HP CM8060 / CM8050 Color MFP with Edgeline Technology - System Administrator Guide
Toegang tot het apparaat beheren
Met de geïntegreerde webserver kunt u bepalen voor welke functies gebruikers zich eerst moeten
aanmelden. U kunt ook reeksen machtigingen maken waarmee afzonderlijke gebruikers of groepen
gebruikers op verschillende niveaus toegang krijgen.
1. Open de geïntegreerde webserver. Zie
De geïntegreerde webserver openen op pagina 42.
2. Selecteer het tabblad Instellingen.
3. Selecteer Aanmelden bij apparaat in het menu aan de linkerzijde van het scherm.
Niveau van toegangsbeheer voor apparaatfuncties
Geef op het tabblad Apparaattoegang het gewenste beheerniveau op.
Tabel 5-1 Niveaus van toegangsbeheer
Niveau Omschrijving
Maximaal toegangsbeheer Alle gebruikers moeten zich aanmelden voordat ze functies op het bedieningspaneel kunnen
gebruiken. Gebruikers hebben alleen toegang tot de functies waarvoor ze een machtiging
hebben.
Als u deze optie selecteert, moet u machtigingen configureren en toewijzen. Zie
Reeksen
machtigingen op pagina 64.
Minimaal toegangsbeheer Gebruikers hoeven zich niet aan te melden om functies op het bedieningspaneel te gebruiken.
Als u deze optie selecteert, hoeft u geen machtigingen te configureren of toe te wijzen.
Aangepast toegangsbeheer Gebruikers moeten zich alleen aanmelden voor de apparaatfuncties die u opgeeft.
1. Selecteer Aangepast toegangsbeheer en klik op Aangepast definiëren.
2. Selecteer de functies die u wilt beperken.
3. Selecteer de standaard aanmeldmethode voor elke functie. Deze stap is optioneel.
TIP: Gebruik de standaardinstellingen en wijzig ze alleen als dat nodig is.
4. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
Als u deze optie selecteert, moet u machtigingen configureren en toewijzen. Zie
Reeksen
machtigingen op pagina 64.
Reeksen machtigingen
Als u Maximaal toegangsbeheer of Aangepast toegangsbeheer hebt geselecteerd, moet u reeksen
machtigingen configureren. U kunt ook nieuwe reeksen machtigingen maken om te voldoen aan de
behoefte van toegangsbeheer. U kunt reeksen machtigingen toewijzen aan gebruikersaccounts die op
het apparaat zijn opgeslagen of aan netwerkgebruikers en -groepen.
64 Hoofdstuk 5 Het apparaat beveiligen NLWW