (2) Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, kan het worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok. Geïntegreerd numeriek toetsenblok Met elke toets van dit toetsenblok wordt de functie uitgevoerd die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets. (3) num lk-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de fn-toets, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenbord ingeschakeld.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op fn+num lk om het toetsenblok uit te schakelen. OPMERKING: het geïntegreerde numerieke toetsenblok wordt uitgeschakeld wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer.
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Bij de meeste externe numerieke toetsenblokken is de werking van de toetsen afhankelijk van het wel of niet zijn ingeschakeld van Num Lock. (num lock is standaard uitgeschakeld.)Bijvoorbeeld: ● Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ● Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over het volgende: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of -toetsen Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of terugspoelen: ● Mediaknoppen ●
Geluidsvolume aanpassen Afhankelijk van uw computermodel kunt u het volume aanpassen met: ● volumeknoppen; ● Hotkeys voor het instellen van het volume (specifieke toetsen die worden ingedrukt in combinatie met de fn-toets) ● volumetoetsen. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid.
Met de webcamsoftware kunt u experimenteren met de volgende voorzieningen: ● videobeelden vastleggen en delen; ● video streamen met software voor expresberichten; ● foto's maken. Beheerders kunnen het beveiligingsniveau voor gezichtsherkenning instellen in de wizard Security Manager Setup of de ProtectTools Administrative Console.
Op de HDMI-poort van de computer kan één HDMI-apparaat worden aangesloten. De op het computerscherm weergegeven informatie kan gelijktijdig worden weergegeven op het HDMIapparaat. U sluit een video- of audioapparaat als volgt aan op de HDMI-poort: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat en raadpleeg daarna de instructies van de fabrikant voor aanvullende informatie.
Intel Wireless Display (alleen bepaalde modellen) Met Intel® Wireless Display kunt u de inhoud van uw computer draadloos weergeven op een tv. Voor draadloze weergave is een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloos-tv-adapter vereist. Dvd's met uitvoerbeveiliging kunnen mogelijk niet worden afgespeeld met Intel Wireless Display. (Dvd's zonder uitvoerbeveiliging worden wel afgespeeld.) Blu-ray discs, die uitvoerbeveiliging hebben, worden niet afgespeeld met Intel Wireless Display.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop verwijst in deze handleiding naar beide typen bedieningselementen. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken De slaapstand wordt ingeschakeld in de fabriek. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen. VOORZICHTIG: activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe mediakaart.
5. Selecteer bij Actie als ik op de aan/uit-knop druk de optie Sluimerstand. 6. Klik op Wijzigingen opslaan. Als u de sluimerstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. De aan/uit-lampjes gaan branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken. OPMERKING: als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet uw Windows-wachtwoord worden ingevoerd voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
besturing typen en vervolgens Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Energiebeheer selecteren. Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer.
Accucontrole gebruiken Help en ondersteuning biedt informatie over de status van de accu die in de computer is geplaatst. Ga als volgt te werk om HP Accucontrole uit te voeren: 1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer. OPMERKING: voedingsbron. Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe 2. Typ besturing op het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met toepassingen. Klik op Hardware en geluiden en vervolgens op Energiebeheer. 3.
Lage acculading herkennen Als een accu die de enige voedingsbron van de computer is, een laag of kritiek niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Het acculampje (alleen bepaalde modellen) geeft een laag of kritiek accuniveau aan. – of – ● Het pictogram Energiemeter in het systeemvak geeft een laag of kritiek accuniveau aan. OPMERKING: zie Energiemeter gebruiken op pagina 47 voor meer informatie over de energiemeter.
2. Plaats de accu (1) in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit (2). De accuvergrendelingen vergrendelen de accu automatisch. Accu verwijderen U verwijdert de accu als volgt: VOORZICHTIG: bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. 1.
3. Kantel de accu omhoog (2) en verwijder deze (3) uit de computer. Accuvoeding besparen ● Typ besturing op het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met toepassingen. Klik op Hardware en geluiden en vervolgens op Energiebeheer. ● Open het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm en selecteer instellingen voor een lager energieverbruik. ● Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt.
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren (alleen bepaalde modellen) WAARSCHUWING! Probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.
Als u de computer loskoppelt van externe netvoeding, gebeurt het volgende: ● De computer schakelt over op accuvoeding. ● De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen. Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer is aangesloten op netvoeding en een van de volgende symptomen vertoont: ● De computer gaat niet aan. ● Het beeldscherm blijft leeg. ● De aan/uit-lampjes zijn uit.
Omschakelbaar videosysteem/dubbel videosysteem (alleen bepaalde modellen) Bepaalde computers zijn voorzien van een omschakelbaar videosysteem of een dubbel videosysteem. ● Omschakelbaar videosysteem: ondersteund door AMD™ en Intel. Als de computer een dynamisch omschakelbaar videosysteem van AMD heeft, is er alleen ondersteuning voor een omschakelbaar videosysteem. ● Dubbel videosysteem: alleen ondersteund door AMD.
vervolgkeuzelijst Recent Applications (Recente applicaties) of door te klikken op Browse (Bladeren) onder Other Applications (Andere applicaties). U kunt schakelen tussen de modi Performance (Prestaties) en Power Saving (Energiebesparing). OPMERKING: zie de helpfunctie van de software voor omschakelbare videosystemen voor meer informatie.
7 Externe kaarten en apparaten Kaarten voor mediakaartlezers gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Zie het gedeelte Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types digitale kaarten die worden ondersteund op de computer.
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de digitale kaart, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. 1. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. 2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Volg daarna de instructies op het scherm. 3.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald. 1. Sluit het apparaat aan op de computer. 2. Als u een apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, steekt u de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact. 3. Schakel het apparaat uit.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden. Externe vaste schijven gebruiken VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf plaatst of vervangt. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen De onderhoudsklep verwijderen Verwijder de onderhoudsklep om toegang te krijgen tot de geheugenmodule, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere onderdelen. 1. Verwijder de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 50). 2. Wanneer de accuruimte naar u toe wijst, verwijdert u de veiligheidsschroef (1) (als de optionele schroef wordt gebruikt) en verschuift u de ontgrendelingen (2) om de onderhoudsklep te ontgrendelen.
3. Schuif het onderpaneel in de richting van de voorkant van de computer (3) en breng het omhoog (4) om het paneel te verwijderen. De onderhoudsklep terugplaatsen Plaats de onderhoudsklep terug nadat u het geheugenmoduleslot, de vaste schijf, het label met kennisgevingen en andere onderdelen hebt bekeken. 1. Kantel het onderpaneel om de lipjes op het onderpaneel met de uitsparingen op de computer (1) uit te lijnen en schuif vervolgens het onderpaneel naar de accuruimte om deze te sluiten (2).
2. Breng desgewenst de beveiligingsschroef (4) weer aan. Zie Optionele beveiligingsschroef gebruiken op pagina 62 voor meer informatie over de beveiligingsschroef. OPMERKING: 3. als u de optionele schroef wilt gebruiken, vindt u die achter het onderpaneel. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 50).
6. Trek het plasticlipje van de vaste schijf (2) naar de zijkant van de computer om de vaste schijf los te maken van de connector. Haal daarna de vaste schijf uit de vasteschijfruimte. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Sommige vaste schijven zijn verpakt in een plasticomhulling. Na het verwijderen van de vaste schijf uit de computer verwijdert u de plasticomhulling om toegang te krijgen tot de vaste schijf.
Vaste schijf plaatsen 1. Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte. 2. Trek het plasticlipje (1) naar het midden van de computer om de vaste schijf te verbinden met de connector.
3. Breng de vier schroeven van de vaste schijf (2) weer aan. OPMERKING: raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. 4. 68 Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 63).
5. Breng desgewenst de beveiligingsschroef weer aan. Zie Optionele beveiligingsschroef gebruiken op pagina 62 voor meer informatie over de beveiligingsschroef. 6. Plaats de accu terug (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 50). 7. Keer de computer om en sluit de netvoeding en de externe apparaten weer aan op de computer. 8. Schakel de computer in.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP 3D DriveGuard beschermt de vaste-schijfeenheid door deze te parkeren en gegevensverzoeken te blokkeren onder de volgende omstandigheden: ● U laat de computer vallen. ● U verplaatst de computer met gesloten beeldscherm, terwijl de computer op accuvoeding werkt. Kort na elk van deze gebeurtenissen wordt de vaste schijf door HP 3D DriveGuard weer vrijgegeven voor normale werking.
Energiebeheer met een geparkeerde vaste schijf Als HP 3D DriveGuard de schijfeenheid heeft geparkeerd, kan het volgende gebeuren: ● De computer sluit niet af. ● Op de computer wordt niet automatisch de slaapstand geactiveerd, behalve in de situatie beschreven in de opmerking hieronder. ● Accuwaarschuwingen die zijn ingesteld op het tabblad Waarschuwingen in Energiebeheer, worden niet geactiveerd.
Optische schijf plaatsen Optische schijfeenheid met lade 1. Schakel de computer in. 2. Druk op de ontgrendelknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen. 3. Trek de lade uit (2). 4. Houd de schijf bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf op de as in de lade met het label naar boven. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf enigszins schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen. 5.
2. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 3. Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje. Als de lade niet normaal opengaat 1.
3. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan. OPMERKING: Als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf voorzichtig enigszins schuin bij het verwijderen. 4. 74 Sluit de lade en berg de schijf op in het bijbehorende doosje.
Optische-schijfeenheden delen Hoewel de computer geen geïntegreerde optische-schijfeenheid heeft, kunt u software en gegevens gebruiken en applicaties installeren door een optische-schijfeenheid te delen die is aangesloten op een andere computer in het netwerk. Het delen van schijfeenheden is een voorziening van het besturingssysteem Windows, waardoor een schijfeenheid op een computer toegankelijk is voor andere computers binnen hetzelfde netwerk.
9 Beveiliging Computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsfuncties moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Computerrisico Beveiligingsvoorziening Onbevoegde toegang tot gegevens ● Firewallsoftware ● Windows-updates ● Drive Encryption for HP ProtectTools Onbevoegde toegang tot de instellingen van Computer Setup en andere identificatiegegevens van het systeem BIOS-beheerderswachtwoord in Computer Setup* Onbevoegd meenemen van de computer Slot voor een beveiligingskabel (voor een optionele beveiligingskabel) *Computer Setup is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen, dat zelfs kan worden
Wachtwoorden instellen in Windows Wachtwoord Functie Beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-account op beheerdersniveau. OPMERKING: Met dit wachtwoord kan geen toegang worden verkregen tot de inhoud van Computer Setup. Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. *Voor informatie over het instellen van een Windows-beheerderswachtwoord of een Windows-gebruikerswachtwoord” typt u op het startscherm help en selecteert u Help en ondersteuning.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup Wachtwoord Functie BIOS-beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot Computer Setup. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock. Het wordt tevens gebruikt om de DriveLock beveiliging te verwijderen. Dit wachtwoord wordt ingesteld onder DriveLock wachtwoorden tijdens het inschakelproces.
BIOS-beheerderswachtwoord beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Nieuw BIOS-beheerderswachtwoord instellen 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op Esc voor het startmenu) onder in het scherm verschijnt. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
4. Typ het huidige wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd. 5. Wanneer u om het nieuwe wachtwoord wordt gevraagd, laat u het veld leeg en drukt u op enter. 6. Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan. 7. Wanneer u nogmaals om het nieuwe wachtwoord wordt gevraagd, laat u het veld leeg en drukt u op enter. 8. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, klikt u op het pictogram Save (Opslaan) linksonder in het scherm en volgt u de instructies op het scherm.
DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: 1. Schakel de computer in en druk op esc wanneer de melding "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > DriveLock en druk op enter. 4.
DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het gebruikerswachtwoord of het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld). Druk daarna op enter. Als u twee keer het verkeerde wachtwoord heeft ingevoerd, moet u de computer uitschakelen en het opnieuw proberen.
4. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Set DriveLock Password (DriveLockwachtwoord instellen) en druk op enter. 5. Selecteer met de cursorbesturing of de pijltoetsen een interne vaste schijf en druk vervolgens op enter. 6. Selecteer met de cursorbesturing of de pijltoetsen Disable protection (Beveiliging uitschakelen). 7. Typ uw hoofdwachtwoord en druk vervolgens op enter. 8.
Beveiliging met Automatische DriveLock verwijderen Ga als volgt te werk om de DriveLock-beveiliging te verwijderen in Computer Setup: 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer de melding "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op esc om het opstartmenu te openen) onder in het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
U kunt twee soorten firewalls in overweging nemen: ● hostgebaseerde firewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd; ● netwerkgebaseerde firewalls die tussen de ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
OPMERKING: Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte. Zie het gedeelte Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor de plaats van het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel. 1. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. 2. Steek de sleutel (1) in het kabelslot (2). 3. Steek het kabelslot in het slot voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.
10 Onderhoud Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft één geheugenmodulecompartiment. U kunt de capaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule in het beschikbare slot voor geheugenuitbreidingsmodules te plaatsen of door een upgrade van de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule uit te voeren.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar een verwijderde geheugenmodule in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 6. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 7. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 63). 8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 50). 9.
● Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie) ● Antistatische veegdoekjes VOORZICHTIG: Gebruik de volgende reinigingsproducten niet: sterke oplosmiddelen, zoals alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride en koolwaterstoffen, deze kunnen het oppervlak van de compute r permanent beschadigen. Vezelachtig materiaal, zoals papieren doekjes, die de computer kunnen bekrassen.
Touchpad en toetsenbord reinigen WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. VOORZICHTIG: Zorg er tijdens het reinigen van het touchpad en toetsenbord voor dat er geen vloeistoffen tussen de toetsen terecht komt. Hierdoor kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.
SoftPaq Download Manager gebruiken HP SoftPaq Download Manager (SDM) is een hulpprogramma dat snel toegang verschaft tot SoftPaq-informatie voor zakelijke computers van HP zonder dat het SoftPaq-nummer benodigd is. Met dit hulpprogramma kunt u eenvoudig zoeken naar SoftPaq's en deze vervolgens downloaden en uitpakken. Met SoftPaq Download Manager wordt vanaf de FTP-site van HP een gepubliceerd databasebestand gelezen en gedownload dat het computermodel en SoftPaq-informatie bevat.
11 Back-up en herstel Om uw gegevens te beveiligen, gebruikt u Windows Back-up en terugzetten om een back-up te maken van afzonderlijke bestanden en mappen of de gehele vaste schijf, systeemherstelmedia te maken of systeemherstelpunten te maken. In het geval van een systeemfout kunt u de backupbestanden gebruiken om de inhoud van de computer terug te zetten. Typ op het startscherm herstellen, klik op Instellingen en selecteer uit de lijst met weergegeven opties.
Een back-up maken van uw gegevens Bij een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up. U moet onmiddellijk na de initiële systeeminstallatie systeemherstelmedia en uw initiële back-up maken. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben.
OPMERKING: Als u de computer niet kunt opstarten en de eerder gemaakte systeemherstelschijven niet kunt gebruiken, moet u media met het besturingssysteem Windows 8 aanschaffen om de computer opnieuw op te starten en het besturingssysteem te herstellen. Raadpleeg Media met het besturingssysteem Windows 8 gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) op pagina 97 voor aanvullende informatie.
f11-herstelprogramma's gebruiken VOORZICHTIG: Met f11 wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Het f11-herstelprogramma installeert het besturingssysteem en HP programma's en stuurprogramma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd opnieuw. Software die niet in de fabriek is geïnstalleerd, moet opnieuw worden geïnstalleerd.
Wanneer de herstelprocedure is voltooid: 1. Verwijder de media met het besturingssysteem Windows 8 en plaats de media Driver Recovery (Herstel van stuurprogramma's). 2. Installeer eerst de stuurprogramma's voor de hardware, en vervolgens de aanbevolen toepassingen. HP Software Setup gebruiken HP Software Setup kan gebruikt worden voor het opnieuw installeren van stuurprogramma's of het selecteren van software die is beschadigd of van het systeem is verwijderd. 98 1.
12 Computer Setup (BIOS) en Advanced System Diagnostics Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
OPMERKING: U kunt navigeren door Computer Setup en selecties maken met behulp van de cursorbesturing (zoals het touchpad, de EasyPoint-muisbesturing of een USB-muis) of het toetsenbord. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. Ga als volgt te werk om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Klik op het pictogram Exit (Afsluiten) linksonder op het scherm en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Uw wachtwoord- en beveiligingsinstellingen blijven ongewijzigd wanneer u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstelt. BIOS bijwerken Geüpdate versies van het BIOS zijn beschikbaar via de website van HP. De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en over het oplossen van problemen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om schade aan de computer of een mislukte installatie te voorkomen, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet terwijl de computer op accuvoeding werkt of is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
Advanced System Diagnostics gebruiken Met Advanced System Diagnostics kunt u diagnosetests uitvoeren om vast te stellen of de hardware van de computer naar behoren werkt. De volgende diagnosetests zijn beschikbaar in Advanced System Diagnostics: ● System Tune-Up (Systeemoptimalisatie): deze groep aanvullende tests controleert de computer om er zeker van te zijn dat de hoofdcomponenten correct werken.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in Help en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (s/n) (3) Artikelnummer/productnummer (p/n) (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de ondersteuning.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
A Reizen met de computer Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht: ● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals digitale kaarten. VOORZICHTIG: Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit de schijfhouder haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt of opbergt.
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is voor het gebruik van een bepaald apparaat, kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u het apparaat gebruikt. ● Ga als volgt te werk als u de computer in het buitenland wilt gebruiken: ◦ Vraag de douanebepalingen voor computers op voor de landen/regio's die u gaat bezoeken. ◦ Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken. De netspanning, frequentie en stekkers kunnen verschillen per land/regio.
B Problemen oplossen Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg Help en ondersteuning voor aanvullende informatie en koppelingen naar websites. Typ help op het startscherm en selecteer Help en ondersteuning. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.
Het computerscherm is leeg Als u de computer niet heeft uitgeschakeld maar het scherm leeg blijft, kunnen een of meer van de volgende instellingen de oorzaak vormen: ● De computer staat mogelijk in de slaapstand. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. De slaapstand is een energiebesparende voorziening waarbij het beeldscherm wordt uitgeschakeld.
WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op brandwonden of oververhitting van de computer te verkleinen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal, zoals een optionele printer naast de computer, of een voorwerp van zacht materiaal, zoals een kussen, een kleed of kleding.
De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd of dvd 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver mogelijk uit (2). 3. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
De optischeschijfeenheid wordt niet gedetecteerd Als het besturingssysteem een geïnstalleerd apparaat niet detecteert, kan het zijn dat het apparaatstuurprogramma ontbreekt of beschadigd is. 1. Verwijder eventuele schijven uit de optischeschijfeenheid. 2. Klik op Computer en vervolgens op Systeem-monitor. 3. Identificeer in het tabblad Hardware de opslagcontroller in de kolom Type. 4. Klik op het driehoekje naast de apparaten tot u de optischeschijfeenheid heeft gevonden.
Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid ● Controleer of alle programma's zijn afgesloten. ● Schakel de slaapstand uit. ● Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. ● Controleer of de schijf correct is geplaatst. ● Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw. ● Als u een schijf kopieert, slaat u de informatie van de bronschijf op de vaste schijf op voordat u probeert de inhoud te branden op een nieuwe schijf.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is de ontlading van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u ontvangt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit Accu 48 aan/uit-knop 45 Aan/uit-knop herkennen 7, 9 Aan/uit-lampje 5, 6 aan/uit-schakelaar 45 aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 29 accu vervangen 53 Accu acculading weergeven 49 afvoeren 53 lage acculading 49 ontladen 49 opbergen 52 voeding besparen 52 Accu, ontgrendelingen 20 Accu, temperatuur 52 Accucontrole 49 Accu-informatie zoeken 48 Accuruimte 20, 105 Accuvoeding 48 Advanced System Diagnostics 103 Afsluiten 45 Antennes voor draadloze communicatie herkennen 17, 18 Antivirussoftwar
DriveLock-wachtwoord beschrijving 81 instellen 82 invoeren 83 verwijderen 83 wijzigen 83 Dubbel videosysteem 56 knoppen 41 toetsen 41 Geluid uit, toets herkennen 35 Gezichtsherkenning 41, 76 GPS 27 Grafische modi, schakelen tussen 55 E Elektrostatische ontlading 116 Energiebesparende standen 46 Energiemeter 47 Esc-toets, herkennen 10 Esc-toets herkennen 11 Essentiële updates, software 86 Externe apparaten 59 Externe monitor, poort 42 Externemonitorpoort 15, 16 Externe netvoeding gebruiken 53 Externe schij
SIM-kaart 105 WLAN 105 Lage acculading 49 Lampjes aan/uit 5, 6 Caps Lock 5, 6 draadloze communicatie 5, 6 netvoedingsadapter 13, 16 optischeschijfeenheid 13, 14 schijfeenheid 12 touchpad 5, 6 webbrowser 5, 6 webcam 17, 18 Lampjes, vaste schijf 70 Lampje van de netvoedingsadapter 13 Leesbare media 46 Luchthavenbeveiligingsapparatuu r 62 Luidsprekers, herkennen 7, 9 M Media afspelen, bedieningselementen voor 40 Mediabedieningselementen, toetsen 36 Mediakaartlezer 12 Mediasneltoetsen 40 Microsoft, certificaat
System information (Systeeminformatie) 35 uw computer onderhouden uw computer reinigen 90 T Temperatuur 52 Testen, netvoedingsadapter 54 Toetsen esc 10, 11 fn 10, 11, 36 functie 10, 11 geluidsvolume 41 media 40 num lk 10, 11 Windows-applicaties 10, 11 Windows-logo 10, 11 Toetsenblok geïntegreerd numeriek 11 ingebed numeriek 10 Toetsenblok, extern gebruiken 39 num lock 39 Toetsenblokken herkennen 36 herkennen 38 Toetsenbord, hotkeys herkennen 35 Touchpad gebruiken 29 knoppen 4 Touchpad, aan/uit-knop 4 Touc